SSERS Kerend bevolkingstij D Boekhouden en administratie Periodiek allen naar de dokter Krasse hoogbejaarden eten weinig en leven bezadigd. IN KAUKASUS EN DE ANDES. De oudste levende mens ter wereld is Shirali Mislimow. Hij is 168 jaar oud en woont in Azarbeidsjan in de Russische Kaukasus. zeer nabij de Perzische grens. Dit dorpje is verboden gebied, want de oude baas heeft een wankele gezondheid en wordt konsekwent beschermd tegen nieuwsgierige bezoekers. Prof. Alexander Leaf, hoogleraar van de Harvard Universiteit en direkteur van een ziekenhuis in Boston, heeft op zijn reis naar Abhkazia, een gebied in de Georgische Kaukasus, overigens verschillende 100-plussers kunnen ontmoeten. In dit gebied woont een ongewoon groot aantal zeer oude mensen en over zijn ontmoetingen met deze oudjes schreef prof. Leaf een uitgebreid artikel in het tijdschrift „National Geographic", dat door drs. H. A. Schreuder voor het blad „Opv Leeftijd" werd bewerkt. Ook bezocht de Amerikaanse geleerde Hunza, in een van de hooggelegen dalen van de Karakorum in Pakistaans Kash mir en het befaamde Vilcabamba in de Ecuadoriaanse Andes, waar het wemelt van krasse hoogbejaarden. Hoe worden zij zó oud. Prof. Leaf bracht enkele weken door in de Kaukasus, een gebied dat reeds lang bekend staat om zijn ongewoon aantal hoogbejaarden. De Kaukasus bestrijkt de republiek Georgië, Azerbeidsjan en Armenië. Men vindt er Georgiërs, Russen, Georgische Joden, Armeniërs en Azerbeidsjani van 100 jaar en ouder. Van één genetische lijn van afstamming kan dus geen sprake zijn. Maar moet men de gepretendeerde leef tijden niet met een flinke korrel zout ne men? Volgens prof. Leaf is daar beslist geen aanleiding toe. De documentatie van de bereikte leeftijden is deugdelijk: geboorte registers, kerkelijke doopregisters en ook andere dokumenten als paspoorten en brie ven waren van dienst bij het onderzoek en lieten geen twijfels achter. Maar ook kun nen berekeningen worden gemaakt op grond van de leeftijd die men had bij huwelijk en geboorte van kinderen, op grond van her inneringen aan belangrijke gebeurtenissen zoals de Russisch - Turkse oorlog (1877 - 1878!) die verscheidene oudjes zich nog kon den herinneren, en winters van uitzonder lijke sneeuwval. Zo ontmoette prof. Leaf een zekere Khaf Lasuria, een vrouw van 130 jaar, die zich nog scherp de zware sneeuwval in de winter van 1910 kon herinneren. „Mijn zoon was toen al een volwassen man",, zo vertelde zij prof. Leaf, „ikzelf was een jaar of ze ventig". De laatste 62 jaar rookt zij een pakje sigaretten per dag en begint de dag altijd goed met een glaasje wodka. Toen zij al over de honderd was, brak zij het snel- heidsrekord theeplukken op de kolchose waar zij werkte. .7 X getrouwd. Prof Leaf ontmoette ook de 104-jarige Markhti Tartil. een man die elke dag nog een duik in de rivier neemt. Om er te ko men moet hij enkele honderden meters langs een steile helling naar beneden en later weer omhoog, maar daar heeft hij geen moeite mee. Zijn plaatsgenoot, de 100- jarige Temur Tarba, rijdt nog steeds paard. De 98-jarige Gunba werk nog steeds op een theeplantage: zijn vader werd 125 jaar. In de Kaukasus wonen liefst 15000 men sen boven de 80 jaar, waarvan 60 procent nog dagelijks werkt. De ouden hebben in dit gebied een hoge maatschappelijke status. Zij leven niet alleen, maar steeds samen met gezinsleden of nauwe verwanten. Binnen die groep nemen zij een centrale plaats in. De familiebanden zijn hecht. Hoe komt het, dat in dit gebied de men sen zó oud worden? Aangenomen mag wor den dat de konstante inspanning waartoe de mensen in deze bergstreek genoopt zijn de hartfunktie ten goede komt. Weer eens een bewijs dat beweging een mens, voorzichtig gezegd, geen kwaad doet. Onderzoekingen hebben uitgewezen dat, met hoge uitzonderingen, alleen de gehuw den zo uitzonderlijk hoge leeftijden bereiken. Na 2050 teruggang. Velen van ons zullen zich nog herin neren dat ons in het jaar 2000 een