Werken en studeren
Ons „veilige" huis
Openstaan voor de jeugd
DROP
MOGELIJKHEDEN VAN HET SCHRIFTELIJK ONDERWIJS
Na het eindexamen.
Het laatste schooljaar kent maar één doel:
het eindexamen. De weg naar dat examen
toe is in zijn gehele lengte een voorrangs-
weg. Daar moet veel voor wijken. Wie een
maal het diploma op zak heeft, kan zich
een nieuw doel voor ogen stellen. De talloze
mogelijkheden die nu openstaan, vormen als
het ware een gigantisch knooppunt waar je
de juiste afrit moet zien te vinden om de
weg van je keuze in te kunnen slaan.
De keuzemogelijkheden na het examen
vallen al direct in twee hoofdgroepen uit
een: doorstuderen, of gaan werken.
Wie doorstudeert sluit aan op een nieuwe
voorrangsweg, met aan het eind ervan nieu
we keuzemogelijkheden, kleiner in aantal.
Want hoewel de definitieve beroepskeuze zo
nog enige tijd wordt uitgesteld, zal de rich
ting waarnaar die keus uitgaat nu toch wel
zijn bepaald.
Een scherpe wending neemt het leven
van wie gaat werken. Hij zal moeten om
schakelen naar een totaal ander leefpatroon
dan hij gewend was. Dat in dat nieuwe
leefpatroon voor verdere studie geen plaats
zou zijn, is een misvatting. Integendeel,
omdat de maatschappij zo snel verandert
dat „ervaring" alleen niet voldoende is om
bij te blijven, zal ieder vroeg of laat de
noodzaak ervaren de studieboeken opnieuw
open te slaan.
Werken én studeren.
Als derde keuzemogelijkheid na het exa
men mag dan ook niet vergeten worden:
gaan werken én daarnaast een opleiding
volgen. Het voordeel hiervan is, dat naast
de theoretische opleiding al de nodige prak
tijkervaring kan worden opgedaan. Veel be
drijven zorgen zelf voor een interne oplei
ding, of geven de werknemer de geleeenheid
om buiten het bedrijf een opleiding te vol
gen. Het is duidelijk dat in dit geval cussen
de opleiding en de te vervullen functie een
nauwe relatie zal bestaan. Dit laatste kan
wel, maar hoeft niet het geval te zijn wan
neer men zelf het initiatief neemt tot stu
deren.
Of het bedrijf daaraan mee wil werken
of niet, het huidige vrijetijdspatroon biedt
voldoende ruimte om ook een opleiding te
volgen naast de dagelijkse werkzaamheden.
Met name het schriftelijk onderwijs biedt
ieder die werkt de gelegenheid om in zijn
vrije tijd zich de kennis en vaardigheid te
verwerven, die hij behoeft voor bijvoorbeeld
betere kansen in het beroep, zinvoller ar-
beidsvervulling, of grotere persoonlijke vor
ming.
Schriftelijk onderwijs.
Het schriftelijk onderwijs voorziet in een
steeds groeiende behoefte aan onderwijs na
beëindiging van het dagonderwijs. Het orga
niseert lagere, middelbare en hogere be
roepsopleidingen. Het schriftelijk onderwijs
biedt volwassenen voldoende gelegenheid
eventueel afgebroken opleidingen alsnog te
voltooien. Door een schriftelijke studie kan
de vrije tijd uiterst zinvol worden benut.
Voor de studerende heeft het schriftelijk
onderwijs een aantal sprekende voordelen:
wie schriftelijk studeert, studeert thuis, in
de tijd die hem het beste schikt, hij kan op
elk gewenst moment met 'de studie beginnen
en hij bepaalt zelf zijn studietempo: de
opleiding kan wordèn aangepast aan de
kennis die hij reeds bezit.
Schriftelijk onderwijs is dus in hoge mate:
individueel onderwijs. Ieder kan zich op
volkomen persoonlijke wijze met de studie
bezighouden en heeft tijd en lesrooster zelf
in de hand. Een inspraak waarvan je op
school nauwelijks durft dromen.
Scala van mogelijkheden.
Waar daarvan een hoger studierendemenl
kan worden verwacht, gebruikt het schrif
telijk onderwijs ook diverse niet schriftelijke
methoden. Zo heeft de grootste erkende
instelling voor schriftelijk en schriftelijk/
mondeling onderwijs in Nederland, de Leidse
Onderwijsinstellingen (LOI) die dit jaar
50 jaar bestaan vele van haar meer dan
420 verschillende opleidingen gecombineerd
en aangevuld met: mondelinge lessen, prak-
tika, audio-visuele middelen, enz.
