Paddestoelen Liever een domme vrouw? Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 1 oktober 1970 no. 3420 Ware duivels Wantrouwen tegenover Russische bedoelingen LIEFDE OP DE RIJN HOOGSTE PERCENTAGE ONGEHUWDEN BIJ UNIVERSITAIR GEVORMDEN Getrouwde mensen hebben meestal een merkwaardig beeld van de onge huwde. Zij zien een ongetrouwde vrouw als een versmade jongejuffrouw, als een muurbloepje dat er niet in is geslaagd de mannen voor zich in te nemen. Daarentegen wordt de ongehuwde man veelal gezien als een on deugende avonturier, die lustig van het ene naar het andere vrouwtje springt en geen behoefte gevoelt om t.e trouwen. Dat beeld correspondeert echter geenszins met de werkelijkheid. In veel gevallen ligt het precies andersom als de mensen denken. die wel de indruk moet krijgen dat hij niet normaal is. Ontwikkelden. Mannen blijken nog altijd een aversie te koesteren tegen inteüegente .en ruim ontwikkelde vrouwen. Dat feit sprong uit het onderzoek scherp naar voren. Veel mannen trouwen liever een vrouw die qua ontwikkeling op een lager plan staat. Het hoogste percentage getrouwde vrou wen vind je onder die categorie vrou wen die alleen lagere schoon of in elk geval niet veel meer hebben. Het laagste percentage gehuwden komen we tegen bij de academisch gevormde vrouwen. Ken nelijk hebben heel veel mannen nog al tijd het idee, dat zij een vrouw moeten hebben die tegen hen opkijkt. Overigens is bij de mannen het hoog ste percentage ongehuwden ook al onder de hoogste beroepen te vinden. Veelal zijn deze mannen uiterst kritisch, hetgeen de keuze uiteraard ten zeerste bemoei lijkt. Voorts vinden we veel ongehuwden onder de ongeschoolde arbeiders, wier be roep (en inkomen?) wellicht voor de meeste vrouwen niet interessant genoeg is. (Nadruk verboden). Elk jaargetijde heeft zijn eigen vreugden, eigen schoonheid. Ook het na jaarlangzame aftakeling, rottend loof, nevel, rode, gele, en bruine bladeren, neerdwarrelend tot een dik tapijt in het meer en meer verstilde bos. Het is in deze tijd van bronzen kleuren, vocht, nevel dat in bos en beemd de grillig gevormde zwammen of paddestoelen verschijnen. Niet alle pad destoelen bestaan uit een steel en een hoedje en men vraagt zich wel eens af, hoe men er nu feitelijk toe gekomen is een bepaalde groep „padde stoelen" te noemen. Bijgeloof, verdichtsels en sagen spelen hier een grote rol. Van oudsher bekijkt men de paddestoel met een wantrouwend oog en onze voorouders vergeleken paddestoelen met de duivel, waarin alle kwaad belichaamd was. Als we een paddestoel voorzichtig uit de grond trekken, dan zullen we bemer ken dat zich aan de steel een dicht net van witte draden bevindt. Deze draden vormen tezamen de zwamvlok en hebben zich tussen de levende en dode planten resten vastgezet. Aan deze zwamvlok wordt vry wel nim mer aandacht geschonken en toch is dit de eigenlijke plant die jarenlang leven kan en zich voortplant. De stoelen zelf kan men het best beschouwen als de vruchtlichamen, de voortplantingsorga nen, waarin zich sporen ontwikkelen, die bij miljoenen worden uitgestrooid. Onder gunstige omstandigheden kunnen enkele hiervan nieuwe zwammen vormen. Vooral na een onweersbui kunnen pad destoelen in grote getale en plotseling te voorschijn komen en snel groeien. Geen wonder dat men in vroeger jaren dacht, dat toverij in het spel was. Het leven van deze snelgroeiers is echter maar van kor te duur. Insecten en andere dieren doen het hunne. De lijster is verzot op de vle zige stoel, echter niet zozeer om het vruchtvlees als wel om de maden. De boommoordenaar. Bekijken we de heerlijk smakende ho- ningzwam eens wat nader. De honing- zwam heeft een zeer slechte naam onder de paddestoelen. Heel wat bomen zijn reeds ten offer gevallen aan deze