Is er meer dan één universum cfe Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 13 december 1969 no. 3381 Vervolg leefbaarheid Noord-Beveland Mijn vrouw, mijn superieur w Hoe vind je de zaterdagavonden in het dorp? En hoe op Noord-Beveland? Enkele weergaven: „Ik vind de zaterdag avonden niets. Er moet veel meer zijn voor de jongeren. Nu moet je maar op straat lopen of naar de teevee kijken. Er moeten veel meer films gedraaid wor den en ook moeten er. gebouwen zijn waar je als jongeren bij elkaar kunt ko men, zoals in Kapelle bijvoorbeeld". (Be doeld werd het jeugdgebouw de „Canus") „In ons dorp is niets te beleven. Het grootste trekpleister is Kortgene". „Op de meeste dorpen is het niets. Je ziet er geen kip". „Stil en verlaten". „Saai, zeer saai". „Ik wou dat er eens meer film was of eens meer instuif voor ouderen". „Ik ga zaterdagsavonds nooit op pad". „Saai, zeer saai, ze gaan allemaal naar ivortgene of Goes, waar ze gelijk in heb ben". Iedereen vond de zaterdagavonden des zomers wel leuk! Als je vindt dat er te weinig te beleven valt op Noord-Beveland, wiens schuld is dat dan? De schuld werd gegeven aan de gemeen ten. Er zaten veel te veel oude mensen in de gemeenteraad, aldus de jongeren, die niets van de jeugd weten of wilden we ten. (Dit wordt in vraag 18 nog nader be keken). Enkelen vonden dat de meisjes en jongens zelf de schuld waren, want die deden niets liever dan naar de teevee staren! De bevolking van Noord-Bcveland loopt achteruit, wat zou er tegen gedaan kun nen worden? Heel velen zeiden dat er niets aan te doen is. Anderen: Er moet industrie ko men, meer huizen bouwen, meer werk gelegenheid proberen te scheppen. Een opmerkelijk antwoord was wel: „Er is niets aan te doen. Vooral jonge ren willen graag naar de grote steden. Ze willen door niemand herkend worden. Op een dorp kent iedereen iedereen". Wat vind je van het aantal sport-speel- velden? Men vond dat ieder dorp een sportveld moet hebben met daarnaast een speel veld waar men altijd zomaar een „bal letje kan trappen". Wil je hier in de toekomst blijven wo nen? Waarom wel of niet? De meesten wisten hier nog geen ant woord op te geven, 't Was maar net met wie je trouwde of wat voor werk je ging doen. Als er nu eens geld was om een heleboel voorzieningen te treffen, moeten die dan voor Noord-Beveland in één kerndorp? In elk dorp? Of moeten we omschakelen naar Goes of Middelburg? De meerderheid wilde in elk dorp voor zieningen treffen. Zouden de kerken een voorbeeld van sa menwerking kunnen zijn? Zo ja: op welke gebieden zou dat mogelijk zijn? De meesten lieten deze vraag onbeant woord. Die ze wel beantwoord hadden, schreven het volgende: Misschien. Een algemene kerk. Kerken moeten instuif oi-ganiseren. Gezamenlijke collectes hou den voor een bepaald doel. Praatavonden organiseren. Zouden de scholen ook samen kunnen werken? Op welke manieren dan? Enkele antwoorden: Op iedere plaats maar één school, dus fusie. Grote scholen moeten leerlingen afstaan aan kleine scholen. Gezamenlijke zwembaden en gymnastieklokalen. Een groot schoolge bouw voor heel Noord-Beveland bouwen. Samen schoolreisjes. Onderlinge sport wedstrijden organiseren. Wat vind je van de gemeenteraad van Wissenkerke of Kortgene? De meisjes en jongens vonden de ge- meentei-aden niet goed samengesteld. Er moeten meer jongeren in komen die ook de stem van de jeugd kunnen vertegen woordigen. Hoe zou je graag een gemeenteraad sa mengesteld zien bij de verkiezingen van 1970? Er moeten oude en jonge mensen inzit ten. Het moeten mensen zijn die er ook iets van af weten, die wel eens iets van de wereld gezien hebben en ook de wensen van de jongex-en willen aanhoren. Er