Raadsvergadering Kortgene
Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 3 december 1970 no. 3429
Vervolg raadsvergadering Kortgene
„In de ban
v/an het gebeuren"
LIEFDE OP DE RIJN
Mag ik, mijnheer de voorzitter, eindi
gen met de verwachting uit te spreken,
dat het aanstaande gemeenteblad aan
vele wensen zal voldoen en voorts uw
diensten danken voor de zeer overzich
telijke begroting en dat met de mede
deling, dat wij ons gaarne samen met
onze collega's hier aanwezig in het ko
mende jaar zullen inzetten in het belang
van de gemeente Kortgene".
Namens de fractie van de S.G.P. sprak
Breure het volgende:
„Voorzitter, heren raadsleden.
Bij de bespreking van de begroting
1971, willen wij ons zeer beperken, doch
kunnen er niét zo maar aan voorbij gaan,
enerzijds omdat wij menen niet elk jaar
•tot in de treure over dezelfde onderwer
pen te moeten spreken, anderzijds omdat
een begroting een zekere richtlijn is of
behoort te zijn voor het gemeentelijk be
leid voor het a.s. jaar. De begeleidende
brief van b. en w. kan daar als een su-
miere opsomming worden beschouwd van
wat er zo al is gebeurd en wat ons nog
staat te wachten. Deze brief geeft naar
ons gevoelen wel veel opsommingen van
wat er zou moeten gebeuren, maar wat
er helaas voor de gemeente niet af kan
vanwege de financiën. Dat er geen nieu
we kapitaalswerken zijn opgevoerd is ons
steeds een doorn in het oog, mede omdat
de gemeentelijke belastingen behoorlijk
worden opgevoerd en in verband daar
mede wil men toch daarvoor de nodige
voorzieningen wel hebben als ingezetene.
Ik denk met name aan de riool- en straat
belasting en huisvuilrechten. Wat de
rioolbelasting betreft, zijn er nog altijd
•twee kernen die daar weinig profijt van
trekken. De straatbelasting betreffende
is het heel erg dat b. en w. met een ver
hoging komen, terwijl er van de straten
op zich gezegd kan worden dat men ner
gens bij regen droogvoets over de trot
toirs kan gaan vanwege de vele putten
in de sraten. Voor de huisvuilrechten kan
men wel zeggen, dat het voor velen wel
erg duur wordt. Ook is in de begelei
dingsbrief gezegd dat we kunnen reke
nen op nog meer jaarlijkse verhogingen
der belastingen. Daartegenover al deze
belastingverhogingen staat voor 1971 nog
niets op de begroting, wel komt door die
belastingverhogingen het onvoorzien plm.
40.000.maar waar zal dit aan besteed
worden. Wij krijgen wel het gevoel dat
dit wat in de lucht hangt. Temeer voelen
we dat, omdat voor de recreatie alles in
het werk gesteld wordt om maar een
goed figuur te slaan naar buiten en geld
nog moeite gespaard wordt om dat als
no. 1 van de voorzieningen aan te mer
ken. Wij dachten dat toch het voorzie-
ningspeil voor onze inwoners wel de
hoogste prioriteit had. Als we bedenken
wat het kampeerterrein al heeft gekost
(nu al meer dan 4,5 ton) en nog zal gaan
kosten, gezien dat b. en w. nog altijd een
kantine en verkooppunt op dat terrein
wensen te realiseren, waar de midden
stand van Kortgene beslist niet mede ge
baat zal zijn, is het begrijpelijk dat wij
daar vierkant tegenover staan. Hoewel
b. en w. vorig jaar beweerden dat ze op
dit terrein niets tekort zal komen, zullen
de cijfers over 1970 wel wat anders te
zien geven. Ook de hoerastemming voor
1971 zegt mij nog weinig, gezien de be
stedingsbeperking ook zal gelden voor de
te komen vakantiegangers, terwijl som
mige posten een heel jaar zwaar druk
ken, waartegenover maar enkele maan
den inkomsten. Hét verheugt ons, dat
op het bungalowterrein behoorlijk ge
bouwd wordt, jammer is dat het kopen
van de beschikbare panden geen gelijke
tred houdt. Wat het voorzien van aard
gas op Kats betreft spijt het ons dat dit
weer zo lang moet duren, omdat deze
kleine kern, als enige op Noord-Beveland,
daar toch ook recht op heeft en hoe lan
ger het uitblijft, hoe duurder het wordt
voor de betreffende inwoners en de ge
meente.