ver raderlijke parasiet. Een bepaalde keuze heeft ze niet, overal is ze te vinden, zo wel in loof- als naaldbos. De honing- zwam tast eerst de wortels aan, maar kruipt verder tussen schors en hout. Ge lijktijdig vormen zich dikke taaie stren gen, wortelstrengen, die de boom kunnen doden om daarna een grote hoeveelheid honinggele hoedjes op de stam te vormen, waarna het de schijn heeft dat deze zwam slechts dode bomen aantast. Dennen en vruchtbomen vallen er vooral aan ten offer. Men kan paddestoelen om twee redenen verzamelen en wel als natuurliefhebber om ze rustig te kunnen onderzoeken en verder om ze te verorberen. Kijk uit. Met dit verzamelen om ze te eten moeten we echter voorzichtig zijn, dit wat betreft de soort paddestoel die we voor dit doel uitzoeken. Er zijn zoals be kend eetbare en niet-eetbare en het is soms zeer moeilijk deze beide soorten uit elkaar te houden. Nemen we de weide-champignon, dit is een paddestoel die zeer goed eetbaar is en vrijwel in geheel Europa gekweekt en tegen hoge prijs verhandeld wordt. Maar behalve de weide- of echte cham pignon komen er in de natüur ook nog andere champignonsoorten voor, zoals de akkerchampignon en de boschampignon. Het is juist om deze beide laatsten te doen, ze zijn wel eetbaar, hoewel minder smakelijk, maar de kans is zeer groot dat we ze verwisselen met de zwaar vergif tige groene knolzwam. De weidechampig non is wel de veiligste, men kan ze na juni tot oktober aantreffen bij voorkeur tussen het gras. Ze groeien vaak in grote groepen dicht op elkaar staande exem plaren. In smaak en voedingswaarde doen ze niet onder voor de gekweekte, het vita minegehalte is vermoedelijk nog hoger. De hoed van deze paddestoel kan een doorsnee bereiken van wel 20 cm, aan vankelijk bolvormig, later gewelfd of klokvormig en tenslotte vlak. De kleur is wit of lichtgeel, later fijn geschubd. De hoed is dik vlezig. De stevige steel kan tot 15 cm lang worden. Het witte, soms wat roodachtige vlees ruikt aangenaam. Let op de witte plaatjes. Verder behoren tot de eetbare padde stoelen de geschubde inktzwam, de kale inktzwam, de gele ridderzwam, de weide- kringzwam, de grote parasolzwam. Tot de giftige paddestoelen behoren de groene lcnolamaniet, de gevaarlijkste aller paddestoelen. Verder noemen we de vlie- genzwam en de satansboleet. De hoed van de vliegenzwam is prachtig rood en be dekt met witte (lichtcrême) vlekken. De satansboleet komt in ons land niet veel voor. om met zekerheid te weten of men met een groene knolamaniet te doen heeft, moet men haar uitgraven en niet afplukken. Onthoudt u er zich van paddestoelen met witte plaatjes te verzamelen en juist bij deze groene knolamaniet kan het voor komen, dat het vlies dat de plaatjes be schermd, achterblijft in de vorm van een neerhangende ring of manchet, maai bij sommige soorten is dit vergankelijk, zodat juist daardoor verwisseling kan plaatshebben met de eetbare champignon. In dit opzicht is de knolamaniet een ware duivel, want de verschijnselen van ver giftiging doen zich soms pas 12 uur na gebruik voor en dan is het veelal te laat. (Nadruk verboden). De dag dat Syrische tankformaties Jordanië binnentrokken om de Pale stijnse commando's te gaan helpen in hun strijd tegen de Jordaanse troepen van koning Hoessein, ontstond er hoog spanning in het Witte Huis te Washing ton. President Nixon, in Camp David verblijvende, haastte zich terug naar het regeringscentrum. Dat de Syrische troe pen Jordanië binnentrokken kon niet anders zijn dan na verkregen toestem ming daartoe van de sow jet-unie. Deze hulp zou de status-quo in het nabije oos ten volledig kunnen verstoren. Het was wederom een van die streken van het Kremlin, zo ervaarde men het in Washington, waardoor de wereld voor een fait-accompli