Q
Het vermolmde voetstuk
Een reis waar naar
toe, begint met een
koffer van
De mysterieuze vogeltrek
We komen op de
koffie
P.ï. Dc Blauwe Doffer Kortgene
door Maartje Zeldenrijk
De speciaalzaak ia grammofoonplaten
GEVEDERDE VRIENDEN KOMEN TERUG
NOG VEEL RAADSELS ROND DE DRIFT
Het wordt weer druk in bos, weide en heide. In grote en kleine groe
pen komen de trekvogels naar het noorden om hier hun nesten weer te
bezetten of te bouwen en eieren te leggen. Samen met de standvogels,
die hier altijd zijn, vormen zij onze gevederde vrienden, die ons een groot
deel van het jaar verblijden met hun aanwezigheid, vrolijk gezang en
druk gedoe. Tegen het najaar gaat een grote groep van deze dieren ons
weer verlaten om ver zuidelijk de andere helft van het jaar door te
brengen.
Nog veel raadsels.
Natuurlijk vraagt de mens zich reeds
geruime tijd af, wat toch de oorzaak
mag zijn van het feit, dat bepaalde soor
ten vogels komen en gaan. Met dit on
derzoek houdt men zich reeds eeuwen
bezig, doch nog steeds heeft men geen
afdoende verklaring ervoor kunnen vin
den. Is het soms voedselgebrek? Neen,
dat kan het niet zijn, want waarom ver
dwijnen dan reeds in augustus de gier
zwaluwen, terwijl we in september en
oktober nog overal grote zwermen mug
gen aantreffen?
Gaan ze dan op de vlucht voor de kou?
Zeer waarschijnlijk moet ook deze vraag
ontkennend beantwoord worden, aange
zien een dier in de vrije natuur levend,
veel minder last van temperatuursver
schillen ondervindt dan een gecivili
seerd mens.
De geleerden raken er bijna niet op
uitgestudeerd en er zijn derhalve ver
schillende theorieën in zwang, die een
verklaring proberen te geven voor de
mysterieuze vogeltrek.
Vlucht voor het Üs?
Velen zeggen, dat de vogeltrek een
overblijfsel is uit de ijstijd. Door het van
het noorden uit optrekkende ijs konden
de dieren geen voedsel genoeg meer
vinden, terwijl tevens de temperaturen
dermate laag werden, dat het ook voor
hen te bar werd. Zij werden op die ma
nier gedwongen naar het zuiden te trek
ken. Later, toen het ijs terugtrok, kon
den zij weer naar het noorden komen.
Het lijkt ons, dat deze theorie niet
goed houdbaar geacht moet worden, aan
gezien de frekwentie van heden aan
merkelijk hoger ligt dan in de ijstijd.
Bovendien trekken niet alle vogels.
Een meer aannemelijke theorie is wel,
dat de oorzaak van de trekdrang niet
buiten maar in de vogels gezocht moet
worden. Deze zou hoogstwaarschijnlijk
afhankelijk zijn van inwendige omstan
digheden en wel van bepaalde klieraf
scheidingen, die de trekdrift opwekken.
Waarheen?
Hoe het ook zij, op een bepaald ogen
blik wordt de vogel onrustig en zoekt
in veel gevallen het gezelschap van
soortgenoten, zodat troepen gevormd *vor-
den, die eerst nog wat in de omgeving
rondzwerven om dan op zekere dag of
nacht te starten voor de eerste etappe
van de lange trekroute.
Deze trekvogels kunnen inderdaad veel
presteren, doch wij moeten hun presta
ties niet overschatten. Hun snelheid va
rieert van 4060 kilometer per uur en
zij vliegen meestal niet langer dan on
geveer 5 uur per dag. Wij mogen dus
aannemen, dat ze per dag dus een af
stand van circa 300 kilometer afleggen.
