Paddestoelen
Liever een domme vrouw?
Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 1 oktober 1970 no. 3420
Ware duivels
Wantrouwen tegenover Russische bedoelingen
LIEFDE OP
DE RIJN
HOOGSTE PERCENTAGE ONGEHUWDEN BIJ UNIVERSITAIR GEVORMDEN
Getrouwde mensen hebben meestal een merkwaardig beeld van de onge
huwde. Zij zien een ongetrouwde vrouw als een versmade jongejuffrouw,
als een muurbloepje dat er niet in is geslaagd de mannen voor zich in te
nemen. Daarentegen wordt de ongehuwde man veelal gezien als een on
deugende avonturier, die lustig van het ene naar het andere vrouwtje
springt en geen behoefte gevoelt om t.e trouwen. Dat beeld correspondeert
echter geenszins met de werkelijkheid. In veel gevallen ligt het precies
andersom als de mensen denken.
die wel de indruk moet krijgen dat hij
niet normaal is.
Ontwikkelden.
Mannen blijken nog altijd een aversie
te koesteren tegen inteüegente .en ruim
ontwikkelde vrouwen. Dat feit sprong uit
het onderzoek scherp naar voren. Veel
mannen trouwen liever een vrouw die
qua ontwikkeling op een lager plan staat.
Het hoogste percentage getrouwde vrou
wen vind je onder die categorie vrou
wen die alleen lagere schoon of in elk
geval niet veel meer hebben. Het laagste
percentage gehuwden komen we tegen bij
de academisch gevormde vrouwen. Ken
nelijk hebben heel veel mannen nog al
tijd het idee, dat zij een vrouw moeten
hebben die tegen hen opkijkt.
Overigens is bij de mannen het hoog
ste percentage ongehuwden ook al onder
de hoogste beroepen te vinden. Veelal
zijn deze mannen uiterst kritisch, hetgeen
de keuze uiteraard ten zeerste bemoei
lijkt. Voorts vinden we veel ongehuwden
onder de ongeschoolde arbeiders, wier be
roep (en inkomen?) wellicht voor de
meeste vrouwen niet interessant genoeg
is.
(Nadruk verboden).
Elk jaargetijde heeft zijn eigen vreugden, eigen schoonheid. Ook het na
jaarlangzame aftakeling, rottend loof, nevel, rode, gele, en bruine
bladeren, neerdwarrelend tot een dik tapijt in het meer en meer verstilde
bos.
Het is in deze tijd van bronzen kleuren, vocht, nevel dat in bos en beemd
de grillig gevormde zwammen of paddestoelen verschijnen. Niet alle pad
destoelen bestaan uit een steel en een hoedje en men vraagt zich wel eens
af, hoe men er nu feitelijk toe gekomen is een bepaalde groep „padde
stoelen" te noemen. Bijgeloof, verdichtsels en sagen spelen hier een grote
rol. Van oudsher bekijkt men de paddestoel met een wantrouwend oog en
onze voorouders vergeleken paddestoelen met de duivel, waarin alle kwaad
belichaamd was.
Als we een paddestoel voorzichtig uit
de grond trekken, dan zullen we bemer
ken dat zich aan de steel een dicht net
van witte draden bevindt. Deze draden
vormen tezamen de zwamvlok en hebben
zich tussen de levende en dode planten
resten vastgezet.
Aan deze zwamvlok wordt vry wel nim
mer aandacht geschonken en toch is dit
de eigenlijke plant die jarenlang leven
kan en zich voortplant. De stoelen zelf
kan men het best beschouwen als de
vruchtlichamen, de voortplantingsorga
nen, waarin zich sporen ontwikkelen, die
bij miljoenen worden uitgestrooid. Onder
gunstige omstandigheden kunnen enkele
hiervan nieuwe zwammen vormen.
