NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Plouvier heeft DE schoenen
Raadsvergadering Kortgene
No. 3544
Donderdag 8 maart 1973
76e jaargang
Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wlssenkerke, Tel. 308, Giro 206882
Abonnementsprijs 5,— per half jaar. Franco per post 20,— per jaar. Advertenties 19 ct per mm, exclusief BTW.
Voor fouten in advertenties per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen.
In de donderdag 1 maart j.l. gehouden
openbare raadsvergadering, stond de voor
zitter, na zijn openingswoord, nog even stil
bij het 25-jarig ambtsjubileum van secretaris
Goossen, die hij ook van deze plaats, zijn
welgemeende felicitaties aanbood.
De notulen worden hierna onveranderd
vastgesteld en enige ingekomen stukken
worden voor kennisgeving aangenomen.
Bij zijn mededelingen zegt de voorzitter
o.a. dat hij een ernstig onderhoud gehad
heeft 'met het bestuur van de jeugdsoos te
Colijnsplaat. Daarbij was ook de heer San-
dee verzocht. De jeugd heeft erkend, aldus
de voorzitter, dat zij in het vervolg wat
zorgvuldiger dient op te treden en andere
dingen dient na te laten. De heer Sandee
heeft een nauwer toezien beloofd.
In het contract met de watersportvereni
ging Noord-Beveland zegt de voorzitter is
een clausule opgenomen tot verbod van
doorgifte rechten aan derden.
De nota over de commissies is bijna ge
reed. Gehoopt was deze voor deze vergade
ring nog aan te kunnen bieden, doch dat is
niet gelukt. Het is echter zeker dat die in
de volgende vergadering ter tafel zal komen.
Ten aanzien van de huisvesting (het bou
wen van woningen) zegt de voorzitter dat
de desbetreffende minister besloten heeft
de kraan drastisch terug te draaien. De
konsekwentie voor onze gemeente is, dat aan
het programma niet zal worden getornd,
maar dat het bouwprogramma niet in één
jaar zal worden gerealiseerd, maar in vijf
kwartalen. Op 2 april a.s. zal in Kortgene
met het heien een aanvang worden gemaakt.
Hierna komt in behandeling de nota
„Rioolwaterzuivering". Te dien aanzien had
den b. en w. de volgende toelichting op het
agendapunt:
Aan dë Raad,
Zoals u uit de dagbladen zult hebben
vernomen, hebben gedeputeerde staten van
Zeeland aan de gemeentebesturen hun ont
werpvoorstel (aan de provinciale staten)
doen toekomen op het stuk van de regeling
van afvalwaterzuivering c.a. in Zeeland.
Zij hebben in dat voorstel gekozen voor
een oplossing, waarbij die taken die inge
volge de wet verontreiniging oppervlakte
water door de provincie mogen worden
gedelegeerd worden opgedragen aan de wa
terschappen.
U zult tevens hebben vernomen, dat uit
gemeentelijke kringen in Zeeland tot nu toe
nogal wat bedenkingen naar voren zijn ge
bracht tegen de door gedeputeerde staten
voorgestane oplossing en dat herhaaldelijk
door de gemeentebesturen is geopteerd voor
de instelling van een zuiveringschap.
Omdat ook bij ons college in eerste in
stantie de nodige twijfels zijn gerezen over
de juistheid van de door het provinciaal
bestuur gekozen oplossing hebben wij ge
meend er goed aan te doen, alvorens ons
standpunt te formuleren en aan gedepu
teerde staten kenbaar te maken, het gevoe
len van uw raad in te winnen.
Waar in het voorstel van gedeputeerde
staten alleen die informatie wordt verstrekt,
die relevant is voor het verkrijgen van een
inzicht in de situatie, waarin de waterschap
pen belast worden met de zorg voor de
kwaliteit van het oppervlaktewater, en dus
naar onze mening sprake is van onvolledige
voorlichting, daar immers aan andere op
lossingen geen woord wordt gespendeerd,
menen wij u deze nota te moeten voorleggen,
in welke nota is opgenomen een samen
vatting van het voorstel van gedeputeerde
staten alsmede een aantal vragen, die wij ons
hebben gesteld aan de hand van de huidige
situatie en de memorie van toelichting van
de wet verontreiniging oppervlaktewater.
Daarbij hebben wij getracht niet alleen
kritiek uit te oefenen op het voorstel van
gedeputeerde staten, maar tevens de voor
delen van de door hen gesuggereerde taak
verdeling te onderkennen. Tevens hebben wij
stilgestaan bij de mogelijkheden van een
zuiveringsschap en eventuele andere oplos
singen.
