doed txr*
m 12 lessen
tmmsm k
Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 21 juni 1969 no. 3356
WACHT OP HET WONDER
Illiiiiiii
joujossenj
HET MOTIEF.
Landschappen. Lüncn en vlakken.
Licht en schaduw. Veraf of dichtbij?
Het landschap behoort tot een van de
meest gefotografeerde onderwerpen in
ons land. Dat is wel te begrijp.en. Ieder
een die op vakantie gaat of zomaar een
weekend op stap, krijgt de lust iets mee
te nemen van hetgeen hij onderweg ziet.
Het landschap is. na het onderwerp „kin
deren" het meest gefotografeerde motief.
Voor ons is het landschap interessant
omdat we er zo'n goed gebruik van kun
nen maken om u iets te leren over het
begrip compositie. Tenslote leert dit ar
tikel u iets omtrent het vinden van mo
tieven; daarmee zet u dan de stap van
registreren naar creëren met de camera.
Leren kijken.
De vader van de bekende schrijver-
redakteur Dick Boer, uitgever van het
blad FOCUS, was een zeer bekend foto
graaf.
Adriaan Boer was een kunstenaar met
de camera. Deze man was eens op bezoek
bij een vriend. Op weg naar diens huis
passeerde hij een simpel bleekveldje
met wat bomen. Zo op het oog een niet
bepaald fotogeniek hoekje. Toch zag hij
er iets in. Hij vroeg de vrouw die daal
de was te bleken legde, of ze heel even
wilde poseren. Daarbij regelde hij het
zo, dat de vrouw de aandacht (op de
latere foto) zou trekken. Tegenwoordig
noemen wij dit een blikvanger in de
reclame. Adriaan Boer bepaalde zijn
standpunt en maakte een foto van de
vrouw op het bleekveld. Enige weken
na zijn bezoek toonde hij de opname aan
de vriend. Deze was stomverbaasd. „Waar
is die leuke foto gemaakt?"
„In jouw eigen onmiddellijke omgeving."
Vriend, nog meer verbaasd. „Ik loop
er dagelijks langshoe kan ik als
amateurfotograaf zo iets over het hoofd
gezien hebben?" Adriaan Boer leerde
zijn vriend en u, dat er verschil is tussen:
kijken en zien. Dat is het aardige van
fotograferen. U kunt uit de dagelijkse
omgeving massa's motieven peuren.
mits u leert zien.
Lijnen en vlakken.
Wanneer we voortaan wat meer op het
landschap gaan lettten, ontdekken we dat
dit in feite is opgebouwd uit lijnen en
vlakken. Een weggetje dat zich door het
weiland slingert naar de boerderij ver
derop. Een groep bomen tegen de hori
zon. Een duinenrij achter een hek, het
zijn allemaal elementen. Hoe meer u leert
zien, hoe beter u fotografeert.
Om het de beginner gemakkelijk te
maken, zijn een aantal simpele regels
opgesteld. Men noemt die met een duur
woord: Compositieregels. Dit houdt in,
dat als u een foto maakt volgens deze
recepten, er praktisch altijd een redelijke
plaat ontstaat. U kunt het vergelijken
met een kookboek. Wanneer u voor het
eerst zou gaan koken, werkt u het best
door de recepten in het kookboek precies
te volgen. Wanneer u chefkok van het
Hiltonhotel bent, leest u geen kookboek
meer. In het eerste geval, dus dat van de
beginneling, is het kookboek onmisbaar.
Er ontstaat altijd iets eetbaars. De chef
kok doet het „uit zijn blote hoofd" en
hij maakt iets verrukkelijks.
Van links naar rechts.
Om nog even op dat slingerpaadje
terug te komen, wanneer een paadje zich
van links onder naar rechts boven door
uw zoeker beweegt, doet het ons het
prettigst aan. In het algemeen is een
„beweging", een lijn dus, die van links
FEUILLETON
door: T Dorssen - van Loon
Nadat ik 's avonds van m'n werk thuis
was gekomen, ging ik me verkleden.