Hun uithoudingsvermogen is fantastisch,
wanneer wij bezien, dat bijvoorbeeld de
ooievaars en zwaluwen tot de zuidpunt
van Zuid-Afrika trekken, waar ze in het
milde klimaat de winter doorbrengen.
Broedsels brengen ze daar niet groot.
Wanneer het in onze kontreien voor
jaar begint te worden, dan krijgen de
trekvogels in de vreemde weer de ty
pische trekdrift en zij gaan op terugtocht
naar onze gebieden, om daar hun oude
nest te bezetten of een nieuw te bouwen.
Hier worden dan wel broedsels groot
gebracht.
Welke route?
Een belangrijke vraag voor de weten
schap was, welke route de vogels volgen
FEUILLETON
Je zult meneer Blazer zijn. De wijn
handelaar. En misschien weer veel geld
verdienen. Maar ik weet, dat je dan
nog weieens hier terug zult komen, want
daarvoor zul je je niet te goed achten.
Daarom wil ik, dat je dit weet: altijd
zul je welkom zijn, al zou het midden
in de nacht gebeuren, dat je kwam. Je
bed blijft staan, je stoel, waarin je nu
zit, ook. Onthoud dat."
Het was voor de vrouw een ongewone
lange toespraak. Doorgaans was ze karig
met haar woorden. Des te meer trof het
hem. Op zijn beurt greep hij haar han
den en kuste die, haast eerbiedig. „Dank
je, Tine. Ja, ik weet het. En ik vind het
fijn. Wat ik niet fijn vind is, dat ik van
de winter wel zal moeten gaan. Net
zoals je zegt: ik moet de zaak voort
zetten. Ik kan 'm verkopen, maar dat
zou ik als verraad beschouwen. Tegen
over m'n vader. Maar ik blijf hier komen.
Ditdeze prettige woonkeuken, dit
aardige huisje, de tuin, en niet te ver
geten jullie, jij en je dochter, ik zou
jullie niet meer kunnen missen. Zo. En
nu drinken we een glas. Ik zou vijftig
gulden kunnen krijgen voor deze fles.
Maar ze kregen 'm nog niet voor hon
derd. Wij drinken hem samen leeg. Jij
en ik. Op de gezondheid van je kleine
schat. En op de toekomst. De jouwe, de
mijne
7
Voorlopig staakte Siem zaterdagsmid
op hun trek naar het zuiden. Om dit te
ontdekken, maakt men gebruik van rin
gen. Gevangen exemplaren worden voor
zien van een metalen ring om de poot
en dan weer in vrijheid gesteld. Op die
ring staat een adres, waarheen de ring
moet worden opgezonden, wanneer een
dergelijke vogel op trek in handen valt
van mensen. Door dat men op die manier
te weten komt waar de ringen vandaan
kwamen, kon men de routes van ver
schillende trekvogels vaststellen.
Het is gebleken, dat de vogels zich
aan bepaalde natuurlijke routes houden
en dat zij een afkeer hebben om grote
afstanden over zee af te leggen. Dit laat
ste brengt met zich mee, dat grote vogel
troepen zich concentreren op' de schier
eilanden rondom de Middellandse Zee.
Gibraltar, zuid-Italië en Griekenland
doen dienst als „springplank" en van
daaruit vliegen de trekkers over smalle
zeestraten naar de noordkust van Afrika
om zich daar weer te verspreiden en
ieder zijns weegs te gaan.
Het is de onderzoekers wel opgevallen,
dat er altijd minder vogels terug komen,
VOOR DE VROUW
Het staat wel vast, dat over enkele
maanden ons kopje koffie minder sma
kelijk zal zijn dan het tot nu toe is
geweest. Rond die tijd zijn de laatste
hoeveelheden Angolakoffie, die nog in
ons land aanwezig zijn, verbruikt en
gaan we over op andere mélanges, waar
in het Angola-element ontbreekt, waar
door helaas de koffie minder smaakvol
enprijziger zal worden, volgens de
deskundigen.
