FARMACIE
Probleemgebieden
Kwetsbaar
voor luchtverontreiniging
langdurige zorgenkinderen
Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 4 maarr 1971 no. 3441
blikt in de toekomst
Vooral bronchituslüders en hartpatiënten
ROTTERDAMSE ARTS PLEIT VOOR SNELLE MAATREGELEN
Door de technische en medische vooruitgang is de dreiging van besmet
telijke ziekten tot een minimum teruggebracht. Maar helaas is daarvoor
in de plaats de chemische luchtverontreiniging getreden als bron van
ziekte en welzij nsvermindering.
„De toekomst kunnen wij uit oogpunt van luchtverontreiniging met zorg
tegemoet zien", zo betoogt dr. K. Biersteker in het Nederlands Tijdschrift
voor Geneeskunde. Deze arts, hoofd afdeling wetenschappelijk onderzoek
G.G. en G.D. te Rotterdam, meent dat wij nog lang niet aan de top
van onze energiebehoeften zitten. Om slechts één voorbeeld te geven:
momenteel verbruikt west-Europa ongeveer 500 miljoen ton olie per jaar.
Binnen tien jaar zal dit vermoedelijk verdubbeld zijn. In de meeste ruwe
olie zit 1 a 2°/o zwavel, dus rekent u maar uit
Door de toenemende luchtvervuiling dreigen vooral de belangen van
de minder-validen (b.v. de tienduizenden bronchituslijders) in het ge
drang te komen. Overigens kunnen ook valide personen het slachtoffer
worden van akute industriële luchtverontreinigingwaarbij vooral ge
vreesd wordt voor de ontsnapping van giftige gassen tijdens weersom
standigheden die gekenmerkt worden door zeer zwakke wind en nevel.
Rokers 40 maal zoveel kans op long
kanker.
Het eerste gedocumenteerde sterfge
val tengevolge van luchtverontreiniging
had betrekking op een patiënt met chro
nische bronchitus. Het betrof de Ro
meinse admiraal Plinius, die in 79 na
Christus tijdens een hulpverleningsaktie
naar de Vesuvius te veel zwaveloxyde
inademde en stierf onder verschijnselen
die wij tegenwoordig als astmatische
brondhtus aanduiden. Nu, 2000 jaar later,
zijn het nog in de eerste plaats bronchi-
tuspatiënten (vele honderdduizenden al
leen in Nederland) die het meest kwets
baar zijn voor verontreinigde buiten
lucht. Fijnere luchtwegen kunnen zich
gemakkelijk vernauwen als ze geprik
keld worden. De luchtwegen zijn bij lang
niet iedereen in goede conditie. Wanneer
reeds een minder goede conditie bestaat,
kan een chemische prikkel, die door ge
zonden nauwelijks wordt bemerkt, reeds
levenbedreigend werken. Zo kan volgens
dr. Biersteker een patiënt met een chro
nische longziekte in levensgevaar ko
men bij op zichzelf genomen niet zo
hoge concentraties verontreinigingen van
de buitenlucht.
In Londen heeft de luchtverontreini
ging reeds tot ernstige medische gevol
gen geleid. In december 1952 overleden
in de Britse hoofdstad 3 maal zoveel
personen als normaal bij concentraties
roet en zwaveldioxyde van slechts enkele
miligrammen per kubieke meter buiten
lucht. Het bleek dat tijdens deze smog
de sterfte onder bronchituslijders en
hartpatiënten het sterkst toenam.
Het staat wel vast, aldus dr. Bierste
ker, dat de akute luchtverontreinigings
toeneming, die nu en dan optreedt in
grote steden en industriewijken vooral
reeds verzwakte personen bedreigt. Wan
neer het slechts om enkele overgevoelige
individuen ging, zoals bij allergie, zou
den we aan verhuizen kunnen denken.
Maar het gaat hier om vele duizenden
patiënten (bronchituslijders, emfyseem-
patiënten en hartpatiënten), die allemaal
verhoogd gevoelig zjjn voor geringe ver
anderingen van de fysische en chemische
eigenschappen van het milieu.
