WISSE - Kortgene
een briljant die
alsmaar groter wordt
Discriminatie van gehandicapten
FH
Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 6 mei 1971 no. 3450
Moederdag geschenkendag
'T GOUDDOPPERTJE
LIEFDE OP DE RIJN
Profiteer van onze grote sortering, met speciale aanbiedingen.
WAARONDER
Classique koperen wandlampjes vanaf ƒ13.75
Classique staande lampjes nu 29.50
Verchroomde fluitketels 19.95, nu 14.95
Tornado koffiemolens nu 17.50
1 set koelkastdozen a 4 stuks nu 3.25
1 set assorti theeglazen nu 3.25
Unica tuinstoel voor slechts 10.50
VOORTS EEN GROTE SORTERING TUINMEUBELEN
Komt u ook? Want bij dit alles krijgt u ook nog ZILVERZEGELS
Breng dus een bezoek aan de zaak waar je ALLES kan vinden
Deze solitair met groeibriljant koopt U met een kleine
briljant (om te beginnen). Op een later tijdstip wisselt
U deze ring iveer bij ons in voor eenzelfde exemplaar
met nn een grotere briljant. U betaalt dan alléén
bet verschil in prijs! Op deze manier komt U haast
ongemerkt in het bezit van een kostbaar sieraad van
een onvergankelijke schoonheid en waarde.
JUWELIER HORLOGER
Goes, Korte Kerkstraat 12, Telefoon 01100 - 50 94.
FEUILLETON
FRAAIE GELDINZAMELINGEN SCHONE SCHIJN, DIE HARDE WER
KELIJKHEID VERDOEZELT
Zelfs Heintje en de Zangeres zonder naam moesten er enkele maanden
geleden aan te pas komen in een grootscheepse televisie-uitzending om het
Nederlandse volk tot goedgevigheid op'te wekken. Maar de vijf miljoen,
nodig voor een nieuwe Henri Dunant, kwamen er ruimschoots. De Neder
landse invaliden krijgen hun schip, waarmee hun vakantietochten worden
georganiseerd. De bevolking staat dus positief tegenover de invaliden? Of
wilde men met deze gulheid zijn geweten in slaap sussen en daardoor ver
geten hoe dikwijls men tegenover de gehandicapten in gebreke blijft?
Het heeft er wel de schijn van, zeker wanneer we af moeten gaan op de
uitkomsten van een onderzoek, dat door het Instituut voor Psychologisch
Marktonderzoek te Schiedam werd ingesteld. De conclusie van dit onder
zoek, dat op verzoek'van het ministerie van Sociale Zaken werd verricht,
luidde dat er bijvoorbeeld een sterke weerstand bestaat tegen het aanne
men van gehandicapte werknemers en dat die weerstand meer berust op
gevoelsargumenten dan op redelijke overwegingen. Een stukje discrimi
natie dus, dat door Heintje en de Zangeres zonder Naam niet weggezon-
gen kan worden.
Cobie liep naar het raam en bekeek
de dure bloemen. Toen ze het 'kaartje had
gelezen, uitte ze een zachte kreet en
kwam een lichte blos op haar wangen.
„Hoe weet hij dat.bracht ze er uit.
„Van Bob, mijn schoonzoon. Ze kennen
elkaar, zie je. Hij zei door de telefoon,
dat hij graag op deze wijze iets wilde
goed maken, en of ik dat wilde accep
teren. Ik heb geantwoord: wat mij be
treft, is het in orde. Of mijn aanstaande
vrouw er net zo over zal denken, weet
ik natuurlijk niet."
Ze las nog eens het kaartje: „Th. J. M.
baron Van Genechten van Tienhoven."
Toen knikte ze. „Dat is 'm."
„Ilc heb hem en zijn vrouw uitgeno
digd," vervolgde Theo. „Ik hoop, dat ik er
goed aan gedaan heb."
Ze leunde tegen hem aan. „Ben je dan
niet jaloers?"
„Welnee, liefje, waarom? Van Bob
weet ik, dat hij een goeie kerel is. Hij
is met verlof in Nederland. Ze wonen
in een villa bij Colmschate, dat is in de
buurt van Deventer. Niet zo ver hier van
daan."
Ze voelde zijn beschermende hand om
haar heen en keek naar zijn gezicht.