eeuw feest te wachten zou staan waaraan liefst 20 miljoen Nederlanders zouden deelnemen. Deze bevolkingsmassa zou opgepakt zitten in massale flatgebouwen in een gedesorga niseerde maatschappij met gebrek aan voed sel en leefmogelijkheden. Dit soort ver halen heeft bepaald indruk op de jonge leeftijdsgroep met als gevolg een snelle geboorteteruggang. In 1969 hadden wij nog een geboorte cijfer van 19,2 per 1000 inwoners. Het vorig jaar was dit cijfer gedaald tot 16,l°/o. Vermoedelijk daalt het aantal ge boorten per duizend nog verder. De toe neming van de bevolking kan derhalve aan deze getallen worden aangepast. Nu ziet men in zijn verwachtingen nog 16 miljoen Nederlanders aan de feestdis rond het 2000-jarig bestaan van de moderne wereld. Na het jaar 2000 zal de bevolkingsgroei In de Kaukasus leven echtparen, die 70 of 80 jaar getrouwd zijn, in een enkel ge val zelfs honderd jaar! Sommige echtparen hadden een kindertal van boven' de twintig! Een 100-jarige Azerbeidsjani was op zijn 97ste voor de zevende keer in het huwe lijk getreden. Zijn reaktie: „Mijn eerste zes vrouwen waren geweldig! Maar die ik nu heb, is een kwaaie". Boven de 120. Prof. Leaf bracht ook een bezoek aan het befaamde Vilcamba in de Ecuadoriaanse Andes, waar eveneens een ongewoon hoog percentage oude mensen woont. Liefst 17,5 procent van de dorpsbewoners is boven de 65, vier van hen zijn ouder dan 110, drie ouder dan 120 jaar. Opvallend is dat dit allen mannen zijn, anders dus dan in de Kaukasus. Over de leeftijden in Vil camba behoeft geen twijfel te bestaan. De bevolking is rooms-katholiek en er is geen enkele reden om aan te nemen dat de geboorteregisters vervalst zijn. Geen van de oudere mannen vertoont tekenen van zwak te. Allemaal verrichten zijn nog hun da gelijks werk. Men overlijdt doorgaans door ongevallen of door infectieziekten. Met de rust van de bewoners is het overigens nu wel gedaan, nu er onder de artsen (geronto- logen) een rush is ontstaan naar dit merk waardige dorp in het hoogland 'van de Andes. Weinig eten. Opmerkelijk is dat de mensen 'in dit dorp gemiddeld 40 a 60 sigaretten per dag roken, maar hun tabak is ongesaust en wordt niet in papier gerold, doch in maïsblad. Wellicht levert deze kombinatie minder schadelijke stoffen op. De pro teïnen en vetten die de dorpsbewoners er door middel van hun voeding konsumeren ziin grotendeels van plantaardige oorsprong. Zwaarlijvigheid is er onbekend. Evenals in de Kaukasus en in het Pakistaanse Hunza, waar het ook wemelt van krasse hoogbe jaarden, ligt het gemiddelde kalorieënge- bruik er aanmerkelijk lager dan bij ons, ofschoon deze bergbewoners zich veel meer bewegen en dus eigenlijk meer zouden mo gen eten dan wij. Wat in alle drie de streken ook frap peerde, was dat de meeste zeer bedaagde oudjes een leven achter zich hebben zon der noemenswaardige stress. Want ons jak keren en jagen moge dan de kuituur en de ekonomische zekerheden tot grote hoogten hebben gebracht, zeer oud worden we er onder de druk van de grote spanningen die dit met zich meebrengt, niet van. Dat is de prijs, die wij voor onze levenswijze moeten betalen. De 110-jarige Kristina Azuba (Kaukasus) zei tegen prof. Leaf: „Er schijnt met ons iets speciaals aan de hand te zijn". Iets speciaals, inderdaad. Maar dan toch wel iets speciaals, waarvan wij kunnen leren. (Nadruk verboden.) nog even doorgaan, zo menen de deskun digen. Er bestaan nog geen rembekrach- tigers op de huwelijksvruchtbaarheid, zodat de kinderregen nog wat nadruppelt tot ca. 2050. Wij zullen het dan gezellig hebben met rond 17,7 miljoen Nederlanders. Het is echter niet geheel uitgesloten dat de remmen op de geboorten nog beter zullen zijn dan men nu verwacht. In dat geval zullen wij zelfs beneden het vervan gingsniveau kunnen komen met de baby- teelt. Als dat gebeurt zou onze bevolking zelfs wel eens kunnen teruglopen. Meer op timistische demokraten zien dus aan het eind van deze eeuw ruim 17,5 miljoen Ne