Bronchitus en astma.
Het is zeer waarschijnlijk dat tal van
aandoeningen mede een gevolg zijn van
de toenemende luchtverontreiniging. Zo
kwamen drie Amerikaanse onderzoekers
tot de conclusie, dat er een verband be
stond tussen het stofgehalte van de bui
tenlucht en het optreden van prostaat
kanker. Ook personen met nierafwij
kingen zouden extra gevoelig zijn voor
milieuverontreinigingen. Geen wonder,
als we bedenken dat de nier een orgaan
is, dat voor de uitscheiding van allerlei
al of niet afgebroken verbindingen zorgt.
Het verband tussen chronische bron
chitus of astma en luchtverontreiniging
ligt nog veel meer voor de hand. Een
Brits onderzoek toonde aan, dat Londense
P.T.T.-ambtenaren vaker last van hoes
ten en slijmopgeven hadden dan hun op
het platteland werkende, even oude col
lega's. In Nederland werd een steekproef
uit de bevolking van Vlaardingen (met
veel luchtverontreiniging) en uit die van
Vlagtwedde (weinig verontreiniging) ver
geleken. Het bleek dat de Vlaardingers
vaker hoestten en slijm produceerden.
Engelse onderzoekers stelden in 1970
vast dat kinderen in verontreinigde ge
bieden vaker luchtwegenaandoeningen
hebben dan in schone gebieden. In de
meer verontreinigde binnenstad van
Rotterdam troffen dr. Biersteker en zijn
medewerkers gemiddeld lagere uitade-
mimgssnelheden en meer bronchitus-
symptomen bij de schoolkinderen aan
dan in het schoner Hillegersberg.
Het zou de verstokte sigarettenrokers
welkom zijn te horen dat de sterk toe
nemende sterfte aan longkanker voor
namelijk verband zou houden met ver-
onrcinigingcn in de buitenlucht. Zij zou
den dan weer zonder gewetensbezwaar
kunnen doorgaan met roken. Maar vol
gens dr. Biersteker wjjzen alle onder
zoekingen uit, dat de luchtverontreini
ging maar een zeer ondergeschikte rol
heeft gespeeld bij de longkankerepide-
mie Een zware sigarettenroker loopt 40
maal zoveel kans om aan longkanker te
overlijden als de niet-roker. De rokende
stedeling loopt hoogstens een tweemaal
zo grote kans aan longkanker te over
lijden als de even zwaar rokende platte
lander. De niet-rokende stedeling loopt
nauwelijks enig risico.
Welzijn bedreigd.
Stoffen als asbest en kwarts kunnen
van betekenis zijn voor longziekten. Te
gen dergelijke lokale verontreinigingen
moet scherp worden gewaakt. Dat geldt
volgens dr. Biersteker ook voor giftige
gassen, zoals C.O., dat met name bij
verkeersopstoppingen in nauwe straten
concentraties van meer dan 50 delen per
miljoen in de buitenlucht kan bereiken.
Wij zullen meer en meer rekening moe
ten houden met een gevaarlijke toevoer
van sporen elementen, allergenen en car
cinogenen (kankerverbreidende stoffen),
die een geheel woongebied kunnen be
dreigen. Als er tientallen stoffen de lucht
in worden gebracht, komen deze groten
deels weer binnen een straal van 30 km
op de bodem, en daarmee in de voedsel
ketens terecht binnen dat gebied. Lood
kan b.v. via koemelk kleine kinderen
bereiken. Insekticiden kunnen zich con-
centreren in de vetweefsels van vogels
en vissen.
Daarnaast bestaat er het gevaar dat
de radio-aktiviteit, die in de komende
jaren vrijwel zeker zal toenemen door
uitgebreider gebruik van kernenergie,
genetische gevolgen heeft.
Niet alleen onze gezondheid, maar ook
ons welzijn zal door de luchtverontrei
niging worden aangetast. De planten- en
dierenwereld is van grote betekenis voor
het welzijn van de mens en de lucht
verontreiniging heeft nu eenmaal een
zeer ongunstige uitwerking op onze flora
en fauna. U behoeft maar een tochtje
door het Ruhr-gebied te maken om te
zien welk een deprimerend effekt er uit
gaat van een omgeving die jarenlang
overbelast is met stof, roet, fluoriden en
zwaveloxyden.
