Is er meer
dan één universum
cfe
Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 13 december 1969 no. 3381
Vervolg leefbaarheid Noord-Beveland
Mijn vrouw, mijn
superieur
w
Hoe vind je de zaterdagavonden in het
dorp? En hoe op Noord-Beveland?
Enkele weergaven: „Ik vind de zaterdag
avonden niets. Er moet veel meer zijn
voor de jongeren. Nu moet je maar op
straat lopen of naar de teevee kijken. Er
moeten veel meer films gedraaid wor
den en ook moeten er. gebouwen zijn
waar je als jongeren bij elkaar kunt ko
men, zoals in Kapelle bijvoorbeeld". (Be
doeld werd het jeugdgebouw de „Canus")
„In ons dorp is niets te beleven. Het
grootste trekpleister is Kortgene".
„Op de meeste dorpen is het niets. Je
ziet er geen kip".
„Stil en verlaten".
„Saai, zeer saai".
„Ik wou dat er eens meer film was of
eens meer instuif voor ouderen".
„Ik ga zaterdagsavonds nooit op pad".
„Saai, zeer saai, ze gaan allemaal naar
ivortgene of Goes, waar ze gelijk in heb
ben".
Iedereen vond de zaterdagavonden des
zomers wel leuk!
Als je vindt dat er te weinig te beleven
valt op Noord-Beveland, wiens schuld is
dat dan?
De schuld werd gegeven aan de gemeen
ten. Er zaten veel te veel oude mensen in
de gemeenteraad, aldus de jongeren, die
niets van de jeugd weten of wilden we
ten. (Dit wordt in vraag 18 nog nader be
keken). Enkelen vonden dat de meisjes
en jongens zelf de schuld waren, want die
deden niets liever dan naar de teevee
staren!
De bevolking van Noord-Bcveland loopt
achteruit, wat zou er tegen gedaan kun
nen worden?
Heel velen zeiden dat er niets aan te
doen is. Anderen: Er moet industrie ko
men, meer huizen bouwen, meer werk
gelegenheid proberen te scheppen.
Een opmerkelijk antwoord was wel:
„Er is niets aan te doen. Vooral jonge
ren willen graag naar de grote steden.
Ze willen door niemand herkend worden.
Op een dorp kent iedereen iedereen".
Wat vind je van het aantal sport-speel-
velden?
Men vond dat ieder dorp een sportveld
moet hebben met daarnaast een speel
veld waar men altijd zomaar een „bal
letje kan trappen".
Wil je hier in de toekomst blijven wo
nen? Waarom wel of niet?
De meesten wisten hier nog geen ant
woord op te geven, 't Was maar net met
wie je trouwde of wat voor werk je ging
doen.
Als er nu eens geld was om een heleboel
voorzieningen te treffen, moeten die dan
voor Noord-Beveland in één kerndorp?
In elk dorp? Of moeten we omschakelen
naar Goes of Middelburg?
De meerderheid wilde in elk dorp voor
zieningen treffen.
Zouden de kerken een voorbeeld van sa
menwerking kunnen zijn? Zo ja: op welke
gebieden zou dat mogelijk zijn?
De meesten lieten deze vraag onbeant
woord. Die ze wel beantwoord hadden,
schreven het volgende: Misschien. Een
algemene kerk. Kerken moeten instuif
oi-ganiseren. Gezamenlijke collectes hou
den voor een bepaald doel. Praatavonden
organiseren.
Zouden de scholen ook samen kunnen
werken? Op welke manieren dan?
Enkele antwoorden: Op iedere plaats
maar één school, dus fusie. Grote scholen
moeten leerlingen afstaan aan kleine
scholen. Gezamenlijke zwembaden en
gymnastieklokalen. Een groot schoolge
bouw voor heel Noord-Beveland bouwen.
Samen schoolreisjes. Onderlinge sport
wedstrijden organiseren.
Wat vind je van de gemeenteraad van
Wissenkerke of Kortgene?
De meisjes en jongens vonden de ge-
meentei-aden niet goed samengesteld. Er
moeten meer jongeren in komen die ook
de stem van de jeugd kunnen vertegen
woordigen.
Hoe zou je graag een gemeenteraad sa
mengesteld zien bij de verkiezingen van
1970?
Er moeten oude en jonge mensen inzit
ten. Het moeten mensen zijn die er ook
iets van af weten, die wel eens iets
van de wereld gezien hebben en ook de
wensen van de jongex-en willen aanhoren.
