HENGELSPORT MARKUSSE TILROE onze kollektie oogt goed.. meer jongens dan meisjes Kalm aan na een hartinfarkt? 't Jantje van Alles ALLES OP HET GEBIED VAN DE VINDT U BIJ HENGELSPORT VOORSTRAAT 7 - WISSENKERKE - TEL. 01107-3 08 Ruime sortering TAFELZEIL met wollen rug, 140 cm breed, nu nog 9,50 per meter Korte Noordstraat 11-15, Middelburg. Honderden brillen, de een nog mooier dan de ander. Een streling voor het oog, met vrijwel de zekerheid van een perfekte keus. Wij helpen U kiezen. BRILLENSPECIALISTEN MIDDELBURG - LANGE DELFT 8a—8b VLISSINGEN - WALSTRAAT 81 OOSTBURG - RAADHUISPLEIN WAAROM BIJ GEBOORTEN De man is kwetsbaarder dan de vrouw. Bij vrijwel alle volkeren op aarde worden er steeds meer jongens dan meisjes ge boren. In doorsnee komt dat neer op on geveer 106 jongens tegen elke 100 meisjes. Deze cijfers blijken overigens per volk nog te verschillen, want bij de gekleurde Ame rikanen zijn het gemiddeld 102 jongens tegen 100 meisjes, terwijl deze cijfers in Griekenland bijvoorbeeld 113 tegen 100 zijn. Deskundigen hebben vastgesteld, dat de verhouding voor de geboorte, dus bij onge boren kinderen nog anders ligt. Volgens schattingen zou het hier gaan om 145 tot 170 embryo's van het mannelijk geslacht tegen 100 van het vrouwelijk geslacht. Voorts blijkt, dat juist de mannelijke em bryo's het grootste percentage uitmaken bij miskramen. Statistieken wijzen uit, dat van elke vijf miskramen het gaat om 1 kind van het vrouwelijk geslacht tegen 4 van het mannelijk geslacht. Het mannelijk ge slacht blijkt dus veel kwetsbaarder te zijn. Dat zien we trouwens ook later, dat de man kwetsbaarder is dan de vrouw, wan neer de kinderen zijn geboren. Van de kin deren tot twintig jaar die sterven, behoort weer het grootste deel tot het mannelijk geslacht. Tussen twintig en dertig jaar verschuift de sterftekans ongunstig naar de vrouwelijke zijde, hetgeen naar men aan neemt samenhangt met de grotere risico's die de vrouw loopt bij de voortplanting. Daarna wordt de kans op mannelijke sterfte weer groter. Men heeft als het ware dus te maken met twee tegen elkaar inlopende curven en een en ander wijst uit, dat de man kwetsbaarder is dan de vrouw, ook al noemt men de mannen het sterke ge slacht. Het zwakke geslacht blijkt in wezen sterker te zijn. Algemeen wordt aangenomen (de cijfers bewijzen dit ook), dat na grote oorlogen in de landen die daaraan hebben deelgeno men, het percentage mannelijke geboorten sterk stijgt. Men krijgt de indruk, dat de natuur als het ware de weegschaal weer in evenwicht wil brengen. Wetenschappelijke onderzoekers heeft dit verschijnsel geïnte resseerd en zij hebben uitgebreide onder zoekingen op dit gebied gedaan. Er zijn onderzoekers die menen dat er in dergelijke noodtijden chemische ver anderingen in het vrouwelijk lichaam vol trekken, die meer dan onder normale om standigheden de mogelijkheid bieden van mannelijke geboorten. Sommigen menen zelfs, dat deze chemische veranderingen een logisch gevolg zouden zijn van de in noodtijden sterk veranderde voedselsituatie. Anderen zoeken het weer in een andere theorie en wel, dat er over het algemeen gedurende een oorlog of andere noodtoe stand, weinig gelegenheid is tot het sluiten van een huwelijk, althans minder dan in normale tijden. Na zo'n periode ontstaat er dan een huwelijksgolf van grote aan tallen jongemannen, die het huwelijk reeds langer dan in het voornemen lag hebben moeten uitstellen. De wens tot het krij gen van kinderen is dan sterk intensief en wanneer deze vrouwen in verwachting raken, nemen zij zich meer in acht en zijn aanmerkelijk voorzichtiger dan onder normale omstandigheden het geval zou zijn. Op die manier ontstaan minder miskramen en aangezien het grootste deel hiervan man nelijke embryo's betreft, zou het aantal mannelijke geboorten sterk stijgen. Natuurlijk blijven het allemaal slechts theorieën. Het hoe en waarom van deze merkwaardige en interessante gang van za ken heeft men nog niet wetenschappelijk exact kunnen