Wij zijn er van uitgegaan, dat u uit deze
nota voldoende informatie moet kunnen
putten om u een oordeel te vormen, zondei
dat het direct noodzakelijk is u geheel te
verdiepen in de wet en de voorstellen van
G.S. Omdat het hier gaat om een princi
piële keus en niet om het beoordelen van
details van de regeling van gedeputeerde
staten, hebben wij gemeend te mogen vol
staan met het citeren van gedeelten van het
voorstel van gedeputeerde staten waar zulks
nodig is.
Uiteraard liggen alle op de zaak betrekking
hebbende bescheiden voor u ter secretarie
ter inzage.
Gedeputeerde staten nu zijn van mening,
dat de aktieve zuiveringstaak gelegd dient
te worden in handen van de waterschappen,
die immers tot nu toe al zijn belast met het
zogenaamde kwantiteitsbeheer van het wa
ter, dus de zorg voor de beheersing van de
hoeveelheid water in polders e.d., terwijl zij
tevens door middel van lozingsvergunningen
voor het behoud van de kwaliteit van dat
water waken.
In de nieuwe situatie zou dan de zorg
voor de hoeveelheid water en de kwaliteit
van het water, dus ook de zuivering, in
handen van dezelfde instantie liggen.
Gedeputeerde staten ontlenen hun kracht
in deze aan een brief van de minister van
verkeer en waterstaat, uit welke brief het
volgende wordt geciteerd:
„De wet verontreiniging oppervlaktewa
teren belast ten aanzien van oppervlakte
wateren, die niet in beheer zijn bij het rijk,
in eerste instantie de provinciale besturen
met de uitvoering van de wet."
„Provinciale Staten kunnen ingevolge ar
tikel 6 die taak echter geheel op gedeel
telijk toekennen aan andere openbare li
chamen. De wet laat derhalve veel vrijheid
bij de keuze van de bestuurlijke organisatie."
„De wetgever heeft het welbewust van de
omstandigheden willen laten afhangen wel
ke bestuurlijke oplossing in concreto als
de beste zou zijn te beschouwen."
„Dit houdt evenwel niet in, dat geen al
gemene overwegingen zijn aan te wijzen,
die de keuze mede dienen te bepalen."
„Uit de memorie van toelichting op het
ontwerp voor de wet blijkt, dat de gedachte,
de zorg voor de waterkwaliteit op te dragen
aan de beheerder van het water, voor de
hand liggend wordt geacht. Afgezien van de
grote rijkswateren, zou verwezenlijking van
die gedachte onder de bestaande omstan
digheden echter leiden tot een onaanvaard
bare versnippering van de kwaliteitszorg
en tot een aanpak van de zuiveringstaak
op te kleine schaal. Sindsdien is het inzicht
versterkt, dat de zorg voor de kwaliteit
van het water dient te worden opgedragen
aan lichamen van grote tot zeer grote om
vang, zowel ter wille van de bestuurskracht
(met inbegrip van de technische equipering)
als ter verzekering van een voldoende fi
nanciële grondslag. Dit brengt mede, dat in
veel gevallen bestaande waterschappen, die
met de kwantitatieve waterbeheersing zijn
belast, niet voor het vorenstaande in aan
merking komen. Op zich zelf echter is de
waterschapsvorm voor de uitoefening van
het kwalitatieve beheer aantrekkelijk, om
dat deze als vorm van functionele democra
tie een geschikte mogelijkheid biedt de bij
de taak betrokken belangen rechtstreeks
zeggenschap in het bestuur te geven."
Voorts blijft van belang, dat aan de sa
menhang van het kwalitatieve en het kwan
titatieve oppervlaktewaterbeheer in bestuur-
liik opzicht zo goed mogelijk uitdrukking
wordt gegeven. In beginsel kan dit op opti
male wijze geschieden door beide beheren
te leggen in handen van hetzelfde publiek
rechtelijke lichaam. Daar waar zulks (nog)
niet mogelijk is, is het gewenst dat een
opzet wordt gekozen, die de coördinatie
van beide beheren zo goed mogelijk verze
kert. Ook in dit opzicht kan de waterschaps
vorm voordelen bieden."
„Van bijzondere betekenis mede in ver
band met het bovenstaande kan tenslotte
worden geacht, dat het territoir van de met
het kwaliteitsbeheer te belasten lichaam zo
enigszins mogelijk wordt bepaald door wa
terstaatkundige grenzen."
Tot zover citaten uit de aan gedeputeerde
staten gerichte brief van de minister.
