NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD iieuwe Zeeland [ÏIiii F~1 Plouvier heeft DE schoenen BEVLEKT No. 3492 Donderdag 2 maart 1972 75e jaargang Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. 308, Giro 206882 Abonnementsprijs 4,50 per half jaar. Franco per post 19,per jaar. Advertenties 18 ct per mm, exclusief BTW. Voor fouten in advertenties per telefoon opgegeven, kunnen wjj geen enkele verantwoordelijkheid dragen. FEUILLETON 's Avonds is Pleunie er weer. Henk heeft het meisje van haar werk gehaald. De terugkeer uit het ziekenhuis moet nog een uurtje gevierd worden. Tijdens de korte rit van de- stad naar Bergevoort heeft Henk nog even gelegenhéid het meisje te kussen en te knuffelen. Pleunie verwarmt zich aan zijn liefde voor haar en zelf gaat ze met de dag meer van Henk Garreveer houden. Hij is in elk opzicht zo attent voor haar. Jaap zet grote ogen op, als Henk en Pleunie gearmd de kamer inkomen. Zijn zuster lacht een beetje verlegen en er is een blos op haar wangen. De jongen kijkt van de een naar de ander. Hij be sluit tenslotte deze verrassing van de humoristische zijde te bezien. „Wat heeft dit te betekenen, meneer Garreveer?" vraagt hij, zijn wenkbrau wen fronsend. „Kan ik niet eens een poosje rustig in het ziekenhuis liggen, zonder dat u me mijn zuster afneemt?" Berendien schatert het uit. „Wist je niets van, mannetje. Compleet een ver rassing. En? Hoe vind je het, dat Henk en Pleunie elkaar gevonden hebben?" Jaap meesmuilt: „Nooit geweten, dat zij naar hem gezocht heeft. Meneer Gar reveer, zou u niet eens behoorlijk mijn toestemming kunnen vragen? Tenslotte ben ik verantwoordelijk voor mijn zus ter." Henk knikt kwasi-berouwvol. „Neemt u me niet kwalijk, meneer Ten Oever, zo heb ik het natuurlijk nog niet beke ken. Mag ik dan bij deze om de hand van uw zuster vragen. De rest wilde ik er ook graag bij hebben, als het u het zelfde is." Jaap denkt, met opeengeklemde lippen, om niet in lachen uit te barsten, een poosje na. „Wel," zegt hij eindelijk op deftige toon, „dat komt me een beetje rauw op het dak, meneer Garreveer. Ik heb maar één zuster, dus moet ik er wel zuinig op zijn, Hoe denkt de persoon in kwestie er zelf over?" Ze staan nog altijd getweeën midden in het grote vertrek. Als bewijsvoering drukt ze Henk's arm en kust hem lichtjes op de wang. „Hij is erg lief voor me, Jaap." „Dat moest er nog bijkomen, als het niet zo was. Meneer Garreveer, wat zijn uw toekomstplannen? Bent u in staat een vrouw te onderhouden?" De aangesprokene voelt er wel wat voor het spelletje mee te spelen. „Ik heb een goedlopende garage, meneer Ten Oe ver. Enneeen woningprobleem is er evenmin. Zeven man personeelei genlijk momenteel zes, want ééntje loopt er nog in de ziektewet. Dus ik denk, dat uw zuster bij mij niets tekort zal komen." Jaap knikt. „Zo, zo. Nou, als mijn zuster geen bezwaren heeft, geef ik u bij deze formeel mijn toestemming om met mijn zuster te verkeren." Berendien stikt haast van het lachen. Ze loopt op Jaap toe en trekt hem even aan de haren. Maar hij haalt het meisje naar zich toe en vraagt: „Heb ik het netjes gedaan? Of niet?" Ze kust hem. „Je bent een grapjas Enfin, het is een goed teken. Je goede humeur ben je