CATTY TIP „c&bdy van ^Yïlidd&lburg" Tentoonstelling in liet Rijksarchief in Zeeland St. Pieterstraat 38, Middelburg Geopend tot 1 september 1973 Stichting van de abdij. Omstreeks 1100 stond Zeeland bewesten Schelde (Walcheren, Noord- cn Zuid-Beve land) onder Vlaams bestuur. Kerkelijk ech ter viel dit gebied onder de bisschop van Utrecht. We zien in de geschiedenis vaak, dat zoiets moeilijkheden kan geven. Ook omstreeks 1100 was dit het geval. In Middelburg waren in die tijd twee ker ken, nl. de Westmonster, die op de Markt stond en de Noordmonster, die aan het Hofplein stond. Grote delen van Walche ren en Zuid-Beveland behoorden bij één van deze Middelburgse kerken. Aan de Westmonster waren vermoedelijk meerdere geestelijken verbonden, die tezamen een kapittel. Juist in deze tijd echter trachtte de eredienst plechtiger te vervullen. Deze geestelijken werden aangesteld door de bis schop van Utrecht. De graaf van Vlaande ren had geen enkele zeggeschap over dit kapittel. Juist in deze tijr echter trachtte de Vlaamse graaf Robert II, Zeeland be westen Schelde te voegen bij het Vlaamse bisdom Terwaan. Hij werd daarin gesteund door de monnik Tanchelm of Tanchelijn, die samen met de priester Everwacher naar Rome trok om bij de paus deze gebieds uitbreiding van het bisdom Terwaan ten koste van dat van Utrecht te bewerkstel ligen. In 1112, na de dood van de Utrechtse bisschop Burchard werd inderdaad het Vlaamse Zeeland tijdelijk onder beheer ge steld van de bisschop van Terwaan. In 1115 werd Tanchelm echter vermoord. En daarmee waren de Vlaamse pogingen om Zeeland bewesten Schelde aan Utrecht te onttrekken voorlopig mislukt. Voorlopig, want een volgende Vlaamse graaf. Karei de Goede stuurde in 1123 zijn beproefde me dewerker Albold, proost van Voormezele (ten zuiden van leper in de provincie West- Vlaanderen) naar Middelburg om daar het kapittel van de Westmonster te hervormen tot een kapittel onder regel, van St. Augustinus. Dit lukte en hiermee was het oudste Middelburgse klooster gesticht. De kanunniken waren dus Augustijner koor heren en gingen in het zwart gekleed. De Utrechtse bisschop Godebold stond niet afwijzend tegenover hervormingen als deze, maar de versterking van Vlaamse invloed in dit gebied stond hem ge dachtig aan Tanchelm bepaald tegen. Toen dan ook in het voorjaar van 1127 de Vlaamse graaf Karei de Goede vermoord werd, maakte hij van de verwarring in Middelburg gebruik, door de Norbertijnen uit Antwerpen hierheen te halen. Dit was de tweede hervorming in korte tijd. Nu voorgoed. De Middelburgse kanunniken hebben tot 1574 witte pijen gedragen en leefden naar de regel van St. Norbertus. Kerkelijke ontwikkeling van de abdij. De Norbertijnen of Premonstratenzers (naar de oudste abdij van de orde te Prémontré,,nabij Laon, Noord-Frankrijk) of witheren (naar de kleur van hun kleding) waren de eerste kloosterlingen die met suc ces zielzorg bedreven. Dit was dé taak van de volgelingen van St. Norbertus, die zelf als boeteprediker grote delen van Europa was rondgetrokken. Nog in 1127 kreeg de nieuwe Middel burgse abdij van bisschop Godebold van Utrecht het „officium predicandi", het voor recht en de taak om te preken in Zeeland. Vermoedelijk waren niet alle geestelijken van het kapittel aan de Westmonster regu liere geestelijken geworden. Later blijkt n.l. dat één derde deel van de zielzorg in de Westmonsterparochie voor rekening kwam van de abdij, dat wil zeggen dat één van de drie pastoors van de Westmonster door de abt aan de bisschop ter benoeming werd voorgedragen. Het is niet ondenkbaar dat tussen de twee seculiere pastoors en de norbertijnse pastoor, die