NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Pion vier heeft DE schoenen LIEFDE OP DE RIJN No. 3441 Donderdag 4 maart 1971 74e jaargang Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. 308, Giro 206882 Abonnementsprijs 3.75 per half jaar. Franko per post 15.per jaar. Advertenties 16 ct per mm, exclusief BTW. Voor fouten in advertenties, per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen. FEUILLETON Meteen draaide hij zich om en liep door het huis naar de garage om de wa gen er uit te halen. Lien, die al die tijd in de serre was blijven staan, zag hem een minuut later met een vaart wegrij den, de stad in. Doch Cobie Verleun had in deze enkele minuten, dat de twist tussen vader en docher duurde, haar hotel bereikt, de kamer betaald en haar bagage ingepakt. Toen ze buiten stond en er juist een bus met de bestemming Zutphen stopte, aar zelde ze geen ogenblik en stapte in. Een halve minuut later arriveerde De Haan in het hotel. Om daar te vernemen, dat de dame haar kamer betaald had en zojuist vertrokken was. De Haan reed meteen naar het sation, maar bij de wachtende passagiers zag hij geen Cobie Verleun. Op de een of andere manier was ze dus al uit de stad vertrokken. Met een verbeten blik op zijn gezicht reed hij naar huis terug. Lien van Hal- mekerke had gedaan, wat onder de ge geven omstandigheden het beste was. Toen De Haan zijn wagen naast het huis neerzette, was de grijze sportauto van zijn dochter er niet meer. Hoofdstuk 16. Het noodlot grijpt in. Cobie Verleun kooht in Zutphen een enkele reis Utrecht en stapte in de voor vertrek gereed staande diesel. Terwijl ze zich in een hoekje installeerde en een sigaret opstak, zag ze, dat haar hand beefde. Ze trilde nog van verontwaar diging over de smaad die haar aangedaan was. Reeds bij de eerste ontmoeting had ze gevoeld, dat de dochter haar vijandig gezind was. En de poeslieve tegemoet koming deze morgen in Theo's huis, was niets anders dan een pose geweest, met een geraffineerde, voorberekende opzet. De jonge dame was op de een of andere wijze op de hoogte gekomen van haar verleden. Dat stond vast. En dat verhaaltje van de ontmoeting van haar man en Theo I. was natuurlijk ook een doorgestoken kaart. Waarschijnlijk wel samen met haar half-adellijke man ge arrangeerd. Allemaal opgezet om haar in een kwaad daglicht te stellen. Natuur lijk was dochter Lien niet op de hoogte van het foit, dat haar vader alles van deze onverkwikkelijke historie afwist. Wat niet wegnam, dat het een infaam gemene streek was. Zo, dus de dochter had bezwaren tegen een huwelijk van haar vader met een juf van de huishoudschool. Daar kwam het tenslotte op neer. Er was blijkbaar zoiets als standsverschil en wat ver beeldde d;ie schooljuf uit Utrecht zich wel? Dat ze zich zo maar in de familie kon dringen? Maar dan had ze geen re kening gehouden met de bezwaren van dochter Lien. Dat poeslieve mormel met haar poppegezicht. Heftig trok ze aan de sigaret en toen de trein, luid brommend, vertrok, slaak te ze een zucht van verlichting. Zo, deze periode was ook weer voorbij. Stom, om ook maar één ogenblik te veronder stellen, dat er geen enkele moeilijkheid zou ontstaan in Lochem met de grote kinderen. De andere twee zouden er wel net zo over denken als hun geliefde zus ter. En Theo II zal wel net zo'n slappe ling zijn als Theo I. Met dit verschil, dat Theo II niet opkon tegen de bezwa- x-en van zijn ouders en Theo II niet op gewassen was tegen de tegenkantingen van zijn