Vooral na een onweersbui kunnen pad
destoelen in grote getale en plotseling te
voorschijn komen en snel groeien. Geen
wonder dat men in vroeger jaren dacht,
dat toverij in het spel was. Het leven van
deze snelgroeiers is echter maar van kor
te duur. Insecten en andere dieren doen
het hunne. De lijster is verzot op de vle
zige stoel, echter niet zozeer om het
vruchtvlees als wel om de maden.
De boommoordenaar.
Bekijken we de heerlijk smakende ho-
ningzwam eens wat nader. De honing-
zwam heeft een zeer slechte naam onder
de paddestoelen. Heel wat bomen zijn
reeds ten offer gevallen aan deze ver
raderlijke parasiet. Een bepaalde keuze
heeft ze niet, overal is ze te vinden, zo
wel in loof- als naaldbos. De honing-
zwam tast eerst de wortels aan, maar
kruipt verder tussen schors en hout. Ge
lijktijdig vormen zich dikke taaie stren
gen, wortelstrengen, die de boom kunnen
doden om daarna een grote hoeveelheid
honinggele hoedjes op de stam te vormen,
waarna het de schijn heeft dat deze zwam
slechts dode bomen aantast. Dennen en
vruchtbomen vallen er vooral aan ten
offer.
Men kan paddestoelen om twee redenen
verzamelen en wel als natuurliefhebber
om ze rustig te kunnen onderzoeken en
verder om ze te verorberen.
Kijk uit.
Met dit verzamelen om ze te eten
moeten we echter voorzichtig zijn, dit
wat betreft de soort paddestoel die we
voor dit doel uitzoeken. Er zijn zoals be
kend eetbare en niet-eetbare en het is
soms zeer moeilijk deze beide soorten uit
elkaar te houden.
Nemen we de weide-champignon, dit
is een paddestoel die zeer goed eetbaar is
en vrijwel in geheel Europa gekweekt
en tegen hoge prijs verhandeld wordt.
Maar behalve de weide- of echte cham
pignon komen er in de natüur ook nog
andere champignonsoorten voor, zoals de
akkerchampignon en de boschampignon.
Het is juist om deze beide laatsten te
doen, ze zijn wel eetbaar, hoewel minder
smakelijk, maar de kans is zeer groot dat
we ze verwisselen met de zwaar vergif
tige groene knolzwam. De weidechampig
non is wel de veiligste, men kan ze na
juni tot oktober aantreffen bij voorkeur
tussen het gras. Ze groeien vaak in grote
groepen dicht op elkaar staande exem
plaren.
In smaak en voedingswaarde doen ze
niet onder voor de gekweekte, het vita
minegehalte is vermoedelijk nog hoger.
De hoed van deze paddestoel kan een
doorsnee bereiken van wel 20 cm, aan
vankelijk bolvormig, later gewelfd of
klokvormig en tenslotte vlak. De kleur is
wit of lichtgeel, later fijn geschubd. De
hoed is dik vlezig. De stevige steel kan
tot 15 cm lang worden. Het witte, soms
wat roodachtige vlees ruikt aangenaam.
Let op de witte plaatjes.
Verder behoren tot de eetbare padde
stoelen de geschubde inktzwam, de kale
inktzwam, de gele ridderzwam, de weide-
kringzwam, de grote parasolzwam.
Tot de giftige paddestoelen behoren de
groene lcnolamaniet, de gevaarlijkste aller
paddestoelen. Verder noemen we de vlie-
genzwam en de satansboleet. De hoed van
de vliegenzwam is prachtig rood en be
dekt met witte (lichtcrême) vlekken. De
satansboleet komt in ons land niet veel
voor. om met zekerheid te weten of men
met een groene knolamaniet te doen
heeft, moet men haar uitgraven en niet
afplukken.
Onthoudt u er zich van paddestoelen
met witte plaatjes te verzamelen en juist
bij deze groene knolamaniet kan het voor
komen, dat het vlies dat de plaatjes be
schermd, achterblijft in de vorm van een
neerhangende ring of manchet, maai
bij sommige soorten is dit vergankelijk,
zodat juist daardoor verwisseling kan
plaatshebben met de eetbare champignon.