Dat het vismijnbedrijf een aflopende
zaak is, wisten we al enkele jaren, wél
vragen wij ons af of het nog nodig is,
al het huidige personeelsbestand te hand
haven, als er zoveel minder wordt omge
zet. Dat er voor Colijnsplaat nog geen
nieuw bestemmingsplan nodig is, ben ik
niet met b. en w. eens. Daar is n.l. alleen
nog bouwgrond beschikbaar voor laag
bouw, voor de rest is het zo goed als
uitverkocht. Mocht er een toewijzing voor
een blok woningwetwoningen komen, dan
is daar op Colijnsplaat geen plaats voor.
Wij zijn het met b. en w. eens dat de
In de dinsdag 24 november j.l. ge
houden raadsvergadering wordt door de
voorzitter, burgemeester P. J. Evers, na
de opening stilgestaan bij het overlijden
van het raadslid mevr. Janssen - Sijtema.
Het is, zo zegt de voorzitter, amper twee
jaar geleden, dat wij hier het, overlijden
herdachten van het raadslid Van der
Weele. Nu staan wij stil bij het over
lijden van mevr. Janssen. Twaalf jaar is
zij lid geweest van onze raad en al die
tijd heeft zij haar taak bijzonder ernstig
opgenomen. Haar doorzettingsvermogen
overwon de handicap van haar lichame
lijke kwalen. Steeds eerlijk is zij voor
haar mening uitgekomen en, kon men
haar niet overtuigen, dan bleef zij tot op
het hardnekkige toe aan haar mening
vasthouden. Ook buiten de raad heeft zij
haar krachten aan de gemeenschap ge
geven. Met het verscheiden van mevr.
Janssen moeten wij nu het vi-ouwelijke
element in de raad missen. Dit is zeker
een verarming. Zij zal in de 'gedachten
van de raad blijven voortleven als een
moedige vrouw, met een groot doorzet
tingsvermogen.
Hierna werden staande enkele ogen
blikken stilte in acht genomen, waarna
het lid Klaassen eveneens mevr. Janssen
in een rede herdacht.
Het lid Klaassen zegt, dat door dit
plotseling overlijden eens te meer is ge
bleken, hoe betrekkelijk en onzeker ons
leven is, maar óók, hoe weinig wij van
eikaars nood en innerlijke strijd afweten
als collega's.
Politiek bedrijven, zo vervolgt hij, kan
een harde zaak zijn, maar het hoeft niet
altijd zo te zijn. Ik geloof dat mevr. Jans
sen het politieke spel wel meegespeeld
heeft; zij heeft er zeker geen twijfel over
laten bestaan dat zij VVD-er was.
Overtuigd is spreker, dat zij vanuit
haar eigen visie, met al wat in haar ver
mogen lag, het goede gezocht en mogelijk
ook gedaan heeft voor de gemeente Kort
gene.
Of mevr. Janssen al dan niet voldaan
heeft als raadslid, mag hij niet over
oordelen, zegt hij, maar wel wil ik een
vraag in ons midden neerleggen, waar
ik geen antwoord op wens, n.l.: „Hebben
wij allen voldaan aan de opdracht van
onze Schepper?"
Met de hoop dat zij, zoals ze was, in de
herinnering mag voortleven, besloot
Klaassen zijn herdenkingsrede.
Hierna worden de geloofsbrieven van
het nieuwe lid, de heer P. M. van der
Weele onderzocht en in orde bevonden,
waarna de notulen onveranderd worden
vastgesteld.
De voorzitter zegt hierna dat b. en w.
de verbetering van de Kerkstraat en
molen op Kortgene en het oude ge
meentehuis te Colijnsplaat direct om ver
betering vraagt en een ontsiering is van
de gemeente, vooral op Colijnsplaat is
dit wel heel erg, maar vergeet onder
tussen niet de vele krotten op dit dorp
die ook om vervanging schreeuwen. Ver
der moet mij van het hart, wil men de
dorpen z.g. leefbaar houden, dat niet
noodzakelijk is door vergunningen te ge
ven om doorlopend verschillende lokalen
na sluitingstijd open te mogen hebben,
waardoor voor velen de zondagsrust ver
stoord wordt en de zondag door die akti-
viteiten ontheiligd wordt, maar wel kan er
meer leefbaarheid komen door te pro
beren z.g. schone industrie aan te trekken
in onze gemeente. Tot slot danken wij
b. en w. en het personeel der gemeente
voor de welwillendheid om ons voor te
lichten of te helpen op het moeilijke ma
teriële en financiële pad der gemeente en
hopen dat we in 1971 te samen de kracht
en de wijsheid mogen krijgen om de ge
meente goed te besturen.
