EMANCIPATIE Strijd tegen het bijgeloof SMAKELIJK ETEN Bestraling Zonnevlekken T.N.O.-arts over veranderde voedings- en activitcitsgewoonten Vaak slecht voor 't hart Daling van het verbruik van graanprodukten en toeneming van het ge bruik van vet en suiker zijn de meest gesignaleerde veranderingen in ons voedingspatroon van de laatste dertig jaar. Vet en suiker leveren thans 55 tot 60 procent van de calorieën in de gemiddelde voeding per hoofd van de bevolking, tegen in het begin van deze eeuw 30 tot 35 procent. Nu zou er niets op tegen zijn als de mensen van hun smakelijke sausjes en pudding met slagroom genieten, ware het niet dat er sprake is van een toeneming van hart- en vaatziekten. Deze samenhang staat evenzeer vast als het verband tussen sigaretten roken en longkanker, maar niettemin kunnen de mensen het „lekker eten" even moeilijk laten als het roken van sigaretten. Terecht wordt er van medische zijde voortdurend op de grote risico's gewezen, die er aan onze voedingsgewoonten zijn verbonden. Tenslotte vormen de hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak in alle wes terse landen. In het vaktijdschrift „huisarts en wetenschap" wijdt dr. J. de Wijn een geneeskundige beschouwing aan het zich veranderende voedings- en activiteitspatx*oon in de laatste dertig jaar. Goed eten, dan ook bewegen. Toenemend gebruik van vet en suiker is dus een van de belangrijkste facetten van het huidige voedingspatroon. En bij vet moeten we niet alleen denken aan zichtbare vetten, maar ook aan onzicht baar vet door de sterk toegenomen con sumptie van dierlijke, eiwitrijke produk- ten die meestal niet vet-arm zijn. Terwijl in alle ontwikkelde landen de noodzaak van lichamelijke arbeid is verminderd en de meeste mensen aanzienlijk minder calorieën nodig hebben voor het leven van elke dag, neemt het calorieën-gebruik juist sterk toe. De werkelijke opneming van calorieën is zelden aangepast aan de feitelijke behoeften van een individu en dit „meer-dan-nodig" heeft een te gengesteld effekt gehad op dé gezondheid. Het aantal „dikkerds" onder de men sen van 35 tot 60 jaar is aanzienlijk gestegen. Niet alleen het ontstaan van vetzucht wordt op deze manier bevorderd, het teveel eten kan ook bijdragen tot het ontstaan van ziekteverschijnselen door de veelal late complicaties van vetzucht. Dr. de Wijn wijst in de eerste plaats op de afwijkingen van het vaatstelsel. Hoewel niet alle hartinfarc-patienten vet- zuchtig zijn, kunnen geringe lichamelij ke activiteit, vetzucht en een hoog cho lesterolgehalte van het bloed (wat ook met veel en vet eten te maken heeft) mede bijdragen tot het bevorderen van harteomplicaties. Regulatie eetlust. Onderzoekers hebben zich dikwijls af gevraagd of bij de mens een regulatie van de eetlust bestaat, waardoor we zo veel eten als we nodig hebben, zoals blijkbaar het geval is bij de in het wild levende dieren, die niet dok worden. Dr. de Wijn haalt enkele proeven met dieren aan, die aantoonden dat bij toenemende activiteit de spontane calorieënopneming duidelijk verband houdt met de arbeids belasting, zodat de dieren een constant lichaamsgewicht houden. Dit is echter slechts het geval binnen de grenzen van „normale" activiteit. Wanneer de activi teit zeer beperkt is, eten de dieren rela tief meer en worden zij zwaarlijvig. Ook bij extreme arbeidsbelasting (tot uitputting) gaat voedselopneming niet parallel met de te verrichten arbeid. De dieren aten dan relatief minder en vielen af. Overeenkomstige bevindingen had de arts Mayer bij een onderzoek van een Indiase bevolkingsgroep. Ook hier bleken groepen met lichte of zeer lichte lichamelijke ai-beid meer te eten dan voor hun lichamelijke activiteit no dig was, terwijl de calorieënwaarde