vaststellen. Vast staat wel, dat er zonder meer oorzaken moeten zijn voor dit verschijnsel. HONGER.... BLIJFT EEN WERELDGEVAAR Enige miljoenen mensen maken goede kans dit jaar van honger om te komen, heeft de voedsel- en landbouworganisatie van de Ver. Naties (F.A.O.) berekend: voor namelijk in centraal-Afrika en op het Voor- indische schiereiland. Dit is het simpele gevolg van twee jaren die op het noordelijk halfrond gekenmerkt waren door droogte die de graanoogsten klein hield. Vooral de Sowjet-Unie heeft hiermee problemen, maar het heeft voldoende geld in kas om ze op te lossen: in Canada en de Ver. Staten zijn enorme bestellingen geplaatst. Het gevolg hiervan is echter wel dat het verdere aanbod aan graan niet zo groot meer is, de vraag daarentegen is zeker niet minder geworden. Derhalve stijgen de prijzen en niet zo'n klein beetje: van 68 tot 130 dollar per ton, transport in begrepen, in een half jaar tijds. En die prijs zou nog hoger zijn 'opgelopen als alle landen die behoefte aan graan hebben financieel in staat waren geweest mee te blijven bieden. Maar de arme landen heb ben op een zeker moment moeten zeggen: dit kunnen we niet betalen. India bijvoor beeld zou zeker een zes miljoen ton graan moeten importeren om de ergste nood te voorkomen. Het is bij drie miljoen ton ge bleven die nu ongeveer zoveel kosten als voorheen het budget stond niet meer toe. Wie niet betalen kan, zo is de wet in de wereldhandel, lijdt honger. Wat de F.A.O. bijzonder verontrust is dat de wereldvoorraden graan opeens een absoluut dieptepunt hebben, bereikt. Me nige graanproducent op het noordelijk half rond had de produktie al afgeremd, o.a. doordat de E.E.G. agrarische importen sterk belemmerde. Niettemin bleven er overschot ten, die echter nu door een paar misoogsten danig zijn geslonken. Nog een paar keer hoeft het weer ernstig tegen te zitten en de wereld zit met een absoluut graantekort dat zelfs de rijke landen niet met geld goed kunnen maken. „Groene revolutie". Is dit al een griezelig aspekt van de we- rcldvoedselsituatie, er is er nog een dat niet minder zorgen baart. In menig Azia tisch en Latijns-Amerikaans land is de eigen graanproduktie sterk gestegen dat moest ook wel om de bevolkingsgroei een beetje bij te kunnen houden. Een grote rol hierbij heeft de „groene revolutie" ge speeld: de ontwikkeling van nieuwe graan- rassen die zich kenmerken door een grotere opbrengst per hectare en een grotere weer stand tegen plantenziekten. Vooral voor de ontwikkelingslanden een zegenrijke vondst omdat op de veelal klei ne bedrijven daar de boeren over het alge meen de ontwikkeling en de instrumenten missen om veel tegen plantenziekten te kunnen uitrichten. De „groene revolutie" bekroond met Nobelprijs kan echter niet garanderen dat onder de slechtste weersomstandigheden ook deze graansoorten niet het loodje leggen. En dan gaat het per getroffen gebied gelijk om een aanzienlijk grotere produktie die wegvalt. Bovendien is er geen garantie dat op de duur niet een nieuwe plantenziekte opduikt waartegen deze nieuwe graanrassen niet bestand zijn. De strijd tegen de honger heef de laatste jaren enige suksessen geboekt als produkjt van ontwikkelingshulp: landen die eerst voedsel moesten importeren voorzien nu in eigen behoefte of exporteren zelfs. Maar de ervaringen van een beetje slecht weer in de grote graanverbouwende landen van het noordelijk halfrond laten merken hoe weinig zeker de hele wereld is van vol doende eten. (Nadruk verboden). Burgerlijke stand KORTGENE Geboren: Geen. Ondertrouwd: 7 augustus 1973: Ismaël Wewengkang, 18 jaar en Cornelia van Goudswaard, 18 jaar, wonende te Wissenkerke. 10 augustus 1973: Petrus L. Verlinde, 24 jaar en Heidemarie A. M. W. Maihöfer, 21 jaar. 10 augustus 1973: Christiaan Reijnoudt. 24 jaar te Arnemuiden en Lena A. Sies, 20 jaar. 17 augustus 1973: Marinus P. Geelhoed, 27 jaar en Wilhelmina van der Velden, 21 jaar te Reimerswaal. 