moeten meer mensen komen die ge specialiseerd zijn, dan wordt er niet zo veel geleuterd. In het jaar 1761 publiceerde in Augs burg een zekere meneer Lambert zijn ..Kosmologische brief" en deze hield een bijzonder gewaagde theorie in. Het ge volg hiervan was, dat velen lachten om de schrijver van de brief en toch. Johann Heinrich Lambert was de zeer begaafde zoon van een kleex-maker in de Elzas. De jongen werkt zich door gx-ote vlijt op tot boekhouder en later tot se cretaris van een professor in Bazel. Zijn liefde ging uit naar de astx-onomie en zijn publikaties wax-en van dien aard, dat zij zelfs door de geleerden werden gewaar- deei'd, hetgeen tenslotte resulteerde in zijn lidmaatschap van de Academie voor Wetenschappen te Berlijn. Wat had Lambert nu in zijn in 1761 gepubliceerde brief gezegd? Ons zonne stelsel is een deel van een groter systeem en dit weer een deel van ons gehele uni versum en dit universumis weer een deel van een nog veel groter geheel. En zo gaat het verder tot in het onein dige. Natuurlijk was dit laatste iets zeer bijzonders en het gevolg was, dat de theorie van Lambert in de handboeken der astronomie hoogstens als curiostiteit genoemd werd. Is er een oneindig? De strijd der meningen over het be grip „oneindig" is vooral in de laatste tijd in de astronomie weer heftig ont brand. Is dit slechts een mathematisch begrip, of is er in de realiteit iets, dat werkelijk oneindig groot is? Dat is de vraag! De idee van een onbegrensd, maar niet Ik doe niet aan politiek. Ik zou graag willen dat ook wij onze mening mochten geven. Speciale man voor de recreatie. Wissenkerke en Kortgene samen. Meer jongeren, want in de gemeente gaat alles veel te langzaam. Moet er op ons eiland industrie komen? Wie moet daar voor zorgen? De meesten voelden niet veel voor in dustrie, maar als het er kwam moest het industrie zijn, waar je geen vieze rook en afval van had. Wat weet je van de luchtverontreiniging? De meesten wisten van de luchtveront reiniging niets te vertellen. Enkelen wis ten te vermelden dat je in het Sloe luchtverontreiniging had en dat het in de toekomst wel erger zou worden. De gras drogerij noemde men voor Noord-Beve land de enige luchtverontreiniger. J. C. Kouwer, Geesrdijk. Als laatste editie volgen de antwoorden van mensen rond de 20 die bovenstaande 21 vragen ook hebben beantwoord en die soms weer tot andex-e en zeker net zo belangrijke conclusies zijn gekomen. oneindig universum, zich bevindend in een onvoorstelbare vierdemensionale su per-ruimte, was tot voor enige tientallen jaren de wijze waarop de meeste kos- mologen het geheel zagen. Men zag onze wereldruimte als een bol, binnen welke al onze zonnestelsels. Een lichtstraal die van de aarde uit de ruimte inpriemt, zou dan na enige mil jarden jaren uit tegenovergestelde rich ting terugkomen. En men meende, dat de astronomen dus heel voorzichtig moesten zijn, wanneer zij een ver verwijderd ster rensysteem ontdekten en dienden na te gaan of ze niet te doen hadden met de weerkaatsing van een ander sterrensys teem aan de tegenovergestelde zijde van onze wereldruimte. Een explosie het begin? Hoe verder een sterrensysteem van ons verwijderd is, met zoveel grotere snelheid verwijdert het zich van ons. Dat was oor zaak'van de zogenaamde ï-ood-verschui ving van de spectraallijnen, bekend onder de naam „Dopplereffekt". Wanneer een lichioron zich van ons verwijdert, wor- den de lichtgolven als het ware uit el kaar getrokken en licht van een lange golflengte is roder, dan van een korte golflengte. Het gevolg van een en ander was, dat men door de theorie van het steeds uitdijend heelal aannam, dat dit zich voltrok volgens de regels die