NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Pion vier heeft DE schoenen
Het vermolmde voetstuk
^KRALEN RIJGEN
door Maartje Zeldenrijk
No. 3527
Donderdag 2 november 1972
76e jaargang
Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. 308, Giro 206882
Abonnementsprijs 5,00 per half jaar. Franco per post 19,per jaar. Advertenties 18 ct per mm, exclusief BTW.
Voor fouten in advertenties per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen.
FEUILLETON
Hij keek het meisje met welgevallen
aan. Vandaar naar de donkerblauwe Daf.
„Moet je nog weg?"
„Een boodschap. Wat had je me te
vertellen?"
„Morgenavond 'is er dansen in de stad.
Heb je zin met me mee te gaan?"
„Heel aardig, maar ik heb geen zin."
„Toe nou Jantine, doe niet altijd zo stug
tegen me. Ik probeer al meer dan een
jaar eens met je uit te gaan, maar je
weigert altijd. Ben ik zo verschrikkelijk
lelijk?"
Ze keek hem enige tijd aan. Lelijk was
hij beslist niet, integendeel. Van alle
boerenjongens, die ze in deze wijde om
trek kende, was hij ongetwijfeld wel de
knapste. Voeg er nog bij, dat hij door
ging voor een der beste partijen in dit
deel van de Beemster, dan moest ze zich
toch wel gevleid voelen, dat hij zo
hardnekkig bleef aanhouden. Maar ze had
haar woord immers gegeven aan oom
Siem? Dat was een uitgemaakte zaak.
Aan de andere kant had ze best weer
eens zin om een paar uurtjes -te gaan
dansen. Met Gerrit Tromp kon ze zich
best vertonen. Tjonge, heel wat meiden
zouden haar wel jaloers aankijken, als ze
aan zijn arm binnenstapte.
Omdat ze bleef zwijgen, vervolgde hij:
„Je hoeft nergens bang voor te zijn,
want ik weet best, hoe ik me moet ge
dragen, hoor. En ik zal er ook voor zor
gen, dat je op tijd terug bent, hier. Enne...
volgende week is het Edammer kermis.
Waarom ga je niet eens met me mee
naar Edam? Meid, we zouden machtig
veel schik kunnen hebben samen."
Ze vond hem niet onaardig. Aanvanke
lijk beschouwde ze hem net als alle an
deren, die wel eens een poging waagden
om met haar uit te gaan. Een 'heel enkele
maal als ze een onverschillige bui
had stemde ze toe, en doorgaans vond
ze er nooit veel aan en zoenen was er
helemaal niet bij. Dan wees ze de jongen,
die haar naar huis bracht zo venijnig de
les, dat hem de moed ontzonk haar nog
eens een tweede maal te vragen.
Eigenlijk had ze best weer eens zin om
een avondje uit te .gaan. De zomer was
warm en druk geweest. Per slot van re
kening moest er in deze maanden geld
verdiend worden en soms was het nood
zakelijk, dat ze hard meewerkte, wat ze
overigens helemaal niet erg vond, doch
veel ontspanning had ze eigenlijk nooit.
Enkel haar mooie Dafje, waarop ze zo
trots was, en die haar trouw overal heen
bracht, waar ze wilde zijn. Doch om zich
nu eens een avond helemaal te laten ver
wennen door deze knappe boerenzoon,
daar had ze eigenlijk wel zin in.
Jantine hield niet van treuzelen. „Hoe
laat?", vroeg ze kort en bondig.
„Het begint om acht uur. Mag ik je
tegen die tijd halen?"
Ze schudde haar hoofd en wees in
de verte, waar zijn wagen stond. „Wacht
daar maar, tegen achten. Moeder heeft
er voorlopig nog niets mee te maken."
Hij was verheugd door haar toestem
ming. „Jantine, we gaan er een fijne
avond van maken."
„En om elf uur wil ik thuis zijn."
Hij knipoogde blij. „Jij bent rijkelijk
op tijd thuis, daar ataat Gerrit borg voor.