werd gesteld, waaruit de Russen hoopten enig durend voordeel te behalen in de internationale machts strijd. Onmiddellijk kreeg de Amerikaanse zesde vloot in de Middellandse Zee op dracht op te stomen naar het oosten. Dit om te laten zien, dat bij een voortgaan van de Syrische troepen een Amerikaans ingrijpen waarschijnlijk werd. Ook Ame rikaanse vliegeskaders werden in staat van hoogste paraatheid gebracht. O—O De toestand was vierentwintig uur uiterst spannend. Zou het Kremlin deze Amerikaanse waarschuwing serieus ne men of het er op aan laten komen, in de hoop dat Amerika toch niet zou ingrijpen eer de troepen van Hoessein verslagen waren, de Palestijnen en daarmee de Rus sen hun doel om een vastere positie te veroveren hadden bereikt? Maar zou Amerika ingrijpen dan was ook Rusland verplicht de strijd te aanvaarden en zou de openlijke oorlog uitbarsten. Dat be hoorde echter niet tot de bedoelingen van het Kremlin. De toestemming aan Syrië was maar een poging om te zien hoe ver zij konden gaan. Nu echter kreeg Syrië de wenk om zich maar weer terug te trekken. Het leidde tot een spelletje van zand in de ogen strooien. De Jordaanse op perbevelhebber deed het natuurlijk voor komen alsof zijn troepen de Syriërs tot de aftocht dwongen. En de Russische re gering publiceerde ogenblikkelijk een ernstige waarschuwing, aan Amerika om zich niet te mengen in de strijd in Jor danië, waarmee zij het eigen gezicht trachtte te redden. De ergste spanning was toen al geweken. O—O Dit alles was weer één van de voor beelden van de onbetrouwbaarheid van de Russen inzake het handhaven van het machtsevenwicht in het nabije oosten zowel als in de wereld. Een ander voor beeld van dde onbetrouwbaarheid was het zioh niet houden aan het bestand tussen o.a. Egypte en Israël,overeengekomen om de vredespogingen tussen de Ara bische staten en Israël op gang te kunnen brengen. Partijen hadden hierbij op zich geno men om de militaire situatie aan het Suezkanaal te bevriezen zoals die was op het moment dat de wapenstilstand in zou gaan. Maar de Russische raketstellingen werden in de dagen daarna wel dichter naar het kanaal en dus naar de Is raëlische stellingen gebracht en het aan tal ervan vermeerderde. Heftige ontkenningen natuui'lijk, maai de luchtfoto's logen er niet om. O—O Het voorval deed de Russische ambas sadeur in Amerika het vertrouwen van de Amerikaanse regering verliezen. Maar die man loog natuurlijk in opdracht en het wantrouwen kaatste natuurlijk direct terug op de leiders in het Kremlin. Nog weer een ander Russisch plan ver hoogde de spanning. De voorbereidselen namelijk om op Cuba een onderzeeboot basis te stichten. Dit als uitvloeisel van de enorme Russische vioolbouw, waar door de Russische marineschepen nu in alle zeeën en oceanen penetreren en daar dus ook steun- en bevoorradingspunten zoeken. Ook dit draagt uiteraard toe bij het machtsevenwicht tussen de beide grote mogendheden te verstoren en doet de mogelijke oorlogsdreiging toenemen. Een Russisch steunpunt op Cuba, zo dicht bij de Amerikaanse kust, kan door Washing ton zeker weer als een provocatie worden opgevat, waartegen maatregelen dienen te worden genomen. O—O Zo is de huidige Russische regering voortdurend bezig om de macht van de Sowjet-unie in de wereld te vergroten. Het voert in dit opzicht een aanvallende taktiek uit. het voortduren van de oor log in Viëtnam is ook slechts mogelijk door de voortdurende levering van Rus sische wapens aan Noord-Viëtnam. Amerika en de andere westerse mo gendheden zijn sterk in de verdediging gedrongen en dat schept altijd een on voordelige positie. Het indoctrineren van de westerse volken'met z.g. pacifistische en anti-Amerikaanse ideeën is tegelijker tijd een druk gebruikt middel tot ver zwakking