met de overige kloosterlingen vermoedelijk nog bij de West monster woonde, spanningen ontstonden. Misschien is dat de reden, waarom in 1150 het klooster verplaatst werd naar de plaats, die we nu nog kennen als de abdij. Ove rigens zijn de gegevens over de verplaatsing van de abdij te vaag, dan dat het voor gaande met zekerheid gesteld kan worden. In de kelder onder de oude statenzaal in het abdijcomplex werden bij de restauratie na 1940 tufstenen wanden uit de twaalfde eeuw ontdekt; mogelijk is dat het oudste gedeelte van de abdij. De kanunniken, die hier samenwoonden, verrichten de zielzorg vanuit hun abdij. In 1162 blijken al vijf kerken door de Middelburgse abdij bediend te worden, n.l. Westkapelle, Oostkapelle, West-Souburg, Welle op Noord-Beveland en de Westmonster voor écn derde. In 1188 werd de zielzorg vergemakkelijkt door het pauselijke privilege dat drie of vier leden van de Norbertijner orde mochten wonen bij elk der door hen bediende parochie kerken. Dit privilege had een enorme uit breiding van parochies door toedoen van Norbertijnen tot gevolg. En niet alleen op Walcheren. In de latere middeleeuwen blij ken 150 Nederlandse en 170 Belgische pa rochiekerken toe te behoren aan Norber tijner kloosters. De Abdij van middelburg bewerkte in 1247 al éénendertig kerken. En de meeste daarvan zijn gesticht door toe doen van de Middelburgse kanunniken. Gaan we eens na welke kerken dat zijn: West-Souburg met zeven dochterkerken, waaronder Oud- en Nieuw - Vlissingen. Westmonster met vijf dochterkerken, waar onder de Nieuwe Kerk in Middelburg. Oostkapelle met acht dochterkerken. Welle op Noord-Beveland met twee dochter kerken en Westkapelle met zeven dochter kerken, waaronder Domburg. In 1276 ruilde de abdij het patronaats- recht van Welle met Floris V voor dat van Monster in het Westland. Dochterkerken, afgesplitst van Monster waren 's Graven- hage en Scheveningen. Behalve de pastoors in al deze plaatsen, benoemde de abt ook nog een groot aantal vicarissen, kapellanen en kosters. In 1320 bijvoorbeeld ruilde de abt met de graaf de kosterij van Oostkapelle voor de kapellanie van de Hofkapel in Den Haag, In 1374 echter werd de grafelijke kapel omgezet in een kapittel en kreeg de abt voorrecht de keuze van de deken van dit hofkapittel te bevestigen. Als u bendenkt dat dit kapittel alle pastoors van Amsterdam aan de bis schop mocht voordragen, proeft u iets van de geweldige macht, die de abt van Mid delburg in kerkelijke zaken had. Deze macht werd in Zeeland echter aan gevochten door ambachtsheren en vaak met succes. In verschillende kerken zoals 's Heer Abtskerke, Sinoutskerke en Kampen droegen de ambachtsheren en de abt om beurten een pastoor ter benoeming voor. In andere kerken zoals Welsinge en Poppekerke blijkt geen bemoeienis van ambachtsheren. In Westkapelle, Oostkapelle, Domburg en Grijpskerke kreeg de abt het voorrecht om kanunniken uit de eigen abdij voor te dragen. Het verst ging de invloed van de abt in kerken als Meliskerke, de kloosterparochie en Oud- en Nieuw-Vlissingen die geïncor poreerd waren in de abdij, dat wil zeggen, dat de pastoorsfunctie vastzat aan de ab- telijke waardigheid. De abt was dus pas toor van Meliskerke. Deze functie liet hij echter door één van zijn kanunniken waar nemen. Ook oefende de abt toezicht uit op een aantal vrouwenkloosters op Walcheren en in Den Haag en op de begijnen van Middelburg. Tenslotte was de abt heel vaak pauselijk commissaris in geschillen, bijvoorbeeld in 1458 toen hij door paus Pius II benoemd werd tot conservator van de Franciscaner Minderbroeders, met het doel hun rechten te beschermen. In 1401 werd