Eén op de drie „getikt" Voelt u zich steeds moe? Eb en vloed in de lucht Weerstand tegen produktiviteitsverhoging BELANGWEKKEND ONDERZOEK ONDER METAALARBEIDERS ARBEIDERS HEBBEN 'T BETER DAN VROEGER Een groot deel van de arbeiders ziet vandaag de noodzaak tot het ver hogen van de produktiviteit niet in. De jongere ax-beiders (jonger dan 30 jaar) zien de noodzaak minder in dan de oudere arbeiders. Dit waren enkele van de voornaamste konklusies van een onderzoek, dat dr. ir. G. Ydo door een enquete-instelling (Ogilvie) heeft laten ver richten. Ondervraagd werden 1000 metaalarbeiders over het gehele land. De resultaten van dit onderzoek waren in menig opzicht nogal opzien barend. Zo is het bijvoorbeeld opmerkelijk dat liefst 40 van de arbei ders van mening is dat hogere produktiviteit niet in het belang van de werknemer is! Geen tegenstelling tussen „kapitaal" en arbeid? Blijkens dit onderzoek ziet 43 van de oudere werknemers (boven 30 jaar) en liefst 49 °/o van de jongere arbeiders de noodzaak van hogere produkitviteit niet in. De arbeiders in Amsterdam en Rotterdam zagen deze noodzaak beter in dan de arbeiders in de rest van het land. Van degenen die vóór hogere pro duktiviteit waren, gaf 53 als motief op: meer verdienen. Slechts 7 °/o noemde als motief: prettiger werken. Ongeveer 47 °/o van de arbeiders, die de noodzaak van hogere produktiviteit niet inzagen, vond dat harder werken ten koste van je gezondheid en de kwa liteit van het werk gaat. Ongeveer 13 °/o vreesde een slechtere sfeer en ongere gelde werktijden, 8 meende dat de voordelen gaan naar de „kapitalisten", 4% was bang voor werkeloosheid, wan neer de produktiviteit verhoogd zou wor den. Uit het onderzoek valt gevoeglijk op te maken dat vele arbeiders menen, dat de bedrijven veel winst maken ten koste van de arbeiders. Waarom dan meer produceren? Die overtuiging is bij velen tot een „geloof" geworden en wordt door vele communicatiemedia nog beklem toond, zo meent dr. ir. Ydo. Volgens Ydo hebben de arbeiders er geen weet van waar de winst naar toe gaat. Ongeveer 63 meende, dat die gaat naar aandeelhouders en kapitalisten. Het meest opvallend was dat slechts weinig arbeiders de belasting hebben ge- i noemd. Het bestaan van een vennoot schapsbelasting kennen arbeiders dus niet. Zij weten dus niet dat bijna de helft van de winst (om precies te zijn: 47 °/o) naar de fiscus gaat! Hieruit blijkt een schromelijk tekort aan opleiding en voor lichting, aldus dr. Ydo. Slapende rijk? Velen zien het verdelen van de winst nog als een „strijd tussen kapitaal en arbeid". Dit is volgens dr. Ydo een onge lijke strijd. De goed georganiseerde werk nemers hebben een grote politieke macht. Bovendien is het tijdperk, waarin enke len de macht in het bedrijfsleven be zaten voorbij. Door de groei van de bedrijven wordt het eigendom gespreid over velen: de familiezaken worden n.v.'s. De onper soonlijke aandeelhouders zijn dan eige naars van de middelen van het bedrijf. Er ontstaat dus geleidelijk een scheiding tussen leiding en eigendom en in de tweede plaats een spreiding van de mid delen van het bedrijf. Vele arbeiders, aldus dr. Ydo, zijn aan deelhouders zonder dat zij dat zelf we ten. Vaak hebben zij wat geld op de spaarbank gezet en zijn lid van een pen sioenfonds. Een dergelijk pensioenfonds belegt het geld dat van de werkers is. Uiteraard zijn er nog mensen die veel kapitaal bezitten, maar er komen steeds meer mensen die kapitaal krijgen, door dat zij minder uitgeven dan zij verdie nen. Uit een onderzoek van de