„Waarom deed je dat, Theo de tweede?"
Misschien ook om Lien," antwoorde hij
zacht. Als zij ziet, dat -hij er is, zal ze
het wel uit haar hoofd halen te zin
spelen op wat is gebeurd. Afgezien van
het feit, dat er au fond niets is ge
beurd, waarover jij je hoeft te schamen."
Ze hief fier haar hoofd op. „Inderdaad,
door Qré de Boer
er is niets gebeurd, dat niet iedereen
mag weten. Enfin, voor wat mij betreft....
hij mag komen. Om je de waarheid te zeg
gen: ik ben nieuwsgierig, hoe hij er uit
ziet na al die jaren."
Ruim half elf arriveerden Dick en
Flip met hun vrouwen bijna gelijktijdig.
Er werden handen gedrukt en kussen
gewisseld. Dick en Ellie waren hartelijk
en Cobie zei zacht: „Ik vind het prettig
met u kennis te maken."
„Zeg maar Dick en Ellie, hoor. We
mogen je toch wel Cobie noemen? Wel,
nu ik je heb gezien, begrijp ik er wat
meer van, Cobie. Het is helemaal niet te
verwonderen, dat onze vader weg van je
is," meende de oudste zoon.
Ze bloosde van genoegen en keek hem
dankbaar aan. „Dank je wel, Dick," ant
woordde ze eenvoudig. Ze keek om zich
heen, maar Flip en Joke waren de bloe
men aan het bewonderen en Theo be
geleidde hen. Ze draaide zich weer tot
de oudste zoon en zei zacht: „Ik houd
heus erg veel van je vader
Ellie glimlachte. „Zonder dat zien wij
het, Cobie. Als je vader gelukkig kunt
maken, zullen wij ook van je houden.
Kun je je enigszins voorstellen, waarom
wij aanvankelijk wat terughoudend wa
ren?"
Cobie knikte. „Misschien zou ik net
zo geweest zijn."
Ellie schoof haar arm door die van de
oudere vrouw. „We verstaan elkaar en
dat is al heel wat. En laat ons nu ook
eens de bloemenschatten bewonderen."
Na Henri Dunant kan ons geweten er
weer tegen
Het aantal gehandicapten in de Neder
landse samenleving wordt geschat op
circa 550 a 560 duizend. Onder het be
grip „gehandicapten" vallen zowel de
lichamelijk als geestelijk gehandicapten,
zowel zij die als invalide geboren zijn als
degenen, die dit op latere leeftijd zijn ge
worden. Het aantal gehandicapten in
onze maatschappij groeit elk jaar ver
ontrustend, niet in de laatste plaats door
het toenemend aantal verkeersongeval
len, waardoor duizenden mensen invalide
worden. Volkomen onverhoeds ondergaat
hun leven een ingrijpende verandering
en het beangstigende is dat ieder van
ons de kans loopt dat hem (haar) zoiets
overkomt. Zoals in beginsel ook ieder
echtpaar de kans loopt een zwakzinnig
kind te krijgen.
Onze sociale wetgeving heeft tal van
voorzieningen in het leven geroepen, die
de gehandicapten een althans in mate
riële zin leefbaar bestaan moeten bieden.
In het kader van de bijstandswet is er
een groepsregeling voor minder-validen,
die thuis wonen en werknemers, die we
gens hun invaliditeit geheel of gedeel
telijk arbeidsongeschikt zijn verklaard,
kunnen recht op een W.A.O.-uitkering
doen gelden. De kosten van verpleging en
behandeling van chronisch zieken vallen
in zeer vele gevallen onder de wet bij
zondere ziektekosten en het is trouwens
de bedoeling, dat in de naaste toekomst
ook de z.g. extramurale verpleging en
behandeling (de thuisverpleging dus) on
der deze wet zal gaan vallen. Kortom, in
materiële zin blijven de gehandicapten
niet in de kou staan, al valt er op ver
schillende details in onze sociale wet
geving nog wel het een en ander af te
dingen.
Weerstand gevoelsmatig.
Maar van brood alleen kan geen mens
leven. Dat geldt zeker voor de gehandi
capte, die toch al dikwijls afhankelijk is
van de hulp van derden en die door
Tegen elven arriveerde dokter Berends.