van de westerse weerbaarheid. En tallozen in het westen willen deze Russische dreiging helaaas niet zien, waardoor zij ongewild er aan meewerken dat het oorlogsgevaar groter wordt. Alleen de volledige handhaving van het machtsevenwicht kan een verstoring van de vrede voorkomen. (Nadruk verboden). H. v. Wermeskerken. Is de vrijgezel zo eenzaam? Het percentage ongehuwde mannen en vrouwen boven de 30 jaar is in ons land aanzienlijk groter dan menigeen denkt. Acht procent van de Nederlandse man nen boven de 30 jaar is niet gehuwd, voor de zelfde categorie vrouwen ligt dit percentage zelfs op ruim 11. In Amster dam, waar enige tijd geleden een onder zoek werd ingesteld, wijken deze per centages nog aanzienlijk van het lande lijk gemiddelde af. In onze hoofdstad is 16% van de vrouwen boven de 30 niet gehuwd, en heeft 11% van de mannen nog nooit een bezoek aan het stadhuis gebracht. Door middel van interviews met tal van Amsterdamse ongehuwden in de tijd van 30 tot 35 jaar zijn een zeer groot aantal gegevens verzameld. Deze personen zijn volkomen willekeurig ge kozen en de persoonlijke gegevens, die uit de gesprekken naar voren kwamen, zul len anoniem in het proefschrift 'worden verwerkt. Waar het vooral om ging is, of onge huwde mannen en vrouwen zich eenza mer voelen dan getrouwde mensen. Maar dat bleek nogal mee te vallen. Van de 300 ondervraagde vrijgezellen bleken de meeste wel contact te hebben. Vrijwel iedereen had wel iemand, waar hij of zij met persoonlijke dingen terecht kon. Soms te benjjden. Het is bijvoorbeeld een grote vraag of ongehuwde vrouwen zich eenzamer voe len dan een getrouwde vrouw. Een on getrouwde vrouw heeft heel vaak veel kennissen. Dikwijls is zij niet van één enkel contact afhankelijk. Botert het met een bepaalde vriendin op een gegeven moment minder goed, dan wordt dat bij een andere ontmoeting wel weer opge vangen. Bovendien heeft de ongehuwde vrouw het voordeel dat zij niet aan huis gebonden is en dus nimmer van de we reld is afgesloten. Daar kan een getrouw de vrouw, die nooit weg kan bij haar kinderen, haar nog wel eens om be nijden. Overigens moeten we begrippen als eenzaamheid en isolatie een beetje be trekkelijk nemen. Je zou zeggen dat een vrijgezel die veel kennissen heeft, zel den eenzaam zal zijn. Maar dat hangt er toch helemaal van af. Als al die con tacten slechts oppervlakkig zijn, dan zal deze vrijgezel zich toch al heel gauw ge- isoleerd voelen. Trouwen. Maar willen de meeste vrijgezellen toch niet graag trouwen? Uit het materiaal, dat verzameld is, blijkt dat althans de meeste ongehuwde vrouwen toch graag een gelukkig hu welijk zouden prefereren boven de vrij- gezellenstatus. Bij de mannen was de animo voor de getrouwde staat iets ge ringer. Wat vooral opviel, is dat de vrijgezel len dikwijls een onjuist beeld van zichzelf hebben, dat wordt opgeroepen door de mening die.gehuwden over hem heb ben. Getrouwde mensen zijn altijd van mening, dat elke ongehuwde diep lijdt onder zijn ongehuwde status en niet eer FEUILLETON Ze knikte verstrooid en bekeek het wandbord. „Het publiek heeft nu eenmaal een bizarre smaak. Doe daar eens wat aan? Apropos, moet U niet mee naar boven?" Ze schoot in een lach. „Gaat u maar eens kijken om de hoek. Ze staan in een rij voor die tandradbaan. De reisleidster zei, dat het nog wel een half uur kon duren." Hij kreeg plotseling een idee. „Kom, ik weet een aardige manier om boven te komen. Dan zijn we er wellicht nog eer der en je ziet veel meer." Ze volgde hem nieuwsgierig. „Hoe dan?" „Met lijn acht. Hoogst interessant." „Lijn acht? zijn hier dan zoveel trams?" „Wie heeft het over een tram? Lachend bleef hij bij een rijtuig staan. De Haan monsterde de koetsier en vroeg: „Wie- viehl verlangen Sie fiir einen zweispan ner