Vrije Universiteit onder Amsterdamse aandeel houders bleek o.a. dat slechts bij 16 °/o- „Geestelijk gestoord" is rekbaar begrip. In pers en medische vakbladen, even als in medische en parlementaire dis- kussies, wordt het percentage „gestoor den" van de Nederlandse bevolking steeds op 25 a 30 °/o geschat. De omvang van de geestelijke verzieking van het Nederlandse volk schijnt dus enorm te zijn. Telkens als er alarm wordt geslagen over een nieuwe volksziekte doet men goed de geschiedenis eens na te slaan, zo meent dr. De Groot. In de regel zal dan blijken dat er niets nieuws onder de zon is. Dit is ook het geval met de pa nische kreten over de geestelijke verzie king van de westerse mens. Het verhaal dat het aantal psychische stoornissen toe neemt is al oud. In een in 1930 versche nen boek herinnert professor Bouman eraan, dat in 1843 een werk van een zekere Hirsch verscheen waarin reeds werd gekonkludeerd dat de neurasthenie een mode-ziekte was Ruim twintig jaar geleden maakte de toenmalige minister van Volksgezondheid. Mr. Joekes, gewag van publikaties, vol gens welke ongeveer 30 (ook toen al!) van het uitgekeerde ziekengeld op reke- van deze aandeelhouders het bezit alleen door erfenis was verkregen. Het grootste deel van hen had de aandelen moeten kopen, had daarvoor dus eerst moeten werken. Kortom, het is een fabeltje te menen dat alle aandeelhouders slapende rijk zijn geworden. Inkomen gestegen. De veronderstelling dat de winst van het bedrijf naar een kleine groep „kapi talisten" gaat, de arbeiders worden uitge buit en van de hogere produktiviteit niets wijzer worden, is volgens dr. Ydo in strijd met de feiten. De laatste tien jaar is de produktiviteit behoorlijk ge stegen (zij liet minder dan de loonkos ten!), maar de arbeider heeft het stellig beter dan hij vroeger ooit heeft gehad. Stellen we het reëel besteedbare inko men voor de gemiddelde arbeider in 1964' op 100, dan blijkt dat in 1970 reeds tot 123 te zijn opgelopen! Daarnaast zijn de sociale voorzieningen belangrijk vei'be- tei'd en is de wei'ktijd verkort. De nieu we wet op het vennootschapsrecht heeft de invloed van de arfoeiders op het be leid van een bedrijf aanzienlijk vergroot. Kortom, wie kan staande houden, dat de arbeiders van de hogere produktiviteit niets wijzer zijn geworden? Een belangrijke weerstand tegen het vex*hogen van de produktiviteit is de gedachte dat men dan „harder" moet werken en dat dit schadelijk voor de gezondheid en voor de kwaliteit van het produkt zou zijn (dit bezwaar werd door 47 °/o van de ondervraagden genoemd). Dr. Ydo meent echter dat er niet „har der" gewerkt behoeft te worden om een hogere produktiviteit te bereiken, maar efficiënter. Verhogen van de produkti viteit betekent dat de mensen kunnen doorwerken, dat er goede, efficiënte wei'kmethoden moeten worden ontwik keld en dat de mensen in hun eigen tempo kunnen werken. Uit het onder zoek bleek trouwens dat de arbeiders vele mogelijkheden zien om de produk tiviteit op liun afdeling te verhogen en zij noemen daarbij het verbeteren van de organisatie het meest. Bij die verbeterin gen zouden de ai'beiders meer moeten worden betrokken, meent dr. Ydo, die ovei'igens vermeldt dat nog zo'n 40 °/o van de arbeiders niet bijster geïnteres seerd is in verdergaande demokratise- ring van het bedrijf. Opmerkelijk is ook, dat het meren deel van de arbeiders toch wel met min of meer plezier werkt. Ongeveer 4/5 deel van de ondervraagde arbeiders gaf dit volmondig toe en verheugend was dat de jongere ai'beiders gemiddeld