Aan de ene kant bouwen die opleidingen
voort op het lager onderwijs, aan de andere
kant sluiten zij aan bij het universitair on
derwijs. Binnen dit raam beschikt de LOI
niet alleen over beroepsopleidingen op veler
lei vakgebied, maar ook over diverse op
leidingen die gericht zijn op algemene ont
wikkeling en persoonlijke vorming. Een breed
scala van opleidingen dus, mogelijk gemaakt
doordat de Leidse Onderwijsinstellingen een
grote scholengemeenschap vormen: dertien
gespecialiseerde scholen en instituten, elk
met een staf van wetenschappelijke mede
werkers en een corps van bevoegde docenten,
die nauw met elkaar samenwerken en profi
teren van eikaars ervaringen.
Up-to-date.
Nu in de beroepenwereld een snelle ont
wikkeling aan de gang is, blijkt de flexibi
liteit van het schriftelijk en schriftelijk/
mondeling onderwijs een uiterst belangrijke
eigenschap. Het schriftelijk onderwijs is in
staat de jongste uitbreidingen op de diverse
kennisgebieden snel in leerstof om te zet
ten en op te nemen in het opleidingenpak
ket. Schriftelijk onderwijs is daarom geen
star onderwijs, het ontwikkelt zich dyna
misch en blijft up-to-date.
Onder toezicht.
Wie voor hij of zij zich aanmeldt voor
een schriftelijke opleiding zich ervan
overtuigt of het desbetreffende instituut-
erkend is, kan met een gerust hart aan de
studie beginnen.
Tot op heden berust de erkenningsbe
voegdheid van instellingen voor schriftelijk
onderwijs bij de Inspectie van het Schrif
telijk Onderwijs (ISO), m.m.v. het Ministerie
van Onderwijs en Wetenschappen. De Wet
Erkenning Instellingen Schriftelijk Onderwijs,
door de Eerste Kamer goedgekeurd op 12
december 1972, brengt straks de erkennings
bevoegdheid en het toezicht op het schrif
telijk onderwijs geheel onder verantwoor
delijkheid van het Rijk.
De door het Ministerie van Onderwijs en
Wetenschappen verleende erkenning aan een
instituut houdt in dat o.m. blijvend zal
worden toegezien op: de betrouwbaarheid
van de voorlichting, de bevoegdheid van-de
leerkrachten, de deugdelijkheid van de stu
dieleiding, de redelijkheid van de weder
zijdse verplichtingen ea de waarde van de
diploma's.
Niet meer weg te denken.
De snelle ontwikkelingen in de huidige
maatschappij staan ons steeds minder toe
onze scholing en vorming op een bepaald
moment definitief af te sluiten. Eenmaal op
gedane kennis is niet meer „onbeperkt houd
baar"; zij veroudert en moet voortdurend
worden vernieuwd en aangevuld. Het op
doen van ervaring alleen is daarvoor niet
toereikend.
Wie gaat werken met het vaste voornemen
nooit meer een studieboek aan te raken,
heeft dan ook alle kans bedrogen uit te
komen. Al is het voor de verandering na
tuurlijk wel prettig om salaris te krijgen in
plaats van al dan niet matige rapporten,
velen zullen op een gegeven ogenblik toch
wijzer worden en ontdekken dat ze beslist
nog wel een verdere opleiding kunnen ge
bruiken. Misschien niet eens vanwege het
al dan niet matige salaris dat ze verdienen,
maar gewoon omdat ze als mens niet stil
willen blijven staan. Ze willen hun kennis
vergroten om bij te blijven, omdat ze ont
dekt hebben dat stilstand in kennis achter
uitgang is.
Dat aan de erkende instellingen voor
schriftelijk onderwijs jaarlijks een kwart
miljoen mensen een opleiding volgen, be
wijst dat het schriftelijk onderwijs uit onze
samenleving niét meer is weg te denken.
heeft er kennelijk bezwaar tegen dat bij
voorbeeld de platen- en kledingindustrie
zich begerig richt op deze subkultuurvor-
mingen en daar een aardige omzet uitsleept.
En dat is voor de jeugd dan weer een reden
om te stellen dat zij door de ouderen ge
manipuleerd wordt.