Een en ander is het gevolg van de
akties van het zogenaamde Angola-
comité, een groep in Nederland die zich
keert tegen het Portugese kolonialisme,
in het bijzonder waar het gaat om An
gola, een Portugese kolonie in Afrika.
Zij sympathiseren met het Angolese be
vrijdingsfront, een organisatie van in
heemsen, die zich verzetten tegen het ko
loniaal bewind. Aangezien de Angolese
koffie de ruggegraat vormt van de Ango
lese uitvoer en Nederland een zeer voor
name afnemer is van deze koffie, hoopt
het Angolacomité, door boycot van deze
koffie, de Angolese economie te treffen
en daarmee de Portugezen.
Door het dreigen met harde akties te
gen bedrijven die koffie verkopen, die
Angolese koffie bevat, heeft het Comité
de Nederlandse koffiefabrikanten weten
te dwingen in de toekomst van de aan
koop van Angolakoffie af te zien.
Het deel Angolakoffie dat we in de toe
komst gaan ontberen, zal in de mélanges
worden vervangen door andere Afri
kaanse soorten of koffie uit Brazilië of
de Centraal-Amerikaanse landen. Vast
staat in elke geval, dat deze koffiesoor-
ten kwalitatief minder zijn en hooger in
prijs, waardoor een pak koffie waar
schijnlijk zo'n veertig tot vijftig cent
duurder zal gaan worden.
Nu ben ik op politiek gebied maar een
„groentje" en dat zal er wel de oorzaak
van zijn, dat ik bij de gehele gang van
zaken een aantal vraagtekens plaats.
Wordt hier de Nederlandse consument
niet de dupe van een aktie door een
dags tegen -etenstijd het werk, waste en
verschoonde zich en ging dan na het
eten naar Amsterdam. De tram reed weer
vrij regelmatig. Er waren geen reisbe
perkingen meer. Het leven werd wat
gemakkelijker. De mensen begonnen ge
wend te raken aan de nieuwe situatie,
zonder vrees voor razzia's, bombarde
menten en honger. Men kon weer vrolijk
zijn en onbezorgd.
Op een zaterdagmiddag liep hij op
het Rembrandtsplein, op weg naar zijn
zaak, opeens bijna tegen een dame aan.
Automatisch zei hij: „Sorry" en keek de
vrouw een paar sekonden aan. Gelijk
riep hij: „Tanja!"
De vrouw bleef verwonderd staan.
„Kent u mij?"
„Natuurlijk, malle meid!" riep hij blij
verrast uit. „En jij kent mij toch? Of
ben je je vroegere buurjongen vergeten?"
Ze knipperde een paar malen met haar
ogen. „Neeprevelde ze. „Jij bent
toch niet Simon
„Natuurlijk. AlleTanjadat ik
je weer zie, na zoveel jaren...."
De vrouw was nog altijd verbluft. „Si
mon Blazer, he? Je bent het werkelijk?
Ze vertelden me, dat je niet meer in
leven was."
Hij greep haar bij de arm. „Kom mee,
zeg, daar moeten we wat op drinken.
Of ehheb je geen tijd?"
„Hou op, Siem, dat is het enige, wat ik
nog heb: tijd. Goed, we gaan wat her
inneringen' ophalen. Ginds?" Ze wees
naar een terrasje.
dan er gegaan zijn. Wanneer we even
nadenken, is dit begrijpelijk, want der
gelijke geweldige tochten zullen veel
zwakke dieren doen omkomen. Andere
worden het slachtoffer van mens, dier
of natuurgeweld. In het zuiden broeden
ze niet, zodat er geen aanvulling komt.
Op de tocht naar Jxet noorden in het
voorjaar vallen er weer slachtoffers en
zo komen er aanmerkelijk minder vogels
terug dan er gingen.
Hoe vinden ze de weg?