Middenstraat graag opgedragen zouden
zien aan de fa. Remeeus te Kats. Mét ge
noemde firma is men tot een aanvaard
baar bedrag gekomen van 42.500,en
de begroting van april j.l. was 38.623,
Z.h.s. wordt hiertoe dan ook besloten.
Op de vraag van Kramer hoever het
met de klok te Kats staat, antwoordt de
voorzitter, dat men over twee weken
met de montage aanvangt.
Een voorbereidingsbesluit met betrek
king tot de bestemmingsplannen Colijns
plaat en Kats wordt z.h.s. genomen en
eveneens z.h.s. wordt toegetreden tot de
nieuwe gemeenschappelijke regeling
Schooltandverzorging Zuid- en Noord-Be
veland.
Hierna worden de diverse beschou
wingen op de gemeentebegroting 1971
gehouden, waarvoor wij u naar het num
mer van vorige week en elders in deze
krant verwijzen.
Namens het college van b. en w. be
antwoordt de voorzitter de diverse spre
kers. Op de beschouwing van Welleman
zegt de voorzitter, dat de hoorzittingen
het college ook aanspreken en dn voor
komende gevallen zal daar dan ook ge
bruik van gemaakt worden. De huisves-
tigingsproblemen staan hoog genoteerd
en hebben de volle aandacht. Ook al is
er maar een druppelsgewijze opbouw van
de kernen, het is momenteel de enige mo
gelijke oplossing. Ten behoeve van het
huisvuil is er een Provinciale Commissie
ingesteld, die deze problemen zal be
studeren. Ten aanzien van het verkeers-
vraagstuk zegt de voorzitter dat de oost
west-verbinding volgend jaar in uitvoe
ring komt met de aanbesteding is men
bezig. Een groot aantal problemen zullen
dan zijn opgelost. De gevolgen van de
herverdeling van de belastinggelden zijn
nu nog niet in cijfers uit te drukken. Het
aanhouden van een landelijk gemiddelde
zal hoogstwaarschijnlijk wel een aderla
ting betekenen. Over een mogelijke her
indeling van Noord-Beveland is nog niets
officieels bekend.
Op het gesprokene door Klaassen zegt
de voorzitter, dat de voorzichtiger be
steding van gelden valt toe te schrijven
aan de krapte op de geldmarkt. De voor
waarden voor aansluiting van Kats op het
aardgasnet zullen binnenkort bekend zijn.
Hij bestrijdt verder dat Kats te kort ge
daan zou worden. De voox-zitter zegt, dat
zien van het sportterrein te Kats zegt
dit meer een gevoelskwestie is. Ten aan-
de voorzitter, dat de voetbalvereniging
aldaar van de KNVB nog één jaar als sla
pende vereniging mag bestaan ze moet
dan óf terugkomen óf niet meer optreden.
Het lijkt ondoenlijk het terrein in stand
te houden zonder vereniging. Het terrein
te Kortgene wordt gepacht. De situering
ervan is heel erg fout en bovendien is
het veel te klein. Het voorstel voor Pa
kistan heeft de volle instemming, maar
het zal wel op landelijk niveau gespeeld
worden.
Op de woorden van Van der Maas zegt
de voorzitter dal de toegangsweg tot de
camping inderdaad niet best is. Een ver
breding wordt echter niet toegestaan.
Ten aanzien van de hoogte van het be
drag dat aan de stichting „Het Veerse
Meer" betaald moet worden, vindt de
voorzitter het niet juist dat dit achteraf
gesitueerd wordt op het grondgebied van
de gemeente Kortgene. Ook onze ge
meente profiteert van het Veerse Meer,
maar de ontwikkeling van het oostelijk
deel hangt aan de beroepsvaart. De ex
ploitatierekening kan begin 1971 tege
moet gezien worden. Kapitaalswerken,
zegt de voorzitter, worden meestal niet in
een primitieve begroting genoemd, daar
deze afhankelijk zijn van de goedkeuring
van Ged. Staten. De in te stellen Com
missie Openbare Werken kan daarin
meewerken.
