EMANCIPATIE
Strijd
tegen het
bijgeloof
SMAKELIJK ETEN
Bestraling
Zonnevlekken
T.N.O.-arts over veranderde voedings- en activitcitsgewoonten
Vaak slecht voor 't hart
Daling van het verbruik van graanprodukten en toeneming van het ge
bruik van vet en suiker zijn de meest gesignaleerde veranderingen in ons
voedingspatroon van de laatste dertig jaar. Vet en suiker leveren thans
55 tot 60 procent van de calorieën in de gemiddelde voeding per hoofd
van de bevolking, tegen in het begin van deze eeuw 30 tot 35 procent.
Nu zou er niets op tegen zijn als de mensen van hun smakelijke sausjes
en pudding met slagroom genieten, ware het niet dat er sprake is van een
toeneming van hart- en vaatziekten. Deze samenhang staat evenzeer vast
als het verband tussen sigaretten roken en longkanker, maar niettemin
kunnen de mensen het „lekker eten" even moeilijk laten als het roken
van sigaretten.
Terecht wordt er van medische zijde voortdurend op de grote risico's
gewezen, die er aan onze voedingsgewoonten zijn verbonden. Tenslotte
vormen de hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak in alle wes
terse landen. In het vaktijdschrift „huisarts en wetenschap" wijdt dr.
J. de Wijn een geneeskundige beschouwing aan het zich veranderende
voedings- en activiteitspatx*oon in de laatste dertig jaar.
Goed eten, dan ook bewegen.
Toenemend gebruik van vet en suiker
is dus een van de belangrijkste facetten
van het huidige voedingspatroon. En bij
vet moeten we niet alleen denken aan
zichtbare vetten, maar ook aan onzicht
baar vet door de sterk toegenomen con
sumptie van dierlijke, eiwitrijke produk-
ten die meestal niet vet-arm zijn. Terwijl
in alle ontwikkelde landen de noodzaak
van lichamelijke arbeid is verminderd
en de meeste mensen aanzienlijk minder
calorieën nodig hebben voor het leven
van elke dag, neemt het calorieën-gebruik
juist sterk toe. De werkelijke opneming
van calorieën is zelden aangepast aan
de feitelijke behoeften van een individu
en dit „meer-dan-nodig" heeft een te
gengesteld effekt gehad op dé gezondheid.
Het aantal „dikkerds" onder de men
sen van 35 tot 60 jaar is aanzienlijk
gestegen. Niet alleen het ontstaan van
vetzucht wordt op deze manier bevorderd,
het teveel eten kan ook bijdragen tot het
ontstaan van ziekteverschijnselen door
de veelal late complicaties van vetzucht.
Dr. de Wijn wijst in de eerste plaats
op de afwijkingen van het vaatstelsel.
Hoewel niet alle hartinfarc-patienten vet-
zuchtig zijn, kunnen geringe lichamelij
ke activiteit, vetzucht en een hoog cho
lesterolgehalte van het bloed (wat ook
met veel en vet eten te maken heeft)
mede bijdragen tot het bevorderen van
harteomplicaties.
Regulatie eetlust.
Onderzoekers hebben zich dikwijls af
gevraagd of bij de mens een regulatie
van de eetlust bestaat, waardoor we zo
veel eten als we nodig hebben, zoals
blijkbaar het geval is bij de in het wild
levende dieren, die niet dok worden. Dr.
de Wijn haalt enkele proeven met dieren
aan, die aantoonden dat bij toenemende
activiteit de spontane calorieënopneming
duidelijk verband houdt met de arbeids
belasting, zodat de dieren een constant
lichaamsgewicht houden. Dit is echter
slechts het geval binnen de grenzen van
„normale" activiteit. Wanneer de activi
teit zeer beperkt is, eten de dieren rela
tief meer en worden zij zwaarlijvig.
Ook bij extreme arbeidsbelasting
(tot uitputting) gaat voedselopneming
niet parallel met de te verrichten arbeid.
De dieren aten dan relatief minder en
vielen af. Overeenkomstige bevindingen
had de arts Mayer bij een onderzoek
van een Indiase bevolkingsgroep. Ook
hier bleken groepen met lichte of zeer
lichte lichamelijke ai-beid meer te eten
dan voor hun lichamelijke activiteit no
dig was, terwijl de calorieënwaarde nog
groter wordt naarmate het beroep minder
lichaamsbeweging met zich brengt.