In dit opzicht is de knolamaniet een ware
duivel, want de verschijnselen van ver
giftiging doen zich soms pas 12 uur na
gebruik voor en dan is het veelal te laat.
(Nadruk verboden).
De dag dat Syrische tankformaties
Jordanië binnentrokken om de Pale
stijnse commando's te gaan helpen
in hun strijd tegen de Jordaanse troepen
van koning Hoessein, ontstond er hoog
spanning in het Witte Huis te Washing
ton. President Nixon, in Camp David
verblijvende, haastte zich terug naar het
regeringscentrum. Dat de Syrische troe
pen Jordanië binnentrokken kon niet
anders zijn dan na verkregen toestem
ming daartoe van de sow jet-unie. Deze
hulp zou de status-quo in het nabije oos
ten volledig kunnen verstoren.
Het was wederom een van die streken
van het Kremlin, zo ervaarde men het
in Washington, waardoor de wereld voor
een fait-accompli werd gesteld, waaruit
de Russen hoopten enig durend voordeel
te behalen in de internationale machts
strijd.
Onmiddellijk kreeg de Amerikaanse
zesde vloot in de Middellandse Zee op
dracht op te stomen naar het oosten. Dit
om te laten zien, dat bij een voortgaan
van de Syrische troepen een Amerikaans
ingrijpen waarschijnlijk werd. Ook Ame
rikaanse vliegeskaders werden in staat
van hoogste paraatheid gebracht.
O—O
De toestand was vierentwintig uur
uiterst spannend. Zou het Kremlin deze
Amerikaanse waarschuwing serieus ne
men of het er op aan laten komen, in de
hoop dat Amerika toch niet zou ingrijpen
eer de troepen van Hoessein verslagen
waren, de Palestijnen en daarmee de Rus
sen hun doel om een vastere positie
te veroveren hadden bereikt? Maar zou
Amerika ingrijpen dan was ook Rusland
verplicht de strijd te aanvaarden en zou
de openlijke oorlog uitbarsten. Dat be
hoorde echter niet tot de bedoelingen
van het Kremlin. De toestemming aan
Syrië was maar een poging om te zien
hoe ver zij konden gaan. Nu echter kreeg
Syrië de wenk om zich maar weer terug
te trekken.
Het leidde tot een spelletje van zand
in de ogen strooien. De Jordaanse op
perbevelhebber deed het natuurlijk voor
komen alsof zijn troepen de Syriërs tot
de aftocht dwongen. En de Russische re
gering publiceerde ogenblikkelijk een
ernstige waarschuwing, aan Amerika om
zich niet te mengen in de strijd in Jor
danië, waarmee zij het eigen gezicht
trachtte te redden. De ergste spanning
was toen al geweken.
O—O
Dit alles was weer één van de voor
beelden van de onbetrouwbaarheid van
de Russen inzake het handhaven van het
machtsevenwicht in het nabije oosten
zowel als in de wereld. Een ander voor
beeld van dde onbetrouwbaarheid was het
zioh niet houden aan het bestand tussen
o.a. Egypte en Israël,overeengekomen
om de vredespogingen tussen de Ara
bische staten en Israël op gang te kunnen
brengen.
Partijen hadden hierbij op zich geno
men om de militaire situatie aan het
Suezkanaal te bevriezen zoals die was op
het moment dat de wapenstilstand in zou
gaan. Maar de Russische raketstellingen
werden in de dagen daarna wel dichter
naar het kanaal en dus naar de Is
raëlische stellingen gebracht en het aan
tal ervan vermeerderde.
Heftige ontkenningen natuui'lijk, maai
de luchtfoto's logen er niet om.
O—O
Het voorval deed de Russische ambas
sadeur in Amerika het vertrouwen van
de Amerikaanse regering verliezen. Maar
die man loog natuurlijk in opdracht en
het wantrouwen kaatste natuurlijk direct
terug op de leiders in het Kremlin.