Tot Breure zegt de voorzitter, dat deze
zijn verwachtingen met betrekking tot het
kampeerterrein wel erg pessimistisch
heeft geformuleerd. Reeds nu zijn al 80 -
85 u/o der plaatsen besproken, waarvan
het voorschot al binnen is. De bestedings
beperking zal hierin hoegenaamd geen
rol spelen, meent de voorzitter.
De omzet van de vismijn is niet ver
minderd, maar de mijnrechten zijn nog
steeds op het oude percentage gehand
haafd, terwijl de kosten zijn gestegen.
Voor het aangestelde personeel is er werk
genoeg, waardoor niemand ontslagen kan
worden. Bouwgrond, zo zegt de voox-zit-
tex*, is er te Colijnsplaat nog genoeg. Ze
ker voor plm. nog 40 woningen. Met be
trekking tot de molen en het oude ge
meentehuis is de voorzitter accoord. Men
heeft wedex'om contact gehad met de
eigenaren en er zijn wederom beloften
gedaan Tot slot stelt de voorzitter Breure
gerust: De aanvragen om uitkering van
de bijstandswet worden heel goed ge-
controleerd.
Zondagavond 29 november 1970 heeft
Noord-Beveland n.a.v. dé film „In de
ban van het gebeuren" van de Amster
damse cineast Dix-k Jan Bijker een mo
ment stilgestaan bij de industrialisatie
en haar gevolgen. De jeugddienstencom
missie had rondom de film een hele
dienst in elkaar gezet. Film en dienst
bedoelen een bezinning te zijn op eexx
aktieve manier van zijn in een veran
derde maatschappij. Het bidden, zingen
en luisteren was een zich bezinnen op de
vraag of wij onszelf voldoende bewust
zijn van het gebeuren om ons heen. Le
ven we in de ban van verdergaande in
dustrievestiging, luchtverontreiniging,
verslaving aan de welvaart, wegdrukken
van de levende natuur, ruimtelijke or
dening, enz.? Wordën wij geleefd of
leven wij?
Na de dienst volgde er een forumdis
cussie met o.a. de cineast Dirk Jan Bijker
zelf, mej. da. Attema uit Kats en enkele
leden van de jeugddienstencommissie.
Uitgangspunten van deze 'discussie wai'en
de film en enkele kernvragen, zoals: Voe
len we ons bedx-eigd en zo ja, waardoor?
Wijst het geloof in God ons een weg om
een oplossing voor dit probleem te zoe
ken en zo ja, wat is de weg? Wat kunnen
we er concreet aan doen?
In de discussie kwamen we tot de vol
gende conclusie: industrievestiging, wei-
Wethouder Bom zegt heel voorzichtig
omtx-ent het bestemmingsplan Colijns
plaat, dat er heel, héél misschien moge
lijkheden zijn tot de bouw van een aan
tal nieuwe woningen te Colijnsplaat. Hij
durft het alleen nog maar te fluisteren.
Na hierna een aantal vragen op even-
zovele begrotingsposten te hebben beant-
wooi'd, wordt de begroting 1971 hierna
z.h.s. aangenomen. Zij sluit, voox-zover de
gewone dienst betreft, in ontvang en uit
gaaf met een bedrag van 2.045.029,01,
met een post onvoorzien van 21.295,90.
De kapitaaldienst heeft in ontvang een
bedrag van 5.758.284,88 en een uitgaaf
van 6.033.663,81, alzo een nadelig slot
van 275.378,93.
Hierna woi'den z.h.s. nog enige belas
tingverhogingen goedgekeurd, t.w. de
heffing van opcenten op de hoofdsom der
personele belasting, de rechten voor het
ophalen van huisvuil en de heffingen van
stx-aat- en x-ioolbelasting.
