NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Die éne druppel...
Plonvier heeft DE schoenen
door Cees Giesbeek
No. 3572
Donderdag 20 september 1973
77e jaargang
Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. 308, Giro 206882
Abonnementsprijs 5,— per half jaar. Franco per post 20,— per jaar. Advertenties 19 ct per mm, exclusief BTW.
Voor fouten in advertenties per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen.
0*
Prins Johan Friso, de tweede zoon van prinses Beatrix en prins Claus
wordt 25 september 5 jaar.
FEUILLETON
34
De zaal heeft ademloos geluisterd naar
zijn relaas. Er klinkt zelfs een zwak ap
plausje dat de president echter snel weg-
hamert.
Dan is de officier aan het woord. Zijn
toon is mild. Hij complimenteert in de
eerste plaats het slachtoffer met zijn her
stel en zegt verheugd te zijn, dat het nog
zo goed is afgelopen, hoewel het er de
eerste uren na de daad niet naar uit zag.
Vervolgens schetst hij alle achtergronden,
die langzaam geleid hebben naar de climax.
Er is een psychiatrisch rapport over de ver
dachte. De officier zegt, dat hij er in grote
trekken achter kan staan. Het rapport be
oordeelt de jongeman in gunstige zin. Er
zijn omstandigheden, die beslist in het voor
deel van deze delinquent pleiten. Zelfs het
slachtoffer heeft nog een goed woordje
voor hem gedaan. Maar dit alles neemt niet
weg, dat er een misdrijf is gepleegd: een
gewelddelict en dit soort misdrijven neemt
de laatste tijd hand over hand toe. Ge
lukkig is het feit, dat de verdachte heeft ge
pleegd, geen klassiek voorbeeld. Dat neemt
evenwel niet weg, dat er enige uren acuut
levensgevaar bestond voor het slachtoffer.
Het was met recht een dubbeltje op z'n
kant; de verdachte mag achteraf blij zijn,
dat hij hier niet terechtstaat voor dood
slag, alhoewel het aanvankelijk in mijn be
doeling lag om poging tot doodslag ten
laste te leggen, zo gaat de officier verder.
Ik heb dit, nadat ik de getuigen van beide
kanten heb gehoord, laten vallen. Blijft
over zware mishandeling. Meneer de pre
sident, ntijue heren, u en ik weten, hoe
hoog de maximum straf is, welke op dit
misdrijf staat. De wetgever heeft niet voor
niets zo'n hoog maximum vastgesteld, want
zware mishandeling is een zeer ernstig de
lict. Nu neem ik onmiddellijk aan, dat
verdachte het mes trok in een vlaag van
woede. Maar, meneer de president, waar
blijven we, als iedereen maar in een vlaag
van woede een mes gaat trekken? Ik kan dit
in ieder geval niet als een verzachtende om
standigheid accepteren. Integendeel. Ik re
ken hem dit feit zelfs zwaar aan. Mensen
met een behoorlijk verstand dienen zich te
beheersen. En zeker een intellectueel als de
verdachte. Aanvankelijk had ik een eis van
vijf jaar in mijn hoofd. Vanmiddag zijn nog
enkele aspecten naar voren gekomen, die ik
wel wil laten wegen in het voordeel van de
verdachte. Ik noem bijvoorbeeld het plei
dooi, dat het slachtoffer heeft gehouden ten
gunste van zijn zwager. Daar mag ik niet
overheen zien. Hieruit blijkt, dat de vrede
in het gezin is hersteld, hetgeen ik bij
zonder belangrijk en moedgevend vindt voor
beide partijen. En het is vooral aan de
goede woorden van het slachtoffer te dan
ken, dat ik mijn eis wil matigen. Ik acht
het ten laste gelegde wettig en overtuigend
bewezen en heb de eer te requireren een
gevangenisstraf voor de tijd van drie jaren,
met aftrek van het voorarrest.
Het is stil in de zaal, als de officier van
justitie gaat zitten. Men kijkt elkaar aan.
De jongeman in de verdachtenbank is bleek
geworden: drie jaren. Hij zit nu ongeveer
een half jaar, hetgeen zal betekenen, dat hij
nog twee en een half jaar in de gevangenis
zal moeten doorbrengen. Het is verschrik
kelijk.
Ook Josje van Geren is geschrokken: drie
jaar! Haar eerste reaktie is: die officier is
gek. Wie straft zo'n jongen nu met drie
jaar! Maar ze weet, dat het pleidooi van
zijn advokaat nog moet komen en het laat
ste woord is tenslotte aan de rechtbank.