kinderen. En als ze soms dachten, dat Cobie Ver leun hem of z'n centen nodig had, dan vergisten ze zich. Ze had zich altijd ruim schoots kunnen redden en ze zou het in de toekomst ook wel ï-ooien. Ze had nie mand nodig, als het er op aankwam, als ze in Lochem dat maar wisten. Ze had maling aan iedereen. Ze drukte de sigaret uit en keek ver veeld naar buiten. Ze zag het heldere zonlicht niet meer en evenmin de kleu rige najaarsbloemen. Cobie Verleun had geen erg in de spelende kinderen op hun zondags, maar tuurde met nietsziende ogen over de vlakke weiden en het rood bonte vee, dat er in graasde. Inwendig was ze woest over de vernedering, die ze had ondergaan. En als ze naar haar door Gré de Boer natuur te werk was gegaan, had ze haar goed verzorgde nagels over dat uitge streken gezicht gehaald. Doch ergens was ze altijd nog een dame en daarom was ze, zander nog één woord te spreken, weggelopen, zonder te letten op de man, die haar nariep. Als hij een kerel was geweest, zou hij haar onmiddellijk ach terna gegaan zijn. Ba, mannen waren toch allemaal hetzelfde? Als er weer standen uit de weg geruimd moesten worden, dan begonnen de moeilijkhe den. Daarna konden ze de moed niet op brengen. De weg van de minste weer stand was altijd nog de gemakkelijkste. Wat waren dat voor mannen tegenwoor dig. Was er nog iets van de edele ridder van voorheen overgebleven? Ben je mal. sufferds waren het, allemaal, stuk voor stuk. Ze verwenste in stilte de dag, dat ze op de idee gekomen was om ook een Rijnreis te maken. Ze had toch een tafel moeten vragen met uitsluitend dames, dan was ze waarschijnlijk niet in lcontakt gekomen met Theo de Haan. En dan te denken, dat ze als een verliefde bakvis met hem had liggen vrijen in de bossen i-ond Lochem. Zij, de drie en dertigjarige, door leerlingen en collega's gex-espec- teei-de lerares. Als een idioot had ze zich gedragen, los van praktisch alle remmen. Ze had zich volledig laten gaan, in een roes van verliefdheid. Stapelgek was ze geweest om nog in de liefde te geloven. Die ene teleurstelling had genoeg moe ten zijn. Nee, stommeling, die je bent, voor een tweede-keer ben je ef ingetrapt, heb je je laten inpalmen door een knap pe, oudere man met goede manieren en een gedistingeerd voorkomen. Als een blaag van achttien jaar was ze om zijn hals gaan hangen en had ze zich laten zoenen en was ze een weekeinde met hem op sjouw geweest naar de oude reis- plökjes. Toen ze voor de tweede keer in Boppard waren, hadden ze met de han den om elkaar heen lange wandelingen gemaakt in de omgeving. Wai-en ze naar de Loreley geweest en hadden ze hand in hand gezeten op het terras van het restaurant. En 's avonds hadden ze er gens, ver van de bewoonde wereld, liggen scharrelen als een ordinair jong span. Geen gunst, maar een recht. De bejaarden van nu zijn opgegroeid in een tijd, toen de armenwet nog kracht van wet had. Het verlenén van bijstand van de overheid was toen geen recht maar een gunst. Pas wanneer het ker kelijk of particulier initiatief niet in staat was financiële hulp te bieden, kon men een beroep doen op de gemeente lijke overheid. De hoogte van de uit kering werd door de gemeente zelf vast gesteld, nox*men bestonden er nauwelijks, ze verschilden treuwens per gemeente aanzienlijk, kortom van rechtsgelijkheid was geen sprake. Een dergelijke wet zou niet passen in onze tijd, nu het inzicht veld heeft gewonnen dat ar moede vaak een gevolg is van gebreken in onze maatschappij (gebrekkige pen