derlanders, de zieners van krachtige rem men op de huwelijksvruchtbaarheid nemen genoegen met 15,4 miljoen Nederlanders op ons dierbaar plekje grond. Vergrijzing. Het is niet van belang ontbloot deze cijfers te volgen, want de samenstelling en omvang van onze bevolking bepalen in belangrijke mate ons leefpatroon. Als er minder jonge mensen bijkomen zal de ver grijzing van onze bevolking een sterk ak sent krijgen. Bestaat nu onze bevolking voor tien procent uit bejaarden, het zal niet lang meer duren voordat wij op onge veer acht Nederlands er één van 65 jaar of ouder tegen komen. Bij snelle daling van de bevolkingsgroei zouden de bejaarden zelfs 16 °/o van de bevolking gaan uit maken. Al deze mensen moeten een pen sioenuitkering hebben, die ten laste komt van het produktieve geslacht. Vanzelfsprekend vinden die dan weer kompensatie in het afnemen van de zorg voor jonge kinderen. Het perspektief van de produktieve leeftijdsgroepen van 20 tot 65 jaar lijkt echter te zijn dat zij naast hun eigen welvaart een zware dobber zul len krijgen aan de jeugd en bejaarden. Dat zal moeten leiden tot een voorzichtige opstelling met betrekking tot een verder optrekken van de leerplichtige leeftijd en ten opzichte van de sterker wordende aan drang om de pensioengerechtige leeftijd te verlagen. Het is nu eenmaal zo, dat de gemiddelde welvaart van een volk in hoofd zaak gedragen wordt door het deel dat •aan de produktie aktief deelneemt. In dit licht is het waarschijnlijk dat de arbeid van de gehuwde, buitenshuis wer kende vrouw steeds meer aksent zal krij gen. Bij een geringer kindertal zullen vrouwen elders kun krachten gaan in zetten.. Dat hoeft geen aanleiding te zijn om pessimistische beschouwingen te gaan opzetten over toenemend materialisme etc., want als wij bijvoorbeeld denken aan de verkeersontwikkeling, dan is het duidelijk dat de leefbaarheid en het welzijn met deze gang van zaken gediend kunnen zijn. Aanpassing. Het behoeftenpatroon van ons volk zal De preventieve geneeskunde is een steeds belangrijker wordende tak van de grote medische boom. Zij stoelt op de oude va derlandse spreuk „Voorkomen is beter dan genezen". Zoals bekend verliezen veel ziek ten aan gevaar, wanneer ze tijdig worden onderkend en men in een vroeg stadium in staat is ze aan te pakken. Er zijn tegen woordig reeds verschillende vormen van medische behandeling die direct of zijde lings tot de preventie kunnen worden ge rekend, zoals het periodiek TBC onderzoek in alle plaatsen van ons land, voorts de halfjaarlijkse gebitcontrole, dan zijn er nog de diverse consultatiebureaux, zoals die voor zuigelingen e.d., waar jonge moeders ge durende geruime tijd regelmatig met hun baby komen ter controle en zo zouden er nog meer zijn op te noemen. Allemaal vormen van medische behandeling of be geleiding die er op gericht zijn ziekten te voorkomen, of althans deze, wanneer ze zich mochten voordoen, tijdig te ontdek ken. .Reeds geruime tijd speelt men in ons land met de boeiende gedachte te kunnen komen tot een Periodiek Geneeskundig On derzoek, afgekort P.G.O., waarbij alle Ne derlanders via hun huisarts of desnoods op andere wijze, regelmatig om de zoveel jaar (men dacht aan drie jaar), zich aan een algeheel medisch onderzoek onderwerpen. Alle Nederlanders, dus ook zij die geen re den hebben een dokter te consulteren. On geveer in de vorm zoals dat tegenwoordig gebeurd met het periodiek TBC-onderzoek. Een werkcommissie van de Gezondheids organisatie TNO heeft indertijd getracht de vraag te beantwoorden of het P.G.O. een waardevolle aanwinst zou zijn in de door de huisarts te verstrekken gezondheidszorg en of deze methode praktisch uitvoerbaar zou zijn. Uit de experimenten die men hiertoe heeft ondernomen bleek, dat bij onderzoek van gezond wanende personen niettemin een aantal soms vrij belangrijke afwijkingen worden gevonden die de arts tevoren onbe kend waren. Bij 2 van de 3 patiënten werd de huisarts geconfronteerd met nieuwe