28 augustus 1973: Thomas W. van Leeu wen, 23 jaar te Kapelle en Tanneke L. Dees, 19 jaar. Getrouwd: 6 augustus 1973: David C. Tazelaar, 27 jaar en Meta de Boo, 33 jaar te Middel burg. 31 augustus 1973: Christiaan Reijnoudt, 24 jaar te Arnemuiden en Lena A. Sies, 20 jaar. Overleden: 1 augustus 1973: Neeltje Ploontje Hanson, 82 jaar, weduwe van J. P. Nieuwdorp. 18 augustus 1973: Dina Cornelia Koster, 90 jaar, echtgenote van H. Geelhoed. 28 augustus 1973: Jacobus Kesteloo, 70 jaar, echtgenoot van M. Winterswijk. 30 augustus 1973: Jerina Lena Geelhoed, 72 jaar, echtgenote van H. Bouwense. 30 augustus 1973: Pieter van der Have, 82 jaar, echtgenoot van M. G. Geldof. P.V..DE BLAUWE DOFFER' KORTGENE Uitslag van het concours St. Quentin op 8 september 1973. Deelname 267 duiven. Los 11.10 uur. Wind: lichte N.W. 1. H. v. d. Moere 2. Combinatie Schrier-CIement 3. J. C. Priester 4. L. de Fouw 5. P. van Belzen 6. J. Verburg 7. C. M. Clement 8. P. van Belzen 9. A. van de Kreeke 10. Comb. v. d. Maas- Blankenstijn 14.23.47 194.773 153.6 31.22 34.46 36.19 42.37 39.11 39.00 44.53 41.42 195.116 151.4 196.717 149.2 194.235 147 199.591 144.8 195.017 142.6 194.424 140.4 2 138.2 195.281 136 40.44 194.331 133.8 WISKA-DAMES SPELEN IN DE EERSTE KLAS. Het eerste damesteam van de volleybal vereniging Wiska zal in het komende seizoen uitkomen in de eerste klas van het district Zeeland. De opzet van de competitie is iets gewijzigd, waardoor ook no. 2 van de tweede klas recht op promotie kreeg. De indeling van de komende competitie, wat betreft de teams van Wiska, is als volgt: Dames le klas: Ardito, Blok 73, Even Kijken, E.V.V.C./M 2, Kikkers, Marathon 2, P.Z.E.M., Savok, Watneys Taktika 2 en 3, WISKA. Dames 2e klas A (Walch./Bevelanden): Ardito 2, Blok 73 2, Marathon 3 en 4. WISKA 2. Ovisa, P.Z.E.M. 2, E.V.V.C./M 3. Heren 2e klas A (Walch./Bevelanden): Ardito 2, C.L.v.Z., Blok '73 3 en 4, Ovisa, Ruiterschool, WISKA, E.V.V.C./M 3. Tot nadere aankondiging blijven de teams op donderdagavond in Wissenkerke trainen. Dames 7 uur, dames le team 8 uur, heren 9 uur. PATIËNT HEEFT DESKUNDIGE LEIDING NODIG Een nog betrekkelijk jonge man van laten we zeggen 45 jaar wordt getrof fen door een hartinfarkt. Hij wordt enige tijd in een ziekenhuis verpleegd. Er wordt een revalidatieschema door de behandelende artsen opgesteld. De patiënt begint met lichte oefeningen, die in de loop van de volgende maanden resulteren in een pittig belastingschema. De patiënt herstelt zienderogen. Maar dan bemerkt hij dat de maatschappij hem niet meer als een volwaardig mens aksepteert. Van alle kanten wordt hem, soms bij de geringste inspanning, toegeroepen dat hij het toch vooral „kalm aan" moet doen. Bij zijn bedrijf komt hij boven aan de afvloeiingsregeling van het personeel te staan. Steeds weer wordt hij gekonfronteerd met het feit, dat hij ooit een hartinfarkt heeft gehad. In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde pleit prof. dr. F. L. Meijler, hoogleraar in de cardiologie te Utrecht, daarom voor een verandering van de mentaliteit van het gezins- en werkmilieu van de patiënt. Voorts meent prof. Meijler dat onmiddellijk na het infarkt niet alleen de fysieke maar ook de psycho-sociale revalidatie van de patiënt dient te beginnen. Hartinfarkt diep ingrijpende gebeurtenis. De Amsterdamse psychiater prof. Van der Horst heeft een hartinfarkt eens „een aardbeving door de levensbasis" genoemd. Door een hartinfarkt, zo meent prof. Meij ler, worden alle bestaande zekerheden, ieder zelfvertrouwen, alle toekomstverwachtingen tot in de grondvesten aangetast. „En men realisere zich wat dit betekent voor een man van nog geen 50 jaar met op groeiende kinderen, financiële verplichtin gen, zorg voor personeel en medewerkers, enz." De revalidatie van hartinfarktpatiënten vormt een groot probleem, omdat steeds meer, ook jonge mensen door een hart infarkt worden getroffen. Jaarlijks komen er nu in Nederland ongeveer 7500 hartin farktpatiënten tussen 30 en 65 jaar bij. Wanneer de patiënt het hartinfarkt over leeft, worden er allerlei medische