nog groter wordt naarmate het beroep minder lichaamsbeweging met zich brengt. Wie toch veel wil eten, zal dus veel meer aan beweging moeten doen. Dr. De Emancipatie wordt door de vrouwen zelf tegengehouden. De ervaring heeft geleerd dat in lan den, waar de vrouw zich snel emanci peert (U.S.A. en vooral Denemarken en Zweden), het aantal mannen, dat zich onder psychiatrische behandeling moet stellen, een sterke stijging vertoont. Het gaat de man kennelijk niet in zijn kouwe 'kleren zitten, wanneer hij zijn domine rende positie moet opgeven en de vrouw als volkomen gelijke naast zich moet dulden. Toen onlangs in een buurthuis Wijn acht één uur per dag lopen of een andere niet-gemotoriseerde verplaatsing een gebiedende eis. Armen en benen. Oudere volwassenen, die aan lichame lijke oefeningen willen doen, moeten wel de juiste vorm kiezen. Bewegen is goed, maar zij moeten het ook weer niet over drijven. Een ongetrainde man, die plotse ling aan body-building gaat doen, neemt onverantwoorde risico's. Hij doet er ver standiger aan elke dag een uur te gaan fietsen. Wat velen kennelijk niet weten is dat de belasting voor het, hart groter is bij arbeid door de armen dan met de benen. Een niet getrainde man die zich plotseling ziet gesteld voor een grote krachtsin spanning, is eerder in het nadeel wan neer hij met de armen moet werken (sneeuw ruimen, zand scheppen, zware vracht versjouwen, enz.) dan wanneer hij hard moet lopen om de trein te ha len. De bloedvoorziening naar de armen geschiedt namelijk door nauwere vaten dan die naar de benen. Derhalve zal het hart bij arbeid met de armen meer bloed moeten pompen dan voor eenzelfde ar beid bij benenwerk. Wat eten? Naast een grotere activiteit die een eet lust regulerend effect heeft, acht dr. De Wijn een verandering van onze voe dingsgewoonten van groot belang, gezien de toenemende sterfte aan hart- en vaat ziekten. Beperking van het overtollig gebruik van vetrijke gerechten (boter, kaas, suiker en niet-vetarme melkpro- dulcten) acht hij noodzakelijk. Ook be perking van het overtollig gebruik van cholesterolrijke voedingsmiddelen is aan te raden. Zo eten we veel te veel eieren. Omelette en uitsmijter zijn ware vijanden van onze volksgezondheid. Ook de con sumptie van vlees, spek, e.d. moet wor den beperkt. Dat wil niet zeggen dat we honger zouden moeten lijden. Men zou meer overwegend onverzadigde vetzuren kunnen consumeren (brood, visj kip). Ook de frekwentie van de maaltijden kan bijvoorbeeld bijdragen tot het hand haven van een lage cholesterolspiegel. We kunnen beter vijf keer dan drie keer per dag eten. Volgens dr. De Wijn zou het toepassen van deze voedingsrichtlijnen in grote keukenbedrijven als van leger, marine, horecabedrijven en bedrijfskantines moe ten worden gepropageerd. Praktisch voe- dingsonderwijs zou reeds op de lagere scholen gegeven dienen te worden. De bedreiging van onze volksgezondheid door verkeerde voedingsgewoonten eist nu eenmaal rigoureuze maatregelen. (Nadruk verboden). een psychologe pleitte voor meer facili teiten voor de gehuwde, werkende vrouw, stond er een man op en zei: „Het begint met een halve baan en het eindigt met vrije sex". Zonder het te beseffen onder streepte hij de inzichten van vele psy chiaters, die allang hebben betoogd dat er achter die angst voor meer vrijheid van de vrouw diepere motieven schuil gaan dan meestal wordt toegegeven. Maar omdat het een beetje gênant is om openlijk tegen de vrouwen te zeggen dat zij vanwege hun geslacht de mindere zijn, worden er allerlei kruip- en sluip wegen bewandeld om de vrouwen kort te houden. En gelukkig zijn vele vrou wen wat dat betreft een gemakkelijke prooi. Zij conformeren zich zonder mor ren aan een maatschappij, waar