hin und zurück nach oben?" „Zwanzig Mark, Meinherr." „Richtig, mein jungen." En zich tot de verbaasde lerares wendende: „Mag ik u uitnodigen?" Ze aarzelde even. „Maar dat is toch veel te duur? Twintig Mark. Dat trammetje kost twee Mark vijftig." Hij lachte geamuseerd. „Ik heb het rijtuig al gehuurd. Wilt u dan mijn gast zijn?" Hoofdschuddend beklom ze de wagen en nam plaats. Toen De Haan gezeten was, reed de koetsier meteen weg. Hij presenteerde haar een sigaret en stak zelf een sigaar op. „Zo," zei hij zelf- der gelukkig is, wanner hij getrouwd is. Sommige getrouwde mensen trachten zelfs hun ongehuwde kennissen en fa milieleden met lotgenoten in contact te brengen in de verwachting dat zij daar op zitten te wachten. Zo van: „Meid, als jij dan geen man kan vinden, dan zullen wij je wel een handje helpen." Hoe goedbe doeld een en ander ook is, het is natuur lijk zeer vernederend voor de vrijgezel door Qré de Boer voldaan, nadat hij haar vuur gegeven had. „Nu zult u eens zien, welk een fantastische tocht dit is." Ze leunde achterover en keek naar de man voor zich. „Meneer De Haan, ik vindt het allemaal erg vriendelijk van u, maar dit is beslist het laatste, wat ik van u accepteer. Gisteravond al die verterin gen in Keulen, nu twintig Mark voor zo'n ritje naar boven. „Vergist u zich niet," antwoordde hij, „het duurt circa drie kwartier en het is werkelijk de kosten waard. Laat u mij alstublieft dit genoegen." Ze schudde nog eens haar hoofd. „U bent erg vriendelijk, maar ik zou graag willen, dat u het begreepIk ben een erg zelfstandige vrouw en verplichtingen hebben is iets, dat ik verfoei, ziet u?" „Kom, kom, juffrouw Verleun, niet zo serieus! We zijn met vakantie en dan moet je zo precies niet kijken. Geniet u nu maar van dit tochtje. Ik heb het jaren geleden gedaan met mijn vrouw en toen vond ik het zelf een openbaring." Ze zuchtte, terwijl hij, ondeugend kij kend verder ging: „Bovendien kunt u dan een beetje opscheppen als u weer op school bent, tegenover uw collega's. Dan zegt u zo terloops langs uw neus weg: De Drachenfelds ben ik opgegaan met een rijtuig. Dan zie je veel meer als met die tram. Natuurlijk hoeft u er dan niet bij te vertellen, dat u in gezelschap was." Ze schoot in een lach. „Ze zouden me verslijten voor een verkwister: twintig Mark!" Tijdens de rit naar boven vertelde de koetsier bijzonderheden over wat men passeerde en wees op een gegeven ogen blik naar de diepte, waar men in de verte het dorp Köningswinter zag liggen. Do Drachenfelds daarentegen werd steeds groter en na ruim drie kwartier gereden te hebben, stopte het gespan naast het eindpunt van de tram. „Ich warte eine halbes Stunde," zei de koetsier, de bezweete paarden afdekkend. De Haan keek op zijn horloge en ant woordde: „Dreiviertel Stunde und zwei hollandischer Zigaren?" De man grinnekte. „Zu dienen Mein herr" en aanvaardde dankbaar de beide sigaren. Ze gingen naar de rand van het plateau en keken in de diepte over de Rijn. Er reed een trein en de vrouw wees naar beneden. „Precies speelgoed," zei ze. Hij keek eens rond. „De anderen zijn er nog niet eens. Maar goed, dat u met mij bent meegegaan." Ze keek hem nadenkend aan. „Eigen lijk zonde, zoveel geldZe hief haar gezicht omhoog naar de ruïne. „Is dat ook te beklimmen?" Hij knikte. „Kom maar mee. Ik weet de weg." Na%en moeizame tocht bereikte men de top en de vrouw, die haar fototoestel meegenomen had, maakte een kiekje van De Haan, waarna ze van plaats verwis selden en De Haan haar knipte. In het restaurant dronken ze wat en maakte de vrouw kennis met het duitse gebak. Intussen zwermden deandere passagiers plotseling over het restaurant plein. Jansen en zijn vrouw kwamen eveneens aangewandeld, terwijl de beide kinderen op een ijsje zogen. De Haan