NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Pion vier heeft DE schoenen Mo. 3478 Donderdag 18 november 1971 75e jaargang Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. 308, Giro 206882 Abonnementsprijs 3.75 per half jaar. Franko per post 15.per jaar. Advertenties 16 ct per mm, exclusief BTW, Voor fouten in advertenties, per telefoon opgegeven, kunnen wjj geen enkele verantwoordelijkheid dragen. FEUILLETON Nogmaals kijkt hij naar zijn baas. „Meent u het? Dat ik hem voor die prijs kan overnemen?" „Ja. Vijf tientjes in de maand. Kun je meer betalen, dan betaal je meer. En je krijgt natuurlijk reisvergoeding, dat heb ben de anderen ook. Oké Jaap?" Garreveer heeft zijn hand uitgestoken. Jaap bedenkt zich niet lang en slaat toe. „Verkocht," zegt hij. „En bedankt. Heel erg bedankt. Donnerwetter, die wagen is puik." „Hij was van een renteniertje, maar de man is vier en zeventig en durft niet meer te rijden. Ik heb hem van de week overgenomen. Nou, veel geluk ermee. De belasting is betaald tot eind van het jaar. En als er wat aan mankeert, kun je het zelf repareren, dat is een voordeel." Terug in de stad, roept Jaap zijn zuster naar beneden. Samen bewonderen ze de glanzende auto. Hoewel het eten klaar is, kan Pleun geen weerstand bieden aan de verleiding en ze maken een kort ritje rond de stad. Ze is minstens even en thousiast als hijzelf. Tijdens het avondeten kijkt Pleun hem hoofdschuddend aan en zegt: „En zo'n baas wou jij nog wel in de steek laten." Hoofdstuk 14. Berendien neemt het initiatief. Het loopt al naar Sinterklaas, als Jaap op een woensdagmiddag zijn overall uit trekt en zich klaar maakt om naar huis te gaan. Hij valt een enkele maal zondags in voor de pompbediende en krijgt daar voor een vrije middag in de week. Hij heeft doorgewerkt tot één uur. Nu is hij vrij tot morgenochtend half acht. Als hij in zijn wagen naar buiten rijdt, staat Berendien bij de garagedeur. Ze wenkt hem. Hij stop en opent het portierraampje. „Plannen voor vanmiddag?" vraagt ze. „Ik moet wat inkopen doen en er is geen enkele wagen beschikbaar. Ja, een mooie broer heb ik," vervolgt ze. „Voor jou koopt hij een mooie VW, maar ik moet nog altijd op de schobberdebonk leven." Hij is dadelijk bereid, stapt uit en maakt aan de andere kant het portier voor haar los. „U kurit over me beschik ken," zegt hij, „dat spreekt toch vanzelf." „En je zuster dan? Rekent zij niet op je?" Ze heeft deze week late dienst. Als ik thuiskom, is ze al weg, dus...." Nu stapt ze in. „Bovendien ben ik nieuwsgierig geworden. Henk zei, dat het nog zo'n goede wagen was." Jaap trekt vlug op. „Hij is fantastisch, juffrouw. Waar wilt u heen?" „Naar de stad. Ik moet wat geschenken kopen en in ons dorp is wel heel wat te krijgen, maar niet alles." In de stad zet hij zijn wagen op een parkeerterrein. „Je gaat toch zeker mee?" vraagt ze. 1 Hij kan haar niets weigeren. Naast haar loopt hij door de winkelstraat. Hier en daar gaat ze naar binnen. Bescheiden blijft hij buiten, rookt een sigaret en wacht. Als ze buiten komt, neemt hij zonder meer haar tas over om te dragen. Berendien is in een jolige bui. „Lang geleden, Jaap, dat we samen uit waren." Hij grinnikt. „Dat was onder heel an dere omstandigheden." „Kan zijn. Maar ik heb er altijd pret tige herinneringen aan gehad." Dat is niet waar, want als Jaap niet teruggekomen was in haar leven, zou ze