gelden voor een explosie. Toen men de snelheid berekende waar mee de sterrensystemen zich van ons verwijderen, kon men ook het tijdstip waarop en de plaats waar in ons univer sum de aangenomen explosie zou hebben plaatsgevonden, vaststellen. Een en an der zou miljarden jaren geleden zijn ge peurd. Was dat tijdstip en die plaats het begin van alles? Maar hiermee begon ook het verschil van mening onder de ge leerden. Wat was er dan voordien? Had het begrip tijd hier zijn zin verloren? Is het universum, zoals wij dat met onze kijkers binnendringen en met onze radiotelescopen afzoeken, werkelijk een bol met een zekere middellijn? Als dat waar is, dan bestaat de mogelijkheid, dat zich buiten onze ooi nog andere bollen (universa) bevinden. Antimaterie. De moeilijkheid is dat nooit een levend intelligent wezen in staat zal zijn vanuit zijn bolvormig en beperkt heelal iets waar te nemen van een eventueel ander bestaand eindig heelal. Maar dit alles is niet alleen een mogelijke speculatie. Er is ook een antimaterie. De kernen van de atomen van onze materie zijn positief elektrisch geladen, terwijl de daaromheen draaiende elektro nen negatief geladen zijn. Waarom? Einstein stelde zich indertijd ook reeds deze vraag. Men heeft inmiddels van bij na alle elementdeeltjes van onze mate rie „antideeltjes" gevonden. Er zijn der halve ook tegengestelde atomen met een negatief geladen kern en positief geladen elektronen. Maar deze antimaterie is in ons universum niet bestendig. Elk antideeltje smelt samen met een gewoon deeltje, wanneer ze elkaar ont moeten en ontwikkelen zich tot energie. En precies zo moet het een willekeurig materie uit ons heelal vergaan, wanneer het een deeltje ontmoet uit een heelal waar antimaterie de gewone stof is. Aan gezien het niet voor de hand ligt, dat er bij het ontstaan van het alles een voor keur heeft bestaan voor een bepaald soort materie, is het zeker niet ondenkbaar, dat er naast ons universum een zuster- universum zou bestaan van wat wij noe men „antimaterie". Atomen en universa. In Engeland lanceerde onlangs de ge leerde, P. F. Browne een theorie die sterk doet denken aan die van tweehonderd jaar geleden van Lambert. Volgens Browne kan elk universum gezien wor den als een elektron van een groter ge heel, dat als atoom zou kunnen worden beschouwd. Dit alles is mogelijk, zonder dat het in strijd zou komen met de gel dende wetten van de theoretische natuur kunde. Elk universum met zijn onmetelijk vele onderdelen is als geheel slechts een klein deeltje van de superkosmos. De elektronen van onze materie zou den omgekeerd ontelbaar veel universa zijn van kleinere afmetingen. Wanneer wij deze gewaagdste van alle theorieën als basis nemen, dan volgen daaruit nog meer opzienbarende zaken. De door de vaste sterren in de loop der miljarden jaren in het heelal uitgestraal de energie zou zich weer omvormen tot elementaire deeltjes van onze materie. Hiermee zou een reeds oude vraag opge lost zijn. Onze kosmos dijt niet uit, maar het rodere licht van een ver verwijderd sterrenbeeld zou een effect zijn van de afgegeven energie onderweg. Op de zelf de wijze zou men de tot nu toe onver klaarbare roodverschuivingen in licht van andere kosmische stralingsvelden kunnen verklaren. Ons heelal zou dus een vaste middellijn hebben, er zijn nieuwe aanwijzingen voor de afbuiging van een lichtstraal door het gravitatieveld van een ster, die een betere verklaring zijn dan de relativi- theorie van de Engelse geleerde schijnt teitstheorie. Ieder commentaar op deze sensationele voorbarig. Met het onvoorstelbare be grip „oneindig", dat door Nietsche het „verschrikkelijke" werd genoemd, wor den wij in deze theorie