Dr. Mik acht het geenszins verwonderlijk
dat de aanpassing van de adolescent in
deze tijd vaak met ongewoon grote moei
lijkheden gepaard gaat. Onder aanpassing
verstaat hij overigens niétslaafse onder
werping aan de gevestigde orde, maar „een
zich voegen in een groter geheel" met be
houd van zoveel mogelijk individualiteit.
Elet aanpassingsvermogen wordt ontwik
keld tijdens de groei tot volwassenheid en
voor een goede ontwikkeling hiervan zijn
de relaties van het kind tot de volwassene
bijzonder belangrijk. Het staat wel vast bij
voorbeeld, dat het aanpassingsvermogen het
eerst tekort schiet bij jongeren, die opgroei-
en onder minder goede gezinsomstandighe
den. En die „minder goede gezinsomstan
digheden" zijn zeker niet synoniem met
minder gunstige ekonomische omstandighe
den. Je kan nog beter in een arm gezin
opgroeien dan in een gezin, waar geestelijk
kontakt tussen ouders en kinderen ont
breekt.
Diskriminatie?
Heel wat jongeren raken in konflikt met
hun omgeving, maar dat behoeft nog niet
altijd ongezond te zijn. Volgens dr. Mik
staan ouderen soms wel heel gauw klaar
In het ziekenhuis wordt door radeloze
ouders een tweejarig jongentje binnenge
bracht, dat reeds urenlang last heeft van
bijzonder hevige krampen. De artsen den
ken dadelijk aan vergiftiging, maar de ouders
kunnen geen enkele aanwijzing geven. Het
is hen niet bekend of het kind op de een
of andere manier iets schadelijks naar bin
nen heeft gekregen. Zelfs ontkennen ze die
mogelijkheid. Tenslotte komt aan het licht,
dat het kind gedurende lange tijd in de
woning van de grootouders zonder toezicht
is geweest. Daar heeft het kans gezien zich
ongezien meester te maken van een schoe
nendoos vol met oude medicijnen. Er bleken
niet minder dan 35 verschillende soorten
medicijnen in aanwezig te zijn. Twee doos
jes had het kind aan een nader onderzoek
onderworpen envan het „heerlijks"
gesnoept.
Een domme moeder gaf haar kleuter van
elf maanden een met plakband gesloten
doosje met tabletten, omdat het kind er
zo fijn mee kon rammelen. Tijdens de af
wezigheid van de moeder zag het kleintje
kans de doos te openen en ongeveer tien
tabletten op te eten. Prompt kreeg het kind
ernstige moeilijkheden. De dokter die er bij
geroepen werd, gaf een middel om de stof
wisseling te activeren, maar na vier uur
was de toestand hopeloos. Het kind was in
een zeer diepe bewusteloosheid en niet meer
bij kennis te brengen. Tenslotte begon het
te rochelen en toen werd het zo snel moge
lijk naar het ziekenhuis gebracht. Om het
kinderleven te redden moesten artsen en
verpleegsters alles in het werk stellen. Ge
durende achttien uur moest het kind om
de vijf minuten! een doos tegenstoffen wor
den gegeven, terwijl tevens voortdurend
zuurstof werd toegediend en men alles in
het werk stelde om het hartje op gang te
houden. Twintig uur na het begin van de
dramatische reddingsactie kwam de kleuter
bij. Het was door de onverantwoordelijkheid
van de moeder op de rand van de dood
met kwalificaties als „onrijpe en scheefge
groeide persoonlijkheid" wanneer het om
jongeren gaat die zich tegen opvattingen
van de oudere generatie verzetten, al ge
beurt dat soms ietwat emotioneel en weinig
omlijnd.
„Als een puber zijn vader ontmaskeren zal
hij dit vaak wat overtrokken presenteren,
maar vaak raakt hij wezenlijke zaken, die
graag verheimelijkt worden. Zo gaat het
ook vaak wat betreft de jong-volwassene
ten opzichte van de maatschappij. De maat
schappij deinst terug voor de signalering
van de zwakke plekken en rubriceert liever
in kreten als „utopisten", „idealisten", e.d."
Zo goed als je van diskriminatie van be
jaarden kan spreken, zo goed kan je ook
spreken van diskriminatie van jongeren, zo
meent dr. Mik. De Groningse lektor meent
dat de moderne jongere best is te benade
ren, mits men hem en zijn wereld au serieux
neemt. (Dit betekent niet kwasi met hem
meedoen!). Jongeren hebben vaak wat „on
echte" bedoelingen betreft een zesde zintuig.