Snel handelen.
De toekomst ziet er, wat betreft de
luchtverontreiniging somber uit. Omdat
in de komende tien jaar de meeste in
dustriële aktiviteiten verdubbelen, be
staat er grote kans dat de milieuveront
reiniging nog sterk zal toenemen. Verder
dreigt dus de radio-aktiviteit. Voor tal
loze minder-valide burgers, die zeer
kwetsbaar zijn voor deze luchtveront
reiniging en die op grond van hun aan
doening gewoon recht hebben op gezonde
buitenlucht, dreigt Nederland een on
leefbaar land te worden. Niet alleen de
industrie draagt hiervan de schuld, ons
autopark en onze behoefte aan elektri
citeit, chemische en andere produkten
zijn mede-verantwoordelijk.
Daarom zal volgens dr. Biersteker de
bevolking van de overheid moeten ver
langen dat deze maatregelen neemt ter
bestrijding van de luchtverontreiniging,
ook al betekent dit voor het publiek
stijgingen van de prijzen. Internationaal
zullen er afspraken moeten worden ge
maakt om tot gelijke voorschriften te
komen.
Vaak wordt gezegd dat eerst de inter
nationale regels geschapen moeten wor
den. Het risico bestaat echter dat dit
veel te lang duurt. Iedere burger moet,
vooruitlopend op dergelijke regelingen,
al verlangen dat de lucht in zijn gebied
zuiver wordt gehouden, waaraan hij zelf
trouwens ook kan bijdragen. Op deze
manier zijn in de afgelopen 100 jaar
vele misstanden op microbiologisch gebied
in het milieu opgeruimd (b.v. betere hy-
gemeente-arts ook de nieuwere misstan-
genieentearts ook de nieuwere misstan
den uit de weg geruimd kunnen worden.
Maar er dient wel snel te worden ge
handeld.
(Nadruk verboden).
Omstreeks het jaar 2000 effectiever behandeling van veel ziektes mogelijk
In 1969 stierven in Nederland 255 van elke 100.000 inwoners aan
een ziekte van hef hart of de bloedvaten. Voor kanker bedroeg dit sterte-
cijfer 199 van elke 100.000 inwoners. In de komende dertig jaar zal de
kennis van de mechanismen van hartslag en bloeddruk echter dermate toe
nemen, dat wellicht de sterfte aan hart- en vaatziekten kan worden terug
gedrongen. Minder gunstig zijn helaas de perspectieven op het gebied van
de kankerbestrijding. De oorzaak van de celfunctiestoringen zal vermoe
delijk in deze eeuw niet ontdekt worden en zelfs in de aard van de nor
male celfuncties zal men voor het jaar 2000 naar alle waarschijnlijkheid
niet voldoende inzicht krijgen.
Deze conclusies kunnen we trekken uit een door medici en farmaceuten
samengesteld rapport „Geneesmiddelen voor de wereld van morgen", dat
de afgelopen herfst de voornaamste gespreksstof leverde voor en te Utrecht
gehouden congres van de stichting Voorlichtingscentrum Farmaceutische
Industrie.
Toch zal in het jaar 2000 de medische ontwikkeling weer een stuk verder
zijn voortgeschreden en zullen omstreeks de komende eeuwwisseling tal van
ziekten effectiever bestreden kunnen worden.
Betere behandeling van hart- en vaat
ziekten mogelijk!
De sterk toenemende sterfte aan hart
en vaatziekten en longkanker werpen
donkere schaduwen op de sterftestatis-
tieken van de Nederlandse bevolking. In
de laatste drie jaar is de gemiddelde leef
tijd van de Nederlandse man reeds ge
daald tot het niveau van 1939 en de
dalende tendens zet zich nog steeds door.
Vooral de hart- en vaatziekten, die zelfs
onder mannen in de leeftijdsgroep van
35 - 40 jaar reeds een stijgend aantal
slachtoffers maakt, levert een belangrijke
bijdrage aan deze allerminst verheugende
ontwikkeling.