Fijn, Jantine, je zult het niet slecht bij
me hebben."
„Dat weet ik dan," antwoordde het
meisje nuchter. „En ga nu es wat opzij, ik
moet weg."
„Waarom ga je niet met mij mee?
Ik breng je waar je zijn moet."
Ze keek hem spotlachend aan. „Aam
je wagen te oordelen, zou je niet zeggen,
dat jij de zoon bent van Jan Tromp. Mij
dunkt, die van je arbeiders zijn beter."
Zelf was hij nog al trots op het Flatje,
dat hij voor een prik had gekocht en
helemaal had opgeknapt. Maar hij ant
woordde enkel: „Dat neemt niet weg,
Jantine, dat ik 'm zelf gekocht heb en
hij goed rijdt. Probeer het maar eens."
„Morgenavond, jongeman. Vanavond
prefereer ik m'n eigen wagentje. Tot
ziens."
Terwijl ze wegreed, liep hij terug naar
zijn eigen wagen. Hij wist best, van
wie zij dit Dafje had gekregen. Er lie
pen geruchten over die Blazer, die een
kantoor had aan de Weerwal in de stad.
Een vrouwendief, noemden ze hem. Hij
kwam nogal eens bij de weduwe Oomes
over huis. Helemaal zuivere koffie
scheen dat ook niet te zijn. Jn de oorlog
was hij er ondergedoken. Haar man was
in die tijd omgekomen, doch Blazer was
gebleven. En had later de tuin van vrouw
Oomes uitgebreid door het aangrenzende
stuk er bij te kopen. Voeg daarbij het Daf
je, dat hij vorig jaar aan Jantine had ge
geven, doe je dat allemaal belangenloos?
Hij had het altijd al een eigenaardige
situatie gevonden. Maar hij paste wel op
kwaad te spreken van die Blazer, want
Jantine was weg van hem. Dat had men
meermalen gezien.
In elk geval had ze nu toegehapt. Het
kon een leuke avond worden met dat
knappe meidje. Alleen, hij zou wel erg
voorzichtig moeten zijn, want er zat een
kopje op. Heel kalm beginnen. Misschien
had hij ditmaal succes.
De volgende avond stapte ze tegen
achten in zijn wagentje voor de korte rit
naar de stad.
„Ik mag tot half twaalf wegblijven van
moeder," zei ze kalme toon.
„Weet ze dat je met mij uitgaat?"
„Natuurlijk, ik doe nooit iets stiekum,
Gerrit. Dat ligt niet in onze aard."
„O, dat bedoel ik ook niet. Ik wou
maar zeggen: had je moeder geen be
zwaren?"
„Welnee, waarom? Ik mag uitgaan
met wie ik wil."
Na een paar uurtjes realiseerde het
meisje zich: ik geniet. Gerrit danst pret
tig en is helemaal niet kleverig. Hij raakt
me nauwelijks aan. En als een ander
me eens vraagt voor een dansje, zegt hij
er niets van. Hij bevalt me wel. Ik heb
m'n vroegere klasgenoten zien kijken. Ze
zijn vast jaloers. Net goed. En kan ieder
een zien, dat ik kieskeurig ben iin m'n
keuze.
Naarmate de avond vorderde, ontdooide
ze steeds meer en werd vrolijk. Gerrit
vertelde grappige voorvallen van de boer
derij, waarover ze het soms uitschaterde.
Hij was wel een leuke jongen, vond ze,
toen ze voor de zoveelste maal met hem
danste. Maar om half elf kreeg ze er op
eens genoeg van. „Laten we maar gaan
hoofd na een wals van de dansvloer
Gerrit," zei ze, toen ze melt een rood
terugkwamen. „Ik wil nog wel wat rond
rijden. Eigenlijk nog veel te mooi weer
om een hele avond dn zo'n rokerige zaal
te zitten."
„Je hebt gelijk, meisje," zei hij. Hij
wenkte de kelner, rekende af en hielp
haar in de garderobe in haar mantel.
