W. Verburg PONTIAC folders en brochures Predikbeurten Veersc Meer Tournooi MINI-BATAVETTE Van der Heijde De Moor De Wild hoera bietenrooier C. Harinck WACHT OP HET WONDER ZONDAGDIENST ARTSEN Dit weekend doen dienst dokter Van Arkel. tel. (01107) 3 18 en dokter Klein Wassink. tel. (01199) 3 04. WATERSTANDEN geldig voor de noordkust van Noord-Beveland AUG./SEPT. 30 zaterdag 4.19 16.23 31 zondag 4.53 16.59 1 maandag 5.22 17.31 2 dinsdag 5.58 18.11 3 woensdag 6.42 19.02 4 donderdag 7.37 20.06 5 vrijdag 8.45 21.22 voor zondag 31 aug. 1969. Nud. Iïerv. Kerk Colijnsplaat 10 en 2.30 uur ds. Ytsma. Ned.IIcrv. Kerk Kamperland 10 uur ds. Alb. van den Ban en 2.30 uur ds. O. Th. Boon stra uit 's Heer Hendriks kinderen. Ned. Hcrv. Kerk Kats 10.30 uur ds. J. Visbeek. Ned. Iïerv. Kerk Kortgene 9 en 10.30 uur ds. Willekes. Ned.Iïerv. Kerk Wissenkerke 9 en 10.30 uur de heer Van Elven en 2.30 uur ds. Pas- schier van Souburg. Ned. Iïerv. Kerk Geersdjjh 10 uur de heer Kraak en 2.30 uur ds. Hilhorst van Kloetinge. Geref. Kerk Kamperland 10 uur ds. Poelman (beves. ambtsdragers) en 2.30 uur ds. Slingenberg van Goes. Geref. Kerk Coltfnsplaat 10.30 uur ds. Slingenberg en 2.30 uur ds. Blokland. Geref. Kerk Geersdijk 9 uur ds. IJkkel van Vrou wenpolder en 2.30 uur ds. Poelman. Geref. Kerk Wissenkerke 9 uur dienst te Geersdijk en 2.30 uur ds. Passchier van Souburg. Geref. Gem. Kamperland 10 en 6 uur leesdienst. Geref. Gem. Coljjnsplaat 10 en 5 uur leesdienst. Geref. Gem. Kortgene 10, 2.30 en 6 uur ds. Hak kenberg van Dordrecht. Donderdag 4 sept. 7.30 uur de heer J. Koster van Yer- seke. Kamperland (H. Mis). Zondag 10 uur camping „De Molenhoek". Goes (H. Mis). Zaterdagavond 7 uur en zondagmorgen 9 en 10.30 uur. Met leedwezen ge ven wij u kennis van het overlijden van onze commissaris M. Clement Lzn. Zijn trouwe plichts betrachting en toe wijding zal bij ons steeds in herinnering blijven. Namens het bestuur van de varkensver eniging „Draagt elkanders lasten". Kamperland, 23 augustus 1969. Zondag 31 augustus te Kortgene. Deelnemende verenigingen: Goes, Renesse, Zeelandia, Philippine, Kwadendam- me en Cortgene. Aanvang 11.00 uur. Finale-wedstrij d plm. 4.30 uur. Algemene kennisgeving Heden nam de Hee- re, nog onverwacht, tot Zich onze lieve zorgzame man, va der, behuwd-, groot- en overgrootvader Marinus Clement (echtgenoot van Catharina van Goudswaard), in de ouderdom van bijna 74 jaar. Sterke de Heere ons in dit zware verlies. Kamperland: C. v. Goudswaard- Clement. Th. Zwemer - Clement. A. Zwemer. Oostkapelle: A. Zwemer - Clement. W. Zwemer. Zaandam: M. L. van Zaane - Clement. J. van Zaane. Marknesse: L. Koole - Clement. I. I. Koole. Klein- en achter kleinkinderen. Kamperland, 23 augustus 1969. Molenweg 36. De begrafenis heeft plaats gehad op woensdag 27 augus tus, des namiddags om 2 uur te Kam perland. De nieuwste volautomatische stadsbrommer heet Mini-Bata- vette. Kleine wielen. Bijzonder wendbaar, zo handig, zo com pact. De Mini-Batavette heeft een extra lage instap en comforta bel zweefzadel. De benzinedop vooraan, diepe spatborden, uitstekend afge schermde ketting en motor voorkomen 't vuilworden van Uw kleding. Kom bij ons eens kennismaken met deze fantastische mini- brommer. Uniek om zijn tech nische perfektie en het onver woestbare lak-en chroomwerk. In rood, blue of groen compl.v.a. f 509." (ircl.BTW, Uw dealers