de abdij door paus Boni- fatius IX bevrijd uit de rechtsmacht van de bisschop van Utrecht en de aartsbis schop van Keulen en rechtstreeks geplaatst onder jurisdictie van de Heilige Stoel. Hier mee was de abdij exempt, dat wil zeggen dat de bisschop van Utrecht geen enkele zeggenschap meer binnen de abdij had. De abt was bisschop in de abdij. Wereldlijke macht van de abt. Vlak na de moord op graaf Karei de Goede van Vlaanderen in 1127 zag graaf Dirk VI van Holland kans zijn macht in Middelburg te vestigen. Ook hij zag met genoegen dat de invloed van de Vlaamse graaf door de overgang naar de Norber tijnen afgenomen was. Vermoedelijk was hij het die de abdij de grond in de burg van Middelburg schonk, nodig om een nieuwe woning en een kapel te bouwen. De eerste schenking van grondbezit waar over we meer weten dateert van omstreeks 1146. Toen schonk de aartsdiaken van Luik bezittingen in de omgeving van Leuven aan de abdij. Tien jaar later deed de abt van deze bezittingen echter afstand ten behoève van de abdij van Park. In 1162 blijkt de abdij 2 hoeven land nabij Utrecht te bezitten; daar vernemen we later niets meer van. Over Zeeuwse be zittingen in dit tijd is vrijwel niets bekend. Het is mogelijk, dat een aantal bezittingen afkomstig was van de abdij van Echternach, die o.a. bezittingen had rond Middelburg, in Domburg, Oostkapelle en Koudekerke, plaatsen waar later de abdij van Middel burg ook bezittingen blijkt te hebben. Vóór 1189 bezat de abdij op Walcheren minstens 400 gemeten land, waaronder 100 gemeten te West-Souburg. Later had de abdij uitgestrekte bezit tingen op het eiland Walcheren en op Noord-Beveland. Vooral in Domburg en Oostkapelle was het grondbezit rijk. Daar lag ook de belangrijkste uithof Westhove, gekocht van de abdij van Rijnsburg in 1277. Het diende als buitenverblijf van de abt. In Oostkapelle was zoveel ambacht in bezit van de abdij, dat de abt zich am bachtsheer van Oostkapelle kon noemen. Als zodanig had hij zitting in de Staten van Zeeland. Omdat hij geestelijke was, was hij zelfs het eerste lid van de Zeeuwse Staten. De bezittingen bij Domburg. Oostkapelle en Aagtekerke waren voor ruwaard Albrecht van Beieren aanleiding om de abt in 1385 tot dijkgraaf van het dijkgraafschap van de Vijf Ambachten te benoemen. Tot de op heffing van de abdij in 1574, werd vrijwel elke abt in deze functie benoemd. De Hollandse graven hebben de abdij al tijd beschermd. Vooral Rooms-koning Wil lem II heeft veel voor de abdij gedaan. In 1247 stierf Simon van Zandijk, advocaat van de abdij. Willem II verklaarde toen, dat hij en zijn nakomelingen de advocatie van de abdij op zich zullen nemen. Dat wil zeg gen dat de Hollandse graven de eerst aan gewezen beschermers van de abdij zullen ziin. Toen Floris V het lijk van zijn vader Willem II in West-Friesland terug vond, liet De restanten van het graf zijn nog te zien hij het bijzetten in de Middelburgse abdij, in de koorkerk. In 1320 kreeg de abt het recht om een kapellaan van de graaf te benoemen. In 1359 blijkt de abt Petrus Hoec zichzelf tot kapellaan benoemd te hebben. Hij was ook raad van de graaf. Lid van de grafelijke raad waren de meeste abten sinds 1268. De abt en de graaf waren in de eerste helft van de 14de eeuw goed bevriend. Geen wonder: de abt was een rijk en machtig man. Hoe machtig de abt was, blijkt in 1310, toen de abdis van Rijnsburg de paus verzocht iemand van buiten het bisdom Utrecht te benoemen om haar geschil met de abt te beslechten, want ze vreesde bin nen het Utrechtse diocees niet veilig voor een gerecht te kunnen verschijnen vanwege de grote macht van de abt van Middelburg. Hoe rijk