Toch verwachten de deskundigen dat
in de komende 15 jaar de kennis van de
mechanismen van hartslag en bloeddruk
zo zal toenemen, dat een effektievere be
strijding, vooral in de prefentieve sfeer,
van deze ziekten mogelijk is. Binnen
tien jaar zal regelmatige bloeddrukcon-
tröle (bevolkingsonderzoek) mogelijk zijn
en in dezelfde periode zullen er veilige
bloeddrukverlagende middelen op de
markt komen. Over een jaar of vijftien
zullen kunstharten klinisch bruikbaar
worden en reeds eerder hoopt men de an
gina pectoris beter te kunnen behan
delen. Bovendien zullen we de komende
jaren meer inzicht krijgen in de even
tuele samenhang tussen psychische fac
toren en het ontstaan van hart- en vaat
ziekten. Van die samenhang, die alge
meen wordt verondersteld, zullen we
eerst meer moeten weten, voordat we
een juiste terapie kunnen toepassen.
Kanker blijft probleem.
Zijn de vooruitzichten op een betere
behandeling van hart- en vaatziekten en
de mogelijke voorkoming hiervan zeer
hoopvol, veel ingewikkelder ligt het met
het kankerprobleem. Kanker is in alle
westerse landen doodsoorzaak no. 2 (in
Nederland circa 26.000 sterfgevallen per
jaar), maar helaas wordt niet verwacht
dat we nog deze eeuw de aard van de
celfunctiiestoornissen zullen ontdekken.
Kanker wordt nu bestreden met chirur
gische, radiologische en chemotherapeu-
tische middelen. De behandeling van som
mige vormen van kanker boekt gelukkig
vooruitgang, maar vooral wat de ge
vreesde longkanker betreft blijft het ge
nezingspercentage al jaren schommelen
tussen 5 en 10 °/o. Wel verwachten de
deskundigen dat binnen 15 a 20 jaar er
stoffen beschikbaar komen met een lokaal
genezend effekt, maar ontdekking van
„de" oorzaak van kanker en „het" mid
del hiertegen wordt ook op langere ter
mijn niet verwacht. Sommige deskundi
gen zijn zelfs zo somber gestemd, dat zij
veeleer een toeneming van de frekwentie
van ikwaardaardige gezwellen verwach
ten. Andere deskundigen menen dat de
kankerpreventie kan worden versterkt
door de afweerkrachten in het lichaam te
mobiliseren tot afstoting van kanker-
weefsel. Dat zou omstreeks 1985 moge
lijk worden.
Maar hierover verschillen de meningen
en zolang er over deze ingewikkelde
materie nog zoveel verschillende menin
gen mogelijk zijn, is een oplossing van
het kankerprobleem nog niet verwach
ten.
Perspectieven.
De behandeling van psychische ouder-
domsstoornissen zal de komende tien
jaar veel effektiever worden, zo ver
wachten de deskundigen. Ook de psy
chosen zullen omstreeks 1980 doeltreffen
der behandeld kunnen worden met nieu
we medicamenten. Door fysiologische
manipulatie van het zenuwstelsel zullen
ook veel maagoperaties in de' toekomst
niet meer nodig zijn.
De kennis van de oorzaken van rheuma
vertoont nog vele lacunes. Door middel
van dierproeven tracht men op het ogen
blik de oorzaken te achterhalen. De be
doeling is chronische rheuma bij dieren
te verwekken, waardoor we eindelijk
meer inzicht in deze processen zullen
krijgen. Mocht men daarin slagen, naar
verwachting binnen een jaar of tien, dan
zal de rheumabestrijding ook meer in
houd kunnen krijgen.
Binnen vijf jaar hoopt men in de far
maceutische laboratoria een ingrijpende
anti-virusmiddel tgen luchtwegenaandoe
ningen te produceren, dat wellicht chro
nische bronchitislijders zal kunnen hel
pen. Ook komen er betere geneesmidde
len tegen overgevoeligheidskwalen (al
lergie).