sterker gecon fronteerd dan ooit tevoren. Maar het grote alles zal vermoedelijk wel zo ge bouwd zijn, dat wij kleine stervelingen het met ons bescheiden verstand niet kunnen bevatten. (Nadruk verboden). Nu wij via dit blad zijn geïnfox-meerd over de „leefbaarheid van Noord-Beve land", zoals dat is besproken op de ambts dragersvergadering van 24 november j.l., wil ik graag enkele opmerkingen maken. De geachte inleider, dr. Ubink, kon weinig positiefs t.a.v. Noord-Beveland mededelen. Met andere wooi-den: er wordt vanuit Middelburg niets gestimu leerd «waaruit een verdere uitbouw van Noord-Beveland blijkt. Het is als groen strook gepland en dient dit te blijven. Dit houdt in, dat er geen of nagenoeg geen woningwetwoningen voor perma nente bewoning gebouw kunnen worden. (De recreatieve sector laat ik hier buiten beschouwing). Alleen voor particuliere bouw liggen er mogelijkheden. Op enke le dorpen komt deze particuliere bouw enigszins van de grond. Maar wat te doen met de kernen die geen particuliere bouwers hebben? Zij zijn tot stilstand gedoemd en stil stand in een dorp is achteruitgang. Op een vraag aan de geachte inleider be treffende deze stilstand en achteruitgang n.l. „hoe lang het duurt tot een dorp, dat geen nieuwe huizen gebouwd krijgt, met het gevolg dat alle jonge mensen die trouwen het dorp verlaten en er zodoen de een oudere bevolking overblijft, ge degenereerd is tot een onleefbaar dorp", kon of wilde hij zonder dit te zeggen geen antwoord geven. Wanneer is een dorp onleefbaar ge worden? Is dat het pas als er geen enkele winkel meer open is, als de school geen leerlingen meer heeft, als het kerkelijk leven alleen nog maar bestaat uit één kerkdienst per week, als er geen enkele vereniging meer is? Of begint een dorp onleefbaar te worden als deze symptomen zich alleen maar aantonen? Vragen waar op ik, ondanks verschillende vergaderin gen over dit onderwerp bezocht, nog geen duidelijk antwoord heb gekregen. Deze zaak wordt op zijn beloop gela ten. Volgens mij zullen wij dit beleid van stilstand (achteruitgang), langs ge ordende weg moeten trachten om te bui gen tot één van vooruitgang. Deze voor uitgang kunnen we alleen bereiken door het bouwen in eerste instantie van meer woningen, zoals in het verslag al ge noemd en door iedereen bepleit. Maar alleen met woorden op een ver gadering zal het niet lukken. Wij zullen gezamenlijk als kerken, vakbeweging en standsorganisaties naar buiten (Middel- bux-g) moeten tx-eden en zo trachten (ei sen) dat Noord-Beveland als woongebied wordt aangewezen, met gevolg dat dit gestimuleex-d wordt door een toewijzing voor het bouwen van woningwetwonin gen. Reacties gaarne tegemoetziende. T. G. KOOLE. Kats, le Deltaweg 11. Een gewaagde theorie zegt Onze kosmos heeft een vaste middellijn FEUILLETON Ze keek er enige tijd op. „Hebben we dat allemaal opgegeten in deze dagen?" „Ja. Bovendien heb ik ook wat ge kocht voor onszelf. Of ben je vergeten, dat wè pas tegen negen uur thuis zijn?" „Dat is waar ook. Vandaar die flessen melk. Erik, jij denkt overal aan, hè?" Ze keek hem verheerlijkt aan. „Ik probeer het. Hoe krijgen we alles binnen? Is er niet ergens een tas?" „Ik heb een mand gezien. Wach maar". Om vijf uur zaten ze aan hun laatste maaltijd in het zomerhuisje. Een gevoel van weemoed beving Ria. Het was zo prettig, elke dag weer opnieuw een dag vol geluk. Waarom kon Erik maar tien dagen krijgen? Morgen moest hij alweer aan het werk. Was deze heerlijke epi sode voorbij. Ze zuchtte. Hij begreep haar en pakte haar hand. „Niet zo somber, Dotje; we houden en kele fijne herinneringen over aan onze eerste huwelijksdagen. Nergens anders hadden we ze rustiger en