„Even kennis maken met de gelukkige
bruid," zei hij lachend, „want dat moest
wel een heel pientere jongedame zijn, om
Theo zover te brengen." Hij vatte haar
beide handen en keek haar enige tijd
onderzoekend aan. Toen knikte hij. „Juf
frouw Verleun, ik heb de grootste be
wondering voor Theo's smaak. Theo ken
nende had ik hoge verwachtingen, maar
ze zijn werkelijk overtroffen. Theo ge-
luksmens, laat ik je feliciteren: van
harte. En dit lieftallige bruidje even
eens. Mensen, dat jullie veel van elkaar
mogen houden. Kijk me dat kind nou
eens blozen.... heb ik iets verkeerds
gezegd?"
Hij keek de kring rond, maar zag alleen
lachende gezichten. Theo drukte hem de
hand. „Dank je wel. Je overdrijft lichte
lijk, maar ik ken je en ik weet, dat het
uit je hart komt."
De bruid stond lachend en blozend in
het middelpunt. „Nou," vervolgde Be
rends, „wat mij betreft: lang zullen ze
leven. En als je een kopje koffie voor
me hebtwant ik kan hooguit een
klein half uurtje blijven. De plicht roept
en een arts heeft zelfs geen vrije zater
dag."
Op dit moment stopte er een grote
limousine voor het huis en daaruit stap
ten Bobbie en Lien. De gesprekken ver
stomden, toen het tweetal het bordes op
liep en over Cobies rug ging een koude
rilling. Als ze in 's hemelsnaam maar
geen scène maakt, dacht ze. Ze keek even
naar Theo, maar deze knikte haar ge
ruststellend toe en daarom ontspande ze
zich. Als hij gerust was, waarom zou ze
zich dan zorgen maken? Terwijl iedereen
zo vriendelijk was?
HOOFDSTUK 20
Geen vuiltje meer aan de lucht.
Het was doodstil in het vertrek, toen
het tweetal binnenkwam. Bobbie liep
gaans bijzonder gevoelig is voor de hou
ding die de mensen jegens hem aanne
men. Vaak gaat hij meer gebukt onder
overdreven hulpbetoon dan onder gebrek
aan hulp. Veelal is de hulp, die men hem
wil geven, ook verkeerd gericht. Men
wil hem helpen met dingen, die hij best
zelf kan doen en men laat hem in de
kou staan daar, waar hulp en begrip nu
juist wel vereist zijn.
De weerstand tegen het aannemen van
gehandicapte werknemers blijkt nog al
tijd erg groot te zijn, zo heeft het on
derzoek van het Instituut voor Psycho
logisch Marktonderzoek uitgewezen. Deze
weerstand is voor een belangrijk deel te
wijten aan een opvallend gebrek aan
kennis omtrent de mogelijke maatrege
len, die de inpassing van gehandicapten
in de arbeid bevorderen, aldus de onder
zoekers. De weerstand tegen gehandi
capte werknemers berust niet op zake
lijke gronden doch veeleer op gevoels
argumenten en vooroordelen. In bedrij
ven, waar men wel ervaring met gehan
dicapte werknemers heeft, blijkt men
over het algemeen positieve ervaring te
hebben. Vooral de groepen van gehan
dicapten die een gehoorstoornis hebben,
wier armfuncties gestoord is of die an
derszins belemmerd zijn in hun voort
bewegen komen er, in de beoordeling van
hun werk heel gunstig af. Deze gehan
dicapten stellen die werkgevers en per
soneelschefs in het ongelijk, die bij voor
baat iedere gehandicapte afwijzen.
Psychiatrische patiënten.
Het aantal potentiële werknemers (15
tot 65 jaar) in ons land, dat in meer of
mindere mate gehandicapt is, wordt al
leen al voor de mannen op 175.000 a
200.000 geschat. Ongeveer 60 is licha
melijk gehandicapt en 40 °/o is geestelijk
gehandicapt. Vooral de laatste groep heeft
ven op de arbeidsmarkt. Tegen de aan
stelling van oud-psychiatrische patiënten
volgens het onderzoek geen beste troe-
in vast dienstverband blijken veel werk
gevers bezwaar te hebben. Deze bezwa
meteen op de bruid toe en drukte haar
hand. „Cobieik mag wel Cobie zeg
gen, he?