Nog weer een ander Russisch plan ver
hoogde de spanning. De voorbereidselen
namelijk om op Cuba een onderzeeboot
basis te stichten. Dit als uitvloeisel van
de enorme Russische vioolbouw, waar
door de Russische marineschepen nu in
alle zeeën en oceanen penetreren en daar
dus ook steun- en bevoorradingspunten
zoeken.
Ook dit draagt uiteraard toe bij het
machtsevenwicht tussen de beide grote
mogendheden te verstoren en doet de
mogelijke oorlogsdreiging toenemen. Een
Russisch steunpunt op Cuba, zo dicht bij
de Amerikaanse kust, kan door Washing
ton zeker weer als een provocatie worden
opgevat, waartegen maatregelen dienen
te worden genomen.
O—O
Zo is de huidige Russische regering
voortdurend bezig om de macht van de
Sowjet-unie in de wereld te vergroten.
Het voert in dit opzicht een aanvallende
taktiek uit. het voortduren van de oor
log in Viëtnam is ook slechts mogelijk
door de voortdurende levering van Rus
sische wapens aan Noord-Viëtnam.
Amerika en de andere westerse mo
gendheden zijn sterk in de verdediging
gedrongen en dat schept altijd een on
voordelige positie. Het indoctrineren van
de westerse volken'met z.g. pacifistische
en anti-Amerikaanse ideeën is tegelijker
tijd een druk gebruikt middel tot ver
zwakking van de westerse weerbaarheid.
En tallozen in het westen willen deze
Russische dreiging helaaas niet zien,
waardoor zij ongewild er aan meewerken
dat het oorlogsgevaar groter wordt.
Alleen de volledige handhaving van het
machtsevenwicht kan een verstoring van
de vrede voorkomen.
(Nadruk verboden).
H. v. Wermeskerken.
Is de vrijgezel zo eenzaam?
Het percentage ongehuwde mannen en
vrouwen boven de 30 jaar is in ons land
aanzienlijk groter dan menigeen denkt.
Acht procent van de Nederlandse man
nen boven de 30 jaar is niet gehuwd,
voor de zelfde categorie vrouwen ligt dit
percentage zelfs op ruim 11. In Amster
dam, waar enige tijd geleden een onder
zoek werd ingesteld, wijken deze per
centages nog aanzienlijk van het lande
lijk gemiddelde af. In onze hoofdstad is
16% van de vrouwen boven de 30 niet
gehuwd, en heeft 11% van de mannen
nog nooit een bezoek aan het stadhuis
gebracht.
Door middel van interviews met tal
van Amsterdamse ongehuwden in de
tijd van 30 tot 35 jaar zijn een zeer
groot aantal gegevens verzameld. Deze
personen zijn volkomen willekeurig ge
kozen en de persoonlijke gegevens, die uit
de gesprekken naar voren kwamen, zul
len anoniem in het proefschrift 'worden
verwerkt.
Waar het vooral om ging is, of onge
huwde mannen en vrouwen zich eenza
mer voelen dan getrouwde mensen. Maar
dat bleek nogal mee te vallen. Van de
300 ondervraagde vrijgezellen bleken de
meeste wel contact te hebben. Vrijwel
iedereen had wel iemand, waar hij of
zij met persoonlijke dingen terecht kon.
Soms te benjjden.
Het is bijvoorbeeld een grote vraag of
ongehuwde vrouwen zich eenzamer voe
len dan een getrouwde vrouw. Een on
getrouwde vrouw heeft heel vaak veel
kennissen. Dikwijls is zij niet van één
enkel contact afhankelijk. Botert het met
een bepaalde vriendin op een gegeven
moment minder goed, dan wordt dat bij
een andere ontmoeting wel weer opge
vangen. Bovendien heeft de ongehuwde
vrouw het voordeel dat zij niet aan huis
gebonden is en dus nimmer van de we
reld is afgesloten. Daar kan een getrouw
de vrouw, die nooit weg kan bij haar
kinderen, haar nog wel eens om be
nijden.