Wie toch veel wil eten, zal dus veel
meer aan beweging moeten doen. Dr. De
Emancipatie wordt door de vrouwen zelf
tegengehouden.
De ervaring heeft geleerd dat in lan
den, waar de vrouw zich snel emanci
peert (U.S.A. en vooral Denemarken en
Zweden), het aantal mannen, dat zich
onder psychiatrische behandeling moet
stellen, een sterke stijging vertoont. Het
gaat de man kennelijk niet in zijn kouwe
'kleren zitten, wanneer hij zijn domine
rende positie moet opgeven en de vrouw
als volkomen gelijke naast zich moet
dulden. Toen onlangs in een buurthuis
Wijn acht één uur per dag lopen of een
andere niet-gemotoriseerde verplaatsing
een gebiedende eis.
Armen en benen.
Oudere volwassenen, die aan lichame
lijke oefeningen willen doen, moeten wel
de juiste vorm kiezen. Bewegen is goed,
maar zij moeten het ook weer niet over
drijven. Een ongetrainde man, die plotse
ling aan body-building gaat doen, neemt
onverantwoorde risico's. Hij doet er ver
standiger aan elke dag een uur te gaan
fietsen.
Wat velen kennelijk niet weten is dat
de belasting voor het, hart groter is bij
arbeid door de armen dan met de benen.
Een niet getrainde man die zich plotseling
ziet gesteld voor een grote krachtsin
spanning, is eerder in het nadeel wan
neer hij met de armen moet werken
(sneeuw ruimen, zand scheppen, zware
vracht versjouwen, enz.) dan wanneer
hij hard moet lopen om de trein te ha
len. De bloedvoorziening naar de armen
geschiedt namelijk door nauwere vaten
dan die naar de benen. Derhalve zal het
hart bij arbeid met de armen meer bloed
moeten pompen dan voor eenzelfde ar
beid bij benenwerk.
Wat eten?
Naast een grotere activiteit die een eet
lust regulerend effect heeft, acht dr. De
Wijn een verandering van onze voe
dingsgewoonten van groot belang, gezien
de toenemende sterfte aan hart- en vaat
ziekten. Beperking van het overtollig
gebruik van vetrijke gerechten (boter,
kaas, suiker en niet-vetarme melkpro-
dulcten) acht hij noodzakelijk. Ook be
perking van het overtollig gebruik van
cholesterolrijke voedingsmiddelen is aan
te raden. Zo eten we veel te veel eieren.
Omelette en uitsmijter zijn ware vijanden
van onze volksgezondheid. Ook de con
sumptie van vlees, spek, e.d. moet wor
den beperkt. Dat wil niet zeggen dat we
honger zouden moeten lijden. Men zou
meer overwegend onverzadigde vetzuren
kunnen consumeren (brood, visj kip).
Ook de frekwentie van de maaltijden
kan bijvoorbeeld bijdragen tot het hand
haven van een lage cholesterolspiegel.
We kunnen beter vijf keer dan drie keer
per dag eten.
Volgens dr. De Wijn zou het toepassen
van deze voedingsrichtlijnen in grote
keukenbedrijven als van leger, marine,
horecabedrijven en bedrijfskantines moe
ten worden gepropageerd. Praktisch voe-
dingsonderwijs zou reeds op de lagere
scholen gegeven dienen te worden. De
bedreiging van onze volksgezondheid
door verkeerde voedingsgewoonten eist
nu eenmaal rigoureuze maatregelen.
(Nadruk verboden).
een psychologe pleitte voor meer facili
teiten voor de gehuwde, werkende vrouw,
stond er een man op en zei: „Het begint
met een halve baan en het eindigt met
vrije sex". Zonder het te beseffen onder
streepte hij de inzichten van vele psy
chiaters, die allang hebben betoogd dat
er achter die angst voor meer vrijheid
van de vrouw diepere motieven schuil
gaan dan meestal wordt toegegeven.