Zij willen op gelijk niveau benaderd worden,
van mens tot mens. Zij willen gewoon dat
ouderen openstaan voor hun denkbeelden,
erover willen diskussiëren, niet bij voorbaat
„nee" zeggen, waardoor een open kontakt
onmogelijk wordt.
Ook de hulpverlening aan jongeren moet
volgens dr. Mik streven naar dit open kon
takt. Anders zal geen enkele vorm van
maatschappelijk werk bij de jeugd effekt
sorteren.
(Nadruk verboden).
gebracht.
Dit zijn slechts twee voorbeelden van de
duizenden waarmee de artsen niet alleen
in Nederland, maar in geheel West-Europa
worden geconfronteerd. In Nederland wordt
er niet minder dan 180! maal per dag
alarm geslagen, omdat kinderen van iets
verdachts hebben gesnoept. Van elke 100
vergiftigingsgevallen in ons land vinden er
niet minder dan 80 kinderen beneden de vijf
jaar plaats! Het zijn onze kleintjes die de
grootste gevaren lopen in onze „veilige
huizen".
Nergens achten wij onze kinderen veiliger
dan thuis. Maar hoe vergissen wij ons deer
lijk. Dat thuis is helemaal niet zo veilig als
wij in onze onnozelheid denken. Dat thuis
zit boordevol met potentiële moordenaars.
We zullen meteen spijkers met koppen slaan
en u aanwijzen waar de gevaarlijke plaat
sen in uw huis zijn en welke moordenaars
daar schuilen.
Om te beginnen uw keuken, een van de
gevaarlijkste plaatsen in huis, notabene de
plaats waar de vrouw haar domein heeft.
De moordenaars zijn de u zo goed bekende
spullen als afwasmiddelen, ammonia, ben
zine, bleekmiddelen, brandspiritus, insekten-
bestrijdingsmiddelen, meubel- en vloerwas,
petroleum, plantenmest, reinigingsmiddelen
voor uw sanitair, schoensmeer, schuurmid
delen, soda, vlekkenwater, wasmiddelen,
zoutzuur, enz.
Dan de „veilige woonkamer". Aansteker-
benzine, anilinepotlood, zwervende genees
middelen, inkt, vermageringsmiddelen.
Even kijken in de bad- en/of slaapkamer.
Mevrouw let daar speciaal op uw cosmeti
sche artikelen, zoals: crèmes, lotions, nagel
lak en wat al niet meer. Ook daar bevinden
zich heel dikwijls geneesmiddelen, e.d.
Dan gaan we eens kijken in de schuur of
garage, waar we ook de nodige bijzonder
gevaarlijke stoffen vinden. Denkt u maar
eens aan: afbijtmiddelen, antivries, benzine,
insektenbestrijdingsmiddelen, kunstmest, mo
torolie, onkruidverdelgers, terpentine, verf,
verfverdunners en zo zouden we nog kun
nen voortgaan.
En dan is er nog de zolder en hobbyhoek,
waar dikwijls ook allerlei spullen zijn die
voor kleine kinderen bijzonder gevaarlijk
kunnen zijn, we denken hierbij bijvoorbeeld
aan: fotochemicaliën, lakken en beits, lijm,
soldeerwater, terpentine, verf, verdunners,
kortom teveel om op te noemen en allemaal
levensgevaarlijk voor die kleine peuters, die
nu eenmaal in hun onwetendheid alles in
hun mond willen stoppen. Nooit zullen we
die kleintjes een verwijt kunnen maken, de
schuld van zo'n ongeluk ligt altijd bij de
volwassenen, die beter moesten weten en
die niet tijdig voorzorgen genomen hebben
om de narigheid te voorkomen.
Zoudt u er schuld aan willen hebben,
dat uw kind of dat van een ander vergif
tigd werd door uw onachtzaamheid? Neen
toch! Ieder mens wenst dit niet. Nu, we
kunnen er iets aan doen, door tijdig maat
regelen te nemen, dat de kleintjes al die ge
vaarlijke spullen onmogelijk in handen kun
nen krijgen. Berg dergelijke zaken op een
veilige plaats. Hoog en achter slot en gren
del zijn de beste beschermende maatregelen
die u kunt nemen. Het gootsteenkastje waar
zoveel huisvrouwen een groot aantal van al
die gevaarlijke zaken bewaren is een van
de allergevaarlijkste plaatsen in huis. De
kleintjes kunnen daar heel gemakkelijk bij.