misschien nooit meer aan hem gedacht hebben. Dach zo iets zeg je natuurlijk niet. En eigenlijk weet ze nu nog wel, dat ze met hem in de smederij heeft gezeten. En vast niet stil gezeten. Na een uurtje is haar tas vol. „Nu wil ik nog naar Zutphen," zegt ze. „Na tuurlijk is de benzine voor mijn reke ning." „Kom nou, die enkele kilometers protesteert hij. „Zutphen is heen en weer dik veertig kilometer, vriendlief. En nog eens heen en weer naar Bergevoort is zeker een kleine zeventig samen. Ik huur vanmiddag jouw wagen en ik betaal hem. En tegenspraak duld ik niet." Hij knikt. „Oké, u wint. Maar ik trak- door Gerrit Fransen teer vanmiddag op thee en wat erbij." „Dat vind ik fijn. Als we klaar zijn in Zutphen." Gedurende de rit zegt het meisje: „Jaap, dat gejuffrouw en u bergen we vanmid dag op. Ik heet Dient je, maar dat weet je vanzelfsprekend nog van vroeger." Natuurlijk weet hij haar naam. En ook de bijnaam, die men haar in het dorp wel eens geeft: Dikke Dien. „Vroegerzegt hij, nadenkend, „ik zou het best weer eens een keer over wil len doen," voegt hij er ondeugend aan toe. „Ik houd je aan je woord," antwoordt ze, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. „En we hoeven niet persé naar een kermis." Hij kijkt haar even aan. „Ha, da's een goeiezul je de baas horen. „Wat is dat nu voor onzin?" „Nou? Dat past toch niet? Ik als knecht uit met de zuster van de baas?" „Wie denk je, dat ik ben? De ko ningin?" „Het past niet," houdt hij hardnekkig vol. „En nu dan?" „Datdat is was anders. U had geen wagen ter beschikking en ik bood u de mijne aan." „Best," besliste ze, „dan doen we het vandaag over. Komt wel zo goed uit ook." Nog een keer kijkt hij haar aan, on gelovig. „Je meent het?" „Wis en zeker. Jij bent een knappe jongen. Ik kan dus best met je voor de dag komen. Je had de mensen maar eens moeten zien kijken in de stad." Zijn gezicht betrekt. „Kom nou, dat had een heel andere oorzaak „Wel ja, laten we dat oude liedje weer eens gaan zingen. Jij loopt met een idee fixe rond, vriendlief. Pas maar op, dat je er geen minderwaardigheidscom plex van krijgt. Zet jij die onzin maar ge rust uit je hoofd. Je verbeeldt het je." In Zutphen is ze met een half uur klaar. De achterbank is nu vol met twee tassen en een paar grote pakken. „Op een paar kleinigheden na heb ik nu alles voor Sinterklaas," zegt ze. „En dat koop ik wel in ons dorp. Nu heb ik dorst". Ze stoppen bij een rustige gelegenheid in de buurt van het station. Waar ze thee drinken en een hartig hapje erbij nemen. Ze roken een sigaret. Opnieuw beslist ze: We gaan een eindje toeren. Ik wil de Ve- luwe eens over. Er is in de winter ook wel wat moois te zien. Ergens gaan we eten en daarna rijden we rustig terug naar huis. De benzine is voor mijn reke ning, dat weet je." „En de baas? Moet die niet eten?" „Ik bel hem straks op, dan weet hij waar ik ben en met wie. Hij kan best een keer zelf zijn brood klaarmaken." Hij is er niet erg gerust op. „Hoe zal de baas dit opvatten, Dien?" „Wat?" „Nou, dat je met mij uit bent, dat we samen ergens eten, ver van huis en zo." Ze kijkt hem lachend aan. „Wat ver sta jij onder „en zo"?" Ook hij begint te lachen. „Verdraaid, Dien, voor mijn part is de baas morgen spinnijdig. Dat zien we dan wel weer. Ik doe mee; we gaan er een fijne avond van maken!" Ze drukt zijn arm en gaat dicht tegen hem aan zitten. „Nou ben je weer de