„Doe je das om. Je bent nogal veiihit. Ik
wil niet op m'n geweten hebben, dat je
verkouden wordt."
Ze was getroffen door zijn zorgzaam
heid. En ook nu weer gaf het haar vol
doening, dat hij haar eerat hielp instap
pen en pas daarna om de wagen heenliep
om zelf achter het stuur te gaan zitten.
Dat had hij toen ze wegreden van de dijk,
ook gedaan. En welke boerenjongen deed
zoiets? In elk geval had hij behoorlijke
manieren.
In de stad zei hij: „Waar wil je heen?"
„O, een eindje de Beemster in. Kun
nen we over de dijk terugrijden."
Om kwart over elf stopte hij bij 'het
de motor afzette, draaide hij zich naar
huisje. Er brandde nog licht. Terwijl hij
haar toe: „Doen we het nog eens over,
Jantine? Hoe denk je over de kermis iin
Edam?"
Ze had er wel zin in. Maar als oom
Siem nu weer eens onverwacht kwam?
Eigenlijk was het toch gek. Maar ze had
een prettige avond gehad met Gerrit
Tromp. Tenslotte was ze jong. Ze wilde
ook wel eens een beetje genieten. Maar
dadelijk beslissen kon ze niet. Eerst wil
de ze er met moeder over praten. Hoe
zou moeder er tegenover staan?
„Kom zondagmiddag maar eens buur
ten, Gerrit. Niet voor drieën, want moe
der doet altijd eerst een dutje. Kunnen
we wat babbelen."
„Geweldig Jantine. Natuurlijk doe ik
dat. Nou, was het geen machtige avond?"
Ze knikte. „Reuze meegevallen. Enfin,
jij danst prima, dat mag gezegd worden."
„En jij zeker niet? Je bent net een vlin
dertje. Je was vanavond het mooiste
meisje in de zaal."
„Begin nu niet te overdrijven...."
„Heus, Jantine. Ik meen het."
„In elk geval bedankt. Tot zondag dan
maar."
„Weterusten, Janltine. Dank je voor
deze fijne avond."
Met de portierknop in haar hand,
draaide ze zich nog eens naar hem toe.
Probeer je helemaal niet me te zoenen?",
vroeg ze, een beetje verbaasd en een
beetje beledigd. Als ik dan het knapste
meisje was, waarom zoent hij me niet,
dacht ze.
De jongen bleef rustig zitten. „Denk
je dat ik het de eerste de beste keer al
voor me zelf ga verknoeien? ik kijk wel
uiit".
„Deed je dat dan met andere meisjes
nooit! Mij dunkt, ik zal de eerste vast
niet zijn, die naast je in dit wagentje
heefit gezeten."
„Vast niet, Jantine, maar jij en die
anderen, dat is een heel verschil. Jij
bent een dametje. Daarom doe ik het heel
kalmpjes aan, begrijp je? Ik wil, dat je
enkel alleen goede herinneringen zult
hebben aan deze avond."
Jantine lielt het portier los. Met haar
hand trok ze zijn hoofd naar zich toe
en drukte een zoen op elke wang. „Een
beloning heb je in elk geval verdiend,"
zei ze op hartëlijke toon. „Tot zondag!"
(Wordt vervolgd).
spreekwoorden en citaten
met woorden voor U bijeengeregeir^^.
door Harry van Rijn ®n>u
Goede oude tüd.
Ook deze tijd schreef Godfried Bo-
mans eens zal eenmaal de goede oude
tijd worden.
Oude tjjd (1).
„In die goede oude tijd", zei een wijze
oma, „was dat allemaal anders en deden
de kinderen niet, wat ze nu doen. Trou
wens ook de oma's deden toen niet, wat
ze nu doen".
Oude tijd (2).
„Ik heb nog dansen geleerd", zei de
zelfde oma, „toen het nog zonde was".
Zonde.
Berouw komt na de zonde. Fons Jan
sen heeft eens iemand gekend, die be
rouw kreeg vóór de zonde. En een spijt
dat-ie er later van heeft gehad.
Zondaar.