sioenvoorzieningen, bijvoorbeeld) en dat daarom die maatschappij zich ook niet aan zijn verantwoordelijkheid ten opzich te van minder draagkrachtigen mag ont trekken. Minstens 25% van de boven-de-65- Als ze aan dit alles terugdacht, dan joeg het schaamrood opnieuw naar haar ge zicht. In Apeldoorn stapte ze over in de sneltrein en daarin nam ze haar besluit. Het thema man was voortaan taboe. Maar dan ook definitief. Er bestonden geen mannen meer voor Cobie Verleun. Het gi'eintje zelfrespekt, dat ze nog be zat, zou haar beletten er nog eens, voor een derde keer in te lopen. Wat had ze eigenlijk in haar domme hoofd gehaald? Ze was toch tevreden met haar leven als lerares? Ze had toch een goed bestaan, verdiende een uitstekend salaris en leef de verder bescheiden en teruggetrokken? Ze had toch haar hobby's? Wat moest ze dan nog meer? Ze studeerde nog steeds en bestond er niet altijd de mogelijkheid dat ze als gevolg van haar kennis en aktes direbtrice werd van een school. Allé Cobie, je bent dx*ie en dei-tig, gedraag je er voortaan naar. De liefde heeft afge daan en als je nog eens een naar gevoel hebt, onderdruk het dan! Wees flink en vergeet Lochem, vergeet de Rijn en alles verder, wat nog met die vakantie te ma ken beeft. Toen ze in Utreoht uitstapte, lag er een grimmige, vastberaden trek om haar mond. Moi-gen zou ze haar ontslag annu- leren en meedelen, dat alles op een mis- vei-stand bex-ustte. Ze bleef en geen man zou haar meer uit haar evenwicht bren gen. En de hospita zou het begrijpen en haar mond houden. Per slot van rekening had ze er ook belang bij, als ze bleef. In Lochem was De Haan aan het dub ben: zal ik naar Utrecht rijden of niet? Zijn eerste impuls was: gaan. Maar toen hij er rustig over nagedacht had, besloot hij niet te gaan, doch een brief te schrij ven. Hij ging naar zijn kantoor en zette zich achter het buerau, kalm, iedere zin overwegende, schreef hij haar en ver ontschuldigde zijn dochter voor haar be ledigende houding. Weidde uit over zijn gx-ote kinderen, die in blinde liefde voor hun vader kwamen tot onverantwoorde lijke daden. „Je bent een ontwikkelde vrouw en als de verontwaardiging over het een en ander gezakt zal zijn, zul je dit misschien enigszins kunnen begrij pen, al is het natuurlijk nooit te billij ken Ik kom dinsdagavond naar je toe We laten ons vanzelfsprekend door nie mand dwarsbomen. Ik houd van je." Hij maakte er een expresse van en bracht de brief naar het station. Dan had ze hem in ieder geval morgenochtend vóór schooltijd. Doch de PTT is tegenwoordig zo vlug niet meer, ook niet met expresbrieven en toen een besteller de brief bracht, was Cobie Verleun allang naar school. Wordt vervolgd) tigers moet leven van zijn a.o.w.-uitke- ring. Een even hoog percentage bejaar den geniet naast de a.ow. een veelal niet welvaax-tvast bedrijfspensioentje. Van een dergelijk inkomen kan men nauwelijks leven. Bejaarden die alleen a.o.w. hebben en meer dan 95.per maand huur moeten betalen, kunnen zonder meer recht op bijstand doen gel den, mits zij geen vermogen hebben dat de 6000.