Er moeten meer mensen komen die ge
specialiseerd zijn, dan wordt er niet zo
veel geleuterd.
In het jaar 1761 publiceerde in Augs
burg een zekere meneer Lambert zijn
..Kosmologische brief" en deze hield een
bijzonder gewaagde theorie in. Het ge
volg hiervan was, dat velen lachten om
de schrijver van de brief en toch.
Johann Heinrich Lambert was de zeer
begaafde zoon van een kleex-maker in de
Elzas. De jongen werkt zich door gx-ote
vlijt op tot boekhouder en later tot se
cretaris van een professor in Bazel. Zijn
liefde ging uit naar de astx-onomie en zijn
publikaties wax-en van dien aard, dat zij
zelfs door de geleerden werden gewaar-
deei'd, hetgeen tenslotte resulteerde in
zijn lidmaatschap van de Academie voor
Wetenschappen te Berlijn.
Wat had Lambert nu in zijn in 1761
gepubliceerde brief gezegd? Ons zonne
stelsel is een deel van een groter systeem
en dit weer een deel van ons gehele uni
versum en dit universumis weer
een deel van een nog veel groter geheel.
En zo gaat het verder tot in het onein
dige. Natuurlijk was dit laatste iets zeer
bijzonders en het gevolg was, dat de
theorie van Lambert in de handboeken
der astronomie hoogstens als curiostiteit
genoemd werd.
Is er een oneindig?
De strijd der meningen over het be
grip „oneindig" is vooral in de laatste
tijd in de astronomie weer heftig ont
brand. Is dit slechts een mathematisch
begrip, of is er in de realiteit iets, dat
werkelijk oneindig groot is? Dat is de
vraag!
De idee van een onbegrensd, maar niet
Ik doe niet aan politiek.
Ik zou graag willen dat ook wij onze
mening mochten geven.
Speciale man voor de recreatie.
Wissenkerke en Kortgene samen.
Meer jongeren, want in de gemeente
gaat alles veel te langzaam.
Moet er op ons eiland industrie komen?
Wie moet daar voor zorgen?
De meesten voelden niet veel voor in
dustrie, maar als het er kwam moest het
industrie zijn, waar je geen vieze rook
en afval van had.
Wat weet je van de luchtverontreiniging?
De meesten wisten van de luchtveront
reiniging niets te vertellen. Enkelen wis
ten te vermelden dat je in het Sloe
luchtverontreiniging had en dat het in de
toekomst wel erger zou worden. De gras
drogerij noemde men voor Noord-Beve
land de enige luchtverontreiniger.
J. C. Kouwer, Geesrdijk.
Als laatste editie volgen de antwoorden
van mensen rond de 20 die bovenstaande
21 vragen ook hebben beantwoord en die
soms weer tot andex-e en zeker net zo
belangrijke conclusies zijn gekomen.
oneindig universum, zich bevindend in
een onvoorstelbare vierdemensionale su
per-ruimte, was tot voor enige tientallen
jaren de wijze waarop de meeste kos-
mologen het geheel zagen.
Men zag onze wereldruimte als een
bol, binnen welke al onze zonnestelsels.
Een lichtstraal die van de aarde uit de
ruimte inpriemt, zou dan na enige mil
jarden jaren uit tegenovergestelde rich
ting terugkomen. En men meende, dat de
astronomen dus heel voorzichtig moesten
zijn, wanneer zij een ver verwijderd ster
rensysteem ontdekten en dienden na te
gaan of ze niet te doen hadden met de
weerkaatsing van een ander sterrensys
teem aan de tegenovergestelde zijde van
onze wereldruimte.
Een explosie het begin?
Hoe verder een sterrensysteem van ons
verwijderd is, met zoveel grotere snelheid
verwijdert het zich van ons. Dat was oor
zaak'van de zogenaamde ï-ood-verschui
ving van de spectraallijnen, bekend onder
de naam „Dopplereffekt". Wanneer een
lichioron zich van ons verwijdert, wor-
den de lichtgolven als het ware uit el
kaar getrokken en licht van een lange
golflengte is roder, dan van een korte
golflengte. Het gevolg van een en ander
was, dat men door de theorie van het
steeds uitdijend heelal aannam, dat dit
zich voltrok volgens de regels die gelden
voor een explosie.