De deurtjes zitten vrijwel nooit op slot,
doch sluiten met een knipje of een mag
neetje, kortom zijn ook door heel kleine
kinderen gemakkelijk te openen.
Breng bovendien nooit gevaarlijke stoffen
uit de originele verpakkingen over in ver
pakkingen, die van oorsprong voor levens
middelen zijn bestemd: geen motorolie in
een melkfles of andere gevaarlijke stoffen
in een melkfles. De melkfles is het kind zo
vertrouwd, dat het daar uiteraard geen ge
vaar in ziet en rustig uit zo'n fles drinkt.
Als het gebeurd is, is het te laat. Geen
soda in een jam- of strooppot, geen vlekke-
water in een limonadefles, geen plantemest
in een koektrommeltje, geen wasbenzine in
een bessensapfles. Koop ook geen gevaarlij
ke stoffen in flacons, enz. met helle kleuren,
want die helle kleuren oefenen een grote
aantrekkingskracht uit op kinderen.
Bewaar medicijnen niet op de theetafel
of buffet: berg ze niet op naast de hagel
slag en de jam, maar sluit ze weg op een
echt veilige plaats. Neem ook geen genees
middelen in waar uw kinderen bij zijn. Zij
willen zo graag groot zijn en zullen u prompt
na doen, wanneer u bent vertrokken en
wanneer ze dan nog het originele doosje
of zo te pakken kunnen krijgen dan is het
goed mis. Kinderen zijn veel gevoeliger voor
geneesmiddelen dan volwassenen en wat
voor u goed kan zijn, is funest voor uw
kind.
Heeft uw kind ondanks alle voorzorgen
toch iets gevaarlijks binnen gekregen, dan
doet men er goed aan als volgt te handelen.
Ten eerste laat men zo'n kind minstens
een glas water drinken.
Vervolgens trachten we het kind tot bra
ken te bewegen door het een vinger in de
keel te steken.
Breng het kind, indien mogelijk, onmid
dellijk naar het ziekenhuis of een arts of
desnoods een apotheker.
Heel belangrijk is het voor de behande
ling dat de arts weet wat het kind naar
binnen heeft gekregen. Wanneer men dat
niet weet te vertellen kan dit zeer vertra
gend werken op de tegenmaatregelen die
de arts moet nemen. Hij dient dan eerst
te ontdekken wat het kind heeft gegeten
of gedronken en hiermee gaan kostbare
uren of minuten verloren, tijd die kan be
slissen over leven en dood. Weet men wat
het kind heeft genuttigd, dan doet men er
coed aan de resten daarvan, of desnoods
de verpakking mee te nemen, zodat de arts
dadelijk weet wat de oorzaak van de ver
giftiging is. Hij kan dan onmiddellijk de
juiste tegenmaatregelen treffen en dat kan
het leven van uw kind redden.
plaats vervoerd. De goede gomsoorten zijn
afkomstig van de Acacia Senegal, die vooral
in de Soedan en in Frans west-Afrika in
de stroomgebieden van Nijl en Senegal
groeit. De beste gom is afkomstig uit de
republiek Soedan, waar de echte gomboom
in gomtuinen aangetroffen wordt.
Twee soorten.
Weet u overigens dat er twee soorten
drop bestaan? Gietdrop en persdrop. Giet-
drop bevat veel arabische gom. De grond
en smaakstoffen worden gekookt, waarna
het vloeibare mengsel, dat kan zowel zoute
als zoete drop zijn, in zetmeelvormen wordt
gegoten. In het zetmeel droogt de drop
substantie al enigszins, maar het echte dro
gen geschiedt pas in droogkamers waar de
drop ongeveer 48 uur moet verblijven. De
gom geeft tijdens het droogproces de ste
vigheid aan het artikel, dat in allerlei vor
men wordt gemaakt, katjes, knoopjes en zo.
Persdrop is erg geliefd bij kinderen. In
deze drop zit minder gom, die dan vervan
gen wordt door bloem. Het eiwit in de
bloem neemt de taak van de gom over.
De grondstoffen voor persdrop worden ver
werkt tot een deeg, dat door openingen
van verschillende vormen wordt geperst.