Want ik was vastbesloten deze dag te
vieren. Op mijn manier. Ik kookte geen
eten, want ik zou mezelf vanavond op
een exclusief etentje trakteren. En daar
na zou ik a l'improviste mezelf verma
ken. Tot middernacht. Om met een taxi
naar huis terug te keren. Vanavond zou
ik niet op een paar centen kijken. Een
restaurant had ik al uitgezocht en daarna
zou het waarschijnlijk een film worden.
Om te besluiten met een drankje in een
of andere gezellige gelegenheid, die er
voldoende in de stad waren. Gelegenhe
den, waar vrouwen zonder begeleiding
desondanks mochten binnenkomen. En
waarom ook niet? Ik zag er immers onge
vaarlijk uit met m'n pukkeltjesgezicht
en m'n bril met dikke glazen? Niemand
zou me storen en al wachtte ik nog altijd
diep in mijn hart op het wonder, m'n
verstand vertelde me iedere keer weer,
dat zoiets voor mij waarschijnlijk nooit
zou komen. Mannen hadden enkel voor
m'n bankrekening belangstelling en wil
den de lelijke vrouw desnoods op de
koop toenemen.
Ondanks verheugde ik me op deze
avond. Het feit, dat ik over voldoende
geld beschikte, gaf toch een prettig ge
voel. In ieder geval was ik volkomen
onafhankelijk, want als morgen m'n baan
op de archiefzolder me begon te vervelen
en ik zegde hem op, zou ik er geen
boterham minder om hoeven te eten. De
rente van m'n kapitaaltje was voldoende
om ervan te leven. Al slokte de belasting
elk jaar er een hele part van op.
Terwijl ik op het punt stond de deur
uit te gaan, kwam Lenie thuis. Als altijd
opgewekt en vrolijk. Ik keek verbaasd
„Wat ben je vroeg?"
Ze lachte en er blonken pretlichtjes in
haar ogen. „Vorige maand heb ik een
collega een halve dienst vervangen. Voor
een bruiloft. Nu is het haar beurt. Ik had
dienst tot tien uur; ze heeft het een half
uur geleden van me overgenomen. Ben
ik lekker vrij tot morgenmiddag half
drie. Heerlijk!"
Ze keek me aan en ontdekte, dat ik
m'n mantel aan had. „Moet je weg? Het
is toch geen woensdag?" Woensdagsa
vonds at ik altijd in de stad.
Ik vertelde het haar. „Vandaag is het
een jubileum: op de kop af twee jaar in
de stad. Dat ga ik vieren."
„Leuk. Met wie?"
M'n gezicht betrok. Ze begreep onmid
dellijk de blunder. Ze greep m'n arm:
„Neem me niet kwalijk, Woutje, dat was
geen tactische vraag. Zeg.... mag ik
mee? Of ga je liever alleen?"
Ik aarzelde. Eigenlijk had ik me ver
heugd in mijn eenzaam feestje. Tenslotte
naar rechts loopt, voor ons Europeanen
het mooist in foto of schilderij. U zult in
Japanse of Chinese prenten een totaal
andere compositie zien. Daar is het veel
meer horizontaal, denk aan de lange,
smalle rolschilderijen van de Chinezen.
Dat zit waarschijnlijk in ons handschrift,
dat ook van links naar rechts gaat. Bij
de Chinezen gaat het op en neer.
Leren we gebruik te maken van deze
kennelijk ingeboren voorkeuren van ons
oog, dan is het effect vaak goed.
Een zoeker is wat klein.
De zoeker van de gewone kleinbeeld-
camera is helaas wat klein. Weliswaar
hebben sommige camera's een ingebouwd
kadertje dat schijnbaar zwevend tussen
beeld en toestel hangt, maar ook dat ver
betert de zaak nog niet ingrijpend. Han
dige amateurs knippen een soort venster
tje uit een briefkaart. Dat venstertje is
bijv. 6 X 9 cm. Houden we dat brief
kaartje op ca 30 cm van het oog, dan
krijgt u een veel betere kijk op het land
schap. U kunt nu heel zuiver zien welke
rol de lijnen en vlakken spelen.
