Werken en studeren Ons „veilige" huis Openstaan voor de jeugd DROP MOGELIJKHEDEN VAN HET SCHRIFTELIJK ONDERWIJS Na het eindexamen. Het laatste schooljaar kent maar één doel: het eindexamen. De weg naar dat examen toe is in zijn gehele lengte een voorrangs- weg. Daar moet veel voor wijken. Wie een maal het diploma op zak heeft, kan zich een nieuw doel voor ogen stellen. De talloze mogelijkheden die nu openstaan, vormen als het ware een gigantisch knooppunt waar je de juiste afrit moet zien te vinden om de weg van je keuze in te kunnen slaan. De keuzemogelijkheden na het examen vallen al direct in twee hoofdgroepen uit een: doorstuderen, of gaan werken. Wie doorstudeert sluit aan op een nieuwe voorrangsweg, met aan het eind ervan nieu we keuzemogelijkheden, kleiner in aantal. Want hoewel de definitieve beroepskeuze zo nog enige tijd wordt uitgesteld, zal de rich ting waarnaar die keus uitgaat nu toch wel zijn bepaald. Een scherpe wending neemt het leven van wie gaat werken. Hij zal moeten om schakelen naar een totaal ander leefpatroon dan hij gewend was. Dat in dat nieuwe leefpatroon voor verdere studie geen plaats zou zijn, is een misvatting. Integendeel, omdat de maatschappij zo snel verandert dat „ervaring" alleen niet voldoende is om bij te blijven, zal ieder vroeg of laat de noodzaak ervaren de studieboeken opnieuw open te slaan. Werken én studeren. Als derde keuzemogelijkheid na het exa men mag dan ook niet vergeten worden: gaan werken én daarnaast een opleiding volgen. Het voordeel hiervan is, dat naast de theoretische opleiding al de nodige prak tijkervaring kan worden opgedaan. Veel be drijven zorgen zelf voor een interne oplei ding, of geven de werknemer de geleeenheid om buiten het bedrijf een opleiding te vol gen. Het is duidelijk dat in dit geval cussen de opleiding en de te vervullen functie een nauwe relatie zal bestaan. Dit laatste kan wel, maar hoeft niet het geval te zijn wan neer men zelf het initiatief neemt tot stu deren. Of het bedrijf daaraan mee wil werken of niet, het huidige vrijetijdspatroon biedt voldoende ruimte om ook een opleiding te volgen naast de dagelijkse werkzaamheden. Met name het schriftelijk onderwijs biedt ieder die werkt de gelegenheid om in zijn vrije tijd zich de kennis en vaardigheid te verwerven, die hij behoeft voor bijvoorbeeld betere kansen in het beroep, zinvoller ar- beidsvervulling, of grotere persoonlijke vor ming. Schriftelijk onderwijs. Het schriftelijk onderwijs voorziet in een steeds groeiende behoefte aan onderwijs na beëindiging van het dagonderwijs. Het orga niseert lagere, middelbare en hogere be roepsopleidingen. Het schriftelijk onderwijs biedt volwassenen voldoende gelegenheid eventueel afgebroken opleidingen alsnog te voltooien. Door een schriftelijke studie kan de vrije tijd uiterst zinvol worden benut. Voor de studerende heeft het schriftelijk onderwijs een aantal sprekende voordelen: wie schriftelijk studeert, studeert thuis, in de tijd die hem het beste schikt, hij kan op elk gewenst moment met 'de studie beginnen en hij bepaalt zelf zijn studietempo: de opleiding kan wordèn aangepast aan de kennis die hij reeds bezit. Schriftelijk onderwijs is dus in hoge mate: individueel onderwijs. Ieder kan zich op volkomen persoonlijke wijze met de studie bezighouden en heeft tijd en lesrooster zelf in de hand. Een inspraak waarvan je op school nauwelijks durft dromen. Scala van mogelijkheden. Waar daarvan een hoger studierendemenl kan worden verwacht, gebruikt het schrif telijk onderwijs ook diverse niet schriftelijke methoden. Zo heeft de grootste erkende instelling voor schriftelijk en schriftelijk/ mondeling onderwijs in Nederland, de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) die