Journalist interviewt de oude schilder.
„Waarmee vermaakte u zich in uw
jeugd?" „Met de jacht en met vrouwen".
„Dat is interessant. Waarop jaagde u?"
„Op vrouwen".
Vrouwen.
Een cynisch man heeft eens gezegd:
de jaren, die een vrouw van haar leef
tijd aftrekt, gaan gelukkig niet verloren.
Ze telt die bij de leeftijd van haar vrien
dinnen.
Leeftüd.
De dame mocht in een casino van haar
vriend tien gulden zetten op het nummer
van haar leeftijd. Ze zette op nr. 26,
maar het roulette-balletje rolde op nr.
32. Toen viel de jongedame flauw.
Vrouw.
De leeuw en de mooie slanke circus
vrouw kussen elkaar op de lippen. Het
publiek applaudiseert enthousiast. „Wie
doet dit na?", roept de spreekstalmeester
door de microfoon. „Ik", roept een geest
driftig toeschouwer, „maar haal dan
eerst even dat enge beest uit die kooi".
Beest.
Mevrouw komt met een St. Bernhard-
hond op 't spreekuur van een psychiater.
Zegt ze: „Ja dokter, ik kwam niet voor
mezelf, maar voor mijn man hier. Hij
denkt, dat-ie een St. Bernhardhond is."
Psychiater.
Er bestaan veel grapjes over dit on
derwerp, die niet allemaal leuk zijn.
Deze is 't wel: Een jong mevrouwtje is
op aandrang van haar familie naar de
psychiater gegaan. „Waarorp?", vraagt de
dokter. „Alleen maar omdat ik zo gek
ben op honing", zegt het mevrouwtje
verontwaardigd. „Maar dat ben ik ook en
dat 'is toch geen reden om u naar de ze
nuwarts te sturen?" „Ha, dus u houdt
ook van honing?", valt mevrouw hem
grettig in de rede. „Dan moet U eens
bij mij thuis komen, dokter. Ik heb er
een zolder vol van!"
Honing.
Dat woord brengt ons bij die leerling,
die op de vraag: „Hoe heet een man, die
bijen houdt?", heel listig antwoordde:
„Een bijaardier".
Beiaardier.
De muzikale vriendin van een beiaar
dier 'hield zoveel van haar verloofde, dat
ze voor hem een lied bewerkte, dat hij
op de klokketoren kon spelen. Toen hij
boven was en begon te spelen, herkende
hij de melodie „Kom van dat dak af".
Muziek.
Het bespelen van een mondharmonica
Horizontaal: 1. moeilijkheid - 6. hand
langer - 11. verlangen - 12. wiel 13.
uitroep van pijn 15. tip - 16. bloedvat
17. pers. vnw. 18. netto (afk.) - 20. gode
zij lof (Lat. afk.) - 21. voorzetsel 22.
Eng. titel - 23. laatst leden (afk.) - 25.
landbouwwerktuig 27. rivier in Italië
28. ongeveer (afk.) 29. soort wapen - 32.
dunne - 34. zeer veel 36. gesloten
37. zoals de akten getuigen (Lat. afk.)
39. zangnoot 40. lidwoord - 41. aantal
schepen 42. berg - 45. als eerder (afk.)
46. jongensnaam - 48. dochter van Cad
mus - 51. suf - 53. deel van Amerika
(afk.) 55. rivier in Nederland - 57. de
oudere (afk.) 58. prijs (afk.) - 59. pers.
vnw. - 61. rondhout - 62. honger - 64.
in oprichting (afk.) - 65. ambtshalve (Lat.
afk.) 67. kledingstuk 69. godsdienst
(afk.) - 70. deel van een trap - 72. vogel
73. voorzetsel - 75. soort onderwijs (afk.)
76. aanhalig 78. bijwoord - 79. onbep.
vnw.
Horizontaal: 1. meel - 4. oma - 7. echt
10. eenogig - 14.' au - 15. nop 16. sap
18. de - 19. wl - 20. dik - 22. po 24.