nog meer plezier in hun werk vonden dan de oude ren. Ook bleek een bijna even groot per centage arbeiders een min of meer per soonlijke band met hun bedrijf te heb ben. Deze gegevens druisen nogal in tegen de visie van sommige sociologen, die op dit punt heel wat pessimistischer waren en verkondigden dat de meeste arbei ders geen plezier in hun werk vonden, noch een sterke band met hun bedrijf hadden. Tot die bevinding is dr. ir. Ydo dus zeker niet gekomen. (Nadxnxk verboden). ning van het neuroseverschijnsel moest worden gebracht. De Zwitserse pers maakte zich in die dagen vrolijk over het feit dat in Nedex-land één van elke drie volwassenen „getikt" zou zijn. De psychiater Van der Sterren meende in die dagen dat er een leger psychiaters in ons land nodig was om al die arme neu rotici te behandelen. De behoefte aan deze specialisten stelde hij toen al op 6000! Trimbos Wat is er toch aan de hand in Neder land? Vanwaar die enorme massa gees telijk gestoorden? Is dit een realiteit? Wat zijn toch al die „neurosen"? Kort na de tweede wereldoorlog was het inzicht in deze stoornissen nog zeer gebrekkig. Nog in 1957 meent de psy chiater Barnhoorn dat neurotisch door velen werd ervaren als een schande. „Het lijkt wel of de weegschaal sindsdien naar de andere kant is doorgeslagen", smaalt dr. De Groot. „De interesse voor de menselijke psyche is zozeer in het cen trum komen te staan dat men overal „stoornissen" meent te zien en dat het met de dag moeilijker wordt een nor male, gezonde Nederlander te vinden." Volgens dr. De Groot zou in het bij zonder de psychiater prof. Trimbos hier voor verantwoordelijk zijn. In een be roemd geworden redevoering had deze de toeneming van het aantal geestelijk gestoorden als een vaststaand feit gere leveerd. Trimbos trachtte op verschil lende manieren aan te tonen dat de toe stand onrustbarend begon te worden. Hij illustreerde dat onder meer aan de toeneming van het aantal psychiatrische bedden: 8300 in 1900 tegenover ruim 26.000 in 1968, een groei van 1,7 per 1000 van de bevolking naar 2,1 per 1000 in 1968. Kommentaar van dr. De Groot: Trim bos laat helemaal in het midden of er naar de maatstaven van 1900 toen wel licht een tekort aan psychiatrische bed den was. Niet de bedden, maar de be hoefte aan klinische vei'zorging moet als norm worden gebruikt, aldus dr. De Groot. Kuituurgebonden. De vraag blijft of er werkelijk sprake is van een ernstige geestelijke nood onder ons volk. De mogelijkheid van een goed afgestemde programmering van preven tieve en curatieve voorzieningen hangt volgens dr. De Groot samen met de be trouwbaarheid van de beschikbare in- formatie. Wat het hoge percentage geestelijke stoornissen betreft, het hangt er maar Vermoeidheid is een klacht, die men tegenwoordig bijzonder veel hoort. Een groot deel van de mensen is voortdurend moe en zij beschouwen dit als iets heel normaals, waarvoor je niet naar een dokter loopt. Zij nemen een opkikkertje, een kopje koffie extra of wat erger is een oppepmiddeltje en dan gaat het wel weer. Het is een gevolg van de ge jaagdheid van onze tijd menen zij, het hoort er nu eenmaal bij. Een dergelijke opvatting is volkomen fout en is zelfs niet geheel ongevaarlijk. Men mag namelijk niet vergeten, dat vermoeidheid een verschijnsel is, waar mee ons lichaam in staat is ons te waar schuwen, dat er ergens iets niet in orde is. Wanneer we aan die waarschuwing gehoor geven en eens met de huisarts gaan praten, dan komt dikwijls al snel uit, wat de oorzaak van deze vermoeid heid is, wat