Het gewone zoethout, waarop wij vroeger
als kinderen zo graag kauwden zien we te
genwoordig haast niet meer. Dat komt om
dat zoethout al vóór het in Nederland komt,
tot blokdrop wordt verwerkt.
Zwart op wit.
Wel zien we nog veel zwart op wit. Dit
mengsel van droppoeder, salmiakzout en
meel is echter niet altijd van even goede
kwaliteit. Geen enkele fabriek van naam
produceert zwart-op-wit en er is dan ook
moeilijk kontrole uit te oefenen op de sa
menstelling ervan. Drop staat wel onder
kontrole, namelijk onder die van het C.I.D.I.,
het Centraal Instituut voor de Dropverwer-
kende Industrie in Amsterdam. Natuurlijk
valt het drop artikel ook onder toezicht
van de Warenwet, maar we mogen wel
zeggen, dat het C.I.D.I. nóg strenger is.
We kunnen dus met een gerust hart
van onze drop genieten, zelfs zij, die een
zoutarm dieet hebben. Er zit in zoute drop
namelijk geen gewoon keukenzout, maar
salmiakzout.
(Nadruk verboden).
GRONINGSE PSYCHIATER OVER GENERA TIEKONFLIKT
In wellicht geen enkel tijdperk van de wereldgeschiedenis drukte het gene-
ratiekonflikt zo'n krachtig stempel op de menselijke verhoudingen als in onze
dagen. Vooral de adolescent (de jongere tussen 18 en 25 jaar) vormt voor veel
ouderen soms een bedreiging, omdat hij een levenswijze en opvattingen huldigt,
die de levensgewoonten, principes en zekerheden van de oudere generatie in
hun wortels aantasten. Dat leidt vaak tot een diepgaande vervreemding tussen
jongeren en ouderen, die niet zelden ook manifest wordt in het gezin.
De adolescent heeft het niet gemakkelijk in de wereld van vandaag. Zijn
onzekerheid is vaak groter dan ouderen denken. Dat leert o.a. een uitvoerige
beschouwing in het vakblad „Sociaal Bestek" van dr. G. Mik, lektor in de
kinder- en jeugdpsychiatrie aan de Groningse universiteit.
Barre willekeur in leeftijdsgrenzen.
De Groningse psychiater meent dat in het
huidige maatschappelijke bestel velerlei oor
zaken aanwijsbaar zijn, die de jonge mens
extra belasten en onzekerheden bewerkstel
ligen.
In tegenstelling tot vroeger liggen allerlei
rollen, die jongeren vervullen, niet meer
vanzelfsprekend vast. Gevestigde tradities,
vastliggende verenigingsverbanden, vrijwel
uniforme kulturele patronen wat betreft
de verschillende generaties zijn nu niet meer
zo voorhanden. Eigen oplossingen en toe
komstplanningen worden gevraagd. Ener
zijds worden dus zeer volwassen eisen ge
steld, anderzijds wordt de adolescent dooi
de oudere generatie vaak niet voor vol aan
gezien.
De kloof tussen kind en volwassene wordt
in onze samenleving op vreemde wijze overr
brugd. Je mag met 14 jaar naar sommige
films, met 16 jaar een brommer berijden,
met 18 jaar in een auto rijden, soldaat wor
den en straks ook stemmen: pas op je 21ste
mag je erven en trouwen zonder toestem
ming van je ouders. Deze barre willekeur
in het stellen van leeftijdsgrenzen wijst er
reeds op dat er een spanningsveld bestaat
tussen de generaties.
De jeugd van nu is intellektueel en li
chamelijk vroeger rijp dan de jeugd van vóór
de oorlog. Maar de emotionele onrijpheid
is vaak groter, al mogen we niet generali
seren. De houding van de maatschappij ten
opzichte van de adolescent is ook bijzonder
dubbelhartig en versterkt in feite de kloof
tussen jonge en oude generatie. Aan de ene
kant wordt de onmondigheid van de jongere
op alle mogelijke manieren geaksentueerd.
Een volwaardig loon krijgt hij pas als 23-
jarige, als student is hij op geforceerde wijze
afhankelijk, als jong-volwassene heeft hij in
zijn studie- of werksituatie weinig inspraak.
Kortom, de jonge producent wordt maar
moeizaam geaksepteerd, maar dezelfde maat
schappij stort zich dankbaar op hem als
konsument.
Aanpassing.