Hoewel op de agenda geen rondvx-aag
vermeld staat, heeft Welleman toch een
schriftelijke vraag ingediend. Besloten
wordt die toch te behandelen. De vraag
van Welleman luidt: Hoe komt het dat
de ene bewoner van een gemeentewoning
zelf moet zorgen dat een verstopte w.c.
wordt schoongemaakt, terwijl bij een an-
dex-e bewoner van een gemeentewoning
de gemeente hiervoor zorgdraagt? Voor
de ene bewoner heeft dat veel geld ge
kost, terwijl het bij de ander kosteloos is
gebeurd. Iedereen dient gelijk behandeld
te woi'den en dat is hier niet gebeurd.
Wethouder Maxkusse beantwoordt deze
vraag, zoals hem bij onderzoek is geble
ken. Maai', zegt Welleman, zo is het niet
gebeurd. Er is hier bewust onderscheid
gemaakt tussen groepen. Hij zal in de
toekomst dit in het openbaar vertellen.
Dit is discx-iminatie!
De vooi'zitter zegt dat dit een telas-
telegging is, die niet mis te verstaan valt.
Ook hij is voorstander van gelijkheid van
alle inwoners, en wil over deze zaak
graag eens een bespreking voeren. Maar
dan met betrokken bewoner erbij, zegt
Welleman, waarop de voox'zitter zegt: na
tuurlijk.
vaart, medicijnen, levende natuur, enz.
hebben twee kanten, die samen te vatten
zijn onder de begx-ippen gebruik en mis
bruik. De vraag wox-dt nu: Hoe gebruiken
we industrievestigingen, welvaart, enz.?
Gaan we uit van de economische argu
mentatie: we moeten eerst resultaten zien
of weten en dan beginnen we eraan en
wat de gevolgen zijn wordt dan een zorg
voor later. Of gaan we uit van de argu
mentatie naastenliefde: mijn geluk, leven,
worden niet vex-kregen ten koste van of
zonder de ander, maar wordt vex-kregen
als ik tegelijk het geluk, leven, wel
vaart van de ander beoog en bevorder!
Is o.a. milieuverontreiniging niet een re
flectie van de geestelijke nood in onze
maatschappij?
Lag de oplossing in het gebed van deze
jeugddienst?
Wij heten uw kerk, een volk onderweg.
Wij hebben geschiedenis, een lang ver
leden van duisternis en licht.
Wij bidden u: open voor ons een nieu
we toekomst, roep ons de weg uit al die
rijkdom, al die zekerheden waarin wij
veilig en gevangen zijn.
Maak ons liever arm en onveilig ont
heemd en vrij, om weer opnieuw Uw e-
vangelie te vex-staan en uw zoon te volgen.
Jeuddienstencommissie
Nooid-B e veland.
FEUILLETON
Hij knikte x-ustig zonder ook maar een
spier van zijn gezicht te vertrekken. „U
mag me gerust uitschelden, als u dat
oplucht. Ik heb u al eerder gezegd, dat
u bizonder aantrekkelijk bent, wanneer
u zich nijdig maakt. Maar eens moest
iemand dit alles zeggen. Toevallig be
paalde het lot, dat ik dit moest zijn. Goed
juffrouw Verleun, denkt u maar eens
over mijn woox-den na. Hebt u maar
geen zoi'g, dat ik indiscreet zal zijn..
Geen mens zal hierover ooit iets van me
horen. Ik vind u bizonder sympathiek.
Daarom heb ik misschien wat harde
woorden gesproken. Maar u moest ééns
wakker geschud woi-den. Zo, nu zal ik
even afrekenen en dan wandelen we
x-ustig terug naar de boot. Buiten, in
de frisse lucht, zullen we allebei wel
weer terugkeren tot de nuohtexiheid van
alle dag."
Na een paar minuten liepen ze buiten
in de stille avond. In de vei-te zagen ze
de schepen liggen. De torenklok op het
plein sloeg elf uur. De lerares huiverde
even en trok haar jasje steviger om zich
heen. Ze liepen zwijgend langs het wa
ter, maar op een gegeven ogenblik legde
De Haan zijn hand op haar arm en zei
zacht: „Sorry, Cobie, ik wilde je niet
beledigen. Ik wil je alleen maar helpen.
Beoordeel me alsjeblieft niet verkeerd.
Je bent nog zo heerlijk jongje hebt
nog zo'n lief fris gezicht. Verdoe je beste
jax*en niet op een school. Denk er eens
over na en beooi'deel me niet te lelijk.