de su perioriteit van de man een ongeschreven code is. Zij weten niet anders of het hoort zo cn zij leggen zich daarbij vrij wel kritiekloos neer. Zij zijn ingebed in hun maatschappelijke rol: trouwen, ko ken, kindertjes ter wereld brengen. En zij geloven zo heilig in deze rol, dat zij niets moeten hebben van vrouwen, die méér willen en opkomen voor hun recht om hun persoonlijke mogelijkheden zo veel mogelijk te ontplooien. Want het kan niet vaak genoeg worden gezegd: de emancipatie van de vrouw was allang een voltooid feit geweest, wanneei' alle vrouwen hieraan zouden hebben meege werkt. Somber. Maar toch ziet de toekomst er voor de mannen somber uiit. Zij ontdekken immers, dat steeds meer vrouwen zich bewust gaan worden van hun eigenwaar de en geen genoegen meer nemen met een tweederangs plaats in onze samen leving. Menig getrouwde man consta teert tot zijn schrik, dat het zelfs in zijn gezin fout gaat lopen. Zijn vrouw wil, zeer tegen zijn zin, ook wel eens wat anders zien dan de keuken en de huis kamer en solliciteert naar een betrek king. En niet alleen zijn zoons willen naar de universiteit of het gymnasium, maar zijn dochter begint ook al te zeu ren. Dat zijn jongens moeten studeren, akkoord, maar zijn dodhter trouwt toch wel. Die behoeft later de kost niet te verdienen. Meer dan u-l.o. heeft ze niet nodig. Dit soort redeneringen doet nog altijd opgeld. In een partriarchale maatschap pij moet je de vrouwen niet teveel laten leren. Zöiets heeft, altijd een boemerang effect. Ontwikkelde vrouwen zijn lastige vrouwen. Dus vooruit, naar de u.l.o., die dan ook de enige school is, waar het studierendement van de meisjes dat van de jongens overtreft. Bij het VHMO is de deelname van de meisjes veel gerin ger, ofschoon hun studieresultaten nota bene aanzienlijk beter zijn. Meer meisjes dan jongens halen hun einddiploma zon der vertraging. Bijna 40% van de meisjes gaat naar een lager huishoud- en nijver heidsschool. Maar de kwaliteit van het l.h.n.o. kan niet wedijveren met die van de l.t.s. voor jongens. Het zijn immers maar meisjes, die deze scholen bezoeken Het l.h.n.o. sluit nauwelijks aan op leer lingenstelsels, die een begonnen beroeps opleiding afsluiten. Resultaat: een groot deel van deze meisjes komt terecht in ongeschoolde baantjes bij het bedrijfs leven. Maar nogmaals, het zijn maar vrouwelijke wezens waarom het hier gaat. Als de jongens maar flink leren, want deze ferme knapen moeten later de kost verdienen. Vrouw zelden „baas". Ook bij het bedrijfsleven is de vrouw nog onvoldoende in tel. Veel vrouwen worden niet naar hun capaciteiten be- Wanneer iemand u in volle ernst ver telt, dat hij elke nacht klokslag twaalf wakker schrikt en dat er dan een spook voor zijn bed staat, zult u hem niet se rieus nemen. U zult om hem lachen, medelijden hebben, hem voor een grap penmaker houden of menen, dat hij het slachtoffer werd van een poets die hem door anderen gebakken wordt, maar geen moment zal het in uw hoofd opkomen dat het waarheid kan zijn wat hij vertelt. Dat u er zo over denkt, dankt u aan het feit, dat het bijgeloof in onze dagen praktisch uitgeroeid is. De moderne mens weet wel beter en gelooft niet meer aan spoken, geesten, heksen, kobolten, dra ken en hoe deze boze figuren verder mo gen heten. De tijd is voorbij, dat de volks massa's in voortdurende angst leefden. En dit hebben we voor een groot deel te danken aan een aantal pioniers, die de moed en het gezonde verstand op brachten om in de tijd dat het bijgeloof nog hoogtij vierde, ae strijd er tegen aan te binden. Hier was inderdaad zeer grote moed voor nodig en dit kunnen wij ons pas indenken wanneer wij de toestanden uit die tijd kennen. Nog niet zo lang geleden. Ongeveer