Overigens moeten we begrippen als
eenzaamheid en isolatie een beetje be
trekkelijk nemen. Je zou zeggen dat een
vrijgezel die veel kennissen heeft, zel
den eenzaam zal zijn. Maar dat hangt
er toch helemaal van af. Als al die con
tacten slechts oppervlakkig zijn, dan zal
deze vrijgezel zich toch al heel gauw ge-
isoleerd voelen.
Trouwen.
Maar willen de meeste vrijgezellen toch
niet graag trouwen?
Uit het materiaal, dat verzameld is,
blijkt dat althans de meeste ongehuwde
vrouwen toch graag een gelukkig hu
welijk zouden prefereren boven de vrij-
gezellenstatus. Bij de mannen was de
animo voor de getrouwde staat iets ge
ringer.
Wat vooral opviel, is dat de vrijgezel
len dikwijls een onjuist beeld van zichzelf
hebben, dat wordt opgeroepen door de
mening die.gehuwden over hem heb
ben. Getrouwde mensen zijn altijd van
mening, dat elke ongehuwde diep lijdt
onder zijn ongehuwde status en niet eer
FEUILLETON
Ze knikte verstrooid en bekeek het
wandbord.
„Het publiek heeft nu eenmaal een
bizarre smaak. Doe daar eens wat aan?
Apropos, moet U niet mee naar boven?"
Ze schoot in een lach. „Gaat u maar
eens kijken om de hoek. Ze staan in een
rij voor die tandradbaan. De reisleidster
zei, dat het nog wel een half uur kon
duren."
Hij kreeg plotseling een idee. „Kom,
ik weet een aardige manier om boven te
komen. Dan zijn we er wellicht nog eer
der en je ziet veel meer."
Ze volgde hem nieuwsgierig. „Hoe
dan?"
„Met lijn acht. Hoogst interessant."
„Lijn acht? zijn hier dan zoveel trams?"
„Wie heeft het over een tram? Lachend
bleef hij bij een rijtuig staan. De Haan
monsterde de koetsier en vroeg: „Wie-
viehl verlangen Sie fiir einen zweispan
ner hin und zurück nach oben?"
„Zwanzig Mark, Meinherr."
„Richtig, mein jungen." En zich tot de
verbaasde lerares wendende: „Mag ik u
uitnodigen?"
Ze aarzelde even. „Maar dat is toch veel
te duur? Twintig Mark. Dat trammetje
kost twee Mark vijftig."
Hij lachte geamuseerd. „Ik heb het
rijtuig al gehuurd. Wilt u dan mijn gast
zijn?"
Hoofdschuddend beklom ze de wagen
en nam plaats. Toen De Haan gezeten
was, reed de koetsier meteen weg.
Hij presenteerde haar een sigaret en
stak zelf een sigaar op. „Zo," zei hij zelf-
der gelukkig is, wanner hij getrouwd is.
Sommige getrouwde mensen trachten
zelfs hun ongehuwde kennissen en fa
milieleden met lotgenoten in contact te
brengen in de verwachting dat zij daar op
zitten te wachten. Zo van: „Meid, als jij
dan geen man kan vinden, dan zullen wij
je wel een handje helpen." Hoe goedbe
doeld een en ander ook is, het is natuur
lijk zeer vernederend voor de vrijgezel
door Qré de Boer
voldaan, nadat hij haar vuur gegeven
had. „Nu zult u eens zien, welk een
fantastische tocht dit is."
Ze leunde achterover en keek naar de
man voor zich. „Meneer De Haan, ik
vindt het allemaal erg vriendelijk van u,
maar dit is beslist het laatste, wat ik van
u accepteer. Gisteravond al die verterin
gen in Keulen, nu twintig Mark voor zo'n
ritje naar boven.