Toen men de snelheid berekende waar
mee de sterrensystemen zich van ons
verwijderen, kon men ook het tijdstip
waarop en de plaats waar in ons univer
sum de aangenomen explosie zou hebben
plaatsgevonden, vaststellen. Een en an
der zou miljarden jaren geleden zijn ge
peurd. Was dat tijdstip en die plaats het
begin van alles? Maar hiermee begon ook
het verschil van mening onder de ge
leerden. Wat was er dan voordien? Had
het begrip tijd hier zijn zin verloren?
Is het universum, zoals wij dat met
onze kijkers binnendringen en met onze
radiotelescopen afzoeken, werkelijk een
bol met een zekere middellijn? Als dat
waar is, dan bestaat de mogelijkheid, dat
zich buiten onze ooi nog andere bollen
(universa) bevinden.
Antimaterie.
De moeilijkheid is dat nooit een levend
intelligent wezen in staat zal zijn vanuit
zijn bolvormig en beperkt heelal iets
waar te nemen van een eventueel ander
bestaand eindig heelal. Maar dit alles is
niet alleen een mogelijke speculatie. Er
is ook een antimaterie.
De kernen van de atomen van onze
materie zijn positief elektrisch geladen,
terwijl de daaromheen draaiende elektro
nen negatief geladen zijn. Waarom?
Einstein stelde zich indertijd ook reeds
deze vraag. Men heeft inmiddels van bij
na alle elementdeeltjes van onze mate
rie „antideeltjes" gevonden. Er zijn der
halve ook tegengestelde atomen met een
negatief geladen kern en positief geladen
elektronen. Maar deze antimaterie is in
ons universum niet bestendig.
Elk antideeltje smelt samen met een
gewoon deeltje, wanneer ze elkaar ont
moeten en ontwikkelen zich tot energie.
En precies zo moet het een willekeurig
materie uit ons heelal vergaan, wanneer
het een deeltje ontmoet uit een heelal
waar antimaterie de gewone stof is. Aan
gezien het niet voor de hand ligt, dat er
bij het ontstaan van het alles een voor
keur heeft bestaan voor een bepaald soort
materie, is het zeker niet ondenkbaar,
dat er naast ons universum een zuster-
universum zou bestaan van wat wij noe
men „antimaterie".
Atomen en universa.
In Engeland lanceerde onlangs de ge
leerde, P. F. Browne een theorie die sterk
doet denken aan die van tweehonderd
jaar geleden van Lambert. Volgens
Browne kan elk universum gezien wor
den als een elektron van een groter ge
heel, dat als atoom zou kunnen worden
beschouwd. Dit alles is mogelijk, zonder
dat het in strijd zou komen met de gel
dende wetten van de theoretische natuur
kunde. Elk universum met zijn onmetelijk
vele onderdelen is als geheel slechts een
klein deeltje van de superkosmos.
De elektronen van onze materie zou
den omgekeerd ontelbaar veel universa
zijn van kleinere afmetingen.
Wanneer wij deze gewaagdste van alle
theorieën als basis nemen, dan volgen
daaruit nog meer opzienbarende zaken.
De door de vaste sterren in de loop der
miljarden jaren in het heelal uitgestraal
de energie zou zich weer omvormen tot
elementaire deeltjes van onze materie.
Hiermee zou een reeds oude vraag opge
lost zijn. Onze kosmos dijt niet uit, maar
het rodere licht van een ver verwijderd
sterrenbeeld zou een effect zijn van de
afgegeven energie onderweg. Op de zelf
de wijze zou men de tot nu toe onver
klaarbare roodverschuivingen in licht van
andere kosmische stralingsvelden kunnen
verklaren.
Ons heelal zou dus een vaste middellijn
hebben, er zijn nieuwe aanwijzingen voor
de afbuiging van een lichtstraal door
het gravitatieveld van een ster, die een
betere verklaring zijn dan de relativi-
theorie van de Engelse geleerde schijnt
teitstheorie.
Ieder commentaar op deze sensationele
voorbarig. Met het onvoorstelbare be
grip „oneindig", dat door Nietsche het
„verschrikkelijke" werd genoemd, wor
den wij in deze theorie sterker gecon
fronteerd dan ooit tevoren. Maar het
grote alles zal vermoedelijk wel zo ge
bouwd zijn, dat wij kleine stervelingen
het met ons bescheiden verstand niet
kunnen bevatten.
(Nadruk verboden).
Nu wij via dit blad zijn geïnfox-meerd
over de „leefbaarheid van Noord-Beve
land", zoals dat is besproken op de ambts
dragersvergadering van 24 november j.l.,
wil ik graag enkele opmerkingen maken.