dit jaar 50 jaar bestaan vele van haar meer dan 420 verschillende opleidingen gecombineerd en aangevuld met: mondelinge lessen, prak- tika, audio-visuele middelen, enz. Aan de ene kant bouwen die opleidingen voort op het lager onderwijs, aan de andere kant sluiten zij aan bij het universitair on derwijs. Binnen dit raam beschikt de LOI niet alleen over beroepsopleidingen op veler lei vakgebied, maar ook over diverse op leidingen die gericht zijn op algemene ont wikkeling en persoonlijke vorming. Een breed scala van opleidingen dus, mogelijk gemaakt doordat de Leidse Onderwijsinstellingen een grote scholengemeenschap vormen: dertien gespecialiseerde scholen en instituten, elk met een staf van wetenschappelijke mede werkers en een corps van bevoegde docenten, die nauw met elkaar samenwerken en profi teren van eikaars ervaringen. Up-to-date. Nu in de beroepenwereld een snelle ont wikkeling aan de gang is, blijkt de flexibi liteit van het schriftelijk en schriftelijk/ mondeling onderwijs een uiterst belangrijke eigenschap. Het schriftelijk onderwijs is in staat de jongste uitbreidingen op de diverse kennisgebieden snel in leerstof om te zet ten en op te nemen in het opleidingenpak ket. Schriftelijk onderwijs is daarom geen star onderwijs, het ontwikkelt zich dyna misch en blijft up-to-date. Onder toezicht. Wie voor hij of zij zich aanmeldt voor een schriftelijke opleiding zich ervan overtuigt of het desbetreffende instituut- erkend is, kan met een gerust hart aan de studie beginnen. Tot op heden berust de erkenningsbe voegdheid van instellingen voor schriftelijk onderwijs bij de Inspectie van het Schrif telijk Onderwijs (ISO), m.m.v. het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. De Wet Erkenning Instellingen Schriftelijk Onderwijs, door de Eerste Kamer goedgekeurd op 12 december 1972, brengt straks de erkennings bevoegdheid en het toezicht op het schrif telijk onderwijs geheel onder verantwoor delijkheid van het Rijk. De door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen verleende erkenning aan een instituut houdt in dat o.m. blijvend zal worden toegezien op: de betrouwbaarheid van de voorlichting, de bevoegdheid van-de leerkrachten, de deugdelijkheid van de stu dieleiding, de redelijkheid van de weder zijdse verplichtingen ea de waarde van de diploma's. Niet meer weg te denken. De snelle ontwikkelingen in de huidige maatschappij staan ons steeds minder toe onze scholing en vorming op een bepaald moment definitief af te sluiten. Eenmaal op gedane kennis is niet meer „onbeperkt houd baar"; zij veroudert en moet voortdurend worden vernieuwd en aangevuld. Het op doen van ervaring alleen is daarvoor niet toereikend. Wie gaat werken met het vaste voornemen nooit meer een studieboek aan te raken, heeft dan ook alle kans bedrogen uit te komen. Al is het voor de verandering na tuurlijk wel prettig om salaris te krijgen in plaats van al dan niet matige rapporten, velen zullen op een gegeven ogenblik toch wijzer worden en ontdekken dat ze beslist nog wel een verdere opleiding kunnen ge bruiken. Misschien niet eens vanwege het al dan niet matige salaris dat ze verdienen, maar gewoon omdat ze als mens niet stil willen blijven staan. Ze willen hun kennis vergroten om bij te blijven, omdat ze ont dekt hebben dat stilstand in kennis achter uitgang is. Dat aan de erkende instellingen voor schriftelijk onderwijs jaarlijks een kwart miljoen mensen een opleiding volgen, be wijst dat het schriftelijk onderwijs uit onze samenleving niét meer is weg te denken. heeft er kennelijk bezwaar tegen dat bij voorbeeld de platen- en kledingindustrie zich begerig richt op deze subkultuurvor- mingen en daar een aardige omzet uitsleept. En