Gedeputeerde staten nu concluderen uit
het bovenstaande, hoewel daarin naar ons
oordeel door de minister bijzonder veel
voorbehoud wordt gemaakt en een uiter
mate voorzichtige formulering is toegepast,
het volgende:
„Ook de minister van verkeer en water
staat is van oordeel, dat de waterschappen
de meest aangewezen organen zijn om het
aktieve zuiveringsbeheer van oppervlakte
wateren op te dragen."
Dit is een conclusie, die wij uit de geci
teerde uitspraken van de minister bepaald
niet kunnen destilleren
Wij achten het raadzaam u dit verband
niet te onthouden de opmerkingen op dit
punt door de ministers gemaakt in de me
morie van antwoord bij de behandeling
van het wetsontwerp in de Staten Generaal.
Aan die memorie van antwoord is het vol
gende citaat ontleend.
„De ondergetekenden (de betrokken be
windslieden) zijn zich ervan bewust, dat het
tot stand brengen van een doelmatige or
ganisatie in vele gevallen niet eenvoudig
zal zijn. De beslissing over de vraag, aan
welk lichaam de zorg voor de bestrijding
van de waterverontreiniging in een bepaald
gebied moet worden opgedragen, zal slechts
kunnen worden genomen na zorgvuldige o-
verweging van alle daaraan verbonden fa
cetten. Een min of meer dogmatische aan
pak achten de ondergetekenden om deze
reden hier niet op zijn plaats.
Zij oordelen het daarom ook niet gewenst
in het wetsontwerp vast te leggen, aan welke
lichamen bedoelde zorg bij voorkeur zou
moeten worden gedelegeerd. Naar hun oor
deel kan niet zonder meer in het algemeen
worden gesteld, dat de waterschappen zou
den moeten worden aangemerkt als de meest
geschikte organen voor de taak van de
kwalitatieve waterbeheersing.
Eloewel aan het samenvallen van kwali
tatieve en kwantitatieve beheersing voor
delen verbonden kunnen zijn, zullen deze
bii de vele problemen, welke zich bij het
doelmatig organiseren van de bestrijding der
verontreiniging kunnen voordoen, niet steeds
van doorslaggevende betekenis zijn. Dit geldt
eveneens voor de mogelijkheden, die de wa-
terschanoen bieden tot vertegenwoordiging
van de belanghebbenden op bestuurlijk ni
veau. Voor dit laatste aspect zullen bij an
dere organisatievormen zeker bevredigende
oplossingen kunnen worden gevonden.
Hierbij moet in aanmerking worden ge
nomen, dat het kwalitatief beheer andere
en veelal zwaardere eisen aan de specifieke
deskundigheid van de beheerder van het
water stelt dan het kwantitatieve beheer
en dat bij de bestaande waterschapsorga
nisatie niet alle waterschappen zodanig zijn
ingericht, dat zij beide taken zouden kunnen
uitvoeren."
Tot zover de bewindslieden, die de wet
verdedigd hebben in het parlement. Ook
aan dit citaat menen wij onze twijfels te
mogen ontlenen aan de juistheid van de
door gedeputeerde staten voorgestane opzet.
Wij achten het betreurenswaardig, dat het
hoge college in zün voorstel niet komt tot
een afweging van voor- en nadelen van de
mogelijke oplossing en waarbij wij denken
aan a. het houden van de taak voor de
provincie (dus niet delegeren): b. de instel
ling van één of meer zuiveringschappen;
c. het delegeren van de taak aan de water
schappen. Wij achten het geenszins uitge
sloten dat bij een dergelijke vergelijking
van voor- en nadelen van de diverse moge
lijkheden een andere oplossing dan de nu
door het college gevonden opzet uit de bus
zou zijn gekomen. Wellicht veronderstellen
we ten onrechte, maar de indruk bestaat,
dat het college de eenvoudigste oplossing
heeft aangegrepen zonder zich om de alter
natieven te bekommeren.
Wij moeten dan ook de vraag stellen of
gedeputeerde staten aan de bezwaren, die
de minister blijkens bovenstaande citaten
duidelijk onderkent, voldoende zijn tegemoet
gekomen. Zijn alle waterschappen van vol
doende grote bestuurskracht?
Is de door de minister genoemde speci
fieke deskundigheid aanwezig bij de water
schappen? In alle bescheidenheid menen
wij te mogen stellen, dat zo er al sprake
is van specifieke deskundigheid op het ge
bied van de waterzuivering deze bepaald
in de gemeentelijke hoek moet worden ge
zocht. Welk Zeeuws waterschap exploiteert
zuiveringen? Hoeveel zuiveringen hebben
gezamenlijke waterschappen en hoeveel de
gezamenlijke gemeentes?