hij was, blijkt bijvoorbeeld in 1334. Toen verzocht de graaf de abt hem geld te lenen „soe ghi meest moghet", zoveel als de abt hem kon lenen. Omstreeks 1350 werd het jaarinkomen van de abdij van Middelburg hoger geschat dan dat van de abdij van St. Paulus te Utrecht of van de abdij van Egmond. En in 1386 werden de inkomsten van de abdij geschat op één zesde deel van de inkomsten van het hele bisdom Utrecht. In 1417 echter was de abdij zodanig ver armd, dat Jacoba van Beieren vreesde, dat ze te gronde zou gaan. Dat de abdij er weer boven op is gekomen blijkt o.a. uit de geslaagde pogingen van Karei V om zijn neef Maximiliaan van Bourgondië in 1518 tot abt van Middelburg te laten ver kiezen. Leuk is tenslotte dat de abt soms dienst deed als archivaris van de graaf. Van 1358 tot 1361 bewaarde hij bijvoorbeeld een groot aantal privileges van landen, steden en dorpen in Holland voor ruwaard Ael- brecht. Toen in 1427 Philips de Goede een overeenkomst sloot met de hertogin van Luxemburg over haar hertogdom, besloten ze de oorkonde, waarin de overeenkomst was vastgelegd, in bewaring te geven bij de abt van Middelburg, ten behoeve van de langstlevende. Ondergang van de abdij. In 1559 werden een groot aantal nieuwe bisdommen opgericht. Het was de bedoe ling van Philips II om al zijn gebieden onder inheemse bisdommen te krijgen. Het was dan ook vervelend dat zijn hele ge bied kerkelijk onder het Franse aartsbis dom Reims viel of onder het Duitse aarts bisdom Keulen. Het bisdom Utrecht werd daarom verheven tot aartsbisdom en één van de nieuwe bisdommen was Middelburg. De bisschop van Middelburg, Nicolaus de Castro was tegelijk abt van de Norber tijner abdij aldaar: Hierdoor had de nieuwe bisschop tenminste inkomsten. In 1572 begon de opstand tegen Spanje en tegen het Katholicisme. Den Briel, Vlis singen en Veere vielen in handen van de geuzen. Ook Gorkum werd ingenomen. Negentien geestelijken waaronder twee ka nunniken, afkomstig uit de Middelburgse abdij, en werkzaam aan de kerk van Mon ster, werden door de geuzen vermoord. In 1867 werden de martelaren van Gorkum heilig verklaard. De heilige Jacobus en de heilige Adrianus zijn de enige heiligen die Middelburg heeft voortgebracht. Nog in 1572 begon het beleg van Middelburg, dat tot begin 1574 duurde. Tijdens het beleg stierven minstens 1500 personen, waar onder de bisschop en elf Norbertijnen. Op 18 februari 1574 werd Middelburg over gegeven. Alle kloosterlingen mochten de stad verlaten en alleen hun eigen kleren meenemen. Via Terneuzen kwamen de ka nunniken van de abdij in Antwerpen. Niet alleen hun kleren, maar ook minstens vijf tig oorkonden en elf rekeningen van het dijkgraafschap van de Vijf Ambachten na men ze echter mee. De prins van Oranje trok in een gedeelte van de abdijgebouwen. De zestien verdreven kanunniken werden verspreid over acht Norbertijner abdijen in dé Zuidelijke Nederlanden. De paar Bra bantse bezittingen moesten dienen voor het onderhoud. De Zeeuwse en Hollandse bezittingen werden verbeurd verklaard. Op grond van de Pacificatie van Gent konden de gees telijken de Staten van Zeeland verzoeken om een financiële bijdrage in het levens onderhoud, afkomstig uit de verbeurd ver klaarde goederen. Een aantal kanunniken, b.v. de oud-pastoor van Scheveningen, en iemand, die in 1580 schoolmeester op Dui- veland was, kregen inderdaad een onder steuning van de Zeeuwse Staten. De naar Antwerpen gevluchte kanunniken kregen ook na herhaaldelijk verzoek, geen cent. In 1620 verzocht Mattheus van Iersel, afkom stig uit de Middelburgse abdij, aan prins Maurits om teruggave van een altaarkleed. Deze Mattheus van