„Vergist u zich niet," antwoordde hij,
„het duurt circa drie kwartier en het is
werkelijk de kosten waard. Laat u mij
alstublieft dit genoegen."
Ze schudde nog eens haar hoofd. „U
bent erg vriendelijk, maar ik zou graag
willen, dat u het begreepIk ben een
erg zelfstandige vrouw en verplichtingen
hebben is iets, dat ik verfoei, ziet u?"
„Kom, kom, juffrouw Verleun, niet zo
serieus! We zijn met vakantie en dan
moet je zo precies niet kijken. Geniet
u nu maar van dit tochtje. Ik heb het
jaren geleden gedaan met mijn vrouw en
toen vond ik het zelf een openbaring."
Ze zuchtte, terwijl hij, ondeugend kij
kend verder ging: „Bovendien kunt u dan
een beetje opscheppen als u weer op
school bent, tegenover uw collega's. Dan
zegt u zo terloops langs uw neus weg: De
Drachenfelds ben ik opgegaan met een
rijtuig. Dan zie je veel meer als met die
tram. Natuurlijk hoeft u er dan niet bij
te vertellen, dat u in gezelschap was."
Ze schoot in een lach. „Ze zouden me
verslijten voor een verkwister: twintig
Mark!"
Tijdens de rit naar boven vertelde de
koetsier bijzonderheden over wat men
passeerde en wees op een gegeven ogen
blik naar de diepte, waar men in de verte
het dorp Köningswinter zag liggen. Do
Drachenfelds daarentegen werd steeds
groter en na ruim drie kwartier gereden
te hebben, stopte het gespan naast het
eindpunt van de tram.
„Ich warte eine halbes Stunde," zei de
koetsier, de bezweete paarden afdekkend.
De Haan keek op zijn horloge en ant
woordde: „Dreiviertel Stunde und zwei
hollandischer Zigaren?"
De man grinnekte. „Zu dienen Mein
herr" en aanvaardde dankbaar de beide
sigaren.
Ze gingen naar de rand van het plateau
en keken in de diepte over de Rijn. Er
reed een trein en de vrouw wees naar
beneden. „Precies speelgoed," zei ze.
Hij keek eens rond. „De anderen zijn er
nog niet eens. Maar goed, dat u met mij
bent meegegaan."
Ze keek hem nadenkend aan. „Eigen
lijk zonde, zoveel geldZe hief haar
gezicht omhoog naar de ruïne. „Is dat ook
te beklimmen?"
Hij knikte. „Kom maar mee. Ik weet
de weg."
Na%en moeizame tocht bereikte men de
top en de vrouw, die haar fototoestel
meegenomen had, maakte een kiekje van
De Haan, waarna ze van plaats verwis
selden en De Haan haar knipte.
In het restaurant dronken ze wat en
maakte de vrouw kennis met het duitse
gebak. Intussen zwermden deandere
passagiers plotseling over het restaurant
plein. Jansen en zijn vrouw kwamen
eveneens aangewandeld, terwijl de beide
kinderen op een ijsje zogen.
De Haan wees naar het tweetal:
„Sjaantje kan haar hart hier wel ophalen.
Ze heeft het tenminste alweer voor el
kaar."
Na drie kwartier reden ze naar het
dorp terug en bekeken nog een poosje
de souvenierswinkels. Daarna wandelden
ze naar de Rijn, waar hun blikken over
de passerende schepen zwierven.
„Weet u nu de boot nog terug te vin
den?" vroeg De Haan op een gegeven
ogenblik.
De vrouw keek verschrikt op, daarna
links en rechts langs de oever en toen
naar de man. „Goeie.... welke kant
moeten we op? Weet u het?"
Hij knikte haar geruststellend toe en
slak een vinger uit. „Kijk daar in de
verte, die witte boot.
Ze slaakte een zucht van verlichting.
„Ik zou niet meer geweten hebben, of
ik hier links, of rechts moest."