be vindingen. Niet minder dan V4 vaji dc onderzochte proefpersonen moest naar een specialist worden doorgezonden, terwijl vele anderen voor het een of ander, normaal door de huisarts konden worden afge holpen. De proefonderzoekingen vonden plaats in enkele kleine gemeenten van ons land, met de medewerking van enkele huisartsen. Over het nut van een dergelijk P.G.O. zijn de meeste medici het wel eens, ook al zijn er wel enkele .gevarenaan te stippen, b.v. dat de onderzochte nodeloos ongerust zou worden wanneer er een afwijking van weinig belang wordt gevonden en omge keerd, dat hij een ongemotiveerd gevoel van veiligheid zou krijgen bij gunstige be vindingen en menen dat hem, tot het vol gende onderzoek niets meer kan gebeuren. Een ander bezwaar is, dat de geneeskunde in weerwil van haar prachtige ontwikkeling in de laatste tijd, in sommige gevallen toch nog machteloos staat en de medicus ook bij een vroegtijdige ontdekking geen hulp kan bieden. Natuurlijk verliezen veel van deze bezwaren aan gewicht, wanneer de behandelend arts een en ander tactvol aanpakt. De eerste proef die men nam blijkt in de praktijk niet uitvoerbaar. De medewerkende huisartsen onderzochten persoonlijk hun natiënten. Wanneer men dan weet, dat de arts per patiënt een tot anderhalf uur werk heeft aan zo'n algeheel onderzoek, dan is het wel duidelijk dat dit in praktijk over geheel Nederland niet haalbaar is, doordal Nederland tobt met een tekort aan huis- wel aan deze nieuwe prognose moeten worden aangepast. Bij de huizenbouw, die nu reeds in getal de vroegere ramingen overtreft, zal de behoefte aan kleine wo ningen. die zeer doelmatig zijn ingericht, toenemen. De investeringen in scholenbouw zullen wellicht kunnen worden vermin derd, terwijl het optimale punt in de ver- keersvoorzieningen op een vroeger tijd stip zal zijn bereikt. De kraaminrichtingen leiden nu reeds een kwijnend bestaan. De vraag naar kleuterleidsters zal geen opti mistisch beeld vertonen. Daarentegen lijkt het van groot belang veel aandacht te gaan besteden aan bejaardenzorg! Bij de kledingindustrie zal men erop moeten let ten dat er meer toekomst zit in de ver vaardiging van vrijetijdskleding voor de oudere generatie dan in babykleding. Ook de voedingsindustrie zal haar ex pansie eerder gaan zoeken in kant en klaar maaltijden dan in kindervoeding. De speelgoedindustrie zal meer rendament gaan verwachten van het duurdere assorti ment en de oplagen van jeugdboeken zullen na verloop van tijd kunnen dalen. Uitgevers kunnen dan hun hart ophalen aan het verschaffen van leesgenot aan de oudere generaties. Wij zijn al bezig de kinderbijslag af te bouwen, maar voordat wij tien jaar verder zijn is het misschien bijzonder vooruit strevend om extra geboortepremies te gaan geven ten einde een daling van de bevol king in een verdere toekomst te vermijden. Het is wel duidelijk dat het ekonomisch en sociale beleid van de toekomst er wel iets anders zal uitzien dan wij nu kunnen voorzien. Aan ons aanpassingsvermogen zullen voortdurend hoge eisen worden ge steld. INadruk verboden). Drs. A. van Mierlo. artsen, waardoor onze geneeskundigen toch al overbelast zijn. Slechts wanneer het huis artsenkorps met ongeveer 20 °/o zou worden uitgebreid, zou een dergelijk P.G.O. moge lijk zijn en daar ziet het in de naaste toe komst niet naar ui^. Bij een tweede experiment ging men vol gens een geheel andere methode te werk en wel de „Multiphasic screening". Men zou dit kunnen vertalen als „voorsortering". In dit onderzoek ondergaan de onder zochten enige vrij eenvoudige „tests", die door daartoe geïnstrueerde, niet medische hulpkrachten kunnen worden toegepast. Bij het proefonderzoek maakte men hiervoor gebruik van vrijwilligers uit de kringen van analisten, E.H.B.O., e.d. Wanneer één of meer van deze tests een abnormale uitslag opleverden, was dit aanleiding de onder zochten voor een nader onderzoek naar zijn huisarts te zenden. Bij deze methode krijgt de huisarts