Ik vind het zo jammer voor je
door Gré de Boer
Ze draaide zich even naar hem toe
en bij het licht van een kadelamp zag
hij haar glimlachen. „Neem me niet
kwalijk Theo, dat ik je uitgescholden
heb. Soms word ik zo driftig, zie je,
dan flap ik er van alles uit.
Hij drukte even haar arm en liet haar
toen los. „Dan is de vrede gelukkig weer
getekend. Er is al narigheid genoeg in
de wereld. En hier hebben we ons drij
vende hotel weer. Goede nacht, meisje.
Moi-gen is er weer een zonnige dag
we hebben vakantie."
HOOFDSTUK 11
Je bent geschapen om lief te hebben.
De volgende morgen zat de lerares met
een strak gezicht aan het ontbijt. Ze be
antwoordde zijn gx-oet kort en vormelijk
en bepaalde zich toen bij haar boterham
men. Slecht geslapen, was zijn ooi-deel,
dus bleef de conversatie beperkt tot en
kele woorden over het schitterend weer
en het uitgebreide zondagsontbijt.
In de loop van de mox-gen ging De
Haan met enkele andere passagiers naar
de kerk, vex-stond slechts een klein deel
van de preek in de slecht geauccousteei-de
oude kerk en maakte daax-na nog een
wandeling door het stadje. Na het mid
dageten installeerde hij zich met een boek
op het zonnedek en was vast van plan
zich niet druk te maken. Cobie Verleun
was na het eten naar haar hut gegaan
en was waarschijnlijk met de andere pas
sagiers meegetrokken op de lange wande
ling naar Buchholzhöhe. Hij bestelde een
fris glas limonade en genoot van zijn
boek. Af en toe keek hij eens naar de
overkant, als er een trein passeex-de, of
zag enkele schepen na, die ondanks dat
het zondag was, toch voeren. Op de bou-
levax-d was het ook rustig en er waren
slechts enkele wandelaars, die de hitte
van de middag ti-otseerden. Voor de rest
heerste er een echte zondagsstemming.
Om drie uur dronk hij zijn thee en toen
hij in de salon kwam, zag hij tot zijn
verbazing, dat de lerares ook aan tafel
zat. De familie Jansen schitterde door
afwezigheid.
„Ik had gedacht, dat u wel mee zoudt
gaan met de wandeltocht," zei hij.
Ze glimlachte flauwtjes. „Ik had een
ellendige hoofdpijn en heb een paar ta
bletjes ingenomen. Daarna ben ik een
uurtje gaan liggen in mijn hut en nu is
het gelukkig over."
Hij keek haar nadenkend aan. „Slecht
geslapen vannacht, he?"
Ze zuchtte en knikte.
„En dat was mijn schuld. Mijn excuus,
Cobie. Dat was natuurlijk niet mijn be
doeling."
Ze haalde haar schouders op. „Och, het
geeft niet. Zat u aan dek?"
„Ja. Ik ben te oud en te lui om me met
die hitte druk te maken. Bovendien ben
ik voor m'n gezondheid op reds."
Ze keek hem aan en lachte. „U ziet er
anders helemaal niet ziek uit. Integen
deel."
„De reis doet me goed," antwoordde hij
rustig. „En af en toe uw gezelschap."
Ze schamperde. „U zult wel veel aan
me hebben. Als ik nog aan gisteren
denk.
Hij keek verwonderd. „En waarom?"
„We hebben heel gezellig met elkaar ge
babbeld op dat terx-as. Bepaalde dingen
en uitlatingen ben ik evenwel vergeten,
maar dat brengt m'n 'leeftijd mee, moet
je maar denken. Bij mij blijven alleen
prettige herinneringen hangen."
Er kwam een zachte trek op haar ge
zicht. „Moet u nog thee?"
„Nee, ik denk, dat ik maar weer eens
aan dek ga. Daar is. het heerlijk."
„Ik kom bij u zitten, goed?"
„Dat hoef je niet te vragen. Je gezel
schap is me veel waax-d, dat weet je."
Even 'later zaten ze onder het zonne
dek in een paar gemakkelijke stoelen. Ze
stak een sigaret op en rookte nadenkend,
terwijl ze om zich heen keek. Maar bui
ten hen was er niemand op het dek.
„Theo," begon ze zacht, „gisteravond
kon ik je een ogenblik wel vermoorden,
zo kwaad was ik op je. Nu.... is dat
voorbij. Misschien heb je wel gelijk ge
had. Maar mijn jeugd is voorbij. Ik heb
de kansen, die er waren, laten schieten.