Staat de horizon precies in het midden,
dan doet dat weinig prettig aan. Is er
echter één derde lucht en twee derde
water of land onder die horizon, dan ont
staat meteen een betere verdeling. Loopt
een pad of spoorbaan, een sloot of een rij
bomen van links naar rechts naar die ho
rizon toe, dan „oogt" het leuk. Loopt de
rij bomen, de spoorbaan of de weg van
rechts naar links.... dan zegt u „Hè.,
het is het niet."
Niet alleen lijnen en vlakken, ook an
dere factoren spelen mee, denk eens aan
Licht en schaduw.
Het lich kan ook een lijn vormen. Denk
aan een streep zonlicht die door de tak
ken van een bos omlaag valt. Denk aan
de schaduw die als een donkere balk naar
voren valt. Hebt u wel eens gezien hoe
een landschap er uit ziet bij een naderbij
komend onweer? De voorgrond is dan
vaak somber en donker, daarachter bij
de horizon pakken zich loodgrauwe wol
ken samen, maar een straal zonlicht
maakt het dorpje aan de einder tot een
felverlichte streep, het koren voor het
dorpje vlamt geel op. Ook dat is compo
sitie, oog hebben voor de werking van
het licht.
De voorgrond.
Enorm belangrijk is de voorgrond. Wij
hebben nl. iets wat de camera mist. Wij
kijken met twee ogen. Stereoscopisch
zien noemt men dat. Knijpt u eens een
oog dicht en houdt een potlood op circa
50 cm voor uw éne oog, probeer met
uw andere hand het potlood ineens te
pakken. Meestal zal het niet direkt luk
ken. Dat komt omdat we met één oog
geen zuiver zicht op de afstand meer
hebben. We kunnen, zegt men, geen diep
te meer zien met één oog. Dat kan een
camera, met een enkele lens, dus ook
niet. Maar we kunnen wel diepte sug
gereren. Als u voor een groot meer staat
of boven op een duin en u fotografeert
de weidse ruimte, ziet u op de camera
niets van die afstand terug. Ook al vaart
er een schip op zee of op dat meer. Ons
oog kan op dat platte plaatje niet ver
gelijken.
Maar indien we een boom, een hek of
een mens vlak bij de camera, in het
beeld opnemen, is het anders. Dan zien
wij duidelijk verschil tussen het grote
voorwerp dichtbij en het kleine scheepje
aan de horizon en datdat vertelt
ons dat er een grote afstand is.
Veraf of dichtbij.
De meeste Nederlanders maken hun
opname van mensen of groepjes van een
veel te grote afstand. Dan zien we een
kiekje van een terrasje waaróp een hele
massa mensen. Men wijst een stipje aan
en zegt „Dat is Mien". Maar geen mens
kan Mien herkennen.
Een rustige achtergrond is ideaal. Een druk behang verstoort de aandacht
voor het onderwerp.
Aan deze foto's is duidelijk te zien dat een met zorg gekozen voorgrond meer
diepte aan het beeld geeft.
|«S5 p#, ««4 <xm w-;
SEWHgpi
Fotograferen bij een gebouw met iets achterover hellende camera, dan zal dit
gebouw op de foto schijnbaar achterover vallen.
Ook de foto van Jantje in de tuin mis
lukt op die manier. Het terras neemt u
met Mien op niet meer dan bijv. vijf me
ter, Jantje op ten hoogste twee meter.
Sterker spreekt de zaak bij foto's van
en in het landschap. Een paard bij een
hek? Mooi onderwerp; kruip er op niet
meer dan 15 meter naar toe, zo zien we
iets van het landschap en iets van het
paard. Een molen aan een vaart? Prach
tig, zorg dat u het wiekenkruis er net
op hebt.dan bent u zeker dat u de
molen er redelijk op hebt staan.
Niet achterover.
Als we een hoog object fotograferen,
is er wel een kans dat de toren of molen
niet helemaal op de kiek komt. Geen nood
denkt u, ik houd de camera iets achter
over en de zaak is rond. Later ziet u dat
de toren op de foto achterover valt.