Iersel was in 1614 abt van de St. Michiels-abdij van Antwerpen ge worden. Toen hij op 15 juli 1629 stierf was met hem de Middelburgse abdij uit gestorven. De abdijgebouwen. Het oudste gedeelte van de abdijgebou wen, omstreeks 1150 gebouwd, was de zaal, die thans dienst doet als kantoor van de Rijkspolitie. In die tijd echter was het de refter of eetzaal. De oudste kapel stond op het noord-westelijk gedeelte van de huidige Koorkerk. Omstreeks 1300 waren de ge bouwen rond het Muntplein gebouwd, met de kapittelzaal op de plaats van de huidige studiezaal van de Zeeuwse Provinciale Bi bliotheek. De huidige Balanspoort en een gedeelte van de Nieuwe Kerk waren vóór 1300 aanwezig. In de eerste helft van de vijftiende eeuw werd de abdijtoren of „Lange Jan" gebouwd. In de tweede helft van dezelfde eeuw werd de Nieuwe Kerk uitgebreid. In 1492 werd de abdij geteisterd door een felle brand, waarbij o.a. de boekerij in vlammen op ging. Pas in 1562 kreeg het abdijplein zijn huidige vorm, door toedoen van de bouwlustige bisschop Nicolaas de Castro. De huidige ambtswoning van de Commissaris van de koningin werd gebouwd als nieuw logement van de graven van Zee land. Bij opgravingen in 1961 werden daar, onder midden 14de eeuwse bouwresten, ook bewoningssporen uit de Karolingische tijd gevonden. 'Het Zeeuws Museum is thans gehuisvest in ruimten, dit mogelijk gediend hebben als kanunnikenwoningen en de Provinciale Griffie in de bakkerij van de abdij. Het ge deelte van de Provinciale Griffie aan de St. Pieterstraat en het Rijksarchief zijn na de oorlog gebouwd op terrein, waar vroeger particuliere woonhuizen stonden. Door hun aangepaste bouwstijl echter, horen deze ge bouwen thans ook bij het abdij-complex. Na 1574 trokken het provinciaal bestuur en het bestuur van de Polder Walcheren in de abdijgebouwen. Dit is niet zo vreemd, als u bedenkt, dat de abt voordien deel uitmaakte van beide besturen. Het archief van beide besturen berustte onder de abt. Na 1574 werd het archief van de abdij in de Provinciale Rekenkamer gedeponeerd. Thans berust een restant in het Rijks archief. Na 1800 toen de centrale overheidsbe moeiingen vanuit Den Haag intensiever werden en de taken van de provinciale be sturen minder, kon het gebeuren dat be paalde ruimten werden afgestoten door de overheid. Zo was het kantoor van de Rijks politie tussen 1839 en 1900 concertzaal en de Statenzaal deed in die tijd zelfs dienst als gymnastieklokaal. In 1886 was de toestand van de abdijge bouwen zodanig, dat men tot algehele res tauratie besloot. Omstreeks 1910 was men hiermee gereed. In mei 1940 ging het grootste gedeelte van de abdij bij het bom bardement van Middelburg in vlammen op. In 1941 is men begonnen met de weder opbouw van het hele complex. Sinds de restauratie van de kanunnikenwoningen, ge reedgekomen in 1972, is het abdijplein weer één van de mooiste pleinen van Europa. C.J.v.H. Medewerking aan deze tentoonstelling verlenen: Archivaris v. d. abdij v. Averbode, o. praem. Archivaris v. d. abdij v. Berne, o. praem. Archivaris v. d. abdij v. 'tPark, o. praem. Archivaris v. d. abdij v. Tongerlo, o. praem. Rijksarchief te Brugge. Nederlands Historisch Instituut te Rome. Drs. P. A. Hendrikx te Amsterdam. Drs. P. J. van der Feen te Domburg. Documentatiecentrum Zeeuws Deltagebied te Middelburg. Zeeuws Museum te Middelburg. Gemeente-archief van 's Gravenhage. Rijksarchief in Utrecht. Algemeen rijksarchief te 's-Gravenhage. ZIEKTEOVERBRENGERS De stijgende behoefte aan energie, ook in de z.g. ontwikkelingsgebieden, weer spiegelt zich in de versnelde bouw van stuwdammen resp. stuwmeren voor de op wekking van elektrische