GOED speelgoed t TiCOHUIS Boekhandel MARKUSSE J. Valkier a. Vorkheftruck-chauffeer b. Personeel voor onze sorteerloods Zin of geen zin maar de plaat heeft DUAL- en GARRARD-DEALER Dinsdagsmiddags gesloten Sterven blijft onoverkomelijk Hygiënische art. Maison Aubert Mijn vrouw, mijn superieur LANGE DELFT 32 MIDDELBURG TELEFOON 01180 - 40 34 Wij hebben weer nieuwe voorraad in MULTO-BANDEN en INTERIEURS, o.a muziekpapier, milimeterpapier, ruitjespapier, rekeningpapier, enz. WISSENKERKE. Voor spoedige indiensttreding gevraagd: Sollicitaties worden ingewacht door: N.V. Handelmaatschappij Kortgene, Telefoon (01108) 3 43. MIDDELBURG LANGERE LEVENSDUUR??? SLECHTS EEN ENKELING HAALT DE 164 JAAR Staan de diepvriesmensen over 2i/2 eeuw levend op? Toen Pierre Joubert in 1914 te Quebec overleed, had hij de leeftijd van 113 jaar en 100 dagen bereikt. Maar in de Sowjet-Unie lachen ze nu om dit Canadees record. In 1956 gaven de Russische Posterijen een zegel uit ter ere van Mahud Aivazov, die toen de leeftijd van 148 jaar had bereikt. Maar nog bonter maakte het de hardnekkig dooi-levende Shirali Mus- linov, die op 20 mei 1969 zijn 164-ste verjaardag vierde. Hij woont in de bergen van Azerbeidsjan, in het oosten van Transkaukasië en hij werkt nog steeds enkele uren per dag in de boomgaard. Muslinow is overigens maar één van de 183 zeer oude mensen in dit gebied, waar liefst 0,5 °/o van de bevolking 90 jaar of ouder is. Hoewel het natuurlijk waar is dat hoop doet leven, behoeven wij in de westerse wereld niet te hopen dat in de komende decennia de maxi male levensduur op spectaculaire wijze verlengd zal worden. In het Chemisch Weekblad poneert de biochemicus drs. D. L. Knook de stelling dat wij in de naaste toekomst op zijn gunstigst kunnen hopen op een ge middelde levenslengte, die ligt in de buurt van tachtig jaar. Gemiddelde levensduur van de man loopt weer terug 1 Dankzij de verbetering van medische voorzieningen en hygiënische omstandig heden is de laatste honderd jaar de ge middelde levensduur in onze westerse maatschappij sterk toegenomen. Dat geldt ook voor Nederland, zoals blijkt uit de zogenaamde sterftetafels, die zijn op gesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. In de jaren 1840-1851 bedroeg de ge middelde levensduur voor de Neder landse mannen 36,2 jaar, die van de vrouwen 38,5 jaar. In de periode 1870- 1879 was er nog maar heel weinig in deze toestand veranderd. Omstreeks 1900 bedroeg de gemiddelde levensduur van de Nederlandse mannen 51 jaar, die van de vrouwen 53,4 jaar. Sindsdien is die gemiddelde levensduur met spron gen gestegen. In de jaren 1931-1940 be droeg de gemiddelde levensduur van de mannen 65,7 jaar, die van de vrouwen 76,2 jaar. De hoogste gemiddelde levens duur van de Nederlandse mannen werd genoteerd in de jaren 1956-1960 (71,4). Sindsdien treedt er een lichte daling op, een teruggang die hoofdzakelijk te wij ten is aan het frekwenter optreden van hart- en vaatziekten en bepaalde vormen van kanker, vooral longkanker. In de periode van 1961-1965, toen deze terug gang zich reeds begon af te tekenen, steeg de gemiddelde levensduur van de Nederlandse vrouwen nog tot liefst 75.9 jaar. Er is dus een duidelijk verschil tussen de beide seksen, een verschil dat zowel bij gehuwden als ongehuwden wordt aangetroffen. Uit de statistieken blijkt tevens dat gehuwden over het algemeen meer kans hebben om ouder te worden dan ongehuwden, dat degenen die buiten de stad wonen de gerechtvaardigde hoop kunnen koesteren dat zij langer van hun A.O.W. kunnen genieten dan zij die in de stad wonen, dat de zwaargewichten geringere kansen hebben om oud te wor den dan zij wier gewicht normaal is en dat het roken van sigaretten, vooral wan neer dat meer dan één pakje per dag is, niet bevordelijk is voor het bereiken van een hoge leeftijd. Op naar de tachtig. Moeten we dan om zeer hoge