Langzaam wandelden ze naar de boot.
Hij keek haar van terzijde aan. „Er
komt al aardig wat kleur op nw wangen,
juffrouw Verleun. Eergistermorgen, toen
u tegenover me aan tafel zat, had u nog
een echte bleke stadskleur. U komt vol
gende week terug als een halfbloed."
„Het zal wel kinderachtig klinken, me
neer De Haan," zei ze zacht, terwijl ze
naar de stenen keek, waarover ze liep,
„maar ik geniet, zoals ik nog nooit van
m'n leven genoten heb. Nu besef ik pas,
wat ik gemist heb.
„De eerste keer is natuurlijk altijd fan
tastisch," stelde hij nuchter vast.
Bent u hier al vaker geweest? Ja, na
tuurlijk," liet ze er op volgen.
„Enkele malen. Ik vind het hier ook
wel prettig. Bovendien is Bonn hier
dichtbij, een half uurtje met de tram.
Een heel mooie stad. Prachtige winkels.
Ik ben ervan overtuigd, dat u Bonn ook
mooi zult vinden."
Een poosje liepen ze zwijgend verder.
Opeens vroeg ze: „Bent u in al die plaat
sen geweest, waar we nog zullen ko
men?"
Hij knikte. „Ja, met de wagen. „Maar
dat is al enkele jaren geleden. Sinds de
dood van mijn vrouw ben ik nooit meer
met vakantie geweest. Ik had er geen zin
meer in. Bovendien.het bedrijf groei
de de laatste jaren zo snel en ik had
derhalve ook geen tijd. Maar nu moest
ik wel."
„Moest u? Waarom?"
„Van m'n dokter. Zoals ik u al gezegd
heb gisteravond: een tikkeltje te hoge
bloeddruk. Dus ben ik min of meer voor
m'n gezondheid op reis."
Ze keek hem van terzijde aan. „Ei
genaardig," mompelde ze. „Voorzover ik
u ken sinds we uit Arnhem vertrokken
zijn, zie ik u als een bijzonder rustig
mens. U maakt helemaal niet de indruk,
dat u wat overspannen bent."
Hij lachte. „Ik zelf vind ook van niet,
maar mijn dochter ontgaat niets en ze
zei al weken, dat ik er slecht uitzag. Op
haar aanraden ben ik naar de dokter ge
gaan."
„En die adviseerde dus: Ga met va
kantie."
„Zoiets. Och, en toen had ik er eigen
lijk wel zin in. Apropos, voor we aan
boord gaan, heb ik nog een vraag. Gaat u
mee naar Bonn vanavond?" Hij wees
naar de tram, die juist passeerde.
„Dat ding brengt ons er in een half uur."
Ze trok haar wangen samen en fronste
de wenkbrauwen. „Wat kost dat?"
„Die tram? O, twee of drie Mark re
tour, denk ik."
Oké. Dan betaal ik het zelf. Hoe laat
wilt u gaan?"
„Meteen na het eten. Dan kunnen we
nog profiteren van het daglicht. De tram
komt midden in de stad."
Ze knikte. „Afgesproken. Alleen zou
ik het nooit durven. Ik weet hier immers
heg noch steg?"
Hij lachte. „Je komt hier altijd terecht;
je vraagt enkel maar naar de Rijn."
HOOFDSTUK 8
De Haan vraagt en geeft zelf antwoord.
Bonn viel haar tegen. „Het zal wel
chauvinistisch zijn," zei juffrouw Ver
leun aarzelend, toen ze nabij de Rijn op
een terras zaten, na de stad bekeken te
hebben, „maar ik vind Utrecht mooier."
„Bent u Utrechtse?"
„O nee, ik kom oorspronkelijk uit Den
Haag. Toevallig ben ik in Utrecht op
school gekomen. Maar dat neemt niet
weg, dat ik me er thuis voel. Ik vind de
stad gezelliger, prettighoe moet ik
het zeggen?"
(Wordt vervolgd).