De gekste antiquair
Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 26 oktober 1968 no. 3323
Pül'Ol^engf
Nationale prijsvraag bejaardenstoel leverde 5 bekroningen op
In een 49 meter diepe pijpela aan de Bornsestraat in Almelo hangt een
vrij forse gespierde man met een gerimpeld verweerd gezicht, een vlinder
dasje onder zijn kin en een zwarte hoed op, schuin tegen een Biedermeier
kastje aan. Hij heet Kalsbeek, is 56 jaar en „doet in antiek". Duizenden in
Nederland kennen hem. Zijn benen maken een hoek van ongeveer zestig
graden met de vloer.
„Bij ons is het een kwestie van drie generaties", zegt hij rap. „Mijn vader
heeft hier zijn hele leven gelopen, ik ook en mijn zoons Koelie en Willy vol
gen mij op. De wereld zit vol Kalsbeeks en driekwart zit in antiek. Er zit
ten dokters tussen en advocaten, in de halve wereld en in Amerika. Ik weet
niet of Kalsbeek in Doesburgof dat familie van mij isdat moet ik
nog uitzoekenmaar van hém weet ik dat de Kalsbeeks uit Brabants
België stammen. Daar werden ze in de zestiende eeuw verdreven. Ikzelf ben
een rasechte Fries".
TIEN PROCENT KOPERS.
De winkelbel gaat. Er komen twee he
ren binnen.
„Ha!" zegt Kalsbeek. „Heb je wat op
je hart of kom je alleen kijken? Draai de
knoppen van het licht maar om. Ieder
een weet hier de knoppen te zitten. Rom
mel maar raak. Handel genoeg. Ik ben
hier negenenveertig meter diep. Een twee
honderd meter verderop heb ik nog twee
winkels. Als ik hier niet ben, zit ik daar.
Mijn zoon Roelie kan in zes weken niet
aandragen wat ik hier in twee weken ver
koop.
Tien procent komt meteen kopen en de
andere negentig kijkt alleen maar. Dat
moet je de mensen niet afnemen. We ha
len de boel uit de oostzone van Duitsland
en uit België en misschien straks uit
in de huid gezondheid en zuiverheid
Frankrijk en Spanje. Hier is niks meer
te halen. We halen het bij zigeuners en
kasteelheren".
Hij schuift zijn zwarte hoed achter
over, krabt in zijn haar en schuift de hoed
weer terug. Hij heeft zijn leven-lang een
zwarte hoed gedragen. Het is een soort
handelsmerk.
Klasse.
„Handelaars zijn we, alle Kalsbeeks.
En driekwart in antiek. We willen ook
niet anders. Mijn vader deed de verkoop
en ik de inkoopNou zit ik in de ver
koop en gaat Roelie de inkoop doen. Ilc
heb nog een zoon.dat is Willy.is
dertien jaar.die is in aantocht. Dat is
de volgox-de. Daar werken we hier op.
Wat ik vroeger nog in Nederland kon ko
pen, moet Roelie honderden kilometers
ver weg halen. Hij bereist half Europa.
Antiek is schaars".
Hij schudt aan een Biedermeiertafeltje
en slaat er met de vuist op.
„Dat is klasse! Kogelrond, meneer!
Maar schaars. Roelie is er helemaal voor
naar Helmstedt geweest. Hij haalt en
brengt. In Duitsland willen ze kabinet
ten, wij zoeken hier Biedermeier en pe
troleumlampen. Iedere handelaar in Ne
derland zit zonder petroleumlampen. Ik
weet waar ze zitten. Een heel eind weg.
Maar halen, dat doen we ze. En ik maar
verkopen. Niks gevonden, meneer? Vol
gende keer beter. We hebben hier klasse
klanten. Professoren van de T.H., dok
ters, notarissen en advocaten. En fabri
kanten. Maar ook gewone kantoorjongens
die vijf jaar verkering moeten hebben om
een Biedermeierstelletje bij mekaar te
krijgen. Dat is toch leuk!"
„Er komen hier jongens uit het westen.