leeftijden te kunnen bereiken met zijn allen emi greren naar Azerbeidsjan? Of zal dat binnen afzienbare tijd ook in Nederland mogelijk zijn tengevolge van ontwikke lingen in de biochemie? Drs. Knook heeft zijn twijfels hierover. Hij vindt trouwens dat in de eerste plaats ge streefd moet worden naar een verlenging van de vitale levensduur, waarbij het ouder worden niet begeleid wordt door vervelende verschijnselen. Een wereld vol seniele oudjes is nu eenmaal geen aanlokkelijk toekomstbeeld. Wel verwacht drs. Knook dat als ge volg van verbeterde technieken in de ge neeskunde de gemiddelde levensduur in de toekomst nog zal toenemen. Maar spectaculair zal deze verlenging" niet zijn. Berekend is dat na eliminatie van alle hart- en vaatziekten en nier aandoeningen de gemiddelde levenslengte in de Ver. Staten niet meer dan 7,5 jaar zal toenemen. De uitbanning van kanker zal hier nog 1,5 jaar aan kunnen toevoe gen. Een gemiddelde levenslengte van 80 jaar lijkt vanuit de gezichtshoek van de orthodoxe geneeskunst gezien het beste wat er te hopen valt. Maar geven de transplantatiemogelijk heden geen nieuwe hoop? Bij verbeterde immunisatietechnieken zullen inderdaad transplantaties op grotere schaal dan tot nu toe mogelijk zijn. Maar zelden doet zich de situatie voor dat één enkel or gaan veel meer versleten is dan de rest van het lichaam en het plaatsen van een nieuwe ruilmotor in een oude, doorge roeste auto levert slechts voor korte tijd voordelen op. Een werkelijke controle van het verouderingsmechanisme zal misschien pas na veel fundamentele re search mogelijk zijn, zo meent drs. Knook. Diepvriesmens. In de Ver. Staten zijn twee maatschap pijen opgericht, die hun cliënten voor een bedrag van 10.000 dollar de stoffe lijke onsterfelijkheid garanderen. De par ticipanten zullen direct na hun dood bij min 270 graden in dormitoria worden ondergebracht. Achter de begraafplaats in het Washington Memorial park staat al een pakhuis voor de opslag van deze „schijndoden". Volgens de folders van deze maatschappijen zal omstreekt het jaar 2250 de wetenschap is staat zijn de ontdooide lichamen weer tot leven te wekken. Wie 250 dollar extra betaalt, zal op de dag van ontdooiing dit be drag als zakgeld terug ontvangen (en de waardedaling van het geld dan?). Drs. Knook gelooft echter niet zo in de (her)levingskansen van deze „diep vriesmensen". De beschadiging die door het invriezen aan weefsel en cellen wor den toegebracht, acht hij zo groot, dat de „schijndoden" wel in echte doden zullen veranderen. Wel zouden beschadigingen aan de zenuwcellen voorkomen kunnen worden door de hersenen uit het lichaam te isoleren en afzonderlijk onder ge schikte condities op te slaan. Er zijn op dit punt al experimenten met dieren uit gevoerd, Maar de problemen die hierbij op allerlei gebied voor menselijke her senen opdoemen zijn nauwelijks voor stelbaar. Dus houden we het er maar voorlopig op, dat de mens als alle le vende wezens eens zal moeten sterven. voor dames en heren. Gratis prijsert. in blan co gesl. br. Gratis te spreken v. 108 u. v. Galenstr. 14a (zijstr. Goudse Rijw.) R'dam-1, Tel. 010-111561 (reeds 50 jr. gevestigd). Fa Ouweneel v.h. C. Harinck Juwelier Horloger Lange Vorststraat 35, Goes - Tel. 01100-6629. FEUILLETON De jongen keek verrast op „Meent u het?" „Zeer zeker. Zeg maar tegen je meis je, dat ze hier voortaan welkom is. Op elk uur van de dag." Voor de tweede maal de kamer betre dend, was Lientje nog wat verlegen, doch Kersberger begroette haar hartelijk en zei: „De Kersbergers hebben altijd een goede smaak gehad in de keuze van hun partners.. Neem m'n dochter maar: Erik is een reuze kerel. En Willems keuze heeft nu m'n bewondering. Ik ben een beetje te voorbarig geweest, Lientje, maar dat moet je een oud wordende man maar vergeven. En., en., o ja., geen meneer en mevrouw meer, hoor. Zeg maar gewoon pa en