Jaap van vroeger," zegt ze blij en voegt er zacht aan toé: „Zo zie ik je het liefst. Jaap geniet. Dient je is opgewekt en vrolijk en dat werkt aanstekelijk. Ze hebben een restaurant opgezocht in het hart van de Veluwe. Het is er rustig; er zijn in deze tijd van het jaar weinig gasten. Dientje heeft haar broer opgebeld, zodat hij weet, waar ze is. Als ze terug is uit de cel, kijkt hij haar vragend aan. „En?" „Wat nou „en". Ik heb gezegd, dat ik hier met jou zit te eten en dat we niet weten, hoe laat we thuiskomen. Hij ant woordde: Ik red me vanavond zelf wel. Veel plezier." „Dat zal wel. Ze gaat zitten en haalt haar schouders op. „Vraag het hem zelf morgenochtend. En nu geen gezeur meer, ik ben met je uit en ik wil ervan genieten, begrepen?" Hij knikt lachend. „En of!" Pleunie evenwel is een ogenblik ge schrokken, als hij zegt misschien wat laat thuis te zullen komen, omdat hij met de zuster van de baas uit is." Hét is dan ook enkele momenten stil aan de andere kant van de lijn. Blijkbaar dringt het nog niet helemaal tot haar door, want ze vraagt: „Met wie? Met Beren dien?" „Ja. Vind je het soms niet goed?" „Goed vindenOnzin. Maar je durft, dat moet ik zeggen. Doe het maar kalm pjes aan." „Wat moet ik kalmpjes aan doen?" „Stel niet zo'n gekke vraag, broer, je begrijpt me best. Tot vanavond." Weer terug aan tafel is Berendien min stens even nieuwsgierig als de jongen enkele minuten geleden. „Wat zei je zuster er wel van?" „Ze schrok zich een hoedje en zei: Nou, je durft." Berendien glimlachte. „Echt iets voor je zuster. En verder?" (Wordt vervolgd). DE MENS HEEFT EEN INWENDIGE KLOK De periodiciteit van biologische funkties De meesten van ons hebben waarschijn lijk wel eens ontdekt dat het lijkt of we een inwendig klokje hebben, dat ons waarschuwt wanneer het tijd is. Wanneer we gaan slapen met het voornemen om de volgende morgen op een bepaalde tijd op te staan, dan lukt dat in heel veel gevallen en worden we keurig op tijd wakker. Er zijn zelfs veel mensen, die in de praktijk van het slapen en opstaan hun wekker eigenlijk niet of nauwelijks nodig hebben, omdat ze steeds weer pre cies voordat de wekker afloopt wakker worden. Natuurlijk vraagt men zich dan wel eens af, hoe dit mogelijk is. De mens vertoont in zijn levenspatroon een eigenschap, die hij waarschijnlijk in de loop van zijn wordingsgeschiedenis heeft verworven en wel een inwendig ritme van ongeveer 24 uur, dat door de aardse dagelijkse gang van zaken precies op de 24-uur periode is afgestemd. In het prille begin van het leven, dus bij baby's, loopt het inwendige klokje nog niet zo heel precies. Onderzoekingen wezen uit, dat bij baby's de dag wat hun inwendig ritme betreft, 24 uur en 24 minuten bedraagt. Pas wanneer de zui geling ongeveer vier weken oud is, is zijn klok bij geregeld en loopt precies op 24 uur per etmaal. Het dag-nacht-ritme dat wij beleven, werkt in op onze levensfunkties. Wordt het uitgeschakeld, dan verandert ook het levensritme. Dat zien we, wanneer vol wassen personen gedurende enige tijd opgesloten worden in een van de bui tenwereld afgesloten ruimte, waar zij ook het daglicht missen en dus niet van dag of nacht weten. Men constateerde, dat in dat geval na enige dagen het naar bed gaan en ontwaken verschoof en wel met twee uur per dag, zodat deze mensen na zes dagen niet 's morgens om zeven uur opstonden, doch aan het eind van