Vakmensen. Die komen hier de boel weg
halen. Waarom? Omdat ze er dan in het
westen nog een keer goud aan kunnen
verdienen. Wat dacht u wie er duurder
was: ik of een jongen aan de Boulevard
in Scheveningen? Hier, kijk es even. Vol
taire stoeltjes, secretaires, minister-bu
reaus, cilindex-s, speeltafels. En onze Roe
lie sleept maar aan. Het wordt ze hier ook
met de paplepel ingegoten".
Afval.
„Die kleine jongen van mijdie van
dertiendie speelt op het trottoir.
Komt er een vuilniswagen aan. Wat
hangt er achter die kar? Een stoeltje. Hij
op de fiets er achter aan. Hij haalt ze in
cn hij zegt: wat moet je voor dat stoeltje
hebben? Wie ben je dan, zeggen die ke
rels. Kalsbeek zegt onze Willy. Een tien
tje, zeien die kerels. Goed, zegt Willy, va
der betaalt. Weet je wat dat voor stoeltje
was?
Hij Schuift snel zijn hoed achterover.
„Een Biedermeier bureaustoeltje.De
hoed gaat terug. Hij draagt hem binnen
cn buiten, in de winkel en in de kamer.
Een zwarte hoed.
„Met de paplepel, meneer. Hij weet dat
een tientje een joetje is en een briefje van
vijfentwintig een geeltje en honderd een
meier. Dat is handelstaal. Die kennen de
zigeuners ook".
Bonheurs.
„Onze Roelie is niet bang. Hij kent zijn
taal en hij belt aan bij een kasteel in de
oostzone. Als je het treft, zit je op rozen.
Ik ben hier ook bij de graaf van Almelo
geweest. Die wil nou niet wat verkopen
maar veronderstel dat-ie een keer wat
kwijt wil. Poch! Of ik koop een heel
sterfhuis op. Wat heb je dan? Klasse en
troep! Troep en bonheurs. Ik wil de bon
heurs en de troep neem ik d'r bij. Dat is
de handel.
Antiek is de mooiste handel van de we
reld. Nationaal en internationaal. Je kunt
er binnen een half jaar aan kapot gaan
.je hoeft maar das op das te kopen.
of je kunt er rijk van worden. Dat laatste
heb ik zelf nou nooit gered, maar dat
hoeft ook niet. Daar werk ik ook niet op.
Als ik één huis heb, heb ik genoeg. Ik
hoef niet een halve straat te hebben. Dan
vergeet je te leven. Dan zie je niet dat
elke dag de zon opkomt en reken er op
dat ik'm elke dag heb zien opgaan".
Hij hangt weer tegen een kast. Zijn
benen maken nu een hoek van vijfen
veertig graden met de vloer.
„Ik ga er mee door tot ik niet meer kan
Net als mijn vader. Mijn vader was een
enzeventig en toen zei-d-ie: ik ga lekker
bij moeder op de bank zitten. Meneer,
dat deed-die twee weken en toen begon-ie
weer. Als ze me morgen miljonair ma
ken, dan ga ik gewoon door. Dacht je dat
ik dan in een dikke auto ging rondtoe
ren? Ik zou niks veranderen. In een dik
ke auto? Ik zou me doodongelukkig voe
len. Dan was mijn leven weg. Handel,
dat wil ik".
Voetbal.
„Je bent in dit vak net een voetballer.
Een voetballer loopt zich ongelukkig ach
ter de bal aan. Wij lopen als een haas
achter een stuk klassegoed aan. Ik wil er
wel vijftien keer voor aanbellen. En weet
je wat een voetballer doet als-ie de bal
heeft? Dan schopt-ie 'm weg. Dat doen
wij ook. Heb je een ding van klasse te
palcken, dan verkoop je het. Maak je an
dere mensen weer gelukkig. Ik heb dui
zenden tevreden klanten. Boeken? Kom
es mee. Nee, kom es mee
Hij loopt naar een hoge kast, opent de
deuren en grijpt er in.
„Hierboeken. Je krijgt er een punt
hoofd van. Protestant en rooms-katholiek
liggen hier broederlijk naast mekaar. Alle
talen, Latijn en Duits. Uit kerken, kloos
ters en kastelen. Hier, pak an. Wil je Is
raëlisch? Hier, op perkament. Dat is een
hele jonge uit zeventienhonderddrieën
tachtig, maar de meeste zijn zo oud als
Op de nationale prijsvraag bejaarden-
stoel door de Vereniging Nederlands
Fabrikaat georganiseerd in samenwerking
met de Centrale Bond van Meubelfabri
kanten zijn niet minder dan 60 in
zendingen binnengekomen. Een mooi be
gin voor het wekken van meer belang
stelling voor een zitmeubel voor ouderen.