driehonderd jaar geleden was het bijgeloof nog alom verbreid. Men geloofde in alle mogelijke boze geesten, bondgenoten van de duivel. De enige menselijke exemplaren waren de heksen en tovenaars. Het geloof hieraan bracht grote gevaren met zich mee. We kennen allen het klassieke voor beeld van het proces tegen Jeanne d'Arc, die van hekserij beschuldigd haar leven taald. Niet voor niets zoeken de bedrij ven zoveel „assistentes", „secretaresses" en „medewerksters". De salariëring van deze baantjes is dusdanig, dat er nauwe lijks mannen voor te vinden zijn. Ook de promotiemogelijkheden voor de vrouw zijn in het bedrijfsleven betrekkelijk ge ring. Het aanstellen van gehuwde vrou wen stuit dikwijls op belachelijke be zwaren. Zo wordt beweerd dat gehuwde vrouwen meer verzuim hebben, terwijl onderzoekingen reeds lang het tegendeel hebben aangetoond. Voor hoge posten wordt zelden een vrouw uitgekozen. „Je kan van mannen toch niet verwachten dat zij onder het gezag van een vrouw willen staan...." Deze mentaliteit, die alleen op wazige gevoelsredenen berust, is nog steeds niet achterhaald, ze wordt op alle mogelijke manieren kunstmatig in stand gehouden. In verzorgende beroepen zijn betaling en promotiemogelijkheden van de vrouw redelijker. Wat een wonder, want daar heeft men ze nodig. Maar ook hier in- konsekwenties. Er zijn bijv. veel meer maatschappelijk werksters dan maat schappelijk werkers. Maar toch worden de topfunkties weer vaker door mannen bezet. Zo woekert het kwaad van de achterstelling van vrouwen in alle regio nen van de maatschappij voort. Waar beginnen. De overheid laat zich hierbij niet on betuigd. De arbeidsvoorwaarden voor de gehuwde vrouw zijn over het algemeen veel ongunstiger dan voor de ongehuwde werkkrachten. Voorzieningen ten behoe ve van gehuwde, werkende vrouwen wor den niet getroffen, ja nauwelijks bevor derd. Door het bouwen en outilleren van kinderdagverblijven e.d. zouden meer ge huwde vrouwen in de gelegenheid kun nen worden gesteld om te gaan werken. De overheid zou dit gemakkelijk kunnen bevorderen, omdat de kosten er altijd weer uitkomen. Vrouwen die gaan wer ken, zijn tenslotte beste klanten voor de belasting. Toch gebeurt er niets of hoe genaamd niets. Regeringen, vakbonden, werkgeversorganisaties, zij ondernemen nauwelijks iets om de gestandariseerde meningen over de rol van de vrouw in onze samenleving te doorbreken. Maar misschien moet de emancipatie van de vrouw niet van bovenaf komen, maar in het gezin beginnen. Vrouwen moesten hun man eens wat meer op de kop geven. (Nadruk verboden). Laserstralen, dit zijn ultra krachtige lichtstralen van eenzelfde kleur en dus van eenzelfde golflengte, schijnen de groei van planten en ontkieming van zaden te kunnen versnellen. Dit is o.a. geconsta teerd bij bonen, Franse klaver, radijs en pompoen. Het laserlicht was afkomstig van een robijnlaser. Tot die zelfde con clusie is men zowel in Fort Knox (U.S. eindigde op de brandstapel. Zij was niet de eerste, maar helaas ook niet de laat ste, die zijn of haar einde vond op de laaiende takkenbossen, op beschuldigin gen, waarom wij nu lachen en de schou ders ophalen. De angst voor de duivel en boze gees ten zat zo diep geworteld, dat men tot de meest verschrikkelijke daden in staat bleek. En het was heus niet alleen het gewone volk dat er rotsvast in geloofde. Vorsten, zelfs bekleders van geestelijke ambten, edelen, mannen van de weten schap, kortom in alle lagen zat het bij geloof vastgeroest. Oordeel en godsoordeel. Gaf iemands zonderling gedrag aan leiding tot argwaan, dan was eigenlijk het vonnis al geveld. Men sprak er over en er was altijd wel iemand, die het woord heks of. tovenaar in de mond nam en dat bracht de anderen op het