Men heeft zich ook afgevraagd, hoe de
trekvogel zijn weg vindt. Door proeven
is komen vast te staan, dat standvogels
dus dieren die niet trekken en zich
nooit ver van hun nestplaats verwijderen
nagenoeg geen richtingsgevoel hebben.
Trekvogels daarentegen beschikken over
een instinktief richtingsgevoel, terwijl
de juiste plaats uiteindelijk bepaald
wordt door zichtbare bekende land-
schapskenmerken.
Maar hoe zit het dan met dat instink-
tieve richtingsgevoel? Hierover heeft men
verschillende theorieën ontworpen. Zo
kwam men er toe om aan te nemen, dat
de vogels zich zouden oriënteren naar
de magnetische krachtlijnen van de aarde.
Deze theorie is echter onjuist gebleken
en zo blijven in weerwil van vele theo
rieën de vogeltrek en het instinktieve
richtingsgevoel mysteries uit het natuur
leven.
Ook nu trekken weer miljoenen vogels
naar het noorden om hier hun nesten
te bouwen en eieren te leggen. Alle wor
den gegrepen door die mysterieuze trek
drift en feilloos vinden ze hun weg, de
weg die reeds geslachten voor hen ge
gaan zijn.
(Nadruk verboden).
kleine pressiegroep? Is hier geen sprake
van een geforceerde boycot?
Wanneer de initiatiefnemex's kans had
den gezien de massa van de Nederlandse
huisvrouwen te bewegen, om uit zuiver
ideële overwegingen voortaan geen koffie
te kopen, die Angolakoffie bevat, waar
door de fabrikanten genoodzaakt zouden
zijn op een andere mélange over te scha
kelen, dan zou ik (en velen met mij) hier
vrede mee hebben. Maar niets is minder
waar. Het staat namelijk helemaal niet
vast of het grootste deel van de Neder
landse bevolking achter de boycot staat.
Zij werd afgedwongen door het dreigen
met harde akties. De Nederlandse koffie
fabrikanten, wetende, dat hun handel een
uiterst kwetsbare zaak is, gaven zonder
veel verweer toe. De boycot kwam dus
tot stand op ondemocratische wijze en
wel door dreiging, een bedenkelijke zaak!
Daar komt nog bij, dat de boycot in
feite weinig effect sorteert, aangezien
blijkt, dat de Angolese economie er niets
door lijdt, want de koffie, die nu niet
meer door Nederland wordt afgenomen,
gaat grif weg naar andere landen in het
bijzonder de Scandinavische landen. De
Nederlandse consument komt op die ma
nier echt „op de koffie".
Als a-politiekeling is er nog iets wat
ik niet begrijp. Nu maakt de kleine groep
van sympathisanten zich verschrikkelijk
druk om de onderdrukte bevolking van
Angola en wij moeten zo nodig de An
golakoffie boycotten, maar waarom moe
ten we niet echt konsekwent zijn en
ook de koffie boycotten uit andere dic
tatoriaal geregeerde landen, waar men
sen onderdrukt worden? We behoeven
hierbij maar te denken aan een aantal
Zuid- en Midden-Amerikaanse landen,
terwijl er ook in Afrika nog wel een
paar te vinden zijn. Het is mij allemaal
een beetje vaag. Het zal echter wel aan
mij liggen. Ik zal mijn troost maar zoe
ken bijeen kopje koffie!
Coby.
„Oké, dat doen we."
In de warme nazomerzon keken ze
elkaar herhaaldelijk aan. „Meid, wat zie
je er patent uit. Vertel eensje ging
in mei veertig al naar Engeland, he?"