Probeer liever steeds zoveel mogelijk
achteruit te gaan dat u de toren, zonder
gekantelde camera, op de prent krijgt. Is
het niet gelukt en hebt u toch een ach
terovervallende molen of toren? Dan kunt
u eens praten met uw fotohandelaar.
Deze kan de foto bij het vergroten „ont-
hoeken". U moet dan een handvergroting
laten maken, maar dan is uw toren weer
recht. Bij die van Pisa echter is dat ont-
hoeken minder gewenst.
had ik al dagen van te voren het plan
netje opgesteld. Doch ik wist van te vo
ren, dat ik na mijn thuiskomst een leeg
gevoel zou overhouden. Al was het eten
nog zo lekker en de film nog zo boeiend.
„Zou je dat willen?"
Ze was terstond enthousiast. „Dol
graag, zeg! We zijn samen- nog nooit uit
geweest."
„Dat weet ik," antwoordde ik, er grof
aan toevoegend: „Ik ben er al jaren aan
gewend in m'n eentje me te vermaken."
Lenie kwam vlak voor me staan, me
ernstig aankijkend. „Als ik zeg, dat ik
deze avond graag samen met je wil vie
ren, geloof je me dan?"
Ze had al half het pleit gewonnen.
„En je verloofde dan?"
„Die bel ik wel op. Hij komt niets
aan me tekort, hoor. Ik zal 'm wel ver
tellen, dat hij deze avond maar moet be
nutten om te leren. Als we gezond blij
ven, hebben we nog duizenden avonden
voor de boeg." Ze lachte zelf om de mop.
Natuurlijk ging ze mee. Ik wachtte nog
een klein half uurtje, tot ze zich omge
kleed en opgeknapt had. Op straat schoof
ze haar arm door de mijne. „Wé maken
er een fijne avond van, Woutje. Let eens
op. Ik doe met alles mee. Desnoods doe
ik m'n ring tijdelijk in m'n portemonnee."
In het restaurant, waar we gingen e-
ten, belde ze haar verloofde op. Terug
aan tafel knikte ze tevreden. „Het is in
orde. Het kwam nog wel zo goed uit,
zei hij. Laat hem maar met z'n neus
in die boeken van hem kruipen. Des te
gauwer kunnen we trouwen."
We rookten een sigaret. In afwachting
van de soep. „Verlang je naar het hu
welijk?" vroeg ik nieuwsgierig.
„Soms. Ik heb het niet slecht. Ver
pleegsters verdienen tegenwoordig geluk
kig behoorlijk geld. Al moet er natuurlijk
voor gewerkt worden. Maar het is nim
mer m'n bedoeling geweest om zuster te
blijven. Ik zit nu in de kraamafdeling,
dat is niet zo best voor een verpleegster,
die verloofd is." Ze lachte knipogend.
„Ik ben wel eens jaloers op al die moe
dertjes met hun rossige baby's. Vanavond
maar niet aan denken. Met Frits kun
je daar niet over praten. Mannen leggen
zo'n ontboezeming glad verkeerd uit,
hè?"
Ik wist niet, wat ik daarop moest ant
woorden. Als ik zelf op straat een jonge
moeder achter een kinderwagen zag aan
komen, bekroop me altijd de lust er in
te kijken naar de baby. Dan kreeg ik wel
eens een steek door me heen. En als ik
een enkele keer in een down-stemming
verkeerde, draaide ik m'n hoofd om of
ging voor een etalage staan tot de kin
derwagen voorbij was. Ik dacht er maar
zo weinig -mogelijk aan.
Waarschijnlijk bemerkte Lenie, dat dit
onderwerp voor mij niet zo prettig was,
want tijdens de soep begon ze plotseling
weer over m'n handicap. „Zeg, die Van
Sprenkelen, hè, die huisartshij was
van de week in het ziekenhuis. Heb ik
je verteld, dat ik bij hem gewerkt heb,
voor ik naar het ziekenhuis ging? We
kennen elkaar dus vrij goed. Terloops
vertelde ik van jouw geval, zonder je
naam te noemen natuurlijk. Hij was he
vig geïnteresseerd en antwoordde: Stuur
die jongedame eens naar me toe. Waar
schijnlijk weet ik al, wat het is. Tegen
woordig hebben we een preparaat, dat
vrij goede resultaten heeft. Waarom zal
ee zo blijven lopen, als het niet nodig is?