kracht. Vooral in tropische gebieden brengt een en ander onaangename gevolgen mee. In Afrika is in de kunstmatige stuwmeren een explo sieve groei van waterplanten waargenomen, die gevoerd heeft naar een significante uit breiding van ziekten, welke door slakken (schistomiasis) en door insekten (malaria) worden overgebracht. Dit volgens Brown van de World Health Organisation. Dit ef- fekt van stuwdammen op het leefmilieu doet de zege op ziekte-overbrengers als de malariamuskiet, behaald m.b.v. D.D.T. en andere insekticiden, wel veel afbreuk. Ge- eigende maatregelen ter sanering van de Urnwelt of leefmilieu zijn thans meer dan dringend noodzakelijk. ONDERWATERGEBERGTE De bodem van de Golf van Bengalen is bedekt met een zeer dikke laag sediment of afzettingsgesteente, afkomstig van de hellingen van de Himalaya en daarheen getransporteerd door de Ganges, één van de grootste rivieren ter wereld. Deze waaiervormige afzettingen zijn vol gens Curry op sommige plekken meer dan 16 km dik! Ondezoekers hebben met de seismische methode (waarbij wordt geme ten de tijdsduur der teruggekaatste kunst matig opgewekte trillingen ter bepaling der dikte) de maximum dikte van het sediment op ongeveer 17000 m bepaald. De Golf van Bengalen beslaat een gebied van niet minder dan vijf miljoen km2. Zijn modder- en zandlagen zijn het dikst ter hoogte van de Ganges delta. De opper vlakte van de waaiervormige sediment massa wordt doortrokken door een netwerk van onderzeese kanalen, waarvan sommige 16 km breed kunnen zijn. Het heeft er veel van dat de Himalaya, 's werelds hoog ste gebergte, langzamerhand in de Golf van Bengalen zal worden verplaatst. P.V. ,D E BLAUWE DOFFER', KORTGENE Uitslag van het concours Survilliers op 16 juni 1973. Deelname 259 duiven. Los 5.30 uur. Wind: Z.O. 1. S. Branderhorst 2. Gebr. Versluijs 3. H. C. Verburg 4. A. J. Bouterse 5. Gebrs. Versluijs 6. J. L. F. Minneboo 7. Combinatie Schrier-Clement 8. H. C. Verburg 9. P. van Belzen 10. A. van de Kreeke 9.36.05 288.045 224 36.15 287.867 220.6 42.17 289.833 217.2 46.44 293.901 213.8 42.27 2 210.4 48.54 293.758 207 44.46 287.957 203.6 47.17 2 200.2 52.06 293.758 196.8 47.18 288.186 193.4 SCHOOLREIS DERDE EN VIERDE KLAS MAVO KORTGENE Op 4 juni vertrokken de derde en vierde klassen van de Mavo Kortgene voor een vijfdaagse schoolreis naar Duitsland. Het doel van de reis was Erankfort aan de Main. Er werd geslapen in het jeugdhotel „Haus der Jugend" direkt aan de rivier de Main in het centrum van Frankfurt. Op de eerste dag werd in Oberursel, een plaats in het Taunusgebergte, de modernste school van Hessen bezocht. De leerlingen maakten hier enkele lessen mee, waaronder een Franse les in een talenlaboratorium. De school was gebouwd volgens de nieuw ste architektonische opvattingen, wat on der meer te zien was in de reusachtige hal van de school. Vervolgens werd de „Saaiburg" bezocht. Dit is een gerestaureerd fort, dat nog uit de tijd van de Romeinen dateert, die om streeks 100 na Christus tussen Rijn en Donau een soort Chinese muur bouwden. Allerlei Romeinse gebruiksvoorwerpen wek ten hier de belangstelling van de leerlingen. 's Avonds werd een origineel Frankfort9 appelweinrestaurant bezocht in een zeer schilderachtige wijk. Op woensdag ging het naar het natuur historisch „Senckenbergmuseum". Naast voorhistorische dieren waren hier fossielen, opgezette dieren, een prachtige mineralen verzameling en meteorieten te zien. 