(gehuwden) of de 3600. (alleenstaanden) te boven gaat. Maar ook bejaarden, die naast hun a.o.w. nog andere, zij het uiteraard be scheiden inkomsten hebben, kunnen in bepaalde gevallen recht op bijstand doen gelden. Bijvoox-beeld voor een incidentele uitkering, wanneer men bijzondere uit gaven moet doen, die als noodzakelijke kosten van het bestaan moeten wox-den beschouwd. Wordt een bejaarde in een tehuis opgenomen, dan is bijstand vrij wel onvermijdelijk, want je moet in je jeugdige jaren wel referendaris zijn ge weest om die enorme pensionkosten nog te kunnen betalen. Valse schaamte. Niet iedere bejaax'de, die gezien zijn inkomen voor bijstand in aanmerking zou komen, maakt gebruik van dit recht. Moeten wij daarom deze mensen prij zen, omdat zij een ai-moedig bestaan prefereren boven een beroep doen op de algemene middelen? Zo wordt het wel eens voorgesteld. Naar ons gevoel ten onrechte. Er zit niets laakbaars in om gebruik te maken van rechten, die in onze wetgeving zijn verankerd. Er zit treuwens weinig eervols in de houding van valse schaamte, die sommigen tegen over de bijstandswet aannemen. Daar nept men alleen zichzelf mee. De ge dachte dat alleen a-socialen de hulp van sociale zaken inroepen leidt een taai leven, maar na zes jaar bijstandswet wordt het toch wel tijd om met deze mythe af te rekenen. Nu is het een feit dat ook de ambte lijke bejegening ten aanzien van de bij- standbehoevende niet altijd aangepast is aan de moderne opvattingen over bij- standveiiening. Sommige ambtenaren, vooral de ouderen die de armenwet nog hebben meegemaakt, leggen in hun hou ding iets wat de cliënt op de gedachte brengt dat hij om een gunst bedelt. Dit verhoogt natuurlijk de drempelvrees, juist bij bejaarden die hiervoor erg ge voelig zijn. In de grote gemeenten is de voorlichting aan de cliënt meestal goed, maar in de kleinere gemeenten heeft men niet altijd de beschikking over geschoolde ambtenaren, die op dit terrein van de 9ociale dienstverlening ervaring hebben en die er niet zelden nog allerlei klusjes bijdoen. Het zou daarom gewenst zijn dat kleinere ge- Kruiswoordpuzzel no, Horizontaal: 1. weerklank - 4. kleur - 7. egaal - 11. jongensnaam - 12. bid (lat.) 13. teug - 15. bijwoord - 16. pers. vnw. 18. bijwooid 19. rang - 21. herkauwer 23. familielid - 24. godin - 26. meisjes naam - 28. elektrode aan de positieve pool - 31. speling 32. van het heilige roomse rijk (lat. afk.) - 34. inwendig or gaan - 35. strijdmaoht - 39. inhoudsmaat 41. muziekdrama - 44. oogziekte - 46. op- rijg - 48. engels voegwoord - 49. afwezig 51. niet dezelfde - 53. schrijver - 56. on buigzaam - 58. ambtshalve (lat. afk.) - 59. voorzetsel - 60. overal - 62. drank - 63. nieuwe wereldtaal - 64. venster - 65. go din - 66. onderhuidse vetlaag. Verticaal: 1. pl. in de Betuwe - 2. klein vertrek - 3. ver opwaarts reikende - 5. Horizontaal: 1. Ot - 3. stal - 7. toom 10. al - 12. rem - 14. Joost - 16. Nonna 18. gaJa - 20. gr - 21. Ur - 22. oi - 23. ae 24. Elbe - 26. kwaad - 29. kloeke - 31. li 32. arena - 34. du - 35. stupide - 37. ia 38. ï'm - 40. wat - 42. neen 44. ar 46. las - 47. dra - 49. st - 50. mare 53. lui - 55. s.s. - 57. or - 58, Montana 61. ma - 63. stomp - 65. os - 66. nimmer 69. razen - 71. idee - 72. ne - 73. pa 74. ik - 75. je - 76. druk - 78. tante 80. malle - 82. tee - 84. Ed - 85. enig 86. Eire - 87. la. meenten tot meer samenwerking kwa men door gezamenlijk een sociale dienst' op poten te zetten, die bemand wordt met deskundig personeel. In sommige gemeenten is men hiertoe ï-eeds over gegaan. De ervaringen zijn gunstig. Oud verhaal. Vooral in de kleine gemeenten zullen bejaarde mensen allerlei redenen kun nen hebben om zich niet tot sociale zaken te wenden. Iedereen kent hier iedereen, misschien is de ambtenaar die de aanvraag moet behandelen een per soonlijke kennis, voor wie men nou juist niet wil weten dat men bijstand nodig