Twee jury's beoordeelden de ingezonden
ontwerpen: een jury van deskundigen en
een jury van bejaarden. Elke jury is een
volle dag intensief bezig geweest om tot
een uitspraak te komen. Beide jury's
kwamen tot de conclusie dat „de" ideale
stoel er nog niet bij was. Helemaal niet
vreemd, in aanmerking genomen de be
perkte tijd die men had om een model te
ontwerpen en uit te voeren en gezien de
moeilijkheid van de opdracht. De studie
van het zitten van ouderen is in ons land
n.l. pas kort op gang gekomen.
De keuze van deskundigen.
Gevraagd was het ontwerpen en ver
vaardig en van een voor de gemiddelde
bejaarde geschikte stoel, die fabrieksma
tig, in serie, kan worden gemaakt, en een
winkelprijs van f 300.niet te boven
gaat. De deskundigen-jury, die de func
tionele, esthetische en technische kwali
teiten beoordeelde, besloot van het haar
ter beschikking staande bedrag (ƒ300.
>een prijs van f 2000.toe te kennen aan
model „Marlies", ontworpen door de heer
G. Geytenbeek en uitgevoerd door het
Bureau Geytenbeek te Utrecht. Dit ont-
Deskundigen-jury
Model Marlies (bekroning
f 2000.stoel met gebo
gen houten frame, een
met stof beklede zitting
en rug en los schuim
rubber zitkussen.
Model 65 plus (bekroning
f 500.stoel van pit-
riet op stalen frame met
schuimrubber zitkussen
met wollen bekleding.
Model Amstelrust (bekro
ning f 500.een fau
teuil bestaande uit hou
ten frame, soepele skai
bekleding en schuimrub
ber zitting en rug.
de wereld. Je gooit ze op een hoop en
rommelen maar. Daar liggen de dure da
mes voor op hun knieën, meneer. Wil je
wat anders? Dit hierCleopatra mo
delletjeDanziger kussenkasten
kroonkastenDaar.... een jalouzie-
bureau met geheime laatjes, een juweel
tje.... wortelnoten tafel, worden tegen
woordig toch niet meer gemaakt.
Druk kastje, glad kastje, kastje met
trammelant, kastje zonder krulletjes.
Kabinet.
Zie je dat olde joekel van een kist?
Mooi, hè? Dat is klasse! Kun je zo een
lijk in stoppen. Als ze je daar in afstu
ren, kom je nooit terug
Hij wijst en beklopt, zet stoelen op
hun kop, aait langs tafelpoten en hijst
zijn broek op aan de brede leren koppel
riem die zijn khakihemd binnen zijn
broekboord houdt.
„Zoek maar uit. Een kabinet. Nog een
kabinet. Ik heb er nog wel een paar. Als
ze het kabinet laten vallen, komen ze
maar bij Kals. Weet je wat ik zelf hou?
Postzegels. Niet dat het zozeer een hobby
is. Het is meer handel. Ik gooi ze alle
maal in een la en dan denk ik: ziezo, dat
vreet geen brood. En ik heb een gruwe
lijke hekel aan beunhazen. Sinds antiek
het doet, moet iedereen in antiek doen.
Sommigen denken dat ze meteen anti
quair zijn. Jan Rap en zijn ouwe moer
doet in antiek. Maar handel moet in je
zitten".
En gros.
„Ik maakte een goeie dag achthonderd
werp voldoet het beste aan de voorwaar
den en houdt nog vele beloften in. Een
prijs van f 500.kende zij toe aan de
fauteuil „Amstelrust", ontworpen door
het design team van de Meubelindustrie
Gelderland N.V. te Culemborg en ook
vervaardigd door dit bedrijf en eveneens
f 500.aan het model 65 plus, ontwor
pen door de heer Wouter Fens te Amster
dam en vervaardigd door Gebr. Jonkers
te Noordwolde.
Iloe de bejaarden er over dachten.