dus slechts die personen in be handeling. die hiervoor gezien de uitslagen van de tests in aanmerking komen, hetgeen een grote verlichting voor de artsen be tekent. Het proefonderzoek werd gekopeld aan het reeds gebruikelijke periodieke onder zoek op long TBC, door middel van „door lichting". Naast de foto's bepaalden de me dewerkers het rode kleurstofgejialte van het bloed, zij namen de bloeddruk op. onder zochten de urine op eiwit en suiker, be paalden de gezichtsscherpte en onderzoch ten het gebit. Allemaal bepalingen die snel en eenvoudig zonder veel insrtumentarium zijn uit te voeren. En toch geven de uit slagen reeds een behoorlijke informatie voor de verdere gedragslijn van de huisarts. Per onderzochte was men niet meer dan 15 mi nuten kwijt. De proefpersonen behoefden zich niet te ontkleden, hetgeen meewerkte aan een vlotte doorstroming. De uitslagen van de tests werden in code op een kaart genoteerd en de onderzochte proefpersonen begaven zich met deze kaart naar hun huisarts, die aan de hand van de gegevens kon beslissen of de proefpersonen gezond waren, of voor nader onderzoek bij hem terug moest komen. De huisarts bleef dus ook in deze methode de centrale figuur, doch een belangrijk deel van het tijdrovende onderzoekwerk werd hem uit handen ge nomen. Toch bleek ook dit problemen met zich mee te brengen, aangezien de huisartsen enkele weken zwaar belast werden. In som mige gevallen moest de huisarts zich onge veer vier weken laten vervangen in zijn normale praktijk om de stroom van pa tiënten die volgde na de tests te kunnen verwerken. Bij een P.G.O. eens per drie jaar, betekent dit, dat de arts vier van 144 arbeidsweken hiervoor moet reserveren, het geen een extra belasting van 2,8 °/o be tekent. Zo zien we, dat voor een belangrijk deel de tijdnood van de huisartsen een belang rijke belemmering is voor algehele invoering van een P.G.O. ook al zou dat misschien volgens de „voorsorteringsmethode" worden gedaan. Daarnaast spelen ook de financiën een belangrijke rol, want wie neemt de kosten van een dergelijk P.G.O. vooi zijn rekening? Het is de vraag of de zieken fondsen in staat zouden zijn de noodzake lijke extra kosten te dragen, in een tijd waarin de medische zorg toch reeds veel geld kost. De experimenten werden in kleine ge meenten in ons land gehouden, doch welk een enorm omvangrijke organisatie zou er nodig zijn. wanneer een dergelijk P.G.O. in de grote steden zou moeten worden uitgevoerd? Of dit realiseerbaar is zijn alle maal vragen, waarop nog geen antwoord kan worden gegeven. Dit neemt echter niet weg, dat men in medische kringen overtuigd is van het grote nut van een P.G.O. Wanneer er in de toe komst oplossingen zouden kunnen worden gevonden voor de problemen die nu nog huizenhoog oprijzen, dan is het zeer waar schijnlijk, dat alle Nederlanders periodiek de huisarts bezoeken uit een oogpunt van preventie, hetgeen het gezondheidspeil van ons volk ongetwijfeld sterk zou verhogen. De boekhouding is het geheel van tech nieken waarmee de financiële activiteiten van een bedrijf kunnen worden begeleid, verwerkt en vastgelegd. Zonder goede boekhouding zou een mo dern bedrijf onbestuurbaar zijn. Want al leen via de boekhouding kan worden nage gaan of de verschillende sectoren en afde lingen binnen het bedrijf wel doeltreffend en zonder verspillingen werken. In de mo derne kostenverantwoording wordt nauw keurig bijgehouden voor welke doeleinden de diverse kosten worden gemaakt en voor welke orders en afdelingen deze ten laste komen. Werd vroeger het „netjes schrijven in het memoriaal" nog onderwezen als een eerste vereiste voor een goede boekhouder, tegen woordig moet deze om kunnen gaan met de moderne mechanische hulpmiddelen die de boekhouding steeds meer hebben geauto matiseerd. Bovendien is de taak van de boekhouder veel ruimer geworden. Hij moet de bouw stenen aandragen voor de bepaling van het gehele bedrijfsbeleid: daartoe zal hij een diepgaand begrip