De geachte inleider, dr. Ubink, kon
weinig positiefs t.a.v. Noord-Beveland
mededelen. Met andere wooi-den: er
wordt vanuit Middelburg niets gestimu
leerd «waaruit een verdere uitbouw van
Noord-Beveland blijkt. Het is als groen
strook gepland en dient dit te blijven.
Dit houdt in, dat er geen of nagenoeg
geen woningwetwoningen voor perma
nente bewoning gebouw kunnen worden.
(De recreatieve sector laat ik hier buiten
beschouwing). Alleen voor particuliere
bouw liggen er mogelijkheden. Op enke
le dorpen komt deze particuliere bouw
enigszins van de grond.
Maar wat te doen met de kernen die
geen particuliere bouwers hebben? Zij
zijn tot stilstand gedoemd en stil
stand in een dorp is achteruitgang. Op
een vraag aan de geachte inleider be
treffende deze stilstand en achteruitgang
n.l. „hoe lang het duurt tot een dorp, dat
geen nieuwe huizen gebouwd krijgt, met
het gevolg dat alle jonge mensen die
trouwen het dorp verlaten en er zodoen
de een oudere bevolking overblijft, ge
degenereerd is tot een onleefbaar dorp",
kon of wilde hij zonder dit te zeggen
geen antwoord geven.
Wanneer is een dorp onleefbaar ge
worden? Is dat het pas als er geen enkele
winkel meer open is, als de school geen
leerlingen meer heeft, als het kerkelijk
leven alleen nog maar bestaat uit één
kerkdienst per week, als er geen enkele
vereniging meer is? Of begint een dorp
onleefbaar te worden als deze symptomen
zich alleen maar aantonen? Vragen waar
op ik, ondanks verschillende vergaderin
gen over dit onderwerp bezocht, nog
geen duidelijk antwoord heb gekregen.
Deze zaak wordt op zijn beloop gela
ten. Volgens mij zullen wij dit beleid
van stilstand (achteruitgang), langs ge
ordende weg moeten trachten om te bui
gen tot één van vooruitgang. Deze voor
uitgang kunnen we alleen bereiken door
het bouwen in eerste instantie van meer
woningen, zoals in het verslag al ge
noemd en door iedereen bepleit.
Maar alleen met woorden op een ver
gadering zal het niet lukken. Wij zullen
gezamenlijk als kerken, vakbeweging en
standsorganisaties naar buiten (Middel-
bux-g) moeten tx-eden en zo trachten (ei
sen) dat Noord-Beveland als woongebied
wordt aangewezen, met gevolg dat dit
gestimuleex-d wordt door een toewijzing
voor het bouwen van woningwetwonin
gen.
Reacties gaarne tegemoetziende.
T. G. KOOLE.
Kats, le Deltaweg 11.
Een gewaagde theorie zegt
Onze kosmos heeft een vaste middellijn
FEUILLETON
Ze keek er enige tijd op. „Hebben we
dat allemaal opgegeten in deze dagen?"
„Ja. Bovendien heb ik ook wat ge
kocht voor onszelf. Of ben je vergeten,
dat wè pas tegen negen uur thuis zijn?"
„Dat is waar ook. Vandaar die flessen
melk. Erik, jij denkt overal aan, hè?"
Ze keek hem verheerlijkt aan.
„Ik probeer het. Hoe krijgen we alles
binnen? Is er niet ergens een tas?"
„Ik heb een mand gezien. Wach maar".
Om vijf uur zaten ze aan hun laatste
maaltijd in het zomerhuisje. Een gevoel
van weemoed beving Ria. Het was zo
prettig, elke dag weer opnieuw een dag
vol geluk. Waarom kon Erik maar tien
dagen krijgen? Morgen moest hij alweer
aan het werk. Was deze heerlijke epi
sode voorbij. Ze zuchtte.
Hij begreep haar en pakte haar hand.
„Niet zo somber, Dotje; we houden en
kele fijne herinneringen over aan onze
eerste huwelijksdagen. Nergens anders
hadden we ze rustiger en intiemer kun
nen beleven".
Ze ging tegen hem aanliggen. „Erik,
als je thuis kunt komen, waar je ook
bent, doe je het dan?"
„Als het moet, met het vliegtuig, Dot
je".
„Heus?"