maat regelen genomen die kunnen bijdragen tot een spoedig herstel. Natuurlijk speelt de z.p. revalidatie hierbij een belangrijke rol. Die revalidatie zal er in eerste instantie op gericht zijn om de patiënt weer aan het lopen te krijgen en pas in een later sta dium wordt er naar gestreefd de patiënt weer zo te laten funktioneren, dat hij ge woon aan alles mee kan doen. Deze revali datie kan zowel in klinisch als in polikli nisch verband worden gegeven. Er zijn zelfs al buitenklinieken cardiologie opgericht, c.q. in oprichting, waar de omstandigheden voor een suksesvolle revalidatie optimaal zijn. Bijvoorbeeld Zonnestraal in Hilversum en Berg en Bosch in Bilthoven. Met de fysieke revalidatie moet direkt na het hartinfarkt worden gestart. Maar dat zelfde geldt voor de z.g. psycho-sociale revalidatie, meent prof. Meijler. Angst bestrijden. Veelal is het voor herstel van de patiënt niet voldoende hem alleen maar aktieve en passieve oefeningen te laten verrichten. Een hartinfarkt is een gebeurtenis, die zeer diep in het persoonlijk leven van de patiënt ingrijpt. Daarom meent prof. Meijler dat men zich vooral moet verdiepen in de psycho-sociale achtergronden van de patiënt: zijn werk, zijn huwelijk, zijn gezin en zijn frustraties. Deze psycho-sociale begeleiding moet wor den aangepast aan de persoon van de pa tiënt en dient volgens prof. Meijler in teamverband te geschieden. Dit team zou moeten bestaan uit een cardioloog of internist, een maatschappelijk werkster, een verpleegkundige, een klinisch psycholoog of psychiater, de fysisch thera peut, zo mogelijk de echtgenote van de patiënt en bij voorkeur ook de bedrijfs arts. „Het gaat er hierbij in de eerste instantie om, de angst van de patiënt te bestrijden", zo stelt de Utrechtse cardioloog. „De angst dat hij (zij) niet meer naar behoren zou kunnen voldoen als vader en moeder, als levenspartner, als werknemer of werkgever." Deze angst beheerst het leven van menig hartinfarktpatiënt en vaak wordt die angst nog eens door de omgeving aangewakkerd, die voortdurend bezorgd doet tegen hem en steeds klaar staat met raadgevingen in de trent van „pas op, span je niet in", e.d. Iemand die een hartinfarkt heeft gehad kan zich op allerlei punten minderwaardig gaan voelen: als werknemer of werkgever, als vader en vooral ook als echtgenoot. Prof. Meijler wijst er bijvoorbeeld op dat „de grootste zorg van een jonge man die een hartinfarkt heeft overleefd meestal niet is of hij wel weer achter zijn bureau zou kunnen zitten, maar of hij in staat zal zijn op normale wijze seksueel te funktioneren". Helaas wordt de patiënt hierover maar al te vaak in het ongewisse gelaten en be perkt men zich tot het geven van de raad: „het kalm aan te doen". Dat kan ernstige gevolgen hebben voor het huwelijksleven van de betrokkenen. Het is duidelijk dat een deskundige begeleiding hier veel aan kan doen. Prof. Meijler meent ook dat de „doe het kalm aan na het hartinfarkt"-mentaliteit van de omgeving van de hartpatiënt meest al een einde maakt aan de karrière van de betrokkene en van een jonge man of vrouw met een op zichzelf nog voortreffelijke car- diale en coronaire reserve een mentaal kreupele maakt. De Utrechtse hoogleraar meent dat de eventuele fysieke beperkingen die soms ver oorzaakt door het hartinfarkt geenszins een vermindering van intelektuele, seksuele en overige vermogens en verworvenheden van de patiënt behoeven te betekenen. Kort samengevat bedoelt prof. Meijler dat wij hartinfarktpatiënten niet moeten stig matiseren, ze een stempel van onvolwaardig heid te geven die soms nog moeilijker te dragen is dan alle fysieke ellende, die een hartinfarkt meebrengt. Vandaar dat de re validatie na hartinfarkt zijns inziens zich vooral moet richten op het milieu van de patiënt (werk, gezin, enz.), waar de „doe het kalm aan"-mentaliteit het herstel van de patiënt soms meer in de weg staat dan bevordert. (Nadruk verboden).

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1973 | | pagina 2