moeten hebben voor alles wat er zich in en rond de administratie af speelt. In het geheel van de administratie neemt de boekhouding zo'n centrale plaats in, dat iemand zonder boekhoudkundige kennis on mogelijk in staat is een verantwoordelijke functie in de administratie te vervullen. Een boekhoudkundige opleiding is dan ook voor een administratieve carrière een on misbare basis. Op welke stoel men ook komt te zitten, in het bedrijfsleven zal men in elk geval goed moeten kunnen omgaan met balansen, resultatenrekeningen, cijfers, gra fieken, bedrijfsoverzichten, enz.: die vormen immers de sleutels tot een doeltreffend be drijfsbeleid. De eerste stap in de administratieve car rière wordt gevormd door het Praktijkdi ploma boekhouden van de Nederlandse As sociatie voor Praktijkexamens. Daarna is in verschillende richtingen specialisatie moge lijk. Zo kan men via een studie voor het diploma Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) doorgroeien naar middelbare func ties op administratief gebied. De bezitter van dit diploma kan in staat geacht worden de bedrijfsleiding deskundig te informeren over de mate waarin men in staat is geweest het bedrijfsplan te reali seren. Daarbij zal hij, wanneer bepaalde kosten hoger uitvielen dan werd begroot, moeten kunnen vaststellen wat daarvan de oorzaken zijn geweest. Voor de bedrijfslei ding belangrijke informatie. Het hoogste diploma dat op het gebied van de bedrijfsadministratie kan worden behaald, is het Staatspraktijkdiploma (SPD). De opleiding voor dat diploma gaat zeer diep in op de problematieken die bij iedere administratie een rol kunnen spelen. Van de bezitter van het Staatspraktijkdiploma kan dan ook worden verwacht, dat hij een leidinggevende positie in de administratie van een modern bedrijf op doeltreffende wijze zal kunnen vervullen. Terwijl voor velen het SPD-diploma het sluitstuk van hun administratieve studie vormt, geeft dit diploma echter ook een goede ondergrond voor verder gespeciali seerde studies, zoals Boekhouden MO, be lastingconsulent en accountant. Er zijn bedrijven die zelf voor hun per soneel boekhoudkundige en administratieve opleidingen organiseren. Daarbuiten wor den dergelijke opleidingen zowel monde ling als schriftelijk verzorgd door ver schillende onderwijsinstituten in Nederland. Van deze instituten verzorgen de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) behalve schrif telijke opleidingen voor het Praktijkexamen boekhouden, MBA, SPD en vele andere administratieve en economische opleidingen, ook een aantal gespecialiseerde boekhoud kundige opleidingen: landbouwboekhouden en tuinbouwboekhouden. TE KOOP: BROMFIETS, MERK PUCH SCOOTER, MERK HEINKEL VEERWEG 55 - KAMPERLAND TELEFOON 01107-2 88 De tijd van een beginnende paniek over een bevolkingsvloed, die ons leven onmogelijk zou maken, ligt nog niet zo ver achter ons. Op de ver wachting van enorme, bijna Indiase bevolkingsexplosies in west-Europa is gereageerd met akties die gericht waren op geboorteregeling. De pil en andere perfekte anti-konseptionele middelen zijn ons te hulp gekomen. Inderdaad is er een ommekeer gekomen in de statistieken van geboorte overschotten. De pers heeft deze verschijnselen een behoorlijke begeleiding gegeven. Zij heeft op de explosies gereageerd, later op gedragen wijze de matiging in de ontwikkeling bekendheid gegeven en zij begint nu reeds op bescheiden wijze met verontrustende uitspraken over de ver wachte inkrimping van onze bevolking te doen. Met deze gang van zaken rond de toe- en afneming van de bevolking wordt nog weer eens bewezen dat men een alarmerende berichtgeving met nuchterheid dient te benaderen en dat men zijn hartslag niet hoeft te laten beïnvloeden door een katastrofe op termijn. Preventieve geneeskunde heeft de toekomst. Tekort aan artsen, financiering e.d. zijn problemen die voorlopig de invoering nog in de weg staan.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1973 | | pagina 2