NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Het vermolmde voetstuk Pion vier heeft DE schoenen KRALEN RUIEN door Maartje zeldenrijk No. 3523 Donderdag 5 oktober 1972 76e jaargang Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. 308, Giro 206882 Abonnementsprijs 5,00 per half jaar. Franco per post 19,— per jaar. Advertenties 18 ct per mm, exclusief BTW. Voor fouten in advertenties per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen. FEUILLETON 28 Ruim half tien kwam de knecht terug van de avondveiling. Met een opgewekt gezicht. Zwijgend legde hij geld en briefje voor de vrouw neer. „Nog twee cent meer dan vanmiddag," zei hij te vreden. „Die van ons waren verreweg de mooisten." Jantine lachte blij. „We hebben ge lukkig een goeie naam, hé Joop?" De knecht knikte. „En of. Zodra ze het kaartje „weduwe J. Oornes" zien, komen ze altijd belangstellend kijken en keuren." Het was al laat, toen hij pijnlijk over eind kwam. Maar hij liet niets merken. „Het wordt m'n tijd, schatten. Ik houd jullie maar van je bed af." „Je kunt blijven als je wilt," zei de vrouw. „Je weet wel, er is altijd een bed voor je vrij." Hoewel hij ook nog een bed had in zijn kantoortje aan de Weerwal, zag hij er wel een beetje tegenop nog weg te gaan. „Jongens, breng me niet in ver leiding." Jantine vleide haar gezicht tegen de zijine. „Toe nou, oom Siem, doe het maar. Je doet er ons een plezier mee. Waarom zul je nog weg gaan? En als je morgen vroeg weg moet, zeg je maar hoe laat, dan roep ik je wel." Hij gaf zich gewonnen, hetgeen be loond werd door een spontane kus vasn het meisje. „Fijn! Ik zet je wagen wel in onze garage." „En je Dafje dan?" „Die kan voor een nacht wel buiten blijven. Het is toch mooi weer? Maar jou wagen is er te duur voor." Toen ze naar buiten was en hij haar de motor van zijn auto hoorde aanslaan, liep hij op de vrouw toe, die in een hoek van het vertrek stond. „Wil jij het ook graag?" Hij zag een kleur op haar wangen ko men. „Moet je dat nog vragen?", ant woordde ze met schorre stem. „Wees voor zichtig, Siem. Wacht een uurtje. Het huis is zo gehorig. Ik wil niet, dat Jantine iets merkt 21 De volgende morgen was hij in een opgewekte stemming. Het ontbijt smaakte hem uitstekend en hij koesterde zich opnieuw in de zorgen en toewijding der beide vrouwen. En groot was hun ver bazing, toen hij op kalme toon zei: „Ik help jullie deze morgen nog met pluk ken." Tine waarschuwde hem. „Doe het niet, Siem. Straks voel je je geradbraakt." Hij bleef koppig. „Ze kunnen het wel eens een morgen zonder mij stellen. Ik heb de smaak weer te pakken. Hoe laat is er vanmiddag veiling?" „Half drie. We plukken tot half één." „Dan ben ik van de partij." Tine keek bezorgd naar zijn kostuum. „Maar je kleren, Siem...." „O, Jantine heeft wel een paar zak ken voor me." Tot verbazing van de beide knechts, weerde Siem zich die morgen minstens even dapper als die middag tevoren, ter wijl Jantine trots als een pauw vlak bij hem bleef. Om tien uur werd er even ge pauzeerd voor een kopje koffie. Tine wilde, dat hij ermee ophield: „Het is nu welletjes, Siem; morgen kun je misschien niet eens overeind komen." „Ik heb beloofd te helpen tot half één en dat doe ik," antwoordde hij koppig, waarna hij weer aan de slag ging. 