De president kijkt naar de jongeman:
„Staat u eens op beklaagde."
Willem rijst meteen op. Hij ziet nog spier
wit en probeert zijn emoties te bedwingen.
„Hebt u gehoord, wat meneer de officier
heeft gevraagd? Drie jaar gevangenisstraf
met aftrek van de tijd, welke u al in voor
arrest hebt doorgebracht."
„Jawel, edelachtbare."
„Juist. Nu, gaat u maar weer zitten. Het
woord is aan meneer de verdediger."
De advokaat komt overeind en doet een
pas naar voren. Hij kijkt naar de zittende
magistratuur. „Meneer de president, mijne
heren, vanmiddag, nadat de getuigen ge
hoord waren, dacht ik, dat het voor mij erg
gemakkelijk was gemaakt, want in feite heb
ik geen kwaad woord gehoord over deze
jonge verdachte. Behalve dan het feit, waar
voor hij terecht staat. Dat feit is afschuwe
lijk en we zijn blij, dat het slachtoffer
weer geheel hersteld is en gezond in deze
zaal aanwezig is. Maar na de eis van me
neer de officier voel ik, dat ik nog een zware
taak heb te vervullen. Zwaar in die zin,
dat ik moet aantonen waarom het misdrijf,
dat deze jongen man ten laste is gelegd, wel
ernstig is, maar de achtergronden, welke
hedenmiddag behoorlijk uit de verf zijn ge
komen, toch wel overduidelijk aangetoond
hebben, dat de schaal op bepaalde punten
zelfs in zijn geheel overhelt naar de man,
die hier terecht staat. En wel: in zijn voor
deel."
Dan schetst de verdediger heel uitgebreid
de levensloop van de rustige Willem Worms.
„Zoals deze jongeman zijn er miljarden
mensen in de wereld: mensen, die in het
geheel niet opvallen of nooit met de justitie
in aanraking komen, doch enkel hun maat
schappelijke plichten vervullen. Ten bate van
de gemeenschap. De massa, waarvan nie
mand last heeft. Door een noodlottige sa
menloop van omstandigheden is deze jonge
man van de normale weg afgeweken. Waar
om kreeg hij die middag, voorafgaande aan
het drama, dat mes in onderpand van zijn
collega? Was dit niet gebeurd, dan had nor
maal gsproken dit drama niet plaatsge
vonden."
Geleidelijk aan ontpopt deze advokaat
zich als een briljant strafpleiter. Hij goo
chelt met wetsartikelen, met voorbeelden
uit de praktijk, haalt jurisprudenties aan van
de Hooge Raad en ontrafelt een aantal
zaken, welke de officier in zijn requisitoir
naar voren heeft gebracht.
Tenslotte zegt hij: „Deze jongeman heeft
al geboet: zes maanden lang in voorarrest in
de zenuwslopende onzekerheid over zijn lot.
We hebben vanmiddag allemaal gehoord,
dat de vrede in de familie is getekend, zo
als meneer de officier dat zo juist heeft
gereleveerd. Er is dus gelukkig geen
breuk gebleven. Daarom zijn alle voorwaar
den aanwezig, om deze jongeman weer te
rug te voeren in de schoot zijner familie.
Gevaar voor recidive is niet aanwezig. Zijn
werkgever is bereid hem terstond weer in
zijn dienst te nemen. Daarom kan ik be
slist niet meegaan met de eis van de of
ficier. Deze jeugdige delinquent heeft een
blanco strafregister. De enige keer, waarop
hij met de justitie in aanraking kwam, was
omdat hij zonder licht reed. Dat is in mijn
jeugd ook wel eens gepasseerd, meneer de
president. En daarom vraag ik: moet deze
jongeman alsnog naar de gevangenis? Dan
zeg ik: neen. En zelfs als de rechtbank van
mening is, dat onmiddellijke invrijheidstel
ling in dit geval niet op zijn plaats is, con
cludeer ik, dat drie jaren een te zware
straf is voor iemand, die een misstap
heeft begaan en naar menselijke maatstaven
gemeten nooit meer met de justitie in aan
raking zal komen. Daarom lijkt mij een
gedeeltelijk voorwaardelijke straf en dan
nog uit te zitten in een jeugdgevangenis
ik attendeer de rechtbank er op, dat ver
dachte nog niet meerderjarig was op het
moment, dat hij dit misdrijf pleegde
meer op zijn plaats. En dan zo kort mo
gelijk. Deze jongeman is gelukkig geen mis
dadiger in die zin van het woord, zoals u
en ik dit verstaan. Hij hoort zijn plaats in
de beschutting van het ouderlijk huis zo
spoedig mogelijk weer in te nemen. Meneer
de president, mijne heren, ik vraag voor de
beklaagde de uiterste clementie."