wees naar het tweetal: „Sjaantje kan haar hart hier wel ophalen. Ze heeft het tenminste alweer voor el kaar." Na drie kwartier reden ze naar het dorp terug en bekeken nog een poosje de souvenierswinkels. Daarna wandelden ze naar de Rijn, waar hun blikken over de passerende schepen zwierven. „Weet u nu de boot nog terug te vin den?" vroeg De Haan op een gegeven ogenblik. De vrouw keek verschrikt op, daarna links en rechts langs de oever en toen naar de man. „Goeie.... welke kant moeten we op? Weet u het?" Hij knikte haar geruststellend toe en slak een vinger uit. „Kijk daar in de verte, die witte boot. Ze slaakte een zucht van verlichting. „Ik zou niet meer geweten hebben, of ik hier links, of rechts moest." Langzaam wandelden ze naar de boot. Hij keek haar van terzijde aan. „Er komt al aardig wat kleur op nw wangen, juffrouw Verleun. Eergistermorgen, toen u tegenover me aan tafel zat, had u nog een echte bleke stadskleur. U komt vol gende week terug als een halfbloed." „Het zal wel kinderachtig klinken, me neer De Haan," zei ze zacht, terwijl ze naar de stenen keek, waarover ze liep, „maar ik geniet, zoals ik nog nooit van m'n leven genoten heb. Nu besef ik pas, wat ik gemist heb. „De eerste keer is natuurlijk altijd fan tastisch," stelde hij nuchter vast. Bent u hier al vaker geweest? Ja, na tuurlijk," liet ze er op volgen. „Enkele malen. Ik vind het hier ook wel prettig. Bovendien is Bonn hier dichtbij, een half uurtje met de tram. Een heel mooie stad. Prachtige winkels. Ik ben ervan overtuigd, dat u Bonn ook mooi zult vinden." Een poosje liepen ze zwijgend verder. Opeens vroeg ze: „Bent u in al die plaat sen geweest, waar we nog zullen ko men?" Hij knikte. „Ja, met de wagen. „Maar dat is al enkele jaren geleden. Sinds de dood van mijn vrouw ben ik nooit meer met vakantie geweest. Ik had er geen zin meer in. Bovendien.het bedrijf groei de de laatste jaren zo snel en ik had derhalve ook geen tijd. Maar nu moest ik wel." „Moest u? Waarom?" „Van m'n dokter. Zoals ik u al gezegd heb gisteravond: een tikkeltje te hoge bloeddruk. Dus ben ik min of meer voor m'n gezondheid op reis." Ze keek hem van terzijde aan. „Ei genaardig," mompelde ze. „Voorzover ik u ken sinds we uit Arnhem vertrokken zijn, zie ik u als een bijzonder rustig mens. U maakt helemaal niet de indruk, dat u wat overspannen bent." Hij lachte. „Ik zelf vind ook van niet, maar mijn dochter ontgaat niets en ze zei al weken, dat ik er slecht uitzag. Op haar aanraden ben ik naar de dokter ge gaan." „En die adviseerde dus: Ga met va kantie." „Zoiets. Och, en toen had ik er eigen lijk wel zin in. Apropos, voor we aan boord gaan, heb ik nog een vraag. Gaat u mee naar Bonn vanavond?" Hij wees naar de tram, die juist passeerde. „Dat ding brengt ons er in een half uur." Ze trok haar wangen samen en fronste de wenkbrauwen. „Wat kost dat?" „Die tram? O, twee of drie Mark re tour, denk ik." Oké. Dan betaal ik het zelf. Hoe laat wilt u gaan?" „Meteen na het eten. Dan kunnen we nog profiteren van het daglicht. De tram komt midden in de stad." Ze knikte. „Afgesproken. Alleen zou ik het nooit durven. Ik weet hier immers heg noch steg?" Hij lachte. „Je komt hier altijd terecht; je vraagt enkel maar naar de Rijn." HOOFDSTUK 8 De Haan vraagt en geeft zelf antwoord. Bonn viel haar tegen. „Het zal wel chauvinistisch zijn," zei juffrouw Ver leun aarzelend, toen ze nabij de Rijn op een terras zaten, na de stad bekeken te hebben, „maar ik vind Utrecht mooier." „Bent u Utrechtse?" „O nee, ik kom oorspronkelijk uit Den Haag. Toevallig ben ik in Utrecht op school gekomen. Maar dat neemt niet weg, dat ik me er thuis voel. Ik vind de stad gezelliger, prettighoe moet ik het zeggen?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1970 | | pagina 3