intiemer kun nen beleven". Ze ging tegen hem aanliggen. „Erik, als je thuis kunt komen, waar je ook bent, doe je het dan?" „Als het moet, met het vliegtuig, Dot je". „Heus?" „Op m'n woord. Ja, wat dacht je? De wetenschap, zo'n schat van een vrouwtje thuis te hebben, dat op me wacht en dan niet komen als de mogelijkheid er ook maar enigszins is? Waar ziet u me voor aan, mevrouw Van Boot? Voor een mum mie?" door Lena Schagen In een opwindende impuls duwde ze hem met stoel en al achterover, zodat hij op de grond viel, terwijl ze zelf mee op de gx-ond kwam. Haar lippen wild op de zijne drukkend, fluistei'de ze: „Erik.... geweldige man.... ik ben trots op je, op alles van je.ik heb je lief met ie-. dex*e vezel van m'n lichaam!, Houd van me, Erik, houd elk ogenblik van me, zo veel als je kunt geven.laten we ge lukkig zijn en dit laatste uux-tje hier uit buiten! Erikliefste HOOFDSTUK 8. Ria van Boot rekende met de taxi chauffeur af, gaf een flinke fooi en knikte hem vx-iendelijk toe. Terwijl ze achterom liep naar de keuken, bekeek ze de uitgestorven najaarsbloemen. Nu komt de winter. Vannacht heeft het al gevro ren, je kunt het aan de bloemen zien. Het groen is al zwax-t en dood. Nog enke le weken, dan is het jaar om. In de keuken was haar schoonmoeder aan het werk. „Hallo, mam!" Ze boog zich voorover en kuste de vrouw. „Alles goed hier?" Ze wilde doox-lopen naar de kamer, doch mevrouw Van Boot pakte haar bij de arm. „Wacht eens eventjes". Ria dx-aaide zich verwonderd om. „Is er wat?" Mevrouw Van Boot wenkte met haar hoofd naar de kamer. „Felie is ex-", zei ze zacht. „Gisteravond gekomen. Ze is ze is weggelopen. Van Bas. Ze wil schei den". Ria trok wit weg. „NeeWaarom? Is er wat gebeux-d?" „Vanzelf. Je px*aat zo maar niet over scheidenHoe haalt ze het in haar hoofd!" „Dat is ook wat", antwoordde Ria zacht. „Erik en ik wax'en er veertien da gen geleden nog, op een zaterdagmiddag en avond. Ik kan me niet herinneren, dat ik iets gemerkt heb tussen die twee". „Ze heeft het zo lang mogelijk voor zich gehouden. Wat heb je er aan, als an deren ook te weten komen, dat hun hu welijk stuk is? Want daar komt het toch op neex-". „Wat verschrikkelijk, mam. Hoe moet dat nou?" „Ik weet het niet, hoor. Ze zegt, dat ze niet meer terug gaat. We zitten er nu mee. We kunnen toch ook moeilijk zeg gen: Vort, naar huis, naar je man, daar hoor je? Dat kan ik niet doen. En vader evenmin. Felie was altijd al vadex-s lie velingetje". „Dan kom ik wel ongelegen, hè?" „Waarom? Jij hoort nu ook bij ons. Denk je, dat ik jou wegstuur om Felie? Al is ze tien keer m'n dochter, jij bent nu ook een dochter van me. Ga maar naar binnen. Als ze het nodig acht, zal ze het zelf wel vertellen". „Ik ga toch maar liever weer naar huis „Niks ex-van. Als het doorgaat, moet Erik het ook weten en komt tenslotte ie dereen in de familie er achter. Misschien is het wel goed, dat jij er bent. Kun je Erik vanavond op de hoogte brengen". „Hij komt vannacht niet thuis. Ten minste, hij is vi'oeg weggereden naar Duisbux-g". „Nu ja, als hij dan thuiskomt. Ga maar naar binnen. Ik heb zo koffie". Een beetje aarzelend, zich met haar houding moeilijk raad wetend, betrad ze de huiskamer. Felie zat bij het raam een sigaret te x-oken. Evèn keken de vrou wen elkaar aan. „Hallo", begroette Ria haai-, „dat is ook toevallig?" Had ik dat mogen zeggen? Ria ontdeed zich van haar mantel en bracht die naar de gang. God, wat ziet ze er opeens slecht uit. Wie weet, wat ze allemaal heeft meegemaakt. Maar wat weet ik ei genlijk? Ze kwam terug en liep naar Felie, boog zich over haar heen en kuste haar op de wang. „Sorry, Felie", zei ze zacht. „Ik vind het erg voor je. Moeder vertel