Willem Worms heeft het laatste woord.
Op de vraag van de president, of hij nog
iets toe te voegen heeft aan de woorden van
zijn verdediger, antwoordt hij enkel: „Ik
heb er ontzettend veel spijt van, edelacht
bare. Enneik refereer me geheel aan
hetgeen mijn advokaat heeft betoogd."
Dan wordt de zitting gesloten. Willem
mag nog even praten met zijn familieleden.
De officier heeft de parketwachter een haast
onmerkbaar knikje gegeven. Men zegt niet
veel. Het is enkel Bas, die de hand van zijn
zwager grijpt en stevig drukt. „We praten
nergens meer over, jongen. Hou je haaks.
Gerie en ik zullen voor je duimen.
Dan wordt hij weggevoerd. Terug naar
zijn cel. Over veertien dagen zal de recht
bank uitspraak doen. Tot zolang zal hij in
het onzekere verkeren of Jiij drie jaar zal
houden of de straf langer wordt. Dat zullen
twee ellendige weken worden. Iedereen voelt
het, maar niemand zal er iets aan kunnen
doen.
De bewaarder, die hem terugbrengt naar
zijn cel, vraagt: „En? Hoe is het afgelo
pen?"
„Eis van drie jaar," antwoordt de jongen
op bedrukte toon.
„O. Nou, dan mag je niet mopperen."
„Niet mopperen? Alsof het maar niks is:
drie jaar."
De bewaarder lacht een beetje. „Hou je
niet, jongen. Let pp mijn woorden. Ik loop
hier al een jaar of twintig mee en ik heb
gevallen meegemaakt als het jouwe. Een
iaar gaat er doorgaans wel af en dan nog je
voorarrest. Bovendien is het voor jou de 1ste
keer, dus gaat er nog wat van de straf af,
bij goed gedrag. Ik durf een wedje met je
te maken, dat je binnen het jaar weer thuis
bent."
De ogen van Willem lichten op. „Werke
lijk?"
De man klopt hem op de schouders. „Ga
jij niet piekeren, jo, dat zit wel goed met je.
je had een bovenste beste advokaat en hij
heeft er altijd heel wat af gekregen. Nou,
met een paar minuten heb ik thee; men
heeft het warm gehouden voor je
(Wordt vervolgd).
HENGELWEDSTRIJD
Op zaterdag 15 september 1973 werd
aan de zeedijk van de Oosterschelde in de
omgeving van Colijnsplaat een hengelwed-
strijd gehouden, die was vastgesteld door
de Noord-Bevelandse hengelsportvereniging.
Het was de 5e competitiewedstrijd van
dit jaar waarvoor een goede belangstelling
bestond. Niet minder dan 71 deelnemers
lieten zich voor deze wedstrijd inschrijven.
Gezien de slechte vangsten in de laatste
maanden vanaf de wal, waren de verwach
tingen op een goede vangst minder hoopvol
gestemd. Later zou blijken dat deze vang
sten nog niet tegengevallen waren.
Het viel bij deze wedstrijd wel op dat er
zo weinig ondermaatse vissen gevangen wer
den en dat de bovenmaatse vissen allen
ruimschoots aan de vereiste maat waren.
Na afloop bleek dat er 68 bovenmaatse en
6 ondermaatse vissen gevangen waren
waaronder een vijftal prachtige palingen.
Deze leverden in totaal 14.660 wedstrijd-
punten op.