tenminste niet kwijt." Maar nu is het de beurt aan Henk. Ditmaal zet hij een ernstig gezicht en vraagt: „Hela, meneèr ten Oever, wat moet ik nu zien? Met welk recht zit u te frunniken aan mijn zuster? Ik sta compleet verbaasd!" „Ik frunnik niet aan haar," protesteert Jaap. „Geen smoesjes, meneer Ten Oever. Naar ik heb vernomen, hebt u al enige tijd omgang met mijn zuster. Mag ik weten, wie u daartoe toestemming heeft gegeven?" „Berendien zelf, meneer Garreveer", lacht hij. „Aangezien Beertje mijn enige zuster is, acht ik me verantwoordelijk voor haar wel en wee, meneer Ten Oever. Dus eh zult u mijn toestemming nodig hebben." Jaap knikt begrijpend. „Meneer Gar reveer, bij deze vraag ik uw toestem ming om me met uw zuster te verloven. Zij wil het graag en heeft me zoëven verteld, dat ze nog dit jaar wil trouwen." door Gerrit Fransen Henk schudt zijn hoofd afkeurend. „Die jongelui van tegenwoordig.nauwelijks kennen ze elkaar of ze willen al naar het gemeentehuis rennen. Maar dat gaat zo maar niet, Beertje, drommelse meid, wat moet jij met die man aanvangen?" Ze kijkt hem olijk aan. „Ik houd van hem, broer." „Zo. Dat is al iets. Voldoende om met hem te trouwen?" „Ik denk het wel, broer." „DenkenDat moet je zeker weten. Anders gaat het feest niet door." „Welk feest, broer?" vraagt ze plagend. „Welk feest? Nou, verloving en trou wen en wat er zoal aan te pas komt." „Als ik zeg, dat ik heel veel van Jaap houdt, ben je dan tevreden?" „Zo, heel veel." Hij kijkt Pleunie aan. „Wat denk jij? Is dat genoeg?" Lachend antwoordt ze: „Ilc veronder stel, dat dit voldoende is." „Juist." Hij kijkt Jaap aan. „En wat zijn uw vooruitzichten, meneer Ten Oe ver? Kunt u een vrouw onderhouden?" Jaap grinnikt. „Dat is een goeie mop." Zijn gezicht in de plooi trekkend, ant woordt hij: „Ik werk sedert enige maan den bij garage Henk Garreveer in Berge- vooi't, meneer. Wel eens van gehoord?" Henk knikt, zich met moeite inhou dend. „Ja, is me bekend. Een goed lo pend bedrijf, naar ik heb gehoord. Uw toekomst is daar naar alle waarschijn lijkheid wel verzekerd. Enneeen huis? Hoe staat het daarmee?" „Dat is het enige probleem, meneer. Misschien weet mijn tegenwoordige werk gever er wat op te vinden? In het ui terste geval hebben mijn zuster en ik altijd nog een huis in de stad." „Juist. Bespreek dat dan maar eens met hem en zijn zuster. Naar ik heb gehoord, is dat meisje niet ongeschikt. Uiteindelijk zal zij moeten beslissen, want het huis behoort voor de helft van haar." Nu mengt Berendien zich in het ge sprek. „En aan die helft hebben wij ge noeg, wat jij, Jaap?" Pleunie vindt het een kostelijke mop, maar ze zegt toch: „Nu is het mooi ge noeg, jongens. We hebben toestemming van onze respectievelijke broers, dus gaan we over tot de orde van de dag." „En dat is een feestmaal," beslist Be rendien. „Jongens, jullie zullen grote o- gen opzetten. Help je even mee, Pleun?" Het is een prettige en blijde avond voor het viertal. Het is al bijna midder nacht, als Henk Pleunie in zijn wagen naar huis rijdt. Ze ligt dicht tegen hem aan. „Tevreden, meisje?" „Tevreden en gelukkig, Henk," ant woordt ze eenvoudig. Hij rijdt kalm over de oude weg. „Er is veel narigheid geweest in jouw leven, mijn