de middag, begin van de avond, namelijk om 19 uur. Gedurende de eerste paar da gen is het ritme belangrijk gestoord. De proefpersonen zijn lange perioden wakker en slapen maar kort en onrustig. Na verloop van tijd is er weer sprake van een vast ritme. Ze voelen zich weer goed, de tijd interesseert ze niet en ze gaan zonder meer hun gang, waarbij opvalt, dat bij geen van de proefpersonen het dagritme onder de 24 uur kwam, doch allen er boven. Het licht blijkt een belangrijke rol te spelen in -het ritme. Bij een proef werd een persoon alleen opgesloten in een kamer, zonder vensters, afgesloten van de buitenwereld. Men liet er echter een klein zwak lampje branden, dag en nacht. Na enige aanpassingsdagen ontwikkelde de proefpersoon een nieuw ritme. De negende dag verving men het zwakke kleine lichtje door een lamp met een viervoudige lichtcapaciteit en zie, vanaf die dag werd zijn levensritme per dag een uur korter. Het bleek dat licht het ritme verkort, terwijl duisternis het ver lengt. Ook onze slaapgewoonten zijn onder worpen aan een bepaald ritme. Gemid deld worden zeven van elke tien mensen 's morgens keurig op tijd wakker, ook zonder wekker. Dat is meestal een eigen schap die men dankt aan de jarenlange gewoonte. Wil iemand echter op een dag vroeger opstaan dan hij gewend is en beschikt hij niet over een wekker, dan gebeurt het heel dikwijls, dat hij zich verslaapt .en niet vroeger, maar op de gewone tijd wakker wordt. Er zijn echter mensen, die de kunst, om ook dan op tijd wakker te worden, wel verstaan. Wan neer zij 's avonds gaan slapen met de wetenschap dat zij de volgende morgen op een bepaalde tijd moeten opstaan, dan worden zij ook zonder wekker keurig op tijd wakker. Dat hangt samen met hun 24-uurritme. Alle tijdstippen binnen deze periode worden door bepaalde physiologische bij zonderheden gekarakteriseerd, zoals bij voorbeeld de wisselende intensiteit van de stofwisseling, de aktiviteit van de lever, de nieren, de hormoonklieren, enz. Er zijn mensen, die hiervan blijkbaar, overigens onbewust, op de hoogte zijn. Wanneer zij gaan slapen met de gedachte: „Ik moet morgen op 5 uur op" en ze beschikken op dit gebied over enige ervaring, dan reageren ze op het bewuste tijdstip met wakker worden, dus op de toestand in hun lichaam op die tijd bin nen het 24-uurritme. De meeste biologische aktiviteiten in ons lichaam voltrekken zich per 24 uur ook in een bepaald ritme. Zo is er een onderzoek ingesteld naar het ritme van de bloeddrukconcentratie. Uit dit zeer uitgebreide onderzoek bij een aantal sportmensen, bleek dat de bloedsuiker- concentratie van uur tot uur verschilt, waarbij er wel degelijk sprake is van een bepaald ritme, terwijl het dagge middelde constant is. Naar het schijnt is deze concentratie ook weer afhankelijk van het ritme in de organen die invloed op deze bloed- suikerconcentratie uitoefenen, waarbij de lever een belangrijke rol speelt. De lever op zijn beurt is weer afhankelijk van het ritme van andere organen, zoals het cen traal zenuwstelstel, de hypophyse of de bijnieren. Men neemt overigens aan, dat aan het bloedsuikerritme nog andere lichaamswerkingen een bijdrage leveren. In de loop van een mensenleven kan de periodiciteit van enkele organen ver anderen, met als gevolg, dat er ook ver anderingen in zijn ritme optreden. Ie mand die graag 's morgens lang uitslaapt, wordt dan