Maar omdat het een beetje gênant is
om openlijk tegen de vrouwen te zeggen
dat zij vanwege hun geslacht de mindere
zijn, worden er allerlei kruip- en sluip
wegen bewandeld om de vrouwen kort
te houden. En gelukkig zijn vele vrou
wen wat dat betreft een gemakkelijke
prooi. Zij conformeren zich zonder mor
ren aan een maatschappij, waar de su
perioriteit van de man een ongeschreven
code is. Zij weten niet anders of het
hoort zo cn zij leggen zich daarbij vrij
wel kritiekloos neer. Zij zijn ingebed in
hun maatschappelijke rol: trouwen, ko
ken, kindertjes ter wereld brengen. En
zij geloven zo heilig in deze rol, dat zij
niets moeten hebben van vrouwen, die
méér willen en opkomen voor hun recht
om hun persoonlijke mogelijkheden zo
veel mogelijk te ontplooien. Want het
kan niet vaak genoeg worden gezegd:
de emancipatie van de vrouw was allang
een voltooid feit geweest, wanneei' alle
vrouwen hieraan zouden hebben meege
werkt.
Somber.
Maar toch ziet de toekomst er voor
de mannen somber uiit. Zij ontdekken
immers, dat steeds meer vrouwen zich
bewust gaan worden van hun eigenwaar
de en geen genoegen meer nemen met
een tweederangs plaats in onze samen
leving. Menig getrouwde man consta
teert tot zijn schrik, dat het zelfs in zijn
gezin fout gaat lopen. Zijn vrouw wil,
zeer tegen zijn zin, ook wel eens wat
anders zien dan de keuken en de huis
kamer en solliciteert naar een betrek
king. En niet alleen zijn zoons willen
naar de universiteit of het gymnasium,
maar zijn dochter begint ook al te zeu
ren. Dat zijn jongens moeten studeren,
akkoord, maar zijn dodhter trouwt toch
wel. Die behoeft later de kost niet te
verdienen. Meer dan u-l.o. heeft ze niet
nodig.
Dit soort redeneringen doet nog altijd
opgeld. In een partriarchale maatschap
pij moet je de vrouwen niet teveel laten
leren. Zöiets heeft, altijd een boemerang
effect. Ontwikkelde vrouwen zijn lastige
vrouwen. Dus vooruit, naar de u.l.o., die
dan ook de enige school is, waar het
studierendement van de meisjes dat van
de jongens overtreft. Bij het VHMO is
de deelname van de meisjes veel gerin
ger, ofschoon hun studieresultaten nota
bene aanzienlijk beter zijn. Meer meisjes
dan jongens halen hun einddiploma zon
der vertraging. Bijna 40% van de meisjes
gaat naar een lager huishoud- en nijver
heidsschool. Maar de kwaliteit van het
l.h.n.o. kan niet wedijveren met die van
de l.t.s. voor jongens. Het zijn immers
maar meisjes, die deze scholen bezoeken
Het l.h.n.o. sluit nauwelijks aan op leer
lingenstelsels, die een begonnen beroeps
opleiding afsluiten. Resultaat: een groot
deel van deze meisjes komt terecht in
ongeschoolde baantjes bij het bedrijfs
leven. Maar nogmaals, het zijn maar
vrouwelijke wezens waarom het hier
gaat. Als de jongens maar flink leren,
want deze ferme knapen moeten later de
kost verdienen.
Vrouw zelden „baas".
Ook bij het bedrijfsleven is de vrouw
nog onvoldoende in tel. Veel vrouwen
worden niet naar hun capaciteiten be-
Wanneer iemand u in volle ernst ver
telt, dat hij elke nacht klokslag twaalf
wakker schrikt en dat er dan een spook
voor zijn bed staat, zult u hem niet se
rieus nemen. U zult om hem lachen,
medelijden hebben, hem voor een grap
penmaker houden of menen, dat hij het
slachtoffer werd van een poets die hem
door anderen gebakken wordt, maar geen
moment zal het in uw hoofd opkomen
dat het waarheid kan zijn wat hij vertelt.
Dat u er zo over denkt, dankt u aan
het feit, dat het bijgeloof in onze dagen
praktisch uitgeroeid is. De moderne mens
weet wel beter en gelooft niet meer aan
spoken, geesten, heksen, kobolten, dra
ken en hoe deze boze figuren verder mo
gen heten. De tijd is voorbij, dat de volks
massa's in voortdurende angst leefden.
En dit hebben we voor een groot deel
te danken aan een aantal pioniers, die
de moed en het gezonde verstand op
brachten om in de tijd dat het bijgeloof
nog hoogtij vierde, ae strijd er tegen
aan te binden. Hier was inderdaad zeer
grote moed voor nodig en dit kunnen
wij ons pas indenken wanneer wij de
toestanden uit die tijd kennen.
Nog niet zo lang geleden.