dat is voor de jeugd dan weer een reden om te stellen dat zij door de ouderen ge manipuleerd wordt. Dr. Mik acht het geenszins verwonderlijk dat de aanpassing van de adolescent in deze tijd vaak met ongewoon grote moei lijkheden gepaard gaat. Onder aanpassing verstaat hij overigens niétslaafse onder werping aan de gevestigde orde, maar „een zich voegen in een groter geheel" met be houd van zoveel mogelijk individualiteit. Elet aanpassingsvermogen wordt ontwik keld tijdens de groei tot volwassenheid en voor een goede ontwikkeling hiervan zijn de relaties van het kind tot de volwassene bijzonder belangrijk. Het staat wel vast bij voorbeeld, dat het aanpassingsvermogen het eerst tekort schiet bij jongeren, die opgroei- en onder minder goede gezinsomstandighe den. En die „minder goede gezinsomstan digheden" zijn zeker niet synoniem met minder gunstige ekonomische omstandighe den. Je kan nog beter in een arm gezin opgroeien dan in een gezin, waar geestelijk kontakt tussen ouders en kinderen ont breekt. Diskriminatie? Heel wat jongeren raken in konflikt met hun omgeving, maar dat behoeft nog niet altijd ongezond te zijn. Volgens dr. Mik staan ouderen soms wel heel gauw klaar In het ziekenhuis wordt door radeloze ouders een tweejarig jongentje binnenge bracht, dat reeds urenlang last heeft van bijzonder hevige krampen. De artsen den ken dadelijk aan vergiftiging, maar de ouders kunnen geen enkele aanwijzing geven. Het is hen niet bekend of het kind op de een of andere manier iets schadelijks naar bin nen heeft gekregen. Zelfs ontkennen ze die mogelijkheid. Tenslotte komt aan het licht, dat het kind gedurende lange tijd in de woning van de grootouders zonder toezicht is geweest. Daar heeft het kans gezien zich ongezien meester te maken van een schoe nendoos vol met oude medicijnen. Er bleken niet minder dan 35 verschillende soorten medicijnen in aanwezig te zijn. Twee doos jes had het kind aan een nader onderzoek onderworpen envan het „heerlijks" gesnoept. Een domme moeder gaf haar kleuter van elf maanden een met plakband gesloten doosje met tabletten, omdat het kind er zo fijn mee kon rammelen. Tijdens de af wezigheid van de moeder zag het kleintje kans de doos te openen en ongeveer tien tabletten op te eten. Prompt kreeg het kind ernstige moeilijkheden. De dokter die er bij geroepen werd, gaf een middel om de stof wisseling te activeren, maar na vier uur was de toestand hopeloos. Het kind was in een zeer diepe bewusteloosheid en niet meer bij kennis te brengen. Tenslotte begon het te rochelen en toen werd het zo snel moge lijk naar het ziekenhuis gebracht. Om het kinderleven te redden moesten artsen en verpleegsters alles in het werk stellen. Ge durende achttien uur moest het kind om de vijf minuten! een doos tegenstoffen wor den gegeven, terwijl tevens voortdurend zuurstof werd toegediend en men alles in het werk stelde om het hartje op gang te houden. Twintig uur na het begin van de dramatische reddingsactie kwam de kleuter bij. Het was door de onverantwoordelijkheid van de moeder op de rand van de dood met kwalificaties als „onrijpe en scheefge groeide persoonlijkheid" wanneer het om jongeren gaat die zich tegen opvattingen van de oudere generatie verzetten, al ge beurt dat soms ietwat emotioneel en weinig omlijnd. „Als een puber zijn vader ontmaskeren zal hij dit vaak wat overtrokken presenteren, maar vaak raakt hij wezenlijke zaken, die graag verheimelijkt worden. Zo gaat het ook vaak wat betreft de jong-volwassene ten opzichte van de maatschappij. De maat schappij deinst terug voor de signalering van de zwakke plekken en rubriceert liever in kreten als „utopisten", „idealisten", e.d." Zo goed als je van diskriminatie van be jaarden kan