heeft. Dit soort valse schaamte is men selijk, maar de vervelende konsekwen- tie is helaas dat men in de geldzorgen blijft zitten. Hierbij komt dat financieel minder draagkrachtigen graag de stand ophouden dat zij echt niet zo krap zitten en dat mensen, die vroeger een behoor lijk inkomen hadden maar na hun pen sionering van een laag pensioentje moe ten leven, niet willen „afzakken" tot het niveau van de sociaal-zwakkeren, zoals zij de bijstandbehoevenden nog al tijd plegen te noemen. In feite een oud verhaal, dat zich altijd weer herhaalt: in moeilijke om standigheden maken de mensen het zich zelf nog eens extra moeilijk. Dat is dan ook de ooi-zaak van het feit, dat vele bejaarden, die een aanvullende bijstand gezien hun inkomen best kunnen ge bruiken, nog steeds geen gebruik heb ben gemaakt van hun rechten. We moe ten dit in de eerste plaats voor henzelf betreuren. Mr. A. Bronsbergen. (Nadi-uk verboden). 218 bos - 6. pl. in Italië - 8. metaal - 9. lede maat - 10. bergplaats - 14. dx-inkgelegen- heid - 15. voeg 17. geestdrift - 18. wond 20. vriendin (fr.) - 22. koraaleiland - 25. larve - 26. lei-aar (afk.) - 27. spil - 28. tandarm zoogdier - 29. evenredige ver tegenwoordiging (afk.) - 30. deel van een kledingstuk - 33. mannelijk dier - 36. Gedeputeerde Staten (afk.) - 37. strand- meer - 38. uiterste grens 39. titel (afk.) 40. zangnoot - 41. vette vloeistof - 42. meisjesnaam - 43. landbouwwerktuig 45. bloedvat - 47. fijngemaakte vruchten, houtpap - 50. bijb. figuur - 51. gehoorzaal 52. kleur - 53. deel van het hoofd - 54. gevaarlijke plek in zee 55. toestand van razernij - 57. thee (eng.) - 61. lyrisch gedicht. Verticaal: 1. or - 2. tegel - 4. tjalk 5. ao - 6. loge - 7. tt - 8. onraad - 9. mo 10. ami - 11. la - 13. ma - 15. sr - 17. rede 19. leeuw - 21. uw - 23. aker - 25. be staan 26. kip - 27. aren - 28. laan - 30. od - 31. lus - 33. niets - 36. Ierland 39. maart - 41. al - 43. es - 45. rr - 48. au 50. most - 51. Emma - 52. aas - 54. immer 56. sire - 59. opzien - 60. ton - 62. am 64. Ox-an - 67. ieder - 68. enkel - 70. ok 71. iele - 73. pad - 75. ja - 77. ut - 78. te 79. te - 80. mg - 81. li - 83. ea. Ganzepoortstraat 21, Tel. 6535 - GOES Vele bejaarden zjjn liever arm dan bijstand aan te vragen DREMPELVREES voor „SOCIALE ZAKEN" Wanneer iemand 65 jaar is geworden, heeft hij recht op een A.O.W.- uitkering. En geen enkele bejaarde zal zich schamen om deze uitkering in ontvangst te nemen. Wanneer iemand niet in de noodzakelijke kosten van zijn bestaan kan voorzien, heeft hij recht op bijstand. Dat geldt ook voor bejaarden, die met een ouderdomsuitkexiing alleen niet rond kunnen komen. Maar van dit recht maken zij vaak geen gebruik en voorzover zij dit wel doen, generen zij zich er voor. Hoe komt het toch dat men zich voor het recht op de ene uitkering niet geneert en voor het recht op een andere uitkering wel? Kennelijk heeft dit te maken met de verouderde opvattingen ten aan zien van het recht op bijstand. Volkomen ten onrechte wordt verondei- steld dat „minder draagkrachtig" en „sociaal-zwak" identieke begrippen zijn. De armënwet uit het begin van deze eeuw is reeds lang begraven, maar zijn geest leeft nog voox-t. Met als resultaat dat vele bejaarden, die feitelijk recht zouden hebben op een aanvullende bijstanduitkering, van dit recht geen gebruik maken. Hun aantal wordt geschat op minstens 100.000. Oplossing kruiswoordpuzzel no. 217

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1971 | | pagina 1