Ongeveer driehonderd jaar geleden was
het bijgeloof nog alom verbreid. Men
geloofde in alle mogelijke boze geesten,
bondgenoten van de duivel. De enige
menselijke exemplaren waren de heksen
en tovenaars. Het geloof hieraan bracht
grote gevaren met zich mee.
We kennen allen het klassieke voor
beeld van het proces tegen Jeanne d'Arc,
die van hekserij beschuldigd haar leven
taald. Niet voor niets zoeken de bedrij
ven zoveel „assistentes", „secretaresses"
en „medewerksters". De salariëring van
deze baantjes is dusdanig, dat er nauwe
lijks mannen voor te vinden zijn. Ook de
promotiemogelijkheden voor de vrouw
zijn in het bedrijfsleven betrekkelijk ge
ring. Het aanstellen van gehuwde vrou
wen stuit dikwijls op belachelijke be
zwaren. Zo wordt beweerd dat gehuwde
vrouwen meer verzuim hebben, terwijl
onderzoekingen reeds lang het tegendeel
hebben aangetoond. Voor hoge posten
wordt zelden een vrouw uitgekozen. „Je
kan van mannen toch niet verwachten
dat zij onder het gezag van een vrouw
willen staan...." Deze mentaliteit, die
alleen op wazige gevoelsredenen berust,
is nog steeds niet achterhaald, ze wordt
op alle mogelijke manieren kunstmatig
in stand gehouden.
In verzorgende beroepen zijn betaling
en promotiemogelijkheden van de vrouw
redelijker. Wat een wonder, want daar
heeft men ze nodig. Maar ook hier in-
konsekwenties. Er zijn bijv. veel meer
maatschappelijk werksters dan maat
schappelijk werkers. Maar toch worden
de topfunkties weer vaker door mannen
bezet. Zo woekert het kwaad van de
achterstelling van vrouwen in alle regio
nen van de maatschappij voort.
Waar beginnen.
De overheid laat zich hierbij niet on
betuigd. De arbeidsvoorwaarden voor de
gehuwde vrouw zijn over het algemeen
veel ongunstiger dan voor de ongehuwde
werkkrachten. Voorzieningen ten behoe
ve van gehuwde, werkende vrouwen wor
den niet getroffen, ja nauwelijks bevor
derd. Door het bouwen en outilleren van
kinderdagverblijven e.d. zouden meer ge
huwde vrouwen in de gelegenheid kun
nen worden gesteld om te gaan werken.
De overheid zou dit gemakkelijk kunnen
bevorderen, omdat de kosten er altijd
weer uitkomen. Vrouwen die gaan wer
ken, zijn tenslotte beste klanten voor de
belasting. Toch gebeurt er niets of hoe
genaamd niets. Regeringen, vakbonden,
werkgeversorganisaties, zij ondernemen
nauwelijks iets om de gestandariseerde
meningen over de rol van de vrouw in
onze samenleving te doorbreken. Maar
misschien moet de emancipatie van de
vrouw niet van bovenaf komen, maar in
het gezin beginnen. Vrouwen moesten
hun man eens wat meer op de kop geven.
(Nadruk verboden).
Laserstralen, dit zijn ultra krachtige
lichtstralen van eenzelfde kleur en dus
van eenzelfde golflengte, schijnen de groei
van planten en ontkieming van zaden
te kunnen versnellen. Dit is o.a. geconsta
teerd bij bonen, Franse klaver, radijs en
pompoen. Het laserlicht was afkomstig
van een robijnlaser. Tot die zelfde con
clusie is men zowel in Fort Knox (U.S.
eindigde op de brandstapel. Zij was niet
de eerste, maar helaas ook niet de laat
ste, die zijn of haar einde vond op de
laaiende takkenbossen, op beschuldigin
gen, waarom wij nu lachen en de schou
ders ophalen.
De angst voor de duivel en boze gees
ten zat zo diep geworteld, dat men tot
de meest verschrikkelijke daden in staat
bleek. En het was heus niet alleen het
gewone volk dat er rotsvast in geloofde.
Vorsten, zelfs bekleders van geestelijke
ambten, edelen, mannen van de weten
schap, kortom in alle lagen zat het bij
geloof vastgeroest.
Oordeel en godsoordeel.