's Middags waren zijn handen en pol sen rood verbrand door de zon; z'n ge zicht eveneens. „Je ziet er uit als een indiaan," con stateerde Tine ongerust. „Wat zullen ze wel zeggen op je kantoor?" „Ze moesten het eens wagen om er wat van te zeggen," antwoordde Siem grim mig. „Dat beetje pijn in m'n gewrichten gaat er wel weer uit, hoor. Overigens voel ik me zo lekker als wat." Jantine kwam met zonnebrandolie aan dragen. „Blijf stil zitten, oom Siem. Zo sturen we je natuurlijk niet weg. Al neemt het alle pijn niet weg, het zal toch wel verzachten." Gedurende enkele minuten bewerkte ze zijn gezicht als een volleerd verpleeg ster; daarna kwamen zijn handen en polsen aan de beurt. Tenslotte deed ze een pas achteruit om het resultaat van haar werk te bekijken. „Gaat al wat be ter?" Hij was geta-offen door haar toewijding. „Het helpt," loog hij. „Ik voelde het meteen." Maar Tine zei hoofdschuddend: „Het is met jullie hollen of stilstaan. Je had vanmorgen niet opnieuw moeten gaan plukken. Je bent dit werk helemaal ont wend, dat wreekt zich op een of andere manier." „Toe nou, zeg, ik ben een gezonde ke rel, hoor. Toen ik hier twintig jaar ge leden de eerste dagen werkte, verzorgde jij m'n handen. Nu doet je dochter het. Maar ik heb toch wel bewezen, dat ik het niet verleerd ben, he?" Het meisje liep op hem toe, voor zichtig haar arm om zijn schouders leggend. „Er is geen man in de wereld, van wie ik zoveel houd dan van jou. Elke keer, als je hier bent, vind ik het fijn en ben ik gelukkig. Kon je maar blijven, oom Siem, voor goed." „Lieve kind, soms verlang ik er ook naar. Alles vergeten, nergens me meer zorgen over maken en alleen maar hier blijven. Me laten verwennen door jullie beiden". Hij zuchtte. „Helaas, de plicht roept." Na het middageten zakte hij weg in een lichte sluimering. Jantine bleef in de woonkeuken, „ik let wel op hem, moeder. De meeste aardbeien zijin er nu toch af. De jongens kunnen het wel een paar dagen alleen." Tegen drieën werd hij wakker en keek in het lachende gezicht van ihet meisje. „Lekker geslapen?" Ze knikte hem vrien delijk toe. „Het zal je wel goed gedaan hebben, he? Ik heb al thee. Wil je een kopje?" „Kind, het is net of ik droom. Ik word door jullie gewoon in de watten gelegd." Hem zijn thee brengend, natwoordde ze, hem vluchtig kussend, „ik zou je al tijd wel willen verwennen, lieve oom Siem." Met haar arm door de zijne liepen ze naar de garage. Bij de grote wagen sloeg ze opeens haar armen om zijn hals en drukte wild haar lippen op de zijne. „Oom Siem, je hebt me vroeger tiental len malen beloofd, dat je met me zou trouwen als ik volwassen zou zijn. Nu ben ik ruim achttienJe weet, hoe veel ik van je houdt.hoe lang moet ik nog wachten?" Geschrokken maakte hij zich los. „Datdat bedoelden we toch zeker niet serieus? Dat was maar een grapje?" „O ja? Maar bij mij niet. Ik houd ont zettend veel van je, oom Siem, weet je dat dan niet eens?" Hij nam haar gezicht tussen de han den. „Liefje, gebruik nu eens je ver stand. Je bent zo'n schrander meisje. Jij en ik, dat is toch geen verhouding? Ik had je vader wel kunnen zijn." „Ik wil dat je meer van me wordt ga je nu je beloften breken?" De man loosde een zucht. „Jantine, achttien is nog rijkelijk jong. Denk er een poosje over na en bepraat het des noods met je moeder. Laterdan zien we immers wel weer? Stel je nu eens voor, dat ik zeg: „Goed, we gaan trou wen. En dan na een paar jaar blijkt ons huwelijk voor jouw een teleurstelling te zijn, wat dan? Ik wil niet op m'n geweten hebben, dat ik jou leventje bederf, je ongelukkig maak. Geloof me, als ik zeg, dat het voor jouw bestwil is, als we hier over een jaar niet praten?" „En daarna?" „Dan zien we wel weer." „Als je dit maar niet vergeet, oom Siem, ik houd van je, ik houd ontzettend veel van je Op de dijk rijdend kwam hij een beetje tot zichzelf. Ik zal daar weg moeten blijven, wist hij. Ik ben misschien in menig opzicht een schooier geweest in m'n leven, maar dit kind zou ik nooit verdriet kunnen doen. Ze is me als een dochter. Ik houd veel van haar doch op een heel andere wijze als zij van mij Wat haalt ze in dat dwaze hoofdje van