alles, en in dat van je broer. Nu komt het geluk, voor jou, voor Jaap, voor ons allemaal. We gaan elkander lief hebben en elke dag zal een feestdag voor ons zijn." In de woning leunt Jaap op de stevige schouder van Berendien Garreveer, als hij naar boven gaat, waar de logeerka mer voor hem in orde gemaakt is. Op de gang omhelzen ze elkaar nog een keer. Berendien ligt met gesloten ogen in zijn armen. De nieuwe Zeelandfilm zal tot titel hebben „Er zijn nog Zeeuwen". Het is een op 35 millimeter opgenomen kleurenfilm, waarvan de eerste verto ning is vastgesteld op dinsdag 21 maart a.s. in het City Theater te Middelburg. De minister van economische zaken, mr. drs. H. Langman, heeft zich bereid ver klaard bij de introduktie van de film een toespraak te houden. De opdracht tot de vervaardiging van „Geen spijt, lieveling", vraagt hij, „dat je een man met een blevlekt blazoen hebt gekozen?" Ze legt haar vinger op zijn lippen. „Stil, dat wil ik nooit meer horen. Dat alles ligt achter je. Dat blazoen van jou is al lang weer schoon. Het vei'leden vergeten we, want we hebben enkel een toekomst voor ons, een blijde toekomst, want samen zullen we gelukkig zijn, mijn lieve jongen Hoofdstuk 22. Mevrouw Spanhuis trekt weer aan 't kortste eind. In het najaar zal een dubbel huwe lijk plaatsvinden, dat van Henk en Pleu nie en van Jaap en Berendien. Dat heeft men gezamenlijk zo beslist. Eén groot feest voor alle vier. De huwelijksreis is het enige probleem, dat niet geheel opgelost kon worden. Want gevieren kunnen ze niet veertien dagen weg. Ten minste niet tegelijk. Al is Brink een voortreffelijke chef en Grada zo ongeveer van alle markten thuis: één baas moet er zijn. Jaap en Berendien offeren zich op. „Geen bezwaar," is beider besluit. „Jul lie gaan heerlijk veertien dagen genieten van al het moois, dat er in die tijd van het jaar nog te zien is. En als jullie terug zijn, is het onze beurt." Na wat heen en weer gepraat gaan Henk en Pleunie ermee akkoord. Beren dien en Jaap kunnen het samen die twee weken wel aan. Berendien weet veel van de zaak en Jaap kan de rest erbij leren. Want beiden, Jaap en Pleunie, brengen geld in het bedrijf van Henk en Beren dien. Nee, ze komen vast niet met lege han den. Ze hebben hun huis in de stad ver kocht. En er een mooi bedrag voor ont vangen. Henk heeft relaties en dus is er een makelaar aan te pas gekomen. Die heeft maar één advertentie hoeven te plaatsen. Er waren enkele gegadigden. Een jonge zakenman uit het westen van het land, die in de omgeving van de stad een bedrijf is begonnen, kan het huis goed gebruiken. De huurders moeten er op korte ter mijn uit, is de beslissing van de nieuwe eigenaar. Dus krijgen ze per aangete kend schrijven de huur opgezegd. Mevrouw Spanhuis is woedend en loopt de hele dag door het huis te tieren. Voor al het feit, dat het huis buiten hun me deweten om verkocht is aan anderen, heeft haar razend gemaakt. Tegen Pleun zegt ze: „Dat had u ons wel eens kunnen vertellen; misschien hadden wij het wel willen kopen. Tenslotte hebben wij als huurder toch zeker de eerste keus? Of niet soms?" Pleunie is niet van plan zich kwaad te maken. Spanhuis een woning kopen. Waar haalt hij die vijf en zestigduizend gulden