Ze knikte. „Je weet nog wel misschien,
dat ik bij de KLM werkte. Ik had nacht
dienst, die verschrikkelijke uren van de
negende op de tiende mei. Er kwam
opeens geen toestel meer binnen. Om half
drie al waren de militairen hier. We
hadden al een plan om bij daglicht weg
te vliegen naar Engeland. Maar ze vor
derden terstond alle machines, die aan
de grond stonden. Er was geen schijn
van kans meer. Toen kwamen de eerste
bombardementen. Ik was doodsbenauwd
en wilde weg, Sjaak Ossedrijver, mis
schien herinner je je hem nog wel, werk
te er ook. In de keuken. Hij liet het
fornuis in de steek en riep me. Hij zei:
Ik heb wat geld en m'n wagentje staat
hier. Kom mee, we gaan naar IJmuiden;
misschien kunnen we nog met een boot
wegkomen. Maar dan moeten we vlug
zijn. Ik dacht er geen moment meer over
na, want ik was doodsbang. In de nacht
reden we weg. Zonder licht. Met de
morgenschemering waren we in IJmui
den. Het duurde nog een uur, toen was
er een kans. Sjakie bepraatte een schip
per, gaf hem geld ik weet niet hoe
veel om vijf uur voeren we weg,
met nog vijftien mensen. We hadden
een paar keer een vliegtuig boven ons.
Vraag me niet hoe ik die uren heb
doorgebracht. Ik was meer dood dan le
vend van angst. En van zeeziekte. Tegen
de avond zagen we de Engelse kust. Een
oorlogsbootje van de Britse marine ving
ons op. Er kwam een officier aan boord
en toen hij hoorde, dat we vluchtelingen
waren uit Holland, begeleidde zijn schip
ons naar de haven. Ik ben de naam van
het dorp vergeten. Maar dat kon me niet
schelen: ik wist één ding, dat we veilig
waren.
En voor de restdoordat ik goed
Engels sprak, had ik al gauw een baan.
Op het groepsbureau der Rijkspolitie
te Kortgene, Bernhardstraat 20, zijn van
maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 12.00
uur en van 13.00 tot 17.30 uur, inlich
tingen te verkrijgen omtrent de volgende
gevonden voorwerpen:
een paar nylonkousen; een paar bruin
lederen handschoenen; een kinderschoen
tje, maat 21; een ring met achthoekige
steen; een witte kentekenplaat K-12-32;
een geel koperen beursje met inhoud;
een metalen waterpas; een bruine he
rensjaal; een damespolshorloge met zwart
lederen bandje; een wieldop, vermoed,
van Mercedes; een grijszwarte das; eën
paar rode wanten; een bos sleutels; twee
hengels; een autosleutel, gemerkt Neiman
Die had ik tot vorige maand. O, ik heb
goed verdiend, maar m'n verlangen naar
huis werd me te sterk. Ik ben hier nu
drie weken."
„En?"
„Net als met jou. Niemand meer in
leven. Zelfs het huis is weg. Afgebroken.
Waarom weet ik niet. Misschien eerst
gebombardeerd. Enneze zeiden, dat
jij ook dood was. Hoe kan dat nou?"
„Lieve kind, jij was niet in Nederland,
al deze jaren, dus je zult er wel geen
idee van hebben, hoe alles zich heeft
toegedragen."
„Ik heb in deze weken natuurlijk zo
het een en ander gehoord."
„Ze pikten ons op een avond tegelijk
op. Maar ik zag kans weg te rennen in
het donker. Enfin, iemand hielp me, later
weer een ander. Door kennissen kreeg ik
een ander persoonsbewijs en een andere
naam. Ik dook onder in de Beemster en
daar heb ik al die tijd gezeten. Nou ja,
gezetenHij spreidde zijn handen
uit. „Ik heb er natuurlijk wel voor ge
werkt."
Ze keek verwonderd naar zijn bruine,
harde handen. Even voelde ze er met
haar vingers in. „Wat deed je? Boeren
werk?"
„Zoiets," antwoordde hij lachend. „In
de tuinderij. O, ik deed het met plezier,
hoor; tuinen was altijd al een soort hob
by van me. Herinner je je nog dat onge
lukkige hoekje achter ons huis? Mijn
bloementuin, die ik zo pijnlijk precies
verzorgde. Nou, in de Beemster had ik
heel wat meer te verzorgen."