bijvoorbeeld iemand die graag vroeg opstaat. Wanneer men per schip of trein naar het oosten of het westen reist, passeert men bepaalde tijdzones, doch het ver plaatsen gaat zo langzaam, dat de mens in staat is zich zonder meer bij de ge wijzigde omstandigheden aan te passen. Anders wordt het, waar het reizen per vliegtuig gaat. In betrekkelijk korte tijd komt de mens, die vliegt met een modern straalvliegtuig, te staan voor grote tijd winst of tijdverlies en in die gevallen kunnen zich naar uit ondervinding en onderzoekingen van artsen is gebleken, belangrijke storingen in het ritme van de mens voordoen. De bloedcirculatie kan in de war geraken, de temperatuur van het lichaam verandert en de patiënt gaat transpireren. Het biologische ritme wordt zodanig aangepakt, dat er een storing ontstaat, die na verloop van tijd weer verdwijnt, wanneer de mens de gelegen heid krijgt op een bepaalde plaats te acclimatiseren. Ook met ons inwendige klokje moet men nu eenmaal voorzichtig zijn. Kruiswoordpuzzel no. 253 Horizontaal: 1. godsdienst - 6. teil - 11. speelgoed - 12. open plek in een bos 14. vreemde munt - 16. donker - 18. Europeaan - 20. gezet - 21. duiven woning 22. ieder - 23. overweging - 28. kranten jongen 29. rondhout - 30. titel (afk.) 31. tegen - 32. in orde - 34. bekende opera 36. onmeetbaar getal - 37. Javaans orkest 38. godsdienst (afk.) - 39. eentonig - 41. meisjesnaam - 42. gehoorzaal - 45. de onbekende (afk.) - 47. dierengeluid - 49. meisjesnaam - 51. uitstekend - 54. Ge neeskundige en Gezondheids Dienst (afk.) 56. aanzien - 57. deel van de dag - 58. koningsdochter - 61. gewone - 64. drink gerei - 65. gelofte - 67. schortje - 68. duivel - 69. vrolijk en bekoorlijk. Verticaal: 2. door het afsluiten van lucht doden 3. ongebonden - 4. zangstem 5. de oudere (afk.) - 7. vrouwelijk schaap 8. scheepsmaat (afk.) - 9. wapenstilstand 10. reptiel - 12. deel van een trap - 13. stand - 15. pl. in België - 17. nachtvogel 19. loom - 23. oorsprong - 24. familielid 25. cijferen - 26. jongensnaam - 27. pro jectiel - 31. verhoogde toon - 32. familie lid - 33. boom - 35. vogel - 40. wereld deel - 43. reptiel - 44. soort stof - 46. nieuwe maan (afk.) - 47. voorzetsel - 48. woonplaats - 50. Europeaan 52. meis jesnaam - 53. vogel - 55. goedgeefs - 59. niet (eng.) - 60. pl. in België - 62. dans- koor - 63. Memorie van Antwoord (afk.) 66. landbouwwerktuig. Oplossing kruiswoordpuzzel no. 252 Horizontaal: 1. schaken - 7. bestand 13. Diana - 14. schat - 15. pro - 18. hop 20. deze - 22. knar - 25. as - 27. diadeem 29. ra - 30. pit - 32. en - 33. pe - 34. tik 35. rol - 37. vat - 39. neo 41. en - 42. palet - 43. do - 45. dop - 47. lol - 48. por 50. mee - 52. ea - 54. oa - 55. nut - 57. od 58. tangens - 61. ia - 62. lire - 63. rete 65. dot - 66. oei - 68. nooit i- 70. sonde 72. oordeel - 73. kordaat. Verticaal: 2. CD - 3. hip - 4. aard - 5. knoedel - 6. ea - 8. es - 9. schamen 10. Thor - 11. aap - 12. nt - 16. Lea 17. oke - 19. cape - 21. zin - 23. nep 24. laks -*26. si - 28. dialoog - 29. ri 31. trede - 34. toorn - 36. ono - 37. val 38. tel - 40. EDO - 44. emoe - 46. petitie 48. pastoor - 49. stap 51. Ed - 53. aar 54. one - 56. ui - 59. neb - 60. erg - 62. lood - 64. eend - 65. dor - 67. Ida - 68. no 69. te - 70. so - 71. E.A. Ganzepoortstraat 21, Tel. 6535 - GOES

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1971 | | pagina 1