de, waarom je thuis was". Felie trok zenuwachtig aan haar siga- ret. „Dat is het goede woord: hier ben ik thuis. Wat m'n thuis was, is een aanflui ting geworden. Hij is al zover, dat-ie zich zelfs niet ontziet om in huis. Ria zakte naast haar neer en greep haar handen. Ze vloeide over van mede lijden. „Ik wilde, dat ik je kon helpen, Felie. Zou ik niet met Bas kunnen pra ten?" „Kind, het heeft geen enkele zin. Hij heeft genoeg van me, dat is het. O, het is niet van vandaag of gistex-en, hoor. Fei telijk al jaren. Maar altijd heb je hoop, dat hij terug komt en er spijt van heeft. In het begin was dat zo. En dan was ik maar weer zo gek om hem in genade aan te nemen. Het ging dan weer een poosje goed, tot er een ander in zijn leven kwam. Dan begon het van voren af aan. Ik heb al het mogelijke gepx-obeerd, het verbor gen te houden. In elk geval voor Ex-ik en m'n zusters en voor hier, voor vader en moeder. Wat heb je er aan, als ze het ge weten hadden? Dan zou vooral moeder zich er zox;gen over maken. Nee, dit moest ik alleen dragen en proberen te redden, wat er te redden viel. Maar hij is onver- betex-lijk. Ik kan hem niet meer beko- x-en.en als we nu maar kinderen ge had haddenze begon te huilen. Vol medeleven legde Ria haar arm om het schokkende lichaam. Wat wist je toch weinig van elkaar. Tot voor een kwartier had ze niet beter geweten, of Felie en Bas hadden een goed huwelijk. Terwijl het feitelijk al lange tijd dreigde te stranden. „Wat ellendig, Felie, maar misschien zie je het toch nog te somber. Misschien komt het nog wel in orde. Bas zal toch niet zo idioot zijn, om „Bas is een geslaagde zakenman en hij heeft geld. Twee feiten, waarmee je heel wat kunt doen. Als hij een gewoon man netje was, zoals er twaalf in een dozijn gaan, keek geen vrouw hem meer aan, want charmes heeft hij niet meer. Of misschien toch wel, want hij heeft iets over zich, dat je niet kunt definiëren. Een soox-t fluïdum, zeg ik dat goed? Hij heeft op de een of andere manier iets, dat vx-ou- wen aanti-ekt, vooral jongere. Ik weet het toch zelf? Toen ik hem voor de eex-ste keer ontmoette was ik meteen hopeloos vexliefd. In die dagen was hij nog niet zo'n schobbejak en ik gelukkig nog niet zo'n idioot, dat ik alles deed, wat hij wilde. Daarom kon hij er niet ondex-uit, dat hij met me trouwde. Hij wilde me bezitten en ik zei dat het kon, maar al leen via het stadhuis. O, hij hield in die tijd ook van me, hoor, erg veel. We zijn die eerste jax-en heel gelukkig met elkaar geweesi. Ik verti-ouwde hem volkomen en dat is toch een uitgemaakte zaak? Daar ben je toch man en vrouw voor? Het tegendeel was echter waax\ Aanvan kelijk kwam er nooit iets in me op, ook niet als hij een paar dagen weg was. Hij ging vaak op reis, naar gx-ote afnemers. Vergeet niet, dat hij veel exporteert naar grote concerns in het buitenland, waren huizen bijvoox-beeld. En dan moest hij soms naar confex-enties en ook naar beur zen: Brussel, Frankfort, Leipzig, Milaan, Hannover, waar hij ook altijd exposeer de. Soms belde hij me op, laat in de a- vond, uit zijn hotelkamer, honderdeix ki lometers ver. Dat vond ik altijd prettig. Dan zei hij bijvoox-beeld: „Felie, ik lig al in bed en ga straks van je dromen". Gek ke dingenje bent nu zelf getrouwd, dus je begx-ijpt wel, wat ik bedoel. En elke vrouw, die liefheeft, vindt het fijn. Dan voelde ik me gelukkig en wist: over twee of drie dagen is hij weer bij me. En als je dan achteraf hoox-t, dal hij met een ander in bed lag. als hij me belde en die onzin uitkraamde.... Het is toch zeker om door de gx-ond te zinken van schaam te?" Wox-dt vex-volgd.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1969 | | pagina 3