er aan hapert en veelal is er dan iets aan te doen, met als gevolg, dat we ons veel prettiger gaan voelen, meer energie hebben en geen last meer krijgen van die nare steeds aanwezige vermoeidheid. Verbetering is dus alleen bereikbaar, wanneer we naar de dokter gaan. Wie er geen aandacht aan besteedt en dóór gaat met of zonder stimulerende mid delen, pleegt roofbouw op zijn gezond heid en sloopt zichzelf. Op een kwade dag is het dieptepunt bereikt en stort de mens in. Als het eenmaal zo ver is gekomen, is het duidelijk, dat het ook voor de behandelende medici een zware opgave wordt om de patiënt weer te genezen. Daarom is voorkomen raadzamer Er zijn uiteraard diverse oorzaken, die chronische vermoeidheid tot gevolg kun nen hebben. Aan de arts om zijn diag nose te stellen. Wij kunnen hier echter wel enkele vooi'beelden noemen, waar door men een beeld krijgt hoe ogen schijnlijk onbelangrijke kleinigheden tot dit vei'schijnsel kunnen leiden. Om te beginnen is er de bloedarmoede, waaraan veel vrouwen lijden zonder het zelf te weten. Statistieken beweren zelfs, dat bloedarmoede in zeventig procent van de gevallen van chronische vermoeid heid, de oorzaak van de narigheid is. De oorzaken van bloedax-moede kunnen ook weer verschillend zijn. Zo kan bij voorbeeld een voortdurend gebx'ek aan frisse lucht een rol spelen. Dan bijvoor beeld verkeerde voeding, zoals een te kort aan vlees en groenten. En voorts uiteraard veel bij vrouwen voorkomend bloedarmoede als gevolg van te heftig menstrueren. In wezen allemaal oor zaken, die zonder veel moeite kunnen worden verholpen. Een andere zeer belangrijke en veel voorkomende oorzaak van chronische vermoeidheid in onze moderne tijd is het voortdurend laat naar bed gaan, met als gevolg een chronisch gebrek aan nacht rust, dat zich uiteraard gaat manifeste ren in een gevoel van voortdurende ver- moeidheid. Denkt u toch allemaal om uw acht uren slaap! Wie 's morgens om zeven uur moet opstaan, dient zo rond elf uur naar bed te gaan, waarbij we er rekening mee moeten houden, dat het toch wel twaalf wordt voordat we echt slapen. Wanneer dan om zeven uur de wekker afloopt, hebben we toch nog slechts zeven en een half uur slaap ge had. Bovendien moeten we een belang rijk ding niet vergeten. Elk uur van langer opblijven kost ons niet alleen een uur van onze kostbare nachtrust, maar het betekent tevens, dat we een uur langer aktief zijn en dus een uur langer energie verbruiken. Ook dat extra uur, met dat extra energieverbruik moet weer worden goedgemaakt, maar dat kan niet, want we slapen al een uur korter dan gewenst zou zijn. De schade is dus dub bel; een uur langer op en een uur korter slapen, een uur meer energievei'bruik en een uur minder rust. Het is voor een kind te begrijpen, dat een mens zich op clie manier sloopt. Ander-zij ds is de neiging tot laat op blijven goed te begrijpen, want ons ge hele moderne leven is er op ingesteld. Tegenwoordig vinden we, dat ons leven geen zin heeft, wanneer we niet vol doende ontspanning krijgen. Het grootste deel van de dag moeten we werken, maar daarna begint ons eigen leven pas. Die tijd voor ontspanning en amusement willen we zolang mogelijk rekken en van af! wat je onder geestelijke stoornis verstaat! Dr. De Groot konstateert een „gx-enzeloze verwijding" van het begrip geestelijke stoornissen. Volgens hem is dit begrip erg kultureelgebonden. Er is inderdaad een grote toeneming van het aantal mensen, dat in spanning raakt door invloeden uit de samenleving en daarop heftig reageert, of zich