Mijn hartelijke, oprechte, welgemeende
gelukwensen. Ik heb nog niet het ge
noegen gehad je te zien, maar ik moet
eerlijk bekennen, dat je nog knapper
bent, dan ik me had voorgesteld."
Ze knikte dankbaar en lachte even.
Toen wendde ze haar blik naar Lien.
Even keken de vrouwen elkaar aan: Lien
met een ondoorgrondelijke blik, Cobie
met een onbevangen oogopslag. Lien stak
haar hand uit en Cobie legde de hare
erin. „Mijn echtgenoot heeft me het gras
al voor de voeten weggemaaid, dus be
hoef ik er niets meer aan toe te voegen,"
zei ze op afgemeten toon. „Dus," voegde
ze er luchtig aan toe, „ook mijn beste
wensen."
„Dank u wel mevrouw," antwoordde
Cobie zacht.
„O, noem me maar bij de naam."
Meteen wende ze zich tot haar vader:
„Papa", ze kuste hem even op de wang,"
de beste wensen voor de toekomst. Ik
hoop, dat ons ruikertje bloemen naar ge
noegen was."
Hij boog even. „We 'hebben het sa
men bewonderd. Onze hartelijke dank."
Gelukkig 'kwam op dit moment juf
frouw Visser binnen met de koffie. Daar
achter kwam een kok met een reusach
tige taart, die hij op een tafel plaatste.
Er ging een gemompel van verwondering
op, toen ze de taart zagen. Even later
stond iedereen er omheen, om hem te
bekijken. Het was werkelijk een kunst
stuk en de maker had hiermede zich
zelf werkelijk overtroffen. De taart was
een natuurgetrouwe nabootsing van het
fabriekscomplex met dit verschil, dat
bovenop twee reusachtige chocolade
harten waren gemonteerd, waarop de
namen „Theo" en „Cobie", alsmede
de datum. Daaronder van marsepein let
ters: „aangeboden door het personeel."
Geruime tijd bewonderde iedereen dit
prachtige maaksel en tenslotte zei Theo:
„Dit is het mooiste, wat ik ooit gezien
ren hebben zelden een rationele grond
slag. Overheersend is de vrees, dat oud-
psychiatrische patiënten moeilijkheden
zullen veroorzaken in het bedrijf door
argressief optreden e.d.
Men kan zich over deze vooroordelen
slechts verbazen. De helft van onze zie
kenhuisbedden is bezet door psychia
trische patiënten. Hun gemiddelde ver-
pleegtijd bedraagt ongeveer 6 maanden.
Een groot deel van deze mensen gaat te
rug naar zijn oude werkgever en uit niets
blijkt dat zij daar dan de boel kort en
klein slaan. De weerstand tegen oud-
psychiatrische patiënten, die nog werk
zoeken, kan daarom onmogelijk op zake
lijke gronden en kennis van feiten be
rusten. Dit gebrek aan kennis omtrent
het gedrag van de geestelijk gehandi
capten is vooral in onze tijd nogal be
vreemdend, omdat het aantal mensen dat
aan psychische stoornissen lijdt zeer sterk
is toegenomen. Een vooraanstaand psy
chiater als de Leidse hoogleraar prof.
Speyer verkondigde op het laatste con
gres van de Maatschappij ter bevordering
van de Geneeskunst dat naar ruwe schat
ting 25 van de bevolking psychische
stoornissen vertoont en een Amsterdamse
collega (Kuiper) gooide er enkele dagen
later nog 25 °/o bij op.
Ook huisartsen ervaren, dat een groot
deel van de lichamelijke klachten, die zij
krijgen te behandelen, hun oorsprong
hebben in psychische problemen. En wie
het dan nog niet gelooft moet maar eens
de omzetcijfers van de farmaceutische
industrie bestuderen en het grote aandeel
dat allerlei opwekkende en „rustgevende"
medicamenten in deze omzet hebben.
Medicamenten als librium, valium e.d.
moeten heel wat mensen geestelijk op de
been houden. Dit soort medicijnen wordt
ook door patiënten in psychiatx-ische zie
kenhuizen geslikt.Kortom, de afstand
tussen „gezond" en „gestoord" blijkt heel
wat geringer te zijn dan velen denken.
Op gi'ond waarvan dan die discriminatie
van oud-psychiatrische patiënten?