In café „Juliana" te Colijnsplaat werden
na afloop de prijzen uitgereikt. Hiervoor
kwamen ditmaal de volgende personen in
aanmerking:
C. de Kam, Kamperland 840 pnt.
C. v. d. Moere, Colijnsplaat 715 pnt.
P. C. de Visser, Vlissingen 675 pnt.
H. C. Filius, Colijnsplaat 670 pnt.
J. Kastelein Mz., Geersdijk 655 pnt.
P. Coppoolse, Goes 625 pnt.
C. A. Luijcks, Halsteren 600 pnt.
P. Kastelein Mz., Geersdijk 505 pnt.
H. de Pan, Kamperland 500 pnt.
J. Biondina, Kamperland 495 pnt.
C. Jille, Kamperland 480 pnt.
C. Augustein, Kamperland 450 pnt.
P. Lems, Colijnsplaat 445 pnt.
H. Crusio, Bergen op Zoom 415 pnt.
J. de Kam, Kamperland 410 pnt.
Door de voorzitter P. v. d. Vreugde
werden de prijzen uitgereikt. Deze be
dankte de deelnemers voor de goede op
komst en zei dat er bij vorige wedstrijden
weieens betere vangsten waren gedaan en
hoopte dat de vangsten bij de volgende
wedstrijd beter zouden zijn.
Deze 6e competitiewedstrijd wordt ge
houden op zaterdag 13 oktober 1973 op
dezelfde plaats te Colijnsplaat.
Kruiswoordpuzzel no. 343
Horizontaal: 2. bouwland - 7. zuivelprodukt
9. familielid - 10. beest - 12. keer - 13.
hoofd v. e. moskee - 14. strik - 16. gewicht
17. droog (van wijnen) - 18. vr. munt - 19.
meisjesnaam - 20. vaartuig (afk.) - 22. voor
zetsel - 24. vr. munt - 25. boom - 28. eens
31. uitmuntend - 34. Gedeputeerde Staten
(afk.) - 35. water in Friesland - 36. punt
dicht - 41. insekt - 45. mil. opl. school
(afk.) - 46. familielid - 47. snijwerktuig - 48.
dierengeluid - 49. maanstand (afk.) - 50.
vruchtje - 52. masker - 54. afgunst - 56.
loterijbriefje - 57. stuk grond - 58. palm
60. massa - 61. oosterse titel - 63. lekkernij
64. vertegenwoordiger.
Verticaal: 1. mannelijk dier - 3. militair
4. jongensnaam - 5. uitgifte v. aandelen - 6.
gezichtseinder - 7. kledingstuk - 8. vruch
tennat - 10. aanw. vnw. - 11. schoorsteen-
zwart - 15. teken - 17. aanspreektitel - 19.
vogel - 21. zoon van Noach - 23. neerslag
24. onder andere (afk.) - 26. onmeetbaar
getal - 27. vogel - 29. boom - 30. insekt
32. kloosterlinge - 33. ontkenning - 37.
hetzelfde - 38. godsdienst (afk.) - 39. vriend
(Fr.) - 40. deel v. d. weck - 41. tevreden
42. bosje haar - 43. ter herinnering (afk.)
44. tweegevecht - 47. deel v. h. hoofd - 51.
reinigingsmiddel - 53. toiletartikel - 55.
schrijfbehoefte - 57. vrij - 59. deel van het
dak - 62. pers. vnw.
Oplossing kruiswoordpuzzel no. 342
Horizontaal: 1. Haarlem - 7. asperge - 13.
edo - 14. overste - 16. arm - 17. eerst - 19.
nat - 20. lakei - 22. ta - 23. liter - 25. de
26. Lea - 28. rog - 29. RAI - 31. lee - 33.
et - 34. motto - 35. ido - 37. en - 38. nabob
40. element - 42. lor - 44. zoz - 45. naderen
48. gesar - 50. eg - 51. log - 52. stoet - 54.
Aa - 55. gek - 57. Lea - 59. roi - 60. KMA
61. op - 63. strot - 65. Po - 66. roken - 69.
lap - 70. fiets - 72. Ede - 73. etagere - 76.
toe - 77. nerveus - 78. reedsel.
Verticaal: 1. Heerlen - 2. ade - 3. aorta - 4.
lot - 5. ev - 6. menigte - 7. aster - 8. st
9. gel - 10. rakel - 11. Gre - 12.
eminent - 15. rat - 18. sa - 21. ad - 23. lot
24. rails - 27. etalage - 28. rob - 30. Ide
32. eenzaam - 34. morel - 36. omzet - 39.
bod - 41. Eos - 43. leges - 45. negeren
46. rol - 47. stroper - 48. gei - 49. raadsel
53. oot - 56. koker - 58. atlas - 60. koets
62. pe - 64. rag - 65. pi - 67. ode - 68. nee
70. fee - 71. toe - 74. tu - 75. re.
GANZEPOORTSTRAAT 21 - TEL. 65 35 - GOES