niet kan of wil aanpassen. Maar moet je die men sen dan direkt als „geestelijk gestoord" etiketteren? Vaak wordt het niet aange past gedrag van vele mensen gekleurd en getekend door de kulturele laag waarin zij leven en werken. Van hen kan men reakties vei-wachten, die de buitenstaan der als onjuist en ondoelmatig beoor deelt. Denk maar eens aan woonwagen bewoner-s, die vaak andere normen hul digen dan de gemiddelde burger. Maar is daax-om hun gedrag pathalogisch, zijn zij door hun anders-zijn „geestelijk ge stoord"? Dr. De Groot zet hier een groot vraag teken achter. Hij meent dat de irreële absurd hoge percentages (25 a 30) van z.g. geestelijk gestoorden volstrekt waar deloos zijn als basis voor het overheids- beleid in de sektor van de geestelijke volksgezondheid. Deze percentages zijn immers aanvechtbaar en vooralsnog be staat er geen enkele wetenschappelijke aanwijzing voor de zogenaamde achter uitgang van de geestelijke gezondheid van het Nederlandse volk. (Nadruk verboden.) we krijgen daar volop gelegenheid voor. Wij gaan niet meer met de kippen op stok, de moderne techniek schenkt ons de mogelijkheid van verlichting in zo'n mate, dat we zonder bezwaar er alles bij kunnen doen. Dan zijn er de nodige publieke ontspannings- en onderhou dingsmedia, zoals radio en televisie, die ons ook bezighouden tot laat in de avond. Zij bevorderen zeker niet het tijdig naar bed gaan. Op deze en nog vele ander manieren wordt het laat naar bed gaan sterk be vorderd en de moderne mens moet over veel wilskracht en zelfbeheersing be schikken om zichzelf onder controle te houden en zich te dwingen in weerwil van het prettige opblijven, toch tijdig Eb en vloed aan de kust zijn een nor maal verschijnsel. Bij vloed worden de waterstanden hoger en wordt een deel van de vlakke kust door de zee opge slokt en bij eb wordt de waterstand lager en zien we, dat de zee het ver overde land weer droog laat vallen. Het is een steeds weerkerend fenomeen, dat we allen kennen en waarvan-ook de oor zaak bekend is. Het is de aantrekkings kracht van de maan, die deze getijden doet ontstaan. Dat er in de lucht in onze atmosfeer ook sprake is van getijden, die met een correcte regelmaat optreden, is iets, dat slechts meteoroloog kon vermoeden. Professor Bernhard Haurwitz, van de academie van wetenschappen in Götin- gen, heeft er een speciale studie van ge maakt. Her-kenbaar worden de atmosferische getijden, door veranderingen in de lucht druk, die onafhankelijk van het grote ge beuren in de atmosfeer 'door het ver richten van metingen gedurende tiental len jaren vastgesteld konden worden. Luchtdrukschommelingen van minder dan een millibaar lijken erg klein te zijn, toch blijken die kleine schommelingen in het grote geheel van de processen in onze atmosfeer hetzelfde effect te heb ben als eb en vloed hebben op de water standen. De door de luchtdrukverschillen veroorzaakte windsnelheden zijn aan het aardoppervlakte slechts zeer gex-ing, maar op 80 kilometer hoogte, dragen zij bij tot het ontstaan van orkaanachtige stormen met windkracht 11. In tegenstelling tot de getijden van de zee geven de meteorologische metingen meer luchtdrukschommelingen te zien met ver-schillende ritmen. Het sterkste effect zien we bij een half dagelijkse luchtdrukschommeling. Ook is er sprake van eexx andere schommeling, die van een volle dag. Vergelijkt men de baan die aarde en maan om de zon maken, dan volgt daaruit, dat de halfdagelijkse ver anderingen het gevolg zijn van de in vloed van de zon. terwijl de volle-dag