vandaan? Zijn hele bezit is nog niet eens vijf en zestigduizend centen. Laat me niet lachen. Maar ze antwoordt enkel: „Het is mijn huis en dat van m'n broer, dus wij kunnen ermee doen, wat wij willen. Al zouden we het willen af breken. Zorgt u er maar voor, dat u zo spoedig mogelijk een ander onderkomen vindt, want de nieuwe eigenaar is vast niet zo gemakkelijk als wij waren." Ze loopt donkerrood aan. „Wij blijven drie jaar zitten, goed verstaan? Moet die vent van goeie huize komen, om ons er eerder uit te krijgen." Pleunie glimlacht. Opnieuw trekt me vrouw Spanhuis aan het kortste eind en daarom heeft ze leedvermaak. „Die me neer komt inderdaad van zeer goede huize, mevrouw, dat zult u spoedig ge noeg bemerken. Wedden, dat u er binnen zes maanden uit bent?" <Wordt vervolgd). de film werd door het provinciaal be stuur van Zeeland gegeven aan de N.V. Cinecentrum te Hilversum (produktie N.V. Multifilm). Provinciale staten stel den daarvoor een bedrag van 125.000. beschikbaar. Het is de derde film, die tot heden in opdracht van de provincie werd gemaakt. De eerste was Zeeland Jour naal 1965, de tweede „Waar de zee het land ontmoet", welke eind 1967 in pre mière ging. De nieuwe film is gemaakt naar een scenario van de heren K. Schippers en K. Hin te Amsterdam. De opnamen kwa men in de zomer en het najaar van 1971 tot stand. De film heeft een vertonings- duur van bijna 22 minuten en zal in kopieën van 35 en 16 millimeter in rou latie worden gebracht. Bij de voorberei ding van de film is een andere metho diek gevolgd dan bij de vorige films. Er is namelijk niet gewerkt „vanuit" een uitgewerkt draaiboek, maar naar enkele hoofdlijnen, hetgeen betekende, dat de cineast in de realisering een vrijere op stelling had, mogelijke starheid kon ver mijden en artisticiteit in het algemeen beter tot haar recht kon komen. De film '(die qua genre niet zo gemak kelijk kan worden getypeerd, omdat hij geen documentatie is, maar ook geen speelfilm en evenmin een discussiefilm in de direkte betekenis van het woord) heeft tot doel Zeeland in zijn vele en veelvormige aspecten te tonen en wel zodanig, dat degenen, die deze provincie kennen, als het ware tot een herkenning komen, en ook, dat zij, voor wie Zeeland onbekend is, door het onderwerp worden geboeid. De film gaat niet alleen over zaken, objecten, maar doet ook het menselijke element voldoende aan zijn trekken ko men. De ontwikkelingen in deze provin cie krijgen als het ware impliciet hun plaats erin. Dat uit de veelheid van as pecten een keuze moest worden gemaakt zal duidelijk zijn. In de film komen ver schillende luchtopnamen voor. De camera voor de filmopnamen was Horizontaal: 1. onderhuidse vetlaag - 4. staatsbedrijf (afk.) - 7. deel van een cirkel 13. vreemde munt - 14. vent - 16. planeet 17. voeg - 19. boom - 21. kloosterzuster 22. jongensnaam - 23. heldere 25. jon gensnaam - 26. gesloten - 28. grote bijl 30. bijwoord 32. vervoerbedrijf (afk.) 33. kledingstuk 36. landbouwwerktuig 37. wapen - 39. kledingstuk - 40. gast 42. voorzetsel - 43. en omgekeerd (afk.) 45. hemellichaam 46. naaigerei - 48. ronddraaiend deel - 50. voegwoord - 51. kledingstuk - 52. stad der oudheid - 54. Duits persoonlijk vnw. - 55. visgerei 