„Maar.dat is toch al maanden ge
leden? Wat doe je nu?"
„Ik ben er nog. De vrouw is weduwe.
Haar man is ook in de oorlog omgeko
men. Ze heeft een dochtertje. Ik kan
haar niet zomaar in de steek laten na
tuurlijk. O, ik vind het niet erg, hoor.
En de zaak kan ik toch niet eerder her
openen dan van de winter. Ik moet eerst
weer kontakten leggen, invoervergun
ningen aanvragen en dat gaat allemaal
32235A; een rood-witte ijsmuts; een wiel
dop van Volkswagen; een paar groene
rubber knielaarzen; een rood geblokte
fietstas; een gouden trouwring met in
scriptie; een ringsleutel no. 19; een zeil
boot; een rechterhandschoen; een houten
hamer; een etui met 5 sleuteltjes; een
buitenboordmotor; twee bankbiljetten
van elk 25.en een damessjaal.
Uitslag concours St. Ghislain, 13 mei 1972
Deelname 317 duiven.
1 P. J. Kesteloo 8.51.16 124.061 172
2 M. C. van Boven 52.53 124.229 169.9
3 P. J. Wilderom 56.43 127.272 167.8
4 J. J. de Bruine 56.02 126.289 165.7
5 J. J. Verwei Jr. 57.07 127.416 163.6
6 H. C. Verburg 57.10 127.066 161.5
7 P. van Belzen 58.32 128.680 159.4
8 S. M. Branderhorst 56.44 126.323 157.3
9 S. M. Branderhorst 57.14 2 155.2
10 A. Abrahamse 58.10 127.002 153.1
niet zo gemakkelijk. Maar tegen half
november heb ik het wel voor elkaar."
„Hoe is het met je huis? Nog een beet
je intact?"
„Ja, dat viel mee. Een vreselijke rom
mellang nog niet opgeruimd, maar,
dat komt wel. Er zat al die jaren een
Verwalter in. Zo noemden ze dat hier.
Zeg.waarom ga je niet mee? Ik was
net opweg naar huis."
Ze begon te lachen. „Heb je nog wat
onder de kurk?"
Hij knipoogde. „Reken maar. Beter
spul als hier. Zullen we onze ontmoeting
voor de rest van de dag samen vieren?
Gaan we eerst naar huis, dan eten we
in de stad. En we kunnen ook wel ex'gens
dansen. Zin?"
Zijn enthousiasme werkte aanstekelijk.
„Verdraaid, Siem, dat doen we. Een beet
je schade inhalen, he?"
Hij wenkte de kelner, haar aankijkend.
„Nou, als ik je zo bekijk, buurvrouw,
je bent er in elk geval niet lelijker op
geworden."
„Ik had het goed ginds. Ik had er moe
ten blijven, maar iets trok me. Was het
heimwee? Ik vermoedde al, dat mijn te
rugkeer een teleurstelling zou worden."
Begrijpend antwoordde hij: „Ja, meid,
we zijn de enige niet. We kunnen enkel
vooruit zien. Er is in elk geval weer een
toekomst voor ons."
„Met pijnlijke, wrede herinneringen,
Siem."
„Ik weet het toch zelf? Maar wat helpt
het? Kom, we gaan eens kijken."
Ze doorliepen samen het lege huis. Hier
en daar stonden nog wat meubels, maar
veel was er geroofd of in de hongerwin
ter kapotgeslagen om als brandhout te
dienen. Hij zei: „Alles moet hier ver
nieuwd worden. Daar ga ik van het na
jaar mee beginnen. Desnoods eerst een
paar vertrekken. En de winkel natuur
lijk."
„Heb je geld?"
Wordt vervolgd.
BIJOU
LANGE DELFT 44 - MIDDELBURG
is wegens vakantie gesloten van 22 mei tot en met 3 juni.