schommelingen het gevolg zijn van de invloed van de maan. Terwijl de volle dag-schommelingen het gevolg zijn van het aantrekkingskrachtfenomeen, heeft men nog geen verklaring voor de half- daagse zonnegetijden. Een reeds in 1882 door lord Keivin, de beroemde natuur kundige opgestelde „Resonantietheorie", is door de moderne meetmogelijkheden in de troposfeer, door middel van ra ketten, achterhaald. Men denkt momenteel meer aan de mogelijkheid, dat er bijvoorbeeld een drukverhoging ontstaat, als gevolg van de zelfverwarming van de atmosfeer. De ozonlaag en de waterdamp in de troposfeer zouden zonlicht absorberen, waardoor de temperatuur stijgt. Deze zelfverwarming leidt tot uitzetting en verhoging van de druk in de atmosfeer. Als gevolg van de wisseling van dag en nacht, ontstaat er door verwarming en afkoeling een halfdaagse schommeling in de druk. Een en ander moet echter in de toekomst nog nader worden onder zocht door uitgebreide onderzoekingen en metingen. Het is duidelijk, dat deze op het eerste gezicht zo belangrijke getijden, die rit mische schonxmelingen veroorzaaken in naar bed te gaan. Velen kunnen dit niet! Overigens kan vermoeidheid ook een geestelijke ooi-zaak hebben en het is deze ooi-zaak, die dikwijls het moeilijkst is weg te nemen. Het zijn spanningen op het werk of in het gezin, die tenslotte dat nare gevoel van voortdurende ver moeidheid veroorzaken. De oorzaken van dergelijke spanningen kunnen uiteraard zeer verschillend zijn. Maar zij moeten worden weggenomen, omdat de mens, die er onder lijdt, anders ten gronde gaat. Ook hier kan een openhartig ge sprek met de dokter van bijzonder veel nut zijn. Er zijn nog enkele lichamelijke oor zaken te noemen, zoals bijvoorbeeld „te zwaar" zijn. Een te hoog lichaamsge wicht is dan de oorzaak. Wanneer we de gehele dag een aantal overtollige kilo's moeten meedragen, wordt er veel teveel van ons hart en onze spieren gevergd, hetgeen kan resulteren in een stex-ke ver moeidheid. Wanneer men dan meent dit gevoel van vei-moeidheid te kunnen weg werken door extra veel te eten of veel koffie te drinken, dan is men juist op de verkeerde weg. Het lichaamsgewicht zal nog meer toenemen en men komt in een spiraal, waarvan het einde niet meer te zien is en leidt tot nare gevolgen. Dan is er nog de verwaarlozing van de voeten, een veel voorkomend verschijn sel bij dames. Ze staan of lopen lang durig op ongemakkelijk schoeisel. Ze dragen in huis dikwijls slofjes of platte gemakkelijke schoenen, die aan de voeten geen steun geven. Er ontstaan voetver zakkingen of andere voeteuvels en dan is de narigheid in volle gang. Zonder dat men het bemerkt of zich bewust is, zor gen de voeteuvels voor voortdurende vermoeidheid. Resumerend komen we tot de slotsom, dat vermoeidheid op zich geen ziekte is. Het is in wezen een alarm van ons lichaam, dat ons er op attent wil maken, dat er iets niet in orde is. Wanneer we er geen aandacht aan schenken en ge woon doorgaan, blijven de oorzaken be staan en zullen de klachten steeds ern stiger vormen aannemen. Het slot is altijd, dat men toch bij de dokter te recht komt. Van groot belang is echter, dat men tijdig de arts bezoekt, voordat de gevolgen voor het lichaam te ernstig zijn geworden. Hebt u klachten over voortdurende vermoeidheid, weest dan niet dom of eigenwijs, maar praat er eens over met uw dokter. En wacht er niet te lang mee! (Nadruk verboden.) de luchtdruk, van groter betekenis zijn, dan men zou denken. Zij drukken in het grote geheel wel degelijk hun stempel op de