idee, dat deze man of vrouw met dat zonder ling gedrag wel ééns een verbond met de duivel zou kunnen hebben. Stond men eenmaal in zo'n kwade reuk, dan was een kleinigheid voldoende om ge arresteerd te worden als heks of tove naar. De beul en zijn knechten zorgden er dan wel voor, dat met behulp van de pijnbank de bekentenis kwam en dan vormde de brandstapel het einde. Hij of zij die in weerwil van de marte lingen volhield onschuldig te zijn, moest zich aan een godsoordeel onderwerpen. Men wierp de verdachte in het water enwanneer het slachtoffer zonk en vedronk, was het een mens en geen boze geest. Bleef het echter drijven, dan was Army Medical Research Laboratory) als in Ontario (universiteit van Guelph) ge komen. Om niet in details te treden laten wij allerlei bijzonderheden en de proefne mingen met elke gewassoort weg. Wij volstaan nu met de vaststelling dat bij de eerste serie proeven na planting van de bestraalde zaden de kiemlingen op de zevende dag boven de grond versche nen terwijl de onbehandelde exemplaren er twee dagen langer over deden. Bij een- andere proef voltrok zich de kieming van de bestraalde zaden na 16 dagen; die van de onbestraalde pas na 26 dagen. Maar wat is nu de prak tische betekenis dezer resultaten? Volgens McPeake, Parr en Wilde zou den we door een laserbehandeling van zaden sneller en betere oogsten voort kunnen brengen. Verder zou de methode het gebruik van insektendodende mid delen drastisch kunnen verminderen, omdat een grotere groeisnelheid het ef fect van insektenschade in bepaalde sta dia van de ontwikkeling van de gewas sen belangrijk kan drukken. De zon kent een zonnevlekkencyclus Zonnevlekken zijn tegen de helle achter grond donker afstekende minder helle gebieden. De vlekken ontstaan doordat een reeds lang tevoren bestaand mag neetveld de zonne-oppervlakte bereikt. Aangezien dit veld remmend werkt op het opborrelen van zonnegas uit de diepte, wordt het warmtetransport naar het op pervlak van de zon gedeeltelijk tegen gehouden. Het gevolg hiervan is, dat deze gebieden minder energie uitstralen dan de aangrenzende oppervlakte. Hoe het zij, zonnevlekken treden cyclisch op, d.w.z. dat ze in sommige jaren veel tal rijker zijn dan in andere. Wij spreken dan van een periodiek vlekken-maximum en minimum. De gemiddelde tijd tussen de maxima bedraagt 11.3 jaar. De vraag luidt nu of een soortgelijke periodiciteit ook bij andere sterren is waargenomen. Volgens het jongste onderzoek van Wilson van het Hale Observatory is het zeer waarschijnlijk dat andere sterren soortgelijke cycli vertonen resp. perioden van grote sterre-activiteit afgewisseld door perioden van geringe sterre-activi- teit. Met gebruikmaking van de beroem de 110 inch telescoop zou de wel bekende dubbel ster 61 Cygni, één van de naaste buren van de zon, cycli vertonen van 6V2 maand voor Cygni-A en van ruim een jaar voor Cygni-B. Of deze cyclische variaties toegeschre ven moeten worden aan inwendige pro cessen (zoals bij onze zon het geval is) of dat ze te wijten zijn aan de draai ing- om hun as, moet nog worden uitge maakt. Daarom worden de onderzoekin gen ook voortgezet. Het is in elk geval interessant een periodiciteit van welke aard dan ook te registreren bij andere zonnen. het bewijs geleverd dat het een verbond met de duivel had. In enkele plaatselijke gevallen waren er mildere godsoordelen, wanneer men twijfelde, waarbij de moge lijkheid groot was, dat men de dans ont sprong, zoals bijvoorbeeld de „heksen- waag" te Oudewater, waar de verdach ten gewogen werden en in de meeste gevallen het gewicht normaal zijnde, werden vrijgesproken. Het geloof aan heksen en tovenaars heeft tienduizenden onschuldigen de smartelijkste dood doen sterven. Het was een zeer