De behandeling van verlammingen ten
gevolge van een beschadigd zenuwstelsel
opent de eerste decenia nog weinig per
spectieven. Wel wordt verwacht dat te
gen het jaar 2000 menselijke organen
vervangen kunnen worden door kunst
matige- of donororganen.
Het voorkomen van aangeboren erfe
lijke afwijkingen staat oak of het ver
langlijstje van de medische en farma
ceutische deskundigen. Omstreeks de ko
mende eeuwwisseling hoopt men op dit
gebied grote vooruitgang te hebben ge
boekt. Onder meer verwacht men, dat
men dan aangeboren stofwisselingsziek
ten kan voorkomen. De geboortebeper
kingsmiddelen zijn reeds bijzonder effek-
tief. We wachten nu nog op de pil voor
de man.
Mazelen zullen binnen een jaar of vijf
door vaccinatie zijn uitgebannen en ook
rode hond zal dan effektiever kunnen
worden bestreden. Een vaccin tegen ge
wone verkoudheid wordt tegen 1980 ver
wacht en dat zal de bedrijfsverenigingen,
die elke winter tonnen uitkeren aan ver
kouden, grieperige werknemers, als mu
ziek in de oren klinken.
(Nadruk verboden).
Je vraagt je wel eens af waarom er bij een periode van bijzonder veel
voorspoed, zoals Nederland die juist achter zich heeft, er economische pro
bleemgebieden kunnen blijven bestaan, zoals wij die vinden in bepaalde
delen van noordoost en zuid-Nederland. Ook het oosten en Zeeland weten
van economische achterstand mee te praten.
Een economisch probleemgebied zouden wij willen omschrijven als een
gebied waar het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking niet al
leen achterblijft bij het landsgemiddelde maar waar bovendien dit gemid
deld inkomen de neiging heeft steeds verder achterop te raken. Er zijn
streken van ons land waar dit verschijnsel geslachten lang opmerkelijk is.
Historische oorzaken werkten daar aan mee. Het ontstaan van grote natio
nale eenheden eiste dat deze beveiligd werden.
Niet alleen in Nederland een probleem.
In de grensstreken werden verdedi
gingswerken gebouwd. Zij werden door
een eventuele vijand het eerst bedreigd.
Het internationale verkeer werd niet be
vorderd en om het binnenland te be
schermen werd de infrastruktuur van het
grensgebied soms met opzet verwaar
loosd. Men woonde er derhalve ook min
der graag.
Wisselwerking tussen het een en het
ander zorgde ervoor dat de industrie in
vele uithoeken van het land niet tot
ontwikkeling kwam. De democratie ac
centueert eveneens het voortdurend be
staan van probleemgebieden want wie
slooft zich uit voor streken waar weinig
stemmen vandaan komen.
Zo liggen er vele oorzaken waarom de
ontplooiing van aohtergebleven gebieden
niet op de landsbegroting komen of in
onvoldoende mate. Dit verschijnsel is
niet alleen zichtbaar in Nederland maar
in alle Eui-opese landen. Het is daarom
geen wonder dat er een Europese Inves
teringsbank bestaat, die kredieten kan
verstrekken voor achtergebleven gebie
den binnen de Europese Gemeenschap.
Dat is in de achter ons liggende jaren
dikwijls gebeurd, maar Nederland heeft
zich o.i. niet het vuur uit de sloffen ge
lopen om ervan te profiteren.
Pendelaars.
We ontwikkelen een' probleemgebied
niet door het open te leggen voor verkeer
te water en te land. Omdat de bevolking
in die streken geringer is, blijft zij
ook meer geïsoleerd van ontwikkelings
kansen. Het onderwijs blijft nog al eens
achter, vooral in keuzemogelijkheden
voor de jeugd. Het culturele leven ont
plooit zich niet door gebrek aan voldoen
de belangstelling maar ook door koop-
krachtarmoede. De uitgaven komen aan
de culturele mogelijkheden in onvol
doende mate toe.