Geersdijk - Colijasplaat Wissenkerke Kats UIT VOORRAAD regenpakken geel engroen turnpakjes korenblauw trainingspakken voetbalschoenen bij: Sport - camping - textiel Kortgene, Tel. 01108-418 Direkt te aanvaarden: THUISWERK Folders vouwen, adfessen schrijven, enz. Inl. (post zegel insluiten) „Unitex", Postbox 184, 's-Hertogen- bosch. TE KOOP een 1-rijïgc VICON F. A. Klaassen, Kats, Tel. 01109 - 228. natuurlijk bij: „De Klokkenwinkel" Lange Vorststraat 35, Goes, Telefoon 66 29. DRUKKERIJ MARKUSSE WISSENKERKE Postbus 1 Telefoon 01107 - 3 08. Speciaal ingericht voor het vervaardigen van IN MEERKLEURENDRUK. Ook al uw ander drukwerk is er uiteraard in goede handen. Vraag vrijblijvend prijsopgaaf. FEUILLETON door: T Dorssen - van Loon Ik schudde mijn hoofd en verklaarde, dat alles geheel naar wens ging. Hij nam me mee naar het raam en bekeek onderzoekend m'n gezicht. „De lidte kentjes gaan al verdwijnen," consta teerde hij tevreden. „Kleed je maar even uit, dan kan ik de rest ook even bekijken." Iets maakte me weerspannig. „Is dat noodzakelijk?" vinnigde ik. „Het gaat op m'n borst net zo goed als op m'n ge zicht." We keken elkaar even aan. Knikkend antwoordde hij: „Zo je wilt. Heb je nog smeersel genoeg? Ja? Tot over veertien dagen dan." Zo wilde ik niet weggaan. Ik pakte even zijn arm. „Neem me niet kwalijk, Bob, ik wilde je geen pijn doen. Ik zal me even ontkleden." Achter het scherm ontdeed ik me van m'n bovenkleding en keerde daarna te rug. Hij stond nog altijd bij het raam. Nauwkeurig onderzocht hij me verder. Op een gegeven ogenblik ontmoette onze blikken elkaar weer. Het volgende mo ment nam hij me in zijn armen en druk te zijn lippen op m'n borst en met ge smoorde stem zei hij: „Woutje, ik kan je niet missenik heb deze dagen naar je verlangd. Alsjeblieft, Woutje, laat me niet in de steek Ik keek geschrokken naar de deur van de wachtkamer. Men kon zo binnen lopen en ik voelde niets voor een schan daal. Niet zozeer om mezelf, dan wel voor hem. Eeen specialist, die tijdens het spreekuur een herderskwartiertje heeft met een patiënt, het zou hem zijn repu tatie kosten. Vastbesloten werkte ik me los en kleedde me weer aan. Toen ik opnieuw achter het scherm vandaan kwam, zat hij in een der leren crapauds te roken, somber voor zich uitkijkend. Ik bleef bij hem staan en streek hem over zijn haar. De patiënten in de wachtkamer mocht ik niet nodeloos laten wachten. Daarom zei ik „Kom vanavond, dan praten we het samen uit. Misschien kunnen we tot een compromis komen. Vanavond een uur of acht, goed?" Hij richtte zijn hoofd op, me blij aan kijkend. Woutje, ik houd van je," zei hij heel zacht. Langzaam bukte ik me en kuste zijn voorhoofd. „Ik weet het al, jongen. Ik wist het al, jongen. Ik wist het al een poosje. We vinden er wel wat op." Lenie was die avond ook vrij. Bij mijn thuiskomst zag ik haar druk bezig in de keuken. Met m'n jasje nog aan, liep ik door. „Hallo!" riep ik vrolijk, „met tien minuten kunnen we eten. Dek jij alvast?" Ze keek me even aan, doch de lach op haar gezicht bestierf. „Wat zie jij er bezopen uit? Moeilijkheden?" Ik knikte. „Vanmorgen was ik bij Bob, voor m'n veertiendaagse controle. Hij- hij....." Ze begreep me. „En hij verloor zijn hoofd...." „Hij bekende me zijn liefde. Het moest er een keer van komen, dat verwachtte ik. Maar we weten beiden, welke kloof er tussen ons