haar? In het kantoor slaakte men een zucht vain verlichting, toen Siem zich eindelijk vertoonde. Hoewel men verbaasd en een beetje gegeneerd zijn roodverbrande ge zicht en handen keek, waagde men het niet daar over te spreken. Maar verwees men hem naar zijn sekretaresse. Rustig liep hij de trap op. In zijn kantoor zat zijn jongste aanwinst, een struise boerendochter uit Purmerend, die niets voelde voor vaders bedrijf en al leen maar wilde leren. Ze sprak vloeiend drie talen, kon er in corresponderen, was een vlotte typiste, kon steno's opnemen in een tempo, dat geen harer voorgang sters had gepresteerd en was vriendelijk tegen iedereeen, grote of kleine klant. „Gelukkig dat u er bent, meneer," zei ze, hem glimlachend aankijkend. „Juf frouw De Vlieger heeft vanmorgen al twee keer gebeld. Ze moet u persé hebben." Hij ging voorzichtig zitten en wees naar de telefoon. „Draai haar maar voor me, wil je?" Het meisje begon te draaien, haar baas nadenkend aankijken. „Bent u aan het zonnebaden geweest?" (Wordt vervolgd.) Humor, spreekwoorden en citaten met woorden voor U bijeengereger?4* door Harry van Rijn Tien jaar. Wat zijn de tien beste jaren in het leven van een vrouw? Antwoord: die tussen haar 28ste en 30ste jaar. Zestig jaar. Een A.O.W.-ster, die haar leeftijd angstvallig geheim hield, reed te hard in de stad. De agent, die haar aanhield, zei: „Minstens zestig, he?" Zei de dame: „Ik vind u geen heer". Heer. Een heer is iemand, die óók het bo termesje gebruikt als-ie alleen zit te eten. Eten. Van Godfried Bomans is deze uit spraak: de enige lektuur, die spoedig verveelt zijn banketletters. Lezen. Het jongetje van vier ziet op de tafel een boek liggen, waarvan de bladzij den door de wind worden omgeslagen. Roept-ie enthousiast naar z'n moeder binnen: „Kijk eens hoe vlug de wind kan lezen!" Boek (1). Het niet zo geletterde meisje kreeg op haar verjaardag een boek kado. Ze zei, ma het uitpakken wat teleurgesteld: Oh een boek. Ik héb al een boek". Boek (2). Aan welke boeken hebt u in het leven het meest gehad? Vroeg een Londense krant aan zijn lezers. Het meest origi neelste antwoord: „Het kookboek van mijn moeder en het chequeboek van mijn vader". Cheque. De zoon van een Engelse koning vroeg zijn grootmoeder eens om 2 pound omdat hij dat, op de strenge kostschool waai hij was, best kon gebruiken. Schreef de oude dame hem een brief met het advies om zuinig te zijn, maar geen geld. Be dankte de kleinzoon haar later uitbundig. Want voor de handtekening van zijn be roemde oma had een medescholier hem 4 pound uitbetaald. Beroemd. Pablo Picasso heet voluit (en dat is ditmaal geen grap) Pablo Diego Jose Francisco de Paulo Juan Nepomuceno Crispin Crispiniano de la Santisima Trinidat Ruiz Picasso i(hé hé!). Schilder. Rafael, die het Vaticaan zo fraai heeft versierd, kreeg die opdracht niet omdat hij zo'n groot schilder was, maair toe vallig omdat zijn oom architekt was bij de Paus. Oom. Oom Karei is bendictijn en in priester kleding op bezoek. Zegt een klein nichtje .tegen een vriendin: „Dat is niet oom Karei, dat is tante Karei". Nichtje. Datzelfde nichtje loopt met dat vrien dinnetje naar boven. Op de slaapkamer wijst ze op de toilettafel vol met cos metische spullen. Zegt ze: „Ze beweren dat je daar minder gauw door bederft". Cosmetica. Vriend: „Is jouw vrouw nog net zo knap als vroeger. Jan?" „Nou en of. Al leen duurt het wat langer". Man en vrouw. Een vrouw gaf haar man twee dassen: een rode en een blauwe. Zei ze de vol gende dag toen hij de blauwe om had: „O, ik zie het al weer. Meneer vindt die rode das weer niet mooi!" Moeder. Een goede moeder is een vrouw, die niet aarzelt haar man midden in de nacht te wekken omdat ze haar