De bejaarden-jury, die tot taak had
hoofdzakel ijk het zitcomfort te beoorde
len, bestond uit de dames Bartholina Ver-
burgt (75 jaar) en JannaBaltaserina Pley-
lar (66 jaar), de heren G. Th. Geurtsen
(72 jaar), H. J. Pleylar (70 jaar); de heer
C. J. Bakker, directeur Gemeentelijke
Stichting Huisvesting Bejaarden te U-
trecht fungeerde als voorzitter.
Zij hebben de gehele ochtend besteed
om van de ene stoel in de andere te gaan
zitten, waarbij al gauw bleek dat een ie
der toch wel zijn favoriete stoel had of
meer dan één stoel kon aanwijzen die
men wel thuis wilde hebben. Men was
zich er daarnaast van bewust dat in het
algemeen belang rekening moest worden
gehouden met de ruimte in particuliere
huizen en bejaarden-centra. Tenslotte
werd een tiental stoelen apart gezet,
waarna in de namiddag het beoordelen
van voren af aan begon. Opvallend was
gulden winst op vijfentwintigduizend le
ge schoensmeerdoosjes. Een keer word
ik opgebeld. Of ik zesentwintighonderd
Marvakostuums wil kopen. Helemaal
compleet. Rokken, bloesjes en van alles".
Hij wijst handig in de richting van zijn
borst en rolt beide handen een beetje
rond.
„Ik zeg: ik kom. Ik naar Deventer. Een
soldaat met een kanon op de nek achter
me aan. Daar lagen ze: netjes in pakken
van honderd geperst. Je kon ze voor cen
ten kopen. Uiteindelijk kreeg ik ze voor
vijf en een kwart. Kerel, weet je wat er
in zat? De mot. Behalve in de rokken,
die waren puntgaaf. Maar in de kleine
lettertjes, daar stond dat je ze niet opge
verfd in de handel mocht brengen. Ik
bel dus de ververij op en weet je hoe
veel? Vier en een halve gulden,per rokje.
Het hele spul, hè, rokken en allesis
de lompenmolen ingegaan. Ik kan wel
een boek schrijven. Over antiek en over
de handel.
Ik ben ook nog een keer naar Gilze
Rijen geweest om twaalf vliegtuigen te
kopen. Is niet doorgegaan. En een keer.
dat ging wél doorheb ik tienduizend
gasmaskers gekocht. Je lacht je kapot.
Tienduizend. Die kon ik kopen voor een
dubbeltje per stuk. En je zou zeggen: wat
doet een mens met tienduizend gasmas
kers, hè? Nou, ze zijn allemaal verplet,
maar er zat iets aan dat in die tijd
schaars was. Weet je wat? In die tijd was
een gulden de meter voor niks. Dat was
elastiek".
(Nadruk verboden).
Be jaarden-jury
Model Meerwijk (bekro
ning f 1000.een zit
stoel op stalen frame met
houten armleggers en
skai bekleding van
schuimrubber zitting en
lage rug.
Model Amstelrust (bekro
ning f1000.ook be
kroond door de jury van
deskundigen.
Model Senior (bekroning
f 1000.een fauteuil op
houten frame, waarvan
zitting en armleggers met
stof zijn bekleed, voor
zien van een verstelbaar
hoofdkussen.
dat de uiteindelijke beslissing eenstem
mig werd genomen. Drie modellen zijn
bekroond met elk f 1000.Die zitten dus
goed, al blijft er dan nog wel een kleinig
heid te wensen over. Dit zijn: model Se
nior, een fauteuil ontworpen door de heer
A. A. W. van Wulfften Palthe te Nijver-
dal en gemaakt door Ros Meubelen te
Hengelo O; model Amstelrust, ook be
kroond door de jury van deskundigen, en
model Meerwijk, een zitstoel, ontworpen
door de heren A. Nieuwkoop en R. W.
Salari te Beusichem en vervaardigd door
Niesal N.V. te Beusichem.
De andere deelnemers.
Elke deelnemer heeft zijn gedachten la
ten gaan over de eisen waaraan een stoel
voor ouderen moet voldoen. Sommigen
hebben teveel in een stoel willen verwer
ken, waardoor een onlogisch resultaat
ontstond; sommigen ook brachten mecha
nieken aan die vaak „eng" werden gevon