Uiteraard wanen wij eigen uil geen valk.
De gemeenten hebben zich tot nu toe gro
tendeels moeten verlaten op andere dan
gemeentelijke diensten voor het deskundig
advies in zuiveringszaken.
Maar hebben zij toch niet de meeste
ervaring in deze? Moeten dan de gemeenten,
die bovendien als territoriale lichamen een
veel democratischer vertegenwoordiging ken
nen dan de functionele waterschappen, ge
heel buiten spel worden gezet, zoals in de
opzet van gedeputeerde staten geschiedt?
Inderdaad hebben gedeputeerde staten oog
gehad voor het punt van de „specifieke des
kundigheid". Zij stellen zich dan ook voor,
dat in de nieuwe opzet de waterschappen
middels een gemeenschappelijke regeling een
technologische dienst realiseren. Verder den
ken zij aan mogelijke samenwerking met
bedrijven zoals de watermaatschappij.
Verwacht mag worden door het ontbreken
van ervaring bij de waterschappen op het
terrein van zuivering, dat het zwaartepunt
van de nieuwe taak zal komen liggen bij
deze technologische dienst.
Eveneens mag redelijkerwijs aangenomen
worden, dat de waterschappen de prudentie
zullen hebben zich in zuiveringszaken e.d.
die ook maar enig gewicht hebben te laten
adviseren door die technologische dienst.
Maar daarmee heeft het is immers een
gemeenschappelijke regeling tussen de wa
terschappen een zeer belangrijk deel
van de nieuwe taak zich in feite onttrokken
aan de greep van de vertegenwoordigers
(vervuilers). Zij hebben wel enige stem in
het waterschap nieuwe stijl, maar geen di
recte grip op de technologische dienst.
Is hier geen sprake van gebrek aan de
mocratie?
Ook de minister heeft zich afgevraagd
dat blijkt wel uit de citaten in hoeverre
de belangenvertegenwoordiging gewaarborgd
is binnen de waterschappen, indien de zui
veringstaak aan hen wordt opgedragen.
Grote vraagtekens kunnen hier gezet wor
den. Immers het waterschap is een vorm van
functionele decentralisatie. Anders dan de
gemeente, die binnen haar territoir in prin
cipe een algemene bevoegdheid heeft, heeft
het waterschap in een gebied maar zeer
bepaalde taken te vervullen. Op die beperkt
heid is ook de vertegenwoordiging in het
waterschap gebaseerd. Niet iedereen, maar
alleen de belanghebbende heeft aktief en
passief kiesrecht.
Nu stellen gedeputeerde staten zeer te
recht, dat de huidige taak van het water
schap en de taak ingevolge de wet veront
reiniging oppervlaktewateren zeer vele raak
vlakken hebben.
Inderdaad, raakvlakken, maar is daarmee
niet aangegeven, dat het uiteindelijk toch
om verschillende zaken gaat? Is het dan
juist, dat deze verschillende zaken door
dezelfde functionele organisatie worden be
hartigd? Het zou wellicht in verband met
de raakvlakken tussen de taken, zoals de
minister het uitdrukt, zo zijn, „dat er voor
delen aan verbonden kunnen zijn." Maar
heeft iemand al eens voorgesteld, dat de
Kruiswoordpuzzel no. 315
Horizontaal: 1. Fr. onbep. vnw. - 3. op de
wijze van - 6. hoefdier - 8. bestaat - 10. fris
11. Ital. dichter -14. regel -15. oosterse titel
17. rijstbrandewijn - 19. verfrissing - 21.
waddeneiland - 23. hoofddeksel - 25. familie
lid - 27. meisjesnaam - 28. krantenjongen
30. kuststrook - 33. deel van een wedstrijd
35. treiter - 36. schatten - 39. Nederl. Telev.
Stichting (afk.) - 40. bevestiging - 41. houten
gebouw - 42. bond - 43. spil - 44. aanhaling
46. van node - 48. vogel - 50. jongensnaam
52. raadsel - 55. netto (afk.) - 56. water in
Utrecht - 58. uitroep - 59. voor - 61. land
in Europa - 64. gedicht - 66. gereedschap
67. oevergewas - 69. plaats in Italië - 70.
spook - 72. vloeistof - 74. Eng. voorzetsel
75. hoefdier - 76. berg - 77. pers. vnw.