spreken, zo goed kan je ook spreken van diskriminatie van jongeren, zo meent dr. Mik. De Groningse lektor meent dat de moderne jongere best is te benade ren, mits men hem en zijn wereld au serieux neemt. (Dit betekent niet kwasi met hem meedoen!). Jongeren hebben vaak wat „on echte" bedoelingen betreft een zesde zintuig. Zij willen op gelijk niveau benaderd worden, van mens tot mens. Zij willen gewoon dat ouderen openstaan voor hun denkbeelden, erover willen diskussiëren, niet bij voorbaat „nee" zeggen, waardoor een open kontakt onmogelijk wordt. Ook de hulpverlening aan jongeren moet volgens dr. Mik streven naar dit open kon takt. Anders zal geen enkele vorm van maatschappelijk werk bij de jeugd effekt sorteren. (Nadruk verboden). gebracht. Dit zijn slechts twee voorbeelden van de duizenden waarmee de artsen niet alleen in Nederland, maar in geheel West-Europa worden geconfronteerd. In Nederland wordt er niet minder dan 180! maal per dag alarm geslagen, omdat kinderen van iets verdachts hebben gesnoept. Van elke 100 vergiftigingsgevallen in ons land vinden er niet minder dan 80 kinderen beneden de vijf jaar plaats! Het zijn onze kleintjes die de grootste gevaren lopen in onze „veilige huizen". Nergens achten wij onze kinderen veiliger dan thuis. Maar hoe vergissen wij ons deer lijk. Dat thuis is helemaal niet zo veilig als wij in onze onnozelheid denken. Dat thuis zit boordevol met potentiële moordenaars. We zullen meteen spijkers met koppen slaan en u aanwijzen waar de gevaarlijke plaat sen in uw huis zijn en welke moordenaars daar schuilen. Om te beginnen uw keuken, een van de gevaarlijkste plaatsen in huis, notabene de plaats waar de vrouw haar domein heeft. De moordenaars zijn de u zo goed bekende spullen als afwasmiddelen, ammonia, ben zine, bleekmiddelen, brandspiritus, insekten- bestrijdingsmiddelen, meubel- en vloerwas, petroleum, plantenmest, reinigingsmiddelen voor uw sanitair, schoensmeer, schuurmid delen, soda, vlekkenwater, wasmiddelen, zoutzuur, enz. Dan de „veilige woonkamer". Aansteker- benzine, anilinepotlood, zwervende genees middelen, inkt, vermageringsmiddelen. Even kijken in de bad- en/of slaapkamer. Mevrouw let daar speciaal op uw cosmeti sche artikelen, zoals: crèmes, lotions, nagel lak en wat al niet meer. Ook daar bevinden zich heel dikwijls geneesmiddelen, e.d. Dan gaan we eens kijken in de schuur of garage, waar we ook de nodige bijzonder gevaarlijke stoffen vinden. Denkt u maar eens aan: afbijtmiddelen, antivries, benzine, insektenbestrijdingsmiddelen, kunstmest, mo torolie, onkruidverdelgers, terpentine, verf, verfverdunners en zo zouden we nog kun nen voortgaan. En dan is er nog de zolder en hobbyhoek, waar dikwijls ook allerlei spullen zijn die voor kleine kinderen bijzonder gevaarlijk kunnen zijn, we denken hierbij bijvoorbeeld aan: fotochemicaliën, lakken en beits, lijm, soldeerwater, terpentine, verf, verdunners, kortom teveel om op te noemen en allemaal levensgevaarlijk voor die kleine peuters, die nu eenmaal in hun onwetendheid alles in hun mond willen stoppen. Nooit zullen we die kleintjes een verwijt kunnen maken, de schuld van zo'n ongeluk ligt altijd bij de volwassenen, die beter moesten weten en die niet tijdig voorzorgen genomen hebben om de narigheid te voorkomen. Zoudt u er schuld aan willen hebben, dat uw kind of dat van een ander vergif tigd werd door uw onachtzaamheid? Neen toch! Ieder mens wenst dit niet. Nu, we kunnen er iets aan doen, door tijdig maat regelen te nemen, dat de kleintjes al die ge vaarlijke spullen onmogelijk in handen kun nen krijgen. Berg dergelijke zaken op een veilige plaats. Hoog en achter slot en gren del zijn de beste beschermende maatregelen die u kunt nemen. Het