„Op m'n woord. Ja, wat dacht je? De
wetenschap, zo'n schat van een vrouwtje
thuis te hebben, dat op me wacht en dan
niet komen als de mogelijkheid er ook
maar enigszins is? Waar ziet u me voor
aan, mevrouw Van Boot? Voor een mum
mie?"
door Lena Schagen
In een opwindende impuls duwde ze
hem met stoel en al achterover, zodat hij
op de grond viel, terwijl ze zelf mee op
de gx-ond kwam. Haar lippen wild op de
zijne drukkend, fluistei'de ze: „Erik....
geweldige man.... ik ben trots op je,
op alles van je.ik heb je lief met ie-.
dex*e vezel van m'n lichaam!, Houd van
me, Erik, houd elk ogenblik van me, zo
veel als je kunt geven.laten we ge
lukkig zijn en dit laatste uux-tje hier uit
buiten! Erikliefste
HOOFDSTUK 8.
Ria van Boot rekende met de taxi
chauffeur af, gaf een flinke fooi en
knikte hem vx-iendelijk toe. Terwijl ze
achterom liep naar de keuken, bekeek ze
de uitgestorven najaarsbloemen. Nu komt
de winter. Vannacht heeft het al gevro
ren, je kunt het aan de bloemen zien.
Het groen is al zwax-t en dood. Nog enke
le weken, dan is het jaar om.
In de keuken was haar schoonmoeder
aan het werk. „Hallo, mam!" Ze boog
zich voorover en kuste de vrouw.
„Alles goed hier?" Ze wilde doox-lopen
naar de kamer, doch mevrouw Van Boot
pakte haar bij de arm. „Wacht eens
eventjes".
Ria dx-aaide zich verwonderd om. „Is
er wat?"
Mevrouw Van Boot wenkte met haar
hoofd naar de kamer. „Felie is ex-", zei
ze zacht. „Gisteravond gekomen. Ze is
ze is weggelopen. Van Bas. Ze wil schei
den".
Ria trok wit weg. „NeeWaarom?
Is er wat gebeux-d?"
„Vanzelf. Je px*aat zo maar niet over
scheidenHoe haalt ze het in haar
hoofd!"
„Dat is ook wat", antwoordde Ria
zacht. „Erik en ik wax'en er veertien da
gen geleden nog, op een zaterdagmiddag
en avond. Ik kan me niet herinneren, dat
ik iets gemerkt heb tussen die twee".
„Ze heeft het zo lang mogelijk voor
zich gehouden. Wat heb je er aan, als an
deren ook te weten komen, dat hun hu
welijk stuk is? Want daar komt het toch
op neex-".
„Wat verschrikkelijk, mam. Hoe moet
dat nou?"
„Ik weet het niet, hoor. Ze zegt, dat ze
niet meer terug gaat. We zitten er nu
mee. We kunnen toch ook moeilijk zeg
gen: Vort, naar huis, naar je man, daar
hoor je? Dat kan ik niet doen. En vader
evenmin. Felie was altijd al vadex-s lie
velingetje".
„Dan kom ik wel ongelegen, hè?"
„Waarom? Jij hoort nu ook bij ons.
Denk je, dat ik jou wegstuur om Felie?
Al is ze tien keer m'n dochter, jij bent
nu ook een dochter van me. Ga maar
naar binnen. Als ze het nodig acht, zal
ze het zelf wel vertellen".
„Ik ga toch maar liever weer naar
huis
„Niks ex-van. Als het doorgaat, moet
Erik het ook weten en komt tenslotte ie
dereen in de familie er achter. Misschien
is het wel goed, dat jij er bent. Kun je
Erik vanavond op de hoogte brengen".
„Hij komt vannacht niet thuis. Ten
minste, hij is vi'oeg weggereden naar
Duisbux-g".
„Nu ja, als hij dan thuiskomt. Ga maar
naar binnen. Ik heb zo koffie".
Een beetje aarzelend, zich met haar
houding moeilijk raad wetend, betrad ze
de huiskamer. Felie zat bij het raam een
sigaret te x-oken. Evèn keken de vrou
wen elkaar aan. „Hallo", begroette Ria
haai-, „dat is ook toevallig?"
Had ik dat mogen zeggen? Ria ontdeed
zich van haar mantel en bracht die naar
de gang. God, wat ziet ze er opeens
slecht uit. Wie weet, wat ze allemaal
heeft meegemaakt. Maar wat weet ik ei
genlijk?
Ze kwam terug en liep naar Felie,
boog zich over haar heen en kuste haar
op de wang. „Sorry, Felie", zei ze zacht.
„Ik vind het erg voor je. Moeder vertel
de, waarom je thuis was".