ligt. Vanavond komt hij hier. Ik heb hem uitgenodigd. Misschien kunnen we samen tot een oplossing komen." Lenie nam de pan met aardappelen van het vuur en goot ze af in de goot steen. „Ik hoop het voor jullie. Nou, ik zal zorgen, dat je vrij baan hebt, want dan ga ik wel naar Frits." Tegen achten liet ik Bob binnen. Ik had mijn nieuwe jurk weer aan en ge zorgd voor zijn lievelingsdrankje: sherry. Op de drempel omhelsden we elkaar, alsof het ons dagelijks werk was. Zijn kus verwarde me. Even legde ik mijn hoofd tegen zijn schouder. Later liepen we gearmd naar de kamer. Opnieuw viel het me op, hoe slecht hij er uitzag. Daarom ging ik naast hem zitten en legde mijn arm om zijn hals. „Vind je het nu werkelijk zo verschrikkelijk, dat ik niet met je mee kan gaan naar dat verre India? Zit je daarover nu zo in, dat de ellende als het ware van je ge zicht is te scheppen?" Hij schudde zijn hoofd. „India is van de baan, Afrika eveneens. Ik heb me maandag laten keuren voor de tropen. Ik ben afgekeurd." Het duurde geruime tijd, voor ik deze uiting van wanhoop kon verwerken. Heel langzaam begon het tot me door te dringen, dat hij niet weg zou gaan, om dat hij ongeschikt was voor het klimaat. Of waarom dan ook. In elk geval werd me steeds duidelijker dit éne, mij ver heugende feit: Hij blijft in Nederland! Doch toen ik de rampzalige blik in zijn ogen zag, wist ik: ik mag niets laten merken. Ik weet nog, dat ik als een klein kind hem wiegde. Veel heb ik dat uur met hem gepraat. Niet alles kan ik me daar over herinneren. Alleen weet ik nog, dat ik zei: „Jij bent een gelovig mens, al be hoor je tot een andere kerk. Mag ik je wijzen op het feit, dat je moet aanvaar den, wat God je geeft te dragen? -Ik weet het zelf, dat maakt vaak op standig. Niemand kan daar beter over oordelen dan ik zelf. Dan hoef ik enkel aan de achter me liggende jaren te den ken. Maar ik heb het moeten aanvaarden en alleen dit gedacht: Ik wacht op het wonder. Misschien komt het in m'n leven. In elk geval mag ik het hopen en naar verlangen. Dat is elk mens toege staan, dus mij ook. Mijn ideaal was: een gaaf gezicht, zodat ik me voor iedereen kon tonen en men niet meer het hoofd omdraaide, als ik aan kwam lopen. Me de, dank zij jouw medische kunde kwam dat wonder in mijn leven. Ik ben ex- elke seconde dankbaar voor. Nu krijg jij een tegenslag te verwerken. Jij zag het als jouw roeping de lijdende mens heid te helpen in verx-e landen. Mis schien heeft God andere plannen met je. Misschien wil hij juist, dat je blijft, waar je bent. Misschien heeft hij je juist hier neei-gezet en heeft hij mij ge stuurd om door jou geholpen te wor den...." Hij luisterde, Zonder me een enkele keer in de rede te vallen, star voor zich uitkijkend, de handen in elkaar ge slagen. Ik drukte hem dicht tegen me aan en vervolgde: „Toeval bestaat er niet in dit leven. Ik kwam op jouw weg en we gingen elkaar sympathiek vinden. Voor mij was er één beletsel om jou te volgen: ik kon dat offer niet brengen om met je weg te trekken naar verre landen, die ik niet ken en waarvoor ik instinctmatig waarschijnlijk vrees voor heb. Zou het misschien zo kunnen zijn, dat God heeft ingegrepen in de impasse, waarin wij geraakt zijn en op duidelijke wijze zijn beslissing laat merken: Jij moet hier blijven?" Langzaam draaide hij zijn hoofd naar me toe. Er blonk verwachting in zijn ogen, toen