„Wij hebben niks te vertellen, maar men
wil wel graag aan ons verdienen", zegt me
nig jongere. En inderdaad, wanneer jonge
ren zich afwijzend opstellen tegenover de
oudere generatie en zelfs in groepsverband
een eigen subkuituur scheppen, valt dit bij
ouderen niet in goede aarde. Maar niemand
Muntdrop Katjesdrop Boerderijdrop Salmiak Laurierdrop Veterdrop.
NEDERLANDERS ETEN HET IN VELE SOORTEN
Welk kind eet niet graag drop en welke volwassene denkt af en toe niet
eens met weemoed terug aan het ouderwetse snoepwinkeltje waar je voor een
cent kon kiezen tussen een zuurbal, veters drop en zoethout?
Wij Nederlanders zijn dropeters, eenvoudig omdat we behoefte hebben aan
drop. Dit blijkt alleen al uit het feit dat heel veel Nederlanders in het buiten
land zich de vaderlandse drop bij kilo's laten toesturen.
Tegen hoesten hebben we graag zoute drop bij de hand en we nemen drop
omdat het dorstlessend is. Verder is het bekend dat vrouwen, die een baby
verwachten, soms kilo's drop verorberen. Is het daarom dat drop eten ons
als het ware in het bloed zit?
Wat is de samenstelling?
Drop, het dropartikel, bevat naast hoog
waardige voedingssuikers als riet- of biet
suiker en glucose, twee zeer belangrijke
ingrediënten, namelijk blokdrop en arabische
gom. Blokdrop is het zoetmakende en aro
matische extrakt van de zoethoutwortel,
een sinds voorhistorische tijden bekende
subtropische plant.
Zoethout wordt aangetroffen in Spanje,
Griekenland, Turkije, Syrië, Irak, Iran, Rus
land en China. De wortels worden verza
meld en gesneden, met water uitgekookt
en het verkregen extrakt ingedikt tot een
glanzend zwarte massa. Deze massa wordt
vaak in grote brokken of blokken gegoten,
vandaar de naam „blokdrop".
Blokdrop koop je dus niet in de winkel,
het is een grondstof die in de dropfabrieken
wordt verwerkt. De blokdrop komt onder
de naam Succus Liquiritiae in alle pharma-
copee's voor. In de oudste bewaard geble
ven artsenijmiddelen-boeken werd het zoet-
houtextrakt reeds beschreven.
Talloze Chinese, Egyptische, Griekse en
Romeinse geleerden kenden het extrakt als
een veelzijdig middel tegen allerlei kwalen
zoals dorst, verkoudheid, hoest en andere
aandoeningen van de ademhalingswegen,
en maagklachten. Zo vinden we drop ge
noemd in het eerste Chinese kruidenboek
"Shen nung Pen ts'ao King", in de Magische
Papyrus van Londen en Leiden, in het aan
Brahman toegeschreven Indische medische
werk „Susruta" en in geschriften van de
Griekse arts Hippokrates, de „Vader der
Geneeskunst".
Arabische gom.
Zoethoutwortels, die in het graf van
Toetanchamon gevonden werden, getuigen
van het hoge aanzien waarin het gewas
ten tijde van de farao's stond. Ook gedu
rende de middeleeuwen, toen het zoethout
bij kloosters tot zelfs ten noorden van de
Alpen gekultiveerd werd, bleef het geloof
aan de geneeskrachtige eigenschappen van
drop steeds behouden.
De arabische gom, een uit de tropen
afkomstige natuurlijke plantengom, kan
eveneens op een zeer oude en eerbiedwaar
dige geschiedenis terugzien. De Egyptena-
ren haalden het reeds meer dan 3000 jaar
geleden uit het land Punt, een gebied waar
van de ligging onzeker is gebleven, maar
waarvan de uitvoerhaven „Trappen der
Wierook" genoemd, in de oudheid grote
bekendheid genoot. Afbeeldingen van gom
bomen en ook gom zelf zijn in de graf
kamers van Rhapsenit bij Medinet-Abu ge
vonden.
De arabische gom is een uitscheidings-
produkt van de gomboom. De inheemse be
volking maakt in de boom een inkeping,
waarna de gom uitvloeit en indroogt tot
een groot rond brok, de zogenaamde
„traan". Deze brokken worden verzameld
en met kamelen naar een centrale markt-
PAS GOED OP UW KINDEREN
Uw huis is vol met potentiële moordenaars