57. dunne - 60. naschrift (afk.) - 62. deel van een gebouw - 64. dun - 65. visnet 67. woestijn - 69. schaapkameel - 71. keurtroep 73. duivel - 74. meisjesnaam 75. verhaal - 76. Israel (afk.) - 77. luch tig verblijf. Horizontaal: 1. liter - 6. Banka - 11. dop 12. oom - 14. lor - 16. grotesk - 18. ori gine - 20. gal - 21. mei - 22. ega - 23. paradijs - 28. pee - 29. op - 30. st - 31. ster - 32. ATO - 34. eend - 36. ro - 37. toveren - 38. af - 39. spar - 41. ene 42. gros - 45. es - 47. Ie - 49. Ran - 51. troetel - 54. tat - 56. ibd - 57. dra - 58. foutief - 61. Alkmaar - 64. lid 65. tam 67. mia - 68. tenor - 69. panne. in handen van Pim Heytman en Peter Smaling. Produktie-assistent was R. M. Hakhoff, die ook de montage ver-zorgde. Ad Roest tekende voor het geluid en K. Schippers schreef het commentaar, dat werd gesproken door Jan Roelands. De realisatie was in handen van Kees Hin en Cineco Hilversum zorgde voor de la boratorium-afwerking. Voor deze film heeft Otto Ketting speciale muziek ge componeerd. De provincie ki'ijgt in totaal de be schikking over twee 35 milimeter en zes 16 milimeter-kopieën. Die eerste zullen worden vertoond in de Zeeuwse biosco pen en in de cineacs in Amstex-dam, Rot terdam en Den Haag, alsmede door bemiddeling van een filmverhuurkantoor in andere Nederlandse bioscopen. De 16 mm-kopieën zijn beschikbaar voor vertoning door verenigingen en or ganisaties, alsmede op de scholen in en buiten de provincie. Voorts zal zowel in de filmotheek van de Rijksvoorlichtings dienst, als in die van de Stichting Tech nisch Filmcentrum een kopie worden op genomen. RIJKSPOLITIE De sedert 1 december 1971 te Colijnsplaat geplaatste rayon commandant der Rijks politie, de wachtmeester D. RORIJE, wo nende aan de Rozenstraat 67, is thans telefonisch bereikbaar onder nummer 01199 - 4 35. Verticaal: 1. muziekstuk - 2. beziens waardigheid in Madrid - 3. een en ander (afk.) - 4. vogel - 5. deel van een toren 6. breekbare - 8. stapel 9. rondhout 10. rivier in Italië - 11. voetbalvereniging 12. deel van het oog - 15. Chinese maat 18. titel (afk.) - 20. gewicht (afk.) - 24. en anderen (afk.) - 25. kleinigheid - 27. griezel - 29. schildersgerei - 30. wand versiering - 31. land in Eux-opa - 33. per expresse (afk.) - 34. kansspel - 35. dwaas 36. strandmeer - 38. grillig - 40. ik (lat.) 41. al - 44. vogel - 47. Nederlandse Ra dio-Unie (afk.) - 49. in orde (afk.) 53. gezicht - 55. bontsoort - 56. voorzetsel 58. plakken 59. putemmer - 60. jong 61. bevestiging - 62. vogel - 63. laatst leden (afk.) - 66. Spaanse uitroep - 67. zee (eng.) - 68. Heilige Schrift (afk.) 70. Friese jongensnaam - 72. zoals de akten getuigen (lat. afk.). Verticaal: 2. idolaat - 3. tot - 4. Epe 5. Po - 7. Ali - 8. nog - 9. krimpen 10. eggen - 12. oker - 13. mond - 15. meier - 17. rag - 19. nee - 23. pox-tret 24. ap - 25. antenne - 26. ijs - 27. stengel 31. sos - 32. ave - 33. ore - 35. das 40. pendule - 43. ontdaan 44. drift - 46. sr - 47. Ie - 48. start - 50. Abo - 52. ooft - 53. tram - 55. ara - 59. tin - 60. ido - 62. kma - 63. min - 66. ac. Gansepoortstraat 21, Tel. 653S - GOES Oplossing kruiswoordpuzzel no. 266

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1972 | | pagina 1