hij vroeg: „Denk je, dat dit de bedoeling is?" Voorzichtig antwooi-de ik: „Die moge lijkheid bestaat immers? Ik zei je al: toeval bestaat er niet in dit leven; alles heeft een bedoeling, al mei-ken we dit maar zelden. Wij houden van elkaar: jij van mij, ik van jou. We kunnen sa men gelukkig woi-den, hier in deze stad. Of eldex-s in ons land. Waarom willen we alles? Jij wilde je ideaal volgen en tegelijkertijd mij bezitten. Wij krijgen niet alles in het leven, wat we zo graag willen. En wat wij als onze roeping zien, is het niet altijd." Zacht drukte ik mijn lippen op de zijne. Dat bracht hem tot zichzelf. Hij trok me in zijn ai-men en fluisterde: „Als ik op dit moment jou niet had, Woutje, zou ik er misschien niet meer tegenop kunnen. Het was zo'n grote teleurstel ling. toen men het mij maandag ver telde." Ik voelde intens met hem mee. „Wat mankeert je dan? Is het ernstig?" Hij schudde zijn hoofd. „Die keuring is officieus. Ik kan me ook nog door een andere instantie laten keuren, als ik wil. Maar ik heb wel zoveel gezond ver stand, doordat ik immers zelf medicus ben, om te begrijpen, dat ik er verstan dig aan zal doen niet te gaan." „Wat is het dan?" vroeg ik voor de tweede maal. „Ik heb iets aan m'n hart. Ik zou je de naam kunnen noemen, maar dat begrijp je toch niet. In de ti-open moet het hart, vanwege het klimaat, meer wei-k ver richten. Op den duur zou de mogelijk heid bestaan, dat het hax-t ging protes- teren met alle gevolgen van dien. En hier kan ik er misschien nog vanaf ko men. Een hartspecialist zal me onder handen nemen. Ik weet zelf, wat het precies is. Gelukkig ben ik nog jong en zal het op de duur misschien helemaal in orde komen. Alleen.... dat is waar schijnlijk een kwestie van jaren. En daax-na zal ik te oud zijn om nog uit gezonden te wórden." „Je zult er overheen komen, op de duur. Nu ben je misschien opstandig, maar dat slijt. En je hebt mij. Ik zal je helpen. Als je wilt, zal ik je bijstaan, in elk opzicht. Vanmorgen verloor je even je zelfbeheersing. Je zei ik heb je nodig, ik kan je niet missen. Dit laatste hoeft ook niet, Bob. Als je me wilt heb ben, helemaal, als je vi-ouw en kame raad, je assistente, jc partner voor het leven, antwoox-d ik: Hier zit je Woutje en ze wil helemaal voor jou leven, jon gen. Maar ga alsjeblieft niet weg van hier. Laten we hier blijven. Ik ben ervan overtuigd, dat we ook hier ons geluk zullen vinden." Langzaam begon hij te glimlachen. „Woutje, wat fijn, dat ik jou heb. Wil je heus mijn vrouw worden?" Ik knikte. „Ik houd van je, lieve jon gen. Toen jij me toonbaar maakte en ik langzamex-hand plezier kreeg in m'n le ven.... als ik op stx-aat liep en de man nen me aankeken, niet alleen naar m'n benen, maar ook m'n gezicht, dacht ik: nu tel ik ook mee. Nu zien ze me ook voor vol aan. Voor een noi-male jonge vrouw, met een behoorlijk gezicht. En daar knoopte ik m'n plannen aan vast: nu ga ik beslist genieten van het leven, flirten met aardige mannen, en dansen, plezier hebben, weten, dat je geado reerd wordt, bewonderd en misschien op de duur bemind. Ik was vast niet van plan me gauw te binden. Eerst de schade inhalen, zolang maar mogelijk was. Dat was mijn ideaal. Maar ik zal ook wat moeten prijsgeven, als ik jouw vi-ouw wordt, want dan gaan al die leuke plan netjes niet door. Dan zal ik me moeten richten naar de wensen van mijn echt genoot