processen die zich in onze atmos feer afspelen. Het is duidelijk, dat een en ander van groot belang kan zijn voor de meteorologen, vooral waar het gaat om de bestudering van de weersont wikkeling en het opmaken van de ver wachtingen, zeker wanneer dit gaat om verwachtingen op langere tei-mijn. De meteorologie is een naar verhou ding nog jonge wetenschap, doch lang zaam maar zeker is men in staat door de moderne technische ontwikkeling steeds dieper door te dringen in de geheimen van de atmosfeer. De ontdekking van de getijden in de aardse atmosfeer is weer zo'n stap voor waarts. Interkerkelijke Recreatiestichting Dinsdagavond vond in het Dorpshuis in Wissenkerke een bespreking plaats uitgaande van de Interkerkelijke Recrea tiestichting i.o. „Het Veerse Meer" met een aantal vertegenwoordigers van mid denstandsverenigingen, kampeex-bedrij - ven en muziek- en sportverenigingen uit Noord-Beveland. Voorzitter mevrouw J. J. Wisse - Lammers opende de goed bezochte vergadering. Deze recreatiestichting wil in overleg met de V.V.V. Noord-Beveland, het ge zamenlijk organiseren van aktiviteiten in de zomermaanden voor de vakantiegas ten. Ds. Strating zette de doelstelling van het reGreatiewerk uiteen. Hij wees op de noodzakelijkheid van goede publi citeit voor de te organiseren aktiviteiten.. Bedenk, aldus ds. Strating, dat het Roer gebied nog geen dag reizen van het Noord-Bevelandse Noordzeestrand en het Veerse meer ligt. Het is hier een belang rijk gebied. In de eerste plaats dat de gasten weten wat er aan recreatie en ontspanning geboden wordt en waar en wanneer het plaats vind. Daarom aldus ds. Strating is er een werkgroep nodig die een in ventarisatie maakt van al de plannen, zodat geen twee belangrijke evenemen ten in verschillende dorpen op één tijd stip plaats vinden. Samenwerking met alle groepen en de V.V.V. Noord-Beve land is wel noodzakelijk. Het opstellen en verspreiden van een evenementen-gids is eveneens geboden. Op verzoek van de stichting was de heer W. Goossen uit Kortgene bereid als voorzitter van deze commissie te fun geren. Van elk dorp zal dan één per soon zitting in deze commissie hebben. Zij hebben tot taak de evenementen te plannen en in gezamenlijk overleg met de stichting „Het Veerse Meer" en V.V.V. Noord-Beveland tot een verantwoord en aantrekkelijk ontspanningsprogramma te komen. De evenementen op Colijnsplaat en Kamperland waren volgens de vertegen woordigers bijna rond. De andere dor pen hebben hun plannen in bespreking. Voorzitter mevrouw Wisse stelde de aanwezigheid van groepscommandant Bnxynooge zeer op prijs en dankt hem voor zijn adviezen. Met een welgekozen woord sluit zij deze voorbereidende ver gadering. MAAR WAT IS PRECIES „GEESTELIJK GESTOORD"??? Het wordt met de dag moeilijker een geestelijk gezonde Nederlander te vinden. Tot die ironische konklusie komt dr. Meindert de Groot, epide miologisch adviseur, in een opzienbarend artikel in het vakblad „Medisch Kontakt". Deze arts heëft menig psychiater het bloed onder de nagels vandaan gehaald met zijn publikatie. Dr. De Groot verzet zich heftig tegen beweringen als zou 25 tot 30 °/o van onze bevolking min of meer geestelijk gestoord zijn. Volgens hem is er geen wetenschappelijke aanwijzing voor de achteruitgang van de gees telijke gezondheid van het Nederlandse volk. Hij dringt er op aan te stoppen met het zaaien van paniek. EEN WAARSCHUWING DAT ER IETS NIET IN ORDE IS ER ZIJN ATMOSFERISCHE GETIJDEN WAAR TE NEMEN.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1972 | | pagina 2