gootsteenkastje waar zoveel huisvrouwen een groot aantal van al die gevaarlijke zaken bewaren is een van de allergevaarlijkste plaatsen in huis. De kleintjes kunnen daar heel gemakkelijk bij. De deurtjes zitten vrijwel nooit op slot, doch sluiten met een knipje of een mag neetje, kortom zijn ook door heel kleine kinderen gemakkelijk te openen. Breng bovendien nooit gevaarlijke stoffen uit de originele verpakkingen over in ver pakkingen, die van oorsprong voor levens middelen zijn bestemd: geen motorolie in een melkfles of andere gevaarlijke stoffen in een melkfles. De melkfles is het kind zo vertrouwd, dat het daar uiteraard geen ge vaar in ziet en rustig uit zo'n fles drinkt. Als het gebeurd is, is het te laat. Geen soda in een jam- of strooppot, geen vlekke- water in een limonadefles, geen plantemest in een koektrommeltje, geen wasbenzine in een bessensapfles. Koop ook geen gevaarlij ke stoffen in flacons, enz. met helle kleuren, want die helle kleuren oefenen een grote aantrekkingskracht uit op kinderen. Bewaar medicijnen niet op de theetafel of buffet: berg ze niet op naast de hagel slag en de jam, maar sluit ze weg op een echt veilige plaats. Neem ook geen genees middelen in waar uw kinderen bij zijn. Zij willen zo graag groot zijn en zullen u prompt na doen, wanneer u bent vertrokken en wanneer ze dan nog het originele doosje of zo te pakken kunnen krijgen dan is het goed mis. Kinderen zijn veel gevoeliger voor geneesmiddelen dan volwassenen en wat voor u goed kan zijn, is funest voor uw kind. Heeft uw kind ondanks alle voorzorgen toch iets gevaarlijks binnen gekregen, dan doet men er goed aan als volgt te handelen. Ten eerste laat men zo'n kind minstens een glas water drinken. Vervolgens trachten we het kind tot bra ken te bewegen door het een vinger in de keel te steken. Breng het kind, indien mogelijk, onmid dellijk naar het ziekenhuis of een arts of desnoods een apotheker. Heel belangrijk is het voor de behande ling dat de arts weet wat het kind naar binnen heeft gekregen. Wanneer men dat niet weet te vertellen kan dit zeer vertra gend werken op de tegenmaatregelen die de arts moet nemen. Hij dient dan eerst te ontdekken wat het kind heeft gegeten of gedronken en hiermee gaan kostbare uren of minuten verloren, tijd die kan be slissen over leven en dood. Weet men wat het kind heeft genuttigd, dan doet men er coed aan de resten daarvan, of desnoods de verpakking mee te nemen, zodat de arts dadelijk weet wat de oorzaak van de ver giftiging is. Hij kan dan onmiddellijk de juiste tegenmaatregelen treffen en dat kan het leven van uw kind redden. plaats vervoerd. De goede gomsoorten zijn afkomstig van de Acacia Senegal, die vooral in de Soedan en in Frans west-Afrika in de stroomgebieden van Nijl en Senegal groeit. De beste gom is afkomstig uit de republiek Soedan, waar de echte gomboom in gomtuinen aangetroffen wordt. Twee soorten. Weet u overigens dat er twee soorten drop bestaan? Gietdrop en persdrop. Giet- drop bevat veel arabische gom. De grond en smaakstoffen worden gekookt, waarna het vloeibare mengsel, dat kan zowel zoute als zoete drop zijn, in zetmeelvormen wordt gegoten. In het zetmeel droogt de drop substantie al enigszins, maar het echte dro gen geschiedt pas in droogkamers waar de drop ongeveer 48 uur moet verblijven. De gom geeft tijdens het droogproces de ste vigheid aan het artikel, dat in allerlei vor men wordt gemaakt, katjes, knoopjes en zo. Persdrop is erg geliefd bij kinderen. In deze drop zit minder gom, die dan vervan gen wordt door bloem. Het eiwit in de bloem neemt de taak van de gom over. De grondstoffen voor persdrop worden ver werkt tot een deeg, dat door openingen van verschillende vormen wordt geperst. Het