Horizontaal: 1. or - 3. enak - 7. maan - 10.
bl - 12. pad - 14. eland - 16. kroos - 18.
kast - 20. ro - 21. do - 22. va - 23. ie
24. Eton - 26. Eelde - 29. stroop - 31. kg
32. einde - 34. re - 35. parodie - 37. ri
38. ra - 40. lee - 42. roos - 44. ri - 46. dra
47. ban - 49. se - 50. vers - 53. dun - 55. fa
57. en - 58. pendule - 61. ob - 63. tapir
65. ok - 66. esprit - 69. enorm - 71. Emma
72. mi - 73. sr - 74. sg - 75. Ab - 76. Ella
78. lakei - 80. lorre - 82. age - 85. geld
86. oord - 87. om.
watermaatschappij en de PZEM samengaan,
omdat ze beiden hun produkten aan wo
ningen afleveren?
Wij vragen ons af, of de belangen van
zuivering voor 100% behartigd kunnen
worden door het waterschap. De bestuurs-
veranderingen die gedeputeerde staten zich
voorstellen doen ons daarbij het ergste vre
zen. Allerminst twijfelen we aan de goede
bedoelingen van de waterschappen, maar
de verdeling van de bestuurszetels voorspelt
weinig goeds. In principe stellen gedepu
teerde staten, dat het ongebouwd in het
waterschap minimaal 50% van de bestuurs
zetels moet behouden. Dat betekent, dat het
onbebouwd ook in zuiveringszaken het voor
het zeggen krijgt, terwijl toch de zuivering
in hoofdzaak een kwestie voor en van het
gebouwd is. Wordt het waterschap dan niet
een lichaam met „twee zielen in zijn borst?"
Bezien we de voorgestelde wijziging van
het reglement van het waterschap Noord-
Beveland. De nieuwe zetelverdeling wordt
dan als volgt:
Algemene vergadering: dijkgraaf; 5 gezwo
renen; 15 hoofdingelanden voor het onge
bouwd; 3 hoofdingelanden voor het gebouwd
en 3 hoofdingelanden voor de vervuilers.
Dagelijks bestuur: dijkgraaf; 3 gezwore
nen (voor elk district 1) voor het ongebouwd;
1 gezworene voor het gebouwd en 1 ge
zworene voor de vervuilers.
Het komt ons voor, dat de belangen van
het „oude" waterschap in deze regeling
heel wat beter gewaarborgd zijn dan die
van de vervuilers. Wij voegen hier nog als
bedenking aan toe, dat het waterschap als
lichaam niet leeft voor de burger, juist
omdat het een belangenorganisatie is. Dat
Zie vervolg pagina 2.
Verticaal: 1. in orde (afk.) - 2. rekening
3. oosterse jongensnaam - 4. jongensnaam
5. voorzetsel - 6. plaats in Zwitserland - 7.
beroep - 8. begrip - 9. selenium (afk.) - 12.
het zij zo - 13. wat gesproken wordt - 16.
hemellichaam - 18. Ind. gewoonterecht - 19.
zangstem - 20. meisjesnaam - 22. grondsoort
23. vorm van foppen - 24. groot water - 26.
vogel - 29. vogel - 31. voormalig Russisch
heerser - 32. Nederlander - 33. enkele - 34.
gezang - 37. transportonderneming (afk.)
38. bijb. naam - 45. van het jaar (afk.)
47. part - 49. handelsterm - 50. kostbare
stof - 51. rustbank - 53. slecht, moeilijk
54. vlaktemaat - 56. nauwe - 57. godheid
60. meetk. figuur - 62. meisjesnaam - 63.
meisjesnaam - 65. deel van de hand - 66.
deel van een boom - 68. deel van een berg
69. familielid - 71. getij - 73. water in
Friesland.
Verticaal: 1. op - 2. raket - 4. netto - 5. al
6. karn - 7. md - 8. akolei - 9. nr - 10. boa
11. Is - 13. da - 15. no - 17. oven - 19.
Seoel - 21. de - 23. Isar - 25. opperen - 26.
ego - 27. dier - 28. reis - 30. rr - 31. kro
33. droef - 36. diadeem - 39. arena - 41. Ed
43. os - 45. ir - 48. nu - 50. vete - 51. spin
52. nuk - 54. Nepal - 56. anti - 59. erosie
60. dom - 62. br - 64. perk - 67. smeer
68. imago - 70. rg - 71. Ebro - 73. sar - 75.
ao - 77. la - 78. Ie - 79. eg - 80. ld - 81. ro
83. om.
GANZEPOORTSTRAAT 21 - TEL. 65 35 - GOES
Oplossing kruiswoordpuzzel no. 314