Bekommer je maar niet meer om me.
Vex-stoox* mijn rust alsjeblieft niet meer.
Ik kan er niet tegen. Laten we goede
vrienden blijven gedurende deze reis. En
laat me verder mijn eigen leven leiden.
Andere mogelijkheden zijn er niet meer."
„Er is altijd een andere mogelijkheid,
Cobie. Bepaalde momenten in je leven
moet je soms snel beslissingen nemen.
Misschien is er op dit ogenblik wel zo'n
beslissende periode gekomen. Wees rea
list. Je bent toch geen struisvogel!"
Ze draaide zich naar hem toe. „Daas je
of meen je het?"
Hij keek haar niet aan, maar vouwde
zijn handen aohter het hoofd. „Ik ben te
ernstig op dit moment om er gekheid
mee te maken. Ik weet niet, of je naar
de kerk bent geweest. Ik geloof aan voor
beschikking. Er is geen zogenaamd toe
val. Alles heeft een bepaalde bestem
ming. Mijn dokter adviseerde me mijn
wexk een poosje in de steek te laten. Ik
had er in de eerste aanvang niet veel zin
in. Mijn werk is m'n alles. Maar later
zag ik in, dat hij gelijk had. Een machine
moet op z'n tijd ook stilstaan. Mijn ma
chine dx-eigde warm te lopen. Dus ging ik
zijn advies opvolgen. Ik heb altijd van
varen gehouden. Mijn vrouw was bang op
het water, dus tijdens ons huwelijk de
den we het niet. Nu had ik opnieuw een
kans. Ik boekte voor de „Geex-truida",
weliswaar heel laat, maar er was juist
nog een plaatsje. Toeval? Onzin, dat
moest zo zijn. Op dezelfde boot boekte
Cobie Verleun. Toeval? Nee, ook dat
moest zo zijn. We kwamen tegen elkaar
te zitten aan de eettafel. We vonden el
kaar al heel spoedig sympathiek. We
babbelden wat en vertelde elkaar voor
vallen uit ons leven. Cobie Verleun lijkt
voor de buitenstaander een ongenaakbare
jonge vrouw, die de teleurstellingen des
levens heeft" ondex-vonden. Ze pantsert
zich voor vele toenaderingspogingen, die
in de loop der jai*en door diverse jonge
en misschien ook oudere mannen zijn ge
daan. Ze bedx-oog zichzelf. Want diep
in haar hart was de hunkering naar ge
negenheid levend gebleven, een hunke
ring, die bij ieder mens leeft. Bij jou en
bij mij. Ik weet nu, dat ik mezelf ook ja
ren lang voor de gek gehouden heb. Ik
heb een zeldzaam ideaal huwelijk gehad.
Wil en ik, we harmonieex-den uitstekend
met elkaar. Toen we trouwden, was on
ze fabriek noodlijdend. De crisisjaren
vraten door en we hadden ternauwernood
voldoende om fatsoenlijk rond te komen.
De eerste oorlogsjaren brachten enige op
leving, en ik had geluk, dat ik grote or
ders kreeg uit de 'badplaatsen. Later, toen
de zee taboe voor ons wex-d, stonden
we praktisch stil, mede ook doordat er
nagenoeg geen materiaal meer was. Doch
ik wist aan hout en verf te komen en ik
werkte het laatste oorlogsjaar met Wil
voor na de oorlog. Toen de vrede kwam,
kon ik als enige in den lande onmiddellijk
uit voorraad leveren. We werkten beiden
hard om de zaak weer op poten te krij
gen en het lukte. Nu zijn er geen zorgen
meer en net, toen het heel goed begon te
worden, stierf Wil. Mijn enige kracht
was het werk en de gedachten aan m'n
kinderen. Ik werkte hard en had mijn
kinderen lief. Ze zijn nu op een leeftijd,
dat ze voor zichzelf kunnen zoxgen, dus
die taak is af. Rest me nog m'n werk, Ik
dacht altijd, dat ik daar mijn geluk in ge
vonden had. Aan .hertrouwen heb ik tot
voor kort nog geen moment gedacht. Gis
teren en vandaag heb ik er over gepeinsd.
(Woxdt vervolgd)