moe of vader en moe der, net wat je wilt." Het meisje keek blij verrast op na deze hartelijke toast en in een spontane im puls liep ze op de man toe, pakte zijn gezicht met beide handen en drukte een kus op zijn wang. „Dank u wel, vader, dat is ontzettend lief van u." Daarna liep ze naar de vrouw en kuste haar even eens. „En van u ook, moeder." Mevrouw Kersberger greep aangedaan de hand van het meisje en streelde die even. „Kind, je bent me al haast even lief als m'n eigen dochter." Ria maakte er een grapje van. „Nu je ook geregeld thuiskomt, zul je hier niet zo vaak meer komen, of wel?" Lientje knipoogde. „Ik vind het veel te leuk bij jullie om weg te blijven." Erik knikte voldaan. „Kijk eens aan. Altijd wel geweten dat ik nog wel wat charmes bezat en een knappe jongevrouw kon boeien." „O, maar ik kom niet alleen voor jou!" antwoordde het meisje ondeugend. „Wat een verbeelding hebben die man nen altijd, hè?" Ria knipoogde even naar Erik. „O, dank je wel," mengde Willem zich in het gesprek. „Ik soms ook?" „Jij bent geen haar beter, broer. Doch als je geen ergere ondeugden hebt, valt het wel mee." „Heb ik ondeugden, Snuffie?" Lientje fronste opeens haar wenk brauwen. „Dat is er één. Wat hadden we afgesproken?" „Hoe noem je haar?" vroeg Ria ge amuseerd. „Sorry, schat, ik zal het nooit meer doen," beloofde Willem lachend. „Ze hebben het nu toch al gehoord. Zo kinderachtig, dat Snuffie," mopperde het meisje. „Wat steekt daar nu achter ik vind het wel leuk. Sinds onze verkering noem ik mijn vrouw vaak Dotje." Lien keek de vrouw aan. „Vind jij dat goed?" „O ja, waarom niet? Ik hoor het liever dan helleveeg." „Zegt hij dat dan ook wel eens tegen je?" informeerde Willem liefjes. „Welnee, kindersHet is Dotje voor en Dotje na. Geneer je dus maar niet over dat Snuffie, hoor. Zo zijn mannen." Hoe kom je aan dat troetelnaampje?" vroeg Erik lachend. „Als je het toch verteltLientje keek haar vriend dreigend aan, zodat hij zijn armen uitspreide en antwoordde: „Jullie horen het, hè? Nog niet getrouwd en nu zit ik al onder de plak." Lientje trok hem aan z'n haren en haar stem klonk heel anders, toen ze zacht zei: „Toch ben je wel lief, jongetje. Erik kwam overeind. „En dat is ten slotte het belangrijkste. Houden zo, jon gens. Wat zal het zijn? Cola? Ria, had jij het niet over een slaatje? Zal ik die gelijk meenemen?" „Jullie verwennen ons schandalig," pi-otesteerde Lientje. „Ik ben in een half jaar acht pond aangekomen. Eerlijk. Ik doe niets anders dan jurken vermaken." Ria bekeek het meisje eens. „Je bent nog niets te dik, hoor." „Ik ben blij, dat ze de laatste tijd wat molliger is," verklaarde Willem droog. „Heb ik wat meer houvast aan haar." Lientje keek trots naar de jongen. „Hij is zo adembenemend sterkHij kan me zo van de grond tillen en op zijn schouders zetten Soms ben ik wel eens bang voor hem." „Werkelijk?" Ria geloofde er niet veel van. Hij kent z'n eigen kracht niet, eerlijk. Ik heb wel bekekenals ik later met hem getrouwd ben, zal ik niets in te brengen hebben." „Dat zal wel loslopen," meende Ria nuchter. „Als ik later met je getrouwd ben, Snuf fie," begon Willem op lijzige toon, „dan begin ik met. „Willem.... als je het toch durft te zeggen, wordt ik woedendRia zag, dat het meisje begon te kleuren. Hij haalde rustig zijn schouders op, ge nietend van het sukses. „Zit ik nu onder de plak of niet? Mag ik nog niet eens wat vertellen van m'n plannetje Lientje gromde: „Het is me nog al wat moois. Houd het maar voor je, dat is veel beter." Nog geen huis in zicht?" Informeerde Erik, die terug kwam met glazen Cola en het slaatje. „Hou maar op, we gaan om beurten naar het woningbureau: de ene week Lientje, de andere week ik. Resultaat: nihil. Meneer, u staat nog geen jaar in geschreven. Dat weet ik, en? Er staan zoveel paartjes al jaren ingeschreven. O juist, is dat mijn schuld? U moet so ciaal