gewone zoethout, waarop wij vroeger als kinderen zo graag kauwden zien we te genwoordig haast niet meer. Dat komt om dat zoethout al vóór het in Nederland komt, tot blokdrop wordt verwerkt. Zwart op wit. Wel zien we nog veel zwart op wit. Dit mengsel van droppoeder, salmiakzout en meel is echter niet altijd van even goede kwaliteit. Geen enkele fabriek van naam produceert zwart-op-wit en er is dan ook moeilijk kontrole uit te oefenen op de sa menstelling ervan. Drop staat wel onder kontrole, namelijk onder die van het C.I.D.I., het Centraal Instituut voor de Dropverwer- kende Industrie in Amsterdam. Natuurlijk valt het drop artikel ook onder toezicht van de Warenwet, maar we mogen wel zeggen, dat het C.I.D.I. nóg strenger is. We kunnen dus met een gerust hart van onze drop genieten, zelfs zij, die een zoutarm dieet hebben. Er zit in zoute drop namelijk geen gewoon keukenzout, maar salmiakzout. (Nadruk verboden). GRONINGSE PSYCHIATER OVER GENERA TIEKONFLIKT In wellicht geen enkel tijdperk van de wereldgeschiedenis drukte het gene- ratiekonflikt zo'n krachtig stempel op de menselijke verhoudingen als in onze dagen. Vooral de adolescent (de jongere tussen 18 en 25 jaar) vormt voor veel ouderen soms een bedreiging, omdat hij een levenswijze en opvattingen huldigt, die de levensgewoonten, principes en zekerheden van de oudere generatie in hun wortels aantasten. Dat leidt vaak tot een diepgaande vervreemding tussen jongeren en ouderen, die niet zelden ook manifest wordt in het gezin. De adolescent heeft het niet gemakkelijk in de wereld van vandaag. Zijn onzekerheid is vaak groter dan ouderen denken. Dat leert o.a. een uitvoerige beschouwing in het vakblad „Sociaal Bestek" van dr. G. Mik, lektor in de kinder- en jeugdpsychiatrie aan de Groningse universiteit. Barre willekeur in leeftijdsgrenzen. De Groningse psychiater meent dat in het huidige maatschappelijke bestel velerlei oor zaken aanwijsbaar zijn, die de jonge mens extra belasten en onzekerheden bewerkstel ligen. In tegenstelling tot vroeger liggen allerlei rollen, die jongeren vervullen, niet meer vanzelfsprekend vast. Gevestigde tradities, vastliggende verenigingsverbanden, vrijwel uniforme kulturele patronen wat betreft de verschillende generaties zijn nu niet meer zo voorhanden. Eigen oplossingen en toe komstplanningen worden gevraagd. Ener zijds worden dus zeer volwassen eisen ge steld, anderzijds wordt de adolescent dooi de oudere generatie vaak niet voor vol aan gezien. De kloof tussen kind en volwassene wordt in onze samenleving op vreemde wijze overr brugd. Je mag met 14 jaar naar sommige films, met 16 jaar een brommer berijden, met 18 jaar in een auto rijden, soldaat wor den en straks ook stemmen: pas op je 21ste mag je erven en trouwen zonder toestem ming van je ouders. Deze barre willekeur in het stellen van leeftijdsgrenzen wijst er reeds op dat er een spanningsveld bestaat tussen de generaties. De jeugd van nu is intellektueel en li chamelijk vroeger rijp dan de jeugd van vóór de oorlog. Maar de emotionele onrijpheid is vaak groter, al mogen we niet generali seren. De houding van de maatschappij ten opzichte van de adolescent is ook bijzonder dubbelhartig en versterkt in feite de kloof tussen jonge en oude generatie. Aan de ene kant wordt de onmondigheid van de jongere op alle mogelijke manieren geaksentueerd. Een volwaardig loon krijgt hij pas als 23- jarige, als student is hij op geforceerde wijze afhankelijk, als jong-volwassene heeft hij in zijn studie- of werksituatie weinig inspraak. Kortom, de jonge producent wordt maar moeizaam geaksepteerd, maar dezelfde maat schappij stort zich dankbaar op hem als konsument. Aanpassing. „Wij hebben niks te vertellen, maar men