Spa - 26. pistool - 30. ave - 32. An - 33.
ol - 34. ne - 35. se - 36. op 37. ze
38. arg 40. TH - 42. re - 44. parasol
45. ellende - 46. av 47. tp - 48. ark
50. al - 51. rm - 52. et - 54. ai - 56.
nn - 57. ja - 58. erg - 59. stokoud - 62.
aga - 64. tu - 66. Est - 67. Is - 68. fa
69. ion - 72. Let - 74. od - 76. negotie
80. pens - 81. aks - 82. gras.
is een groter muzikale prestatie dan het
luisteren naar Bach of Beethoven.
Beethoven.
„Jan, kijk daar. Zit daar op de ach
terste rij niet Ludwig van Beethoven?"
„Ach nee, kind. Die is toch allang dood?"
„O ja, en ik zie duidelijk, dat hij be
weegt".
Dood.
Schooljongen 1: „Is Napoleon gestor
ven in 1821?" Schooljongen 2: „Weet ik
echt niet. Ik wist niet eens dat hij ziek
was".
Niet weten.
De jongeman wilde niet in dienst en
zei, dat hij niet goed kon zien. Bij de test
zei de oogarts: „Lees maar eens de eerste
regel van die kaart". „Wat voor kaart?"
„Daar bij die deur". „Ik zie geen deur".
Na afloop van de keuring, die positief
schijnt uit te vallen, gaat de jongeman
naar de bioscoop. In de pauze ontdenkt-ie
dat de oogarts naa9t hem zit. Zegt de
jongeman zeer adrem: „Neemt u mij niet
kwalijk, meneer, maar deze bus gaat toch
naar het station?"
Laatste woord.
Wie altijd het laatste woord heeft, is
niet verstandig.
Verticaal: 1. musicus - 2. eerwaardige
vader (Lat. afk.) - 3. deel van de hals
4. slot - 5. luchtstrijdkrachten (afk.) 6.
baan voor balspel - 7. communicatiemid
del - 8. plaats in Azië - 9. de somma van
(afk.) - 10. ouderwetse feestverlichting
14. grondtoon - 17. zangnoot - 19. vette
vloeistof - 22. soort verhaal - 24. Fr. lid
woord - 26. pers. vnw. - 27. per expresse
(afk.) - 28. cerium (afk.) 30. per om
gaande (afk.) - 31. heilige (afk.) 33.
beroep - 34. Chin, maat - 35. dat is (afk.)
38. groet - 39. bevel - 42. groente - 43.
laatst leden (afk.) - 44. de 'te bezorgen
brieven - 45. deel v. d. dag (afk.) 47.
insekt - 48. zijrivier v. d. Donau 49
deel v. e. Fr. ontkenning 50. guit - 52.
goud (Fr.) - 53. stad der oudheid - 54.
tandarm zoogdier - 56. de oudere (afk.)
58. streek - 60. vogel - 63. maanstand
(afk.) - 64. meisjesnaam - 66. smeer
middel - 68. deel v. d. bijbel (afk.) 71.
Europeaan - 72. voorzetsel - 74. Verenig
de Naties (afk.) - 77. bevestiging.
Verticaal: 2. ei - 3. Leo - 4. on - 5.
monitor - 6. ag - 7. ega 8. ha - 9.
lans - 11. ep - 12. is - 13. rede - 15.
nl - 17. pp 19. wan 20. ds - 21. Ko
23. OAS 25. papaver - 26. poespas - 27.
il - 28. on 29. Letland - 31. verdrag
36. opa - 37. zat - 38. ala - 39. gek 41.
hel - 43. Eem - 49. rekstok - 53. tgt
55. it - 56. nu - 57. jas - 58. elft - 60.
oe - 61. Ot - 63. Aida - 65. ui - 67. It
70. ons - 71. ne - 72. li - 73. EEG - 75.
ae - 77. ga - 78. ts - 79. Aa.
GANZEPOORTSTRAAT 21 - TEL. 65 35 - GOES
Oplossing kruiswoordpuzzel no. 299