Gaf iemands zonderling gedrag aan
leiding tot argwaan, dan was eigenlijk
het vonnis al geveld. Men sprak er over
en er was altijd wel iemand, die het
woord heks of. tovenaar in de mond nam
en dat bracht de anderen op het idee,
dat deze man of vrouw met dat zonder
ling gedrag wel ééns een verbond met
de duivel zou kunnen hebben. Stond
men eenmaal in zo'n kwade reuk, dan
was een kleinigheid voldoende om ge
arresteerd te worden als heks of tove
naar. De beul en zijn knechten zorgden
er dan wel voor, dat met behulp van de
pijnbank de bekentenis kwam en dan
vormde de brandstapel het einde.
Hij of zij die in weerwil van de marte
lingen volhield onschuldig te zijn, moest
zich aan een godsoordeel onderwerpen.
Men wierp de verdachte in het water
enwanneer het slachtoffer zonk en
vedronk, was het een mens en geen boze
geest. Bleef het echter drijven, dan was
Army Medical Research Laboratory) als
in Ontario (universiteit van Guelph) ge
komen.
Om niet in details te treden laten wij
allerlei bijzonderheden en de proefne
mingen met elke gewassoort weg. Wij
volstaan nu met de vaststelling dat bij
de eerste serie proeven na planting van
de bestraalde zaden de kiemlingen op
de zevende dag boven de grond versche
nen terwijl de onbehandelde exemplaren
er twee dagen langer over deden.
Bij een- andere proef voltrok zich de
kieming van de bestraalde zaden na
16 dagen; die van de onbestraalde pas
na 26 dagen. Maar wat is nu de prak
tische betekenis dezer resultaten?
Volgens McPeake, Parr en Wilde zou
den we door een laserbehandeling van
zaden sneller en betere oogsten voort
kunnen brengen. Verder zou de methode
het gebruik van insektendodende mid
delen drastisch kunnen verminderen,
omdat een grotere groeisnelheid het ef
fect van insektenschade in bepaalde sta
dia van de ontwikkeling van de gewas
sen belangrijk kan drukken.
De zon kent een zonnevlekkencyclus
Zonnevlekken zijn tegen de helle achter
grond donker afstekende minder helle
gebieden. De vlekken ontstaan doordat
een reeds lang tevoren bestaand mag
neetveld de zonne-oppervlakte bereikt.
Aangezien dit veld remmend werkt op
het opborrelen van zonnegas uit de diepte,
wordt het warmtetransport naar het op
pervlak van de zon gedeeltelijk tegen
gehouden. Het gevolg hiervan is, dat deze
gebieden minder energie uitstralen dan
de aangrenzende oppervlakte. Hoe het
zij, zonnevlekken treden cyclisch op,
d.w.z. dat ze in sommige jaren veel tal
rijker zijn dan in andere. Wij spreken
dan van een periodiek vlekken-maximum
en minimum. De gemiddelde tijd tussen
de maxima bedraagt 11.3 jaar. De vraag
luidt nu of een soortgelijke periodiciteit
ook bij andere sterren is waargenomen.
Volgens het jongste onderzoek van
Wilson van het Hale Observatory is het
zeer waarschijnlijk dat andere sterren
soortgelijke cycli vertonen resp. perioden
van grote sterre-activiteit afgewisseld
door perioden van geringe sterre-activi-
teit. Met gebruikmaking van de beroem
de 110 inch telescoop zou de wel bekende
dubbel ster 61 Cygni, één van de naaste
buren van de zon, cycli vertonen van
6V2 maand voor Cygni-A en van ruim
een jaar voor Cygni-B.
Of deze cyclische variaties toegeschre
ven moeten worden aan inwendige pro
cessen (zoals bij onze zon het geval is)
of dat ze te wijten zijn aan de draai
ing- om hun as, moet nog worden uitge
maakt. Daarom worden de onderzoekin
gen ook voortgezet. Het is in elk geval
interessant een periodiciteit van welke
aard dan ook te registreren bij andere
zonnen.
het bewijs geleverd dat het een verbond
met de duivel had. In enkele plaatselijke
gevallen waren er mildere godsoordelen,
wanneer men twijfelde, waarbij de moge
lijkheid groot was, dat men de dans ont
sprong, zoals bijvoorbeeld de „heksen-
waag" te Oudewater, waar de verdach
ten gewogen werden en in de meeste
gevallen het gewicht normaal zijnde,
werden vrijgesproken. Het geloof aan
heksen en tovenaars heeft tienduizenden
onschuldigen de smartelijkste dood doen
sterven. Het was een zeer gevaarlijke
tijd om in te leven.