's Middags volgde een ontvangst bij het radio- en televisiestation van de „Hessische Rundfunk". De studio's werden hier be zichtigd. De leerlingen mochten ook nog eens rondwandelen tussen de decors van de televisieserie „Tatort". Donderdag werd een tocht door het Tau nusgebergte gemaakt en ook de hoogste berg beklommen (bijna 900 meter hoog). Een fikse onweersbui maakte helaas wat sneller dan gepland een einde aan deze tocht. Vervolgens ging de reis naar de plaats Hoechst, waar het moederbedrijf van Hoechst-Vlissingen staat. Op het levens grote schaakboord achter het stadhuis mochten onze léerlingen hun schaakcapaci teiten waarmaken, dit onder het toeziend oog van de plaatselijke deskundigen. De terugreis naar Nederland ging via Rüdesheim naar Koblenz, waar de Moezel in de Rijn stroomt. Vervolgens werd de Moezel gevolgd tot Trier. Via Luxemburg en de Ardennen ging de reis toen weer op huis aan. ZINDELIJK VAN HUIS UIT Uw huiskat hoort helemaal zindelijk te zijn. Van in het wild levende katten is dit een natuurlijke eigenschap om zijn zijn nest niet aan zijn vijanden te verraden. Al vroeg leert de moeder haar kittens op de bak te gaan. Na zo'n 8 a 9 weken zijn zij volkomen zindelijk. Tij delijke onzindelijkheid kan een teken van nervositeit zijn. Of Uw kat heeft het gewoon niet naar zijn zin. Zijn ze te jong bij hun moeder weggenomen dan komt het maar al te vaak voor dat ze niet helemaal zindelijk worden, hoeveel moeite U ook doet door ze steeds op de bak of buiten te zetten. Daarom is het zo belangrijk dat U die 8 a 9 weken goed in de gaten houdt. 35 ZEEUWEN NAAR ZILVEREN JUBILEUM H.M. KONINGIN JULIANA Vijfendertig Zeeuwen zullen op de avond van 4 september a.s. in het RAI-gebouw in Amsterdam de nationale viering van het zilveren regeringsjubileum van Koningin Juliana kunnen bijwonen. Zij zullen niet officieel worden uitgeno digd, maar zich zelf kunnen aanmelden. Omdat mag worden verwacht, dat het aantal aanmeldingen groter zal zijn dan het aantal aan Zeeland toegewezen plaat sen, zal door middel van loting worden uitgemaakt wie de gelukkigen zullen zijn. De nationale viering in het RAI-gebouw op de avond van de eerste van de drie dagen, die geheel in het teken zullen staan van het zilveren regeringsjubileum, zal in aanwezigheid van de Koningin en van de koninklijke familie, geheel door radio en televisie worden uitgezonden. Er zal een ongeveer vijf kwartier durende NOS-doku- mantaire van Jan van Hillo, „Juliana, Ko ningin der Nederlanden", worden vertoond en er zal voorts een nationaal vraag- en antwoordspel onder leiding van Mies Bouw man worden gespeeld. Behalve de officiële gasten zullen circa 1.500 personen, afkomstig uit alle elf provincies, worden uitgenodigd. Van hen mag Zeeland er 35 „leveren". Dit aantal is gebaseerd op het inwonertal van de pro vincie. Ieder, die het unieke gebeuren op 4 september wil meemaken, heeft daarop in principe een kans. Men kan zich aan melden schriftelijk bij de Commissaris der Koningin, mr. J. van Aartsen, Provincie huis Abdij, Middelburg. In het aanmeldingsbriefje dienen enkele persoonlijke gegevens te worden vermeld zoals geslacht, leeftijd, woonplaats en be roep. Het is ook van belang mee te delen, of men alleen naar Amsterdam wil gaan dan wel in gezelschap van echtgenoot of echtgenote, verloofde, vriend of vriendin. Het is niet mogelijk kinderen mee te ne men. Op de enveloppe dient te worden ver meld: „4 september Amsterdam". De brieven moeten uiterlijk 16 juli bij de Com missaris zijn. Wanneer alle opgaven zijn ontvangen zal worden geloot. Zo spoedig mogelijk daar na zullen zowel zij, die naar Amsterdam kunnen als degenen, die zijn uitgeloot, daarvan bericht krijgen. De gelukkigen ont vangen tijdig de nodige aanwijzingen over de (gratis) reis e.d.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1973 | | pagina 2