en mag ik niet meer flirten met andere mannen. Ik breng dit offertje, mijn lieveling, jij brengt het jouwe. Sa men kunnen we dan verder gaan bou wen aan ons levensgeluk. Zullen we het zo bekijken?" Hij kuste me en knikte. „Zoals jij het ziet, Woutje, wordt alles veel eenvou diger. Ik kan niet meer buiten je, Wou tje. Je hebt een vaste plaats gekregen in m'n leven. Ik kan het me niet meer indenken zonder jou." Tegen half twaalf hoorde ik een sleu tel in het slót. Gelijk zaten we i-echt en inspecteerde ik mezelf of ik er niet al te gek uitzag. Lenie stapte binnen en keek verrast naar ons. Doch toen ze onze blijde gezichten zag, begon ze te glimlachen en langs haar neus weg, be- gx-oette ze ons op droge toon: „Hallo, geliefden, Naar jullie gezichten te oor- delen komt het me voor, dat het geen vervelende avond is geweest. Bob kwam overeind, zonder mijn hand los te laten en zei op deftige toon: „Zuster Van Tool, mag ik u mijn ver loofde voorstellen? U komt juist op tijd om ons geluk te wensen." Lenie bleef voor ons staan, de handen ineenslaande. „Wel, wel, ik heb eens gelezen van een geval, waarin een dokter verliefd werd op de patiënte, die hij genezen had. De historie herhaalt zich." „Tjonge," hij keek me bedenkelijk aan. „Het is dus niet origineel. En hoe ver ging het beide hoofdpersonen in het vei'haal?" Lenies ogen twinkelden van pret. „Als ik me goed herinner, leefden ze lang en gelukking." „Dat hebben wij in elk geval nog voor de boeg, niet, Woutje?" Lenie trok me omhoog. „Blijf daar niet als een zoutzak zitten. Laat me je gelukwensen, Woutje, je krijgt het nu wel bij het volle pond, hè?" Ze kustte me hartelijk. „Bofferd! Je weet nog niet half, welk een schat hij is, die kersverse vei'loofde van je." Ik was helemaal niet jaloers, maar liefjes vroeg ik: „Zo? Heb je er dan ervaring mee?" Ze stond al voor Bob en knipoogde naar hem. „Geheimpje tussen ons, hè? O, niets om kwaad over te woi-den, hoor! We wai'en op het lest als broer en zus voor elkaar." Ze ging op haar tenen staan en kuste hem op beide wangen. „Veel geluk, Bob. Feitelijk moest ik boos zijn op je, want je neemt me niet enkel m'n vriendin af, maar boven dien m'n onderkomen, want Woutje zal dit nu wel opdoeken. En ik was hier net zo gewend geraakt." Ze slaakte een zucht. Ik greep haar arm. „Maak je geen zor gen. Het flatje is mijn eigendom. Je mag het huren van me. Misschien iets voor jou en Frits, Tegen de tijd, dat wij trouwen, zul je ook wel zo langzamer hand naar het huwelijk vex-langen." „Dat doe ik elke dag al," flapte Lenie er rustig uit. „Vooruit, verloofden, neem nog een zit, dan duik ik in onze pieter- peuterige bar, want ik wil wel klinken op jullie geluk." Het werd een latertje, maar dat kon me niet schelen. Elke minuut was een gelukkige minuut. De enige schaduw was, volgens Bob, het feit dat hij afgekeurd was voor de ti'open. Lenie scheen nog nergens van te weten. Ze schrok en keek hem met grote ogen aan. „Waar om?" wat mankeert je?" Hij legde het haar uit in woorden, die ik niet verstond, doch Lenie knikte enkele malen begrijpend. „Is dat alles? Zo lopen er hondex-den en duizenden in de wereld, die met gemak tachtig jaar en ouder worden." Ik vertelde mijn mening. Hoe ik het zag, dat alles een bestemd doel had. Ook het feit, dat hij afgekeurd was. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1969 | | pagina 2