De pioniers.
We zullen begrijpen welk een moed
er nodig is geweest om dit bijgeloof o-
penlijk te bestrijden. Er voor uit te ko
men, dat men niet geloofde in al die
boze geesten en het op te nemen voor
zogenaamde heksen. De strijd aan te bin
den tegen allen, waaronder machtige
heren, die er wel in geloofden en de be
strijder beschuldigden van ketterij en
wat al niet meer, ja, zelfs meenden dat
hij zelf een verbond met de duivel had.
Zo zijn er vele pioniers in de strijd
tegen het bijgeloof het slachtoffer van
hun moed en de domme massa geworden.
In ons land hebben wij ook zo'n groot
pionier gekend en wel de Amsterdamse
dominee Balthasar Dekker, een geboren
Fries en een buitengewoon ontwikkeld
man met een kerngezond verstand. Hij
is het geweest, die de moed opbracht om
als eerste de strijd groots te beginnen.
Weg betovering!
In 1691 publiceerde hij een lijvig boek
onder de titel „De betoverde Wereld",
waarin hij afrekende met al het bijgeloof.
Op felle wijze stelde hij alle onzin aan
de kaak en natuurlijk had de publicatie
van zijn boek een verschrikkelijke uit
werking. De gemoederen kwamen hevig
in beroering. Zelfs grote en beleende
mannen in ons land vielen hem heftig
aan. Hij werd verdacht gemaakt, bespot,
uit zijn ambt ontzet en wat al niet meer.
Gelukkig werd het ergste hem bespaard:
hij bleef in leven, ook in weerwil van
het feit, dat hij op zijn eerste boek nog
twee nieuwe uitgaven liet volgen, die
alle gericht waren tegen het gevaarlijke
bijgeloof. De tegenwerking en de aanval
len op zijn persoon bereikten een hoog
tepunt, maar toen werd Balthasar Bek-
ker, de pionier in de strijd tegen het
bijgeloof, ziek en op 11 juli 1698 sleurde
de pleuris hem naar het graf.
Ongetwijfeld heeft deze grote, doch
helaas niet meer bekende, Nederlander
een overwegend aandeel gehad in het
verdwijnen van het bijgeloof niet alleen
in onze streken, maar ook ver daarbui
ten. Tegenwoordig zal geen zonderlinge
man of vrouw het leven op de brand
stapel eindigen en dat is voor een groot
deel te danken aan Balthasar Bekker
en zijn medestrijders.
(Nadruk verboden).
ILLUSIE OF WERKELIJKHEID
HET ZIJN MAAR VROUWEN
Een onderwijzeres in Amersfoort werd door het bestuur van haar school
ontslagen. Omdat zij haar werk niet goed deed of omdat zij een misdrijf
had gepleegd? Nee, zij wilde trouwen! En een gehuwde onderwijzeres, dat
was in strijd met de statuten. Dit ontslag had niet plaats in 1889, ook niet
in 1934, maar u leest het goed in 1970!
Het feit dat er nog steeds geen wet is die schoolbesturen verbiedt
dergelijke bepalingen in hun statuten op te nemen, duidt er reeds ge
noegzaam op hoe parternalistisch overheid, onderwijs en trouwens ook
bedrijfsleven zich opstellen tegen de werkende gehuwde vrouw. Zij wordt
per sé in de rol van huisvrouw en moedertje gedrongen, of ze dat nou wil of
niet.
Er is de laatste decennia heel wat over de emancipatie van de vrouw
geschreven, zij het meestal door mannen. Prof. dr. H. M. 't Veld-Lange-
veld publiceerde er kortelings nog een boek over, getiteld Vrouw-Beroep-
Maatschappij. De ondertitel luidt: „Analyse van een vertraagde eman
cipatie." En vertraagd wordt die emancipatie inderdaad. De mannen, die
in onze maatschappij nog altijd aan de touwtjes trekken, vinden het ken
nelijk een veilig idee dat de vrouw maar achter de wasmachine en in de
keuken blijft staan. Je weet nooit wat je je op de hals haalt, wanneer
je de vrouwen kans geeft hun mogelijkheden ten volle te ontplooien. Een
beetje onderdrukking en tegenwerking kan geen kwaad. Beter één mak
schaap in de hand dan tien Dolle Mina's in de lucht.
Spoken, geesten en heksenprocessen.