baby meent te horen huilen. Vrouw. Zei is staat in een boekje met aphorismen van Cees Buddingh een van die vrouwen, die liever opzien ba ren dan kinderen. Baren. Een Arabisch spreekwoord: beter elk jaar een kind baren dan elke dag Hjj of zü (1). Flauw grapje om te bepalen of een kat een hij of een zij is. U giet wat melk op een schoteltje. Als hij dan komt, is 't een kater en als zij komt is 't een poes. HU of zij (2). Vroeg de mevrouw in Artis aan de op passer: „Is dat nijlpaard nou een hij of een zij, meneer?" „Dat", zei de oppasser, „lijkt me een probleem dat alleen een ander nijlpaard zal interesseren!" Dieren (1). „Ik vind het naar om te doen", zei Jan die van de slagroom had gesnoept en nu wat slagroom om de snuit van de kat smeerde, „maar ik heb liever, dat ze hem verdenken dan mij". Dieren (2). De bioloog was er na eindeloze moeite in geslaagd een huwelijk tot stand te brengen tussen een slag en een egel. Het resultaat? Anderhalve meter prik keldraad. Dieren (3). Waarom kwispelt een hond met zijn staart, was de vraag op een examen. Antwoord: omdat de hond sterker is dan zijn staart, Anders zou de staart met de hond kwispelen. Dieren (4). En een hele korte tot besluit: Een neefje uit de stad is over en ziet een boer een koe melken. Vraagt-ie: „Zijn die twee andere touwtjes voor de kar nemelk?" Kruiswoordpuzzel no. 296 Horizontaal: 1. zuivelprodukt - 4. stem- pelmerk - 7. rotswoning - 11. gewicht 12. dochter van Cadmus - 13. muziek- teken - 15. pers vnw. - 16. radon (afk.) - 18. koraaleiland - 19. niet de zelfde - 21. Nederl. vliegveld - 23. elektr. geladen deeltje - 24. aanzien 26. vette substantie - 28. handvat - 31. zuil - 32. lokprijs - 34. soort lied - 35. herkauwer - 39. te gelegener tijd (afk.) 41. deel v. e. toneelstuk - 44. oxyde 46. plant - 48. uitroep - 49. wiel - 51. plaats in België - 53. sein - 56. straf werktuig - 58. Eng. ontkenning 59. voorvoegsel 60. deel v. e. bijenkorf 62. Europeaan - 63. op de wijze van 64. overschot - 65. vertegenwoordiger 66. rivier in Duitsland. Verticaal: 1. levensonderhoud - 2. plaats in Overijssel - 3. deel van een kachel 5. hoefdier - 6. naarling 8. kerkgebruik 9. windrichting (afk.) - 10. vertaler - 14. lust - 15. gindse 17. naar beneden 18. verzoekschrift - 20. vloek - 22. uit geslapen - 25. schouderholte 26. te zijner plaatse (Lat. afk.) - 27. rondhout 28. Gedeputeerde Staten (afk.) - 29. familielid - 30. uitvlucht - 33. boos - 36. slede - 37. windrichting 38. dorsvloer 39. bekende motorraces (afk.) - 40. ten laatste (afk.) 41. weekdier - 42. drank 43. water in Friesland - 45. de stad Jeruzalem - 47. in aanzien houden - 50. plaats in Hongarije - 51. geneesheer 52. plaats in Drente - 53. klank - 54. voeg - 55. onbeweeglijk 57. Noorse god 61. Eng. bier. Oplossing kruiswoordpuzzel no. 295 Horizontaal: 1. hoe - 4. aar - 7. villa 9. groen 11. pen - 12. sloom - 13. eed - 15. Hilda - 17. degen - 19. on 20. eis - 23. val - 24. Ko - 25. lak 27. stroper - 28. iep - 29. sop - 30. ven - 31. aks - 32. ons - 33. met 35. Lek - 37. dor - 38. luieren - 40. rap - 42. i.o. - 43. mud - 44. Nes 46. Ie - 47. kruis - 51. etter - 53. dra 54, palet - 56. Eos - 57. kubus - 59. toorn - 61. wal - 62. mak. Verticaal: 1. hinde - 2. o.l. - 3. Els 4. arm - 5. ao - 6. reeel - 7. vel 8. alf - 9. gom - 10. neg 11. pinas 14. deken - 15. hol - 16. ais - 17. dar 18. nop - 21. stokoud - 22. sol - 23. veinzen - 26. koper - 28. ieder - 33. moord - 34. ren - 36. kales - 37. dik 38. lus - 39. nee - 41. per - 43. miauw 45. sterk - 48. Urk - 49. gas - 50. het 52. Ton - 54. pul - 55. Tom - 58. ba 60. o.a. Gaxizepoorlsiraat 21, Tel. 6535 - GOES

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1972 | | pagina 1