Felie trok zenuwachtig aan haar siga-
ret. „Dat is het goede woord: hier ben ik
thuis. Wat m'n thuis was, is een aanflui
ting geworden. Hij is al zover, dat-ie zich
zelfs niet ontziet om in huis.
Ria zakte naast haar neer en greep
haar handen. Ze vloeide over van mede
lijden. „Ik wilde, dat ik je kon helpen,
Felie. Zou ik niet met Bas kunnen pra
ten?"
„Kind, het heeft geen enkele zin. Hij
heeft genoeg van me, dat is het. O, het is
niet van vandaag of gistex-en, hoor. Fei
telijk al jaren. Maar altijd heb je hoop,
dat hij terug komt en er spijt van heeft.
In het begin was dat zo. En dan was ik
maar weer zo gek om hem in genade aan
te nemen. Het ging dan weer een poosje
goed, tot er een ander in zijn leven kwam.
Dan begon het van voren af aan. Ik heb
al het mogelijke gepx-obeerd, het verbor
gen te houden. In elk geval voor Ex-ik en
m'n zusters en voor hier, voor vader en
moeder. Wat heb je er aan, als ze het ge
weten hadden? Dan zou vooral moeder
zich er zox;gen over maken. Nee, dit moest
ik alleen dragen en proberen te redden,
wat er te redden viel. Maar hij is onver-
betex-lijk. Ik kan hem niet meer beko-
x-en.en als we nu maar kinderen ge
had haddenze begon te huilen.
Vol medeleven legde Ria haar arm om
het schokkende lichaam. Wat wist je
toch weinig van elkaar. Tot voor een
kwartier had ze niet beter geweten, of
Felie en Bas hadden een goed huwelijk.
Terwijl het feitelijk al lange tijd dreigde
te stranden.
„Wat ellendig, Felie, maar misschien
zie je het toch nog te somber. Misschien
komt het nog wel in orde. Bas zal toch
niet zo idioot zijn, om
„Bas is een geslaagde zakenman en hij
heeft geld. Twee feiten, waarmee je heel
wat kunt doen. Als hij een gewoon man
netje was, zoals er twaalf in een dozijn
gaan, keek geen vrouw hem meer aan,
want charmes heeft hij niet meer. Of
misschien toch wel, want hij heeft iets
over zich, dat je niet kunt definiëren. Een
soox-t fluïdum, zeg ik dat goed? Hij heeft
op de een of andere manier iets, dat vx-ou-
wen aanti-ekt, vooral jongere. Ik weet het
toch zelf? Toen ik hem voor de eex-ste
keer ontmoette was ik meteen hopeloos
vexliefd. In die dagen was hij nog niet
zo'n schobbejak en ik gelukkig nog niet
zo'n idioot, dat ik alles deed, wat hij
wilde. Daarom kon hij er niet ondex-uit,
dat hij met me trouwde. Hij wilde me
bezitten en ik zei dat het kon, maar al
leen via het stadhuis. O, hij hield in die
tijd ook van me, hoor, erg veel. We zijn
die eerste jax-en heel gelukkig met elkaar
geweesi. Ik verti-ouwde hem volkomen
en dat is toch een uitgemaakte zaak?
Daar ben je toch man en vrouw voor?
Het tegendeel was echter waax\ Aanvan
kelijk kwam er nooit iets in me op, ook
niet als hij een paar dagen weg was. Hij
ging vaak op reis, naar gx-ote afnemers.
Vergeet niet, dat hij veel exporteert naar
grote concerns in het buitenland, waren
huizen bijvoox-beeld. En dan moest hij
soms naar confex-enties en ook naar beur
zen: Brussel, Frankfort, Leipzig, Milaan,
Hannover, waar hij ook altijd exposeer
de. Soms belde hij me op, laat in de a-
vond, uit zijn hotelkamer, honderdeix ki
lometers ver. Dat vond ik altijd prettig.
Dan zei hij bijvoox-beeld: „Felie, ik lig al
in bed en ga straks van je dromen". Gek
ke dingenje bent nu zelf getrouwd,
dus je begx-ijpt wel, wat ik bedoel. En
elke vrouw, die liefheeft, vindt het fijn.
Dan voelde ik me gelukkig en wist: over
twee of drie dagen is hij weer bij me. En
als je dan achteraf hoox-t, dal hij met een
ander in bed lag. als hij me belde en die
onzin uitkraamde.... Het is toch zeker
om door de gx-ond te zinken van schaam
te?"
Wox-dt vex-volgd.