gevaarlijke tijd om in te leven. De pioniers. We zullen begrijpen welk een moed er nodig is geweest om dit bijgeloof o- penlijk te bestrijden. Er voor uit te ko men, dat men niet geloofde in al die boze geesten en het op te nemen voor zogenaamde heksen. De strijd aan te bin den tegen allen, waaronder machtige heren, die er wel in geloofden en de be strijder beschuldigden van ketterij en wat al niet meer, ja, zelfs meenden dat hij zelf een verbond met de duivel had. Zo zijn er vele pioniers in de strijd tegen het bijgeloof het slachtoffer van hun moed en de domme massa geworden. In ons land hebben wij ook zo'n groot pionier gekend en wel de Amsterdamse dominee Balthasar Dekker, een geboren Fries en een buitengewoon ontwikkeld man met een kerngezond verstand. Hij is het geweest, die de moed opbracht om als eerste de strijd groots te beginnen. Weg betovering! In 1691 publiceerde hij een lijvig boek onder de titel „De betoverde Wereld", waarin hij afrekende met al het bijgeloof. Op felle wijze stelde hij alle onzin aan de kaak en natuurlijk had de publicatie van zijn boek een verschrikkelijke uit werking. De gemoederen kwamen hevig in beroering. Zelfs grote en beleende mannen in ons land vielen hem heftig aan. Hij werd verdacht gemaakt, bespot, uit zijn ambt ontzet en wat al niet meer. Gelukkig werd het ergste hem bespaard: hij bleef in leven, ook in weerwil van het feit, dat hij op zijn eerste boek nog twee nieuwe uitgaven liet volgen, die alle gericht waren tegen het gevaarlijke bijgeloof. De tegenwerking en de aanval len op zijn persoon bereikten een hoog tepunt, maar toen werd Balthasar Bek- ker, de pionier in de strijd tegen het bijgeloof, ziek en op 11 juli 1698 sleurde de pleuris hem naar het graf. Ongetwijfeld heeft deze grote, doch helaas niet meer bekende, Nederlander een overwegend aandeel gehad in het verdwijnen van het bijgeloof niet alleen in onze streken, maar ook ver daarbui ten. Tegenwoordig zal geen zonderlinge man of vrouw het leven op de brand stapel eindigen en dat is voor een groot deel te danken aan Balthasar Bekker en zijn medestrijders. (Nadruk verboden). ILLUSIE OF WERKELIJKHEID HET ZIJN MAAR VROUWEN Een onderwijzeres in Amersfoort werd door het bestuur van haar school ontslagen. Omdat zij haar werk niet goed deed of omdat zij een misdrijf had gepleegd? Nee, zij wilde trouwen! En een gehuwde onderwijzeres, dat was in strijd met de statuten. Dit ontslag had niet plaats in 1889, ook niet in 1934, maar u leest het goed in 1970! Het feit dat er nog steeds geen wet is die schoolbesturen verbiedt dergelijke bepalingen in hun statuten op te nemen, duidt er reeds ge noegzaam op hoe parternalistisch overheid, onderwijs en trouwens ook bedrijfsleven zich opstellen tegen de werkende gehuwde vrouw. Zij wordt per sé in de rol van huisvrouw en moedertje gedrongen, of ze dat nou wil of niet. Er is de laatste decennia heel wat over de emancipatie van de vrouw geschreven, zij het meestal door mannen. Prof. dr. H. M. 't Veld-Lange- veld publiceerde er kortelings nog een boek over, getiteld Vrouw-Beroep- Maatschappij. De ondertitel luidt: „Analyse van een vertraagde eman cipatie." En vertraagd wordt die emancipatie inderdaad. De mannen, die in onze maatschappij nog altijd aan de touwtjes trekken, vinden het ken nelijk een veilig idee dat de vrouw maar achter de wasmachine en in de keuken blijft staan. Je weet nooit wat je je op de hals haalt, wanneer je de vrouwen kans geeft hun mogelijkheden ten volle te ontplooien. Een beetje onderdrukking en tegenwerking kan geen kwaad. Beter één mak schaap in de hand dan tien Dolle Mina's in de lucht. Spoken, geesten en heksenprocessen.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1970 | | pagina 2