Dat zei hij. Ik heb niets beloofd, want
dat kon ik natuurlijk niet doen. En ik
wil je ook niet bewerken of proberen
je er wann voor te maken. Ik geef enkel
door, wat hij antwoordde. Voor de rest
moet je met jezelf het maar uitmaken."
Het maakte me even in de war. Ge
ruime tijd dacht ik over haar woorden
na. In de loop der jaren was ik vrij
sceptisch geworden wat betreft mijn
puistjes. Dikwijls zei ik tot mezelf, als
ik me zo in de spiegel bekeek: Daarmee
zul je de rest van je leven wel gezegend
zijn. En omdat er sinds Aat's huwelijk
geen man meer in mijn leven was ge
Samenvatting.
Een foto is (schijnbaar) samengesteld
uit lijnen en vlakken. Compositie noemt
men de techniek om die lijnen en vlakken
zo in de foto te plaatsen dat een aange
name indruk ontstaat. In het begin zul
len we zoveel mogelijk het recept slaafs
moeten volgen. Later leren we buiten de
spelregels om toch goede foto's te maken.
Licht en schaduw spelen ook hun rol
in de compositie. De voorgrond is een
middel om diepte in de foto te brengen.
Probeer altijd zo dicht mogelijk bij uw
onderwerp te komen.
Diploma
bejaardenhelpster
Op 18 juni 1969 slaagde in Middelburg
voor het diploma bejaardenhelpster mej.
C. L. Fl'ikweert, directrice van huize
„Vredestein". Zij werd opgeleid aan de
school voor H.N.O. „Het Molenwater" te
Middelburg, uitgaande van de Stichting
Prot. Opleiding Bejaardenzorg.
komen, kon het me verder weinig sche
len. De collega's op m'n werk, waarmee
ik ambtshalve nog wel eens te maken
had, waren beleefd, soms gereserveerd,
maar in elk geval gedroegen ze zich al
lemaal als heren. Geen van allen dreef
heimelijk of onbedekt de spot met m'n
handicap en de beide hulpjes op het ar
chief kon het helemaal niet schelen, ter
wijl Daarderberg, m'n onmiddellijke chef,
het waarschijnlijk nooit opgemerkt had.
Toch leefde altijd ongewild het ver
langen in me om ook mooi te zijn en be
wonderd te worden door mannen. Als ik
in een restaurant zag en keek naar paar
tjes, die elkaar aankeken met blikken,
waarin een wereld vol liefde lag, deed
het me pijn, dat dit voor mij nooit te
verwezenlijken zou zijn. Een enkele keer
had ik spijt, dat ik ondanks alles, niet
met Dries of Roel was getrouwd. Welis
waar zou ik dan altijd genoegen moeten
nemen met wat kruimelliefde, een soort
surrogaat en dan nog mondjesmaat toe
gedeeld, maar ik zou in elk geval iets
hebben en misschien nu al een baby be
zitten, die ik kon verwennen en vertroe
telen. Als ik m'n buurman en zijn mol
lige vrouwtje zag tijdens de kaartavond-
jes, hoe ze heimelijk elkander met de
ogen liefkoosden, dan vond ik het leven
wreed, omdat mij dit waarschijnlijk nooit
ten deel zou vallen. Dan dwong ik me
zelf er niet aan te denken en wendde
ik hardnekkige pogingen aan om ergens
anders m'n aandacht aan te wijden. Het
prettigste voelde ik me nog in de veilige
beslotenheid van m'n flatje, waar nie
mand m'n handicap zag.
Geruime tijd aten we zonder te spre
ken. Het werd zelfs pijnlijk. Op een ge
geven ogenblik keken we elkaar aan. Op
Lenies gezicht lag een geschrokken blik.
„Ben je nu boos?" vroeg ze zacht. „Ik
had er niet over mogen praten, hè? Maar
ik dacht je er misschien een dienst mee
te kunnen bewijzen. Ik zou je zo graag
willen helpen."
(Wordt vervolgd).