denken. O ja? Hoe doe je dat? Moet je daarvoor een tik van de molen gehad hebben? U hoeft niet iedere week terug te komen; als wij wat voor u hebben, krijgt u wel bericht. Vreselijk aardig, meneer. Wat denkt u, zal ik tegen m'n zilveren verloving al een briefje hebben? U moet niet zo pessimistisch zijn, wij kunnen ook geen ijzer met handen bre ken. Dat verlang ik ook niet. Ik vraag enkel maar een huis; wat u met ijzer wilt doen, is u\v zaak. U bent een grap jas, meneer. Dank u voor 't compliment, maar ik heb toch liever een huis Het drietal zal te schudden van het lachen. „Hou op, Willem. Zo moet je niet praten, dan jaag je de mensen tegen je in het harnas." „Die bestaan niet meer, of ze zullen er een moeten jatten in een museum." Lientje zei: „Hij weet overal antwoord op, die gek. Ze zullen op dat woningbu reau ook wel eens denken: Wat zal hij de volgende keer weer voor argumenten hebben?" „Zal me een zorg zijn, wat ze denken. Ik kom enkel maar om een huis, omdat we willen trouwen. Mag dat alsjeblieft? We zijn beiden een en twintig. Maar die woningbureau-vent zegt: Zodra u samen vijftig bent, hebt u voorrang. Dat is vier jaar wachten. Je zou haast denken, dat het een misdaad is, als je pas een en twintig bent." „Kan je baas niets voor je doen?" vroeg Erik belangstellend. „Die zak. „Willem!" Lientje keek hem bestraf fend aan. Neem me niet kwalijk, Snuffie, maar soms zit het je wel eens tot hier. Weet je, wat die antwoordt, als je het hem vraagt? Meneer, ik ben werkgever, geen huizengever. Daarvoor moet u bij het woningbureau zijn. Ook een standpunt, hè? Da's nog zo'n ouderwetse, weet je wel? Die z'n mensen beschouwt als ar beiders, die blij mogen zijn, dat hij werk voor ze heeft." „We kijken al uit naar ander werk, waar misschien een hqis bij is," vulde Lientje aan. „Laatst was er een baan in Willems vak. Hij schreef er meteen op, maar er waren wel vijftig sollicitanten." „Waarschijnlijk meer om 't huis dan om 't werk," dacht Erik hardop. „Vanzelfsprekend. Werk is er zat te krijgen. Zeg, Erik, is er bij jullie in het bedrijf niets voor mij?" Waarschijnlijk wel, maar geen huizen. De direktie heeft al enkele huizen laten bouwen, maar dat is ook een druppel op een gloeiende plaat." „Ellendig, die woningnood, zei Ria, ter wijl ze zich in de slaapkamer ontkleedde, nadat Erik de gasten uitgeleide had ge daan en ook binnen was gekomen. „Tja, wat zul je er aan doen? Resul taat van een verkeerd beleid en een ver keerde politiek sinds de bevrijding. Dat is van het begin af aan glad verkeerd aangepakt. Nu zit de jongere generatie met de brokken." „Ik had er wel duizend gulden voor over, als ik ze kon helpen," Verklaarde Ria, haar armen om zijn hals slaand. „Dotje, ik denk er net zo over. Daarom zal ik m'n voelhorens eens uitsteken. Als er ergens eens wat te koop is, niet te gek duur, al is het niet nieuw, moes ten we eens overwegen, of we hen niet aan een hypotheek kunnen helpen. Voor er ongelukken gebeuren. Want dat die twee stapel op elkaar zijn, hoef je niet te vragen." Ze trok hem dicht tegen zich aan. „Zouden ze meer van elkaar houden dan wij, Erik?" Hij kuste haar. „Kind, dat is geen ver gelijking. Wij zijn getrouwd en hebben een huis. En onze grote wederzijdse lief de. Wij kunnen ons volkomen uitleven, iedere keer weer opnieuw, terwijl zij zich nare beperkingen op moeten leggen. Of ben je soms vergeten van die avond aan zee? Toen waren wij ook dicht bij de uiterste grens vrouw." „Ja. Ik denk niet, dat ik ze zou kunnen veroordelen, als ze zich zouden laten gaan." Nog geen drie maanden later kreeg Ria de gelegenheid om te bewijzen, dat ze begrip kon opbrengen, want op een zaterdagmorgen stond Willem onver wacht bij Ria in de kamer. Erik was even de stad in om de auto te laten door smeren. Wordt vervolgd. door Lena Schagen

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1970 | | pagina 2