wil wel graag aan ons verdienen", zegt me nig jongere. En inderdaad, wanneer jonge ren zich afwijzend opstellen tegenover de oudere generatie en zelfs in groepsverband een eigen subkuituur scheppen, valt dit bij ouderen niet in goede aarde. Maar niemand Muntdrop Katjesdrop Boerderijdrop Salmiak Laurierdrop Veterdrop. NEDERLANDERS ETEN HET IN VELE SOORTEN Welk kind eet niet graag drop en welke volwassene denkt af en toe niet eens met weemoed terug aan het ouderwetse snoepwinkeltje waar je voor een cent kon kiezen tussen een zuurbal, veters drop en zoethout? Wij Nederlanders zijn dropeters, eenvoudig omdat we behoefte hebben aan drop. Dit blijkt alleen al uit het feit dat heel veel Nederlanders in het buiten land zich de vaderlandse drop bij kilo's laten toesturen. Tegen hoesten hebben we graag zoute drop bij de hand en we nemen drop omdat het dorstlessend is. Verder is het bekend dat vrouwen, die een baby verwachten, soms kilo's drop verorberen. Is het daarom dat drop eten ons als het ware in het bloed zit? Wat is de samenstelling? Drop, het dropartikel, bevat naast hoog waardige voedingssuikers als riet- of biet suiker en glucose, twee zeer belangrijke ingrediënten, namelijk blokdrop en arabische gom. Blokdrop is het zoetmakende en aro matische extrakt van de zoethoutwortel, een sinds voorhistorische tijden bekende subtropische plant. Zoethout wordt aangetroffen in Spanje, Griekenland, Turkije, Syrië, Irak, Iran, Rus land en China. De wortels worden verza meld en gesneden, met water uitgekookt en het verkregen extrakt ingedikt tot een glanzend zwarte massa. Deze massa wordt vaak in grote brokken of blokken gegoten, vandaar de naam „blokdrop". Blokdrop koop je dus niet in de winkel, het is een grondstof die in de dropfabrieken wordt verwerkt. De blokdrop komt onder de naam Succus Liquiritiae in alle pharma- copee's voor. In de oudste bewaard geble ven artsenijmiddelen-boeken werd het zoet- houtextrakt reeds beschreven. Talloze Chinese, Egyptische, Griekse en Romeinse geleerden kenden het extrakt als een veelzijdig middel tegen allerlei kwalen zoals dorst, verkoudheid, hoest en andere aandoeningen van de ademhalingswegen, en maagklachten. Zo vinden we drop ge noemd in het eerste Chinese kruidenboek "Shen nung Pen ts'ao King", in de Magische Papyrus van Londen en Leiden, in het aan Brahman toegeschreven Indische medische werk „Susruta" en in geschriften van de Griekse arts Hippokrates, de „Vader der Geneeskunst". Arabische gom. Zoethoutwortels, die in het graf van Toetanchamon gevonden werden, getuigen van het hoge aanzien waarin het gewas ten tijde van de farao's stond. Ook gedu rende de middeleeuwen, toen het zoethout bij kloosters tot zelfs ten noorden van de Alpen gekultiveerd werd, bleef het geloof aan de geneeskrachtige eigenschappen van drop steeds behouden. De arabische gom, een uit de tropen afkomstige natuurlijke plantengom, kan eveneens op een zeer oude en eerbiedwaar dige geschiedenis terugzien. De Egyptena- ren haalden het reeds meer dan 3000 jaar geleden uit het land Punt, een gebied waar van de ligging onzeker is gebleven, maar waarvan de uitvoerhaven „Trappen der Wierook" genoemd, in de oudheid grote bekendheid genoot. Afbeeldingen van gom bomen en ook gom zelf zijn in de graf kamers van Rhapsenit bij Medinet-Abu ge vonden. De arabische gom is een uitscheidings- produkt van de gomboom. De inheemse be volking maakt in de boom een inkeping, waarna de gom uitvloeit en indroogt tot een groot rond brok, de zogenaamde „traan". Deze brokken worden verzameld en met kamelen naar een centrale markt- PAS GOED OP UW KINDEREN Uw huis is vol met potentiële moordenaars

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1973 | | pagina 2