Prestatiemoraal.
Er zouden heel wat gehandicapten in
het normale bedrijfsleven kunnen worden
opgenomen zonder dat dit de belangen van
het bedrijf zou schaden. Maar er zijn
ook gehandicapten, wier handicap van
zodanige aard is, dat zij onmogelijk ge
plaatst kunnen worden. We denken hier
aan ernstige zwakzinnigen en zintuige-
lijk of lichamelijk gehandicapten, die als
gevolg van hun invaliditeit geen volwaar
dige werkprestatie kunnen lever-en. Een
deel van deze groep kan geplaatst wor
den op een beschutte werkplaats, dit in
het kader van de nog vrij jonge wet
sociale werkvoorziening.
Maar helaas heeft de wetgever, zulks
tot ongenoegen van alle oi-ganisaties voor
gehandicapten, gemeend dat in het kader
van deze wet alleen kunnen worden ge-
plaats, die in staat zijn om mini
maal 1/3 van een „normale productie" te
leveren. Dat is dan weer eens een typisch
staaltje van onze prestatiemoraal. Als er
maar geproduceei-d wordt, daar komt al
les op aan. En de invaliden, die dat niet
kunnen, die moeten maar thuis blijven.
We kunnen ons de gevolgen voorstel
len. Invaliden, die onder de vroegere wet
geving nog wel naar de werkplaats kon
den, zitten zich nu thuis te vervelen, het
geen niet zelden tot spanningen kan lei
den in het gezin, waarvan zij deel uit
maken. Soms lopen die spanningen zo
hoog op, dat de betrokkene toch maar
naar een tehuis moet, wat dan weer door
de wet bijzondere ziektekosten, dus in
feite door de belastingbetaler, betaald
moet worden. De zuinigheid leidt hier
juist tot grotere uitgaven en van een hu
maan standpunt ten opzichte van de
meest beklagenswaax-dige gehandicapten
kan hier niet bepaald wox'den gesproken.
Maar de Henri Dunant komt er! Ons ge
weten kan er vooxdopig weer tegen.
(Nadruk vex-boden).
heb op dit gebied. Hij wende zich tot de
kok, die wat lachend achteraf stond.
„Heb je dit zelf gemaakt, Van Zalingen?"
De kok knikte. „Ik hoop, dat het een
verrassing is, meneer De Haan. U moogt
het nu wel weten: gisteravond is de per-
soneelskern in allerijl nog bij elkaar ge
weest en om half elf gisteravond kreeg
ik de opdracht. Ik ben er zowat de hele
nacht mee bezig geweest."
Theo bekeek het nog eens en knikte.
„Dat wil ilc graag geloven. Ik sta kom
pleet verstomd. Dit vind ik wel zo fan
tastischEn jij, Cobie?"
Ze knikte. „Het is haast zonde om er
aan te gaan snijden."
Dick stond naast zijn vader. „Of je ook
goed aangeschreven staat bij de men
sen
Theo knikte. „Dat blijkt, dat blijkt.
Alles, wat ik verwacht had, maar dit
Zat je mee in het komplot?"
Dick lachte. „Zijdelings. Ze vroegen me
advies. Ik wist nog nergens van, maar ze
verzekex-den me, dat ze het uit zeer be
trouwbare bron hadden. Ik moest het dus
wel geloven. Een paar uur later hoorde
ik het zelf pas, toen je bij ons was."
„Maar hoe zijn ze het te weten ge
komen?"
„Dick haalde zijn schouders op. „Dat
vertellen ze ons toch niet. Dat ze het ver
bazend vlug wisten, dat is in ieder ge
val zeker."
Ze genoten intussen van de koffie en
besloten de taart nog even intact te laten,
zodat andere bezoekex-s hem ook zouden
kunnen bewonderen. Lien zat bij Ellie en
Joke, Bob naast zijn schoonvader, die zich
naar hem toe boog en vx'oeg: „En hoe
is ze?"
Hij haalde zijn schouders op. „U hebt
het gemerkt. Maar ze zal geen onver
togen woord zeggen. Ik heb haar een on-
barmhartig pak slaag beloofd vanavond,
als ze ook maar iets in de war zou sturen.
En ze weet intussen, dat het geen loos
dreigement is."
(wordt vex-volgd.)