Bij een dergelijk beeld blijft de pro-
duktie achter en vindt een hoogontwik
kelde industrie onvoldoende voedings
bodem. De industrie-ontwikkeling voor
zover gestimuleerd, zoekt men meestal
noodgedwongen in eenvoudige produktie
die minder ontwikkeld personeel vraagt.
In zo'n streek heeft alleen de pientere de
moed om zich te verplaatsen naar meer
welvarende streken. De bevolking die
blijft voelt zich streekgebonden.
Uit deze gebieden komen dus veel
pendelaars d.w.z. mensen die overdag of
in de week, elders werken maar hun do
micilie in de geboortestreek houden. In
welvarende tijden wordt de lust tot pen
delen groot omdat de arbeidsschaarste
elders hoge lonen uitlokt, waardoor ook
streekgebonden mensen tot het werken
elders worden gelokt. De minder be
taalde eenvoudige werkzaamheden bin
nen het probleemgebied moeten dan ook
verricht worden maar daarvoor komen
dan buitenlandse arbeidskrachten over,
meestal uit minder-ontwikkelde landen.
Bezuiniging.
De probleemgebieden zijn typisch eco
nomische barometers van een land. Zo
dra de werkloosheid en de problematiek
in de economisch achtergebleven streken
van een land zich duidelijk manifesteren,
kan er een economische onweersbui of
een malaise voor het gehele land tege
moet worden gezien. De gang van zaken
in deze winter is er al haast illustratief
voor.
Bij dalende economische aktiviteiten
gaat het bedrijfsleven zijn nevenvesti
gingen eerst inkrimpen. Deze bevinden
zich meestal juist in de besproken stre
ken. Maar ook in de hoofdvestigingen
vallen slachtoffers aan het arbeidsfront.
Dat zijn in de eerste plaats de pende
laars, want die moeten behalve loon ook
nog reiskosten beuren. De z.g. grens-
gangers zijn bijna nog vroeger aan de
beurt want die kunnen sociaal op het
buurland worden afgeschoven en men
maakt nog een goede beurt in de eigen
gemeenschap als men landgenoten de
voorrang geeft.
Al met al werkt een depressie met een
sneeuwbaleffekt voor een probleemge
bied. Wij noemden al twee voor de hand
liggende oorzaken en de derde vinden we
in de economisch minder sterke bedrij
ven die in het probleemgebied werken
en die in kostenopzicht het meeste van
een teruggang te lijden hebben. Zij heb
ben een minder gunstige vestigingsplaats
met dikwijls kwalitatief minder begaafde
topmensen zodat met in de konkurrentie-
strijd meestal het eerst het hoofd moet
buigen.
Deze stelling gaat minder dikwijls op
omdat de kleinere eenheden in pro
bleemgebieden soepeler kunnen manoeu
vreren op de arbeidsmarkt, en sneller
kans zien hun vaste kosten te vermin
deren. Zodra een depressie doorzet komt
er alom bezuiniging en dan trekt men
weer minder geld uit voor de verheffing
van economisch achterstaande streken.
Aansluiten.
Een goede economische stimulerings
gedragslijn zal in de eerste plaats lang
durig moeten zijn. De geboden steun
moet voor lange jaren gepland worden
en vooral gericht zijn op de volksontwik
keling. Dat kan aanvankelijk de migratie
Versnellen maar zal daarna meer stabili
teit brengen in een streek. De vervlak
king van nationaliteiten kan voorts een
gebied uit zijn isolement halen. En willen
we stimuleren laten we dan hooggekwali
ficeerde industriebedrijven duurzaam
vaste grond laten krijgen in de zongen-
sterken.
Het voornaamste is echter dat de be
volking in een probleemgebied zich niet
isoleert en een eenheid wordt in armoede
maar elke gelegenheid aangrijpt om des-
ting te krijgen met de welvarender delen
noods ten koste van traditie de aanslui-
van een natie.
En als men die wel benijdt om inko
men maar niet om het leefmilieu, laat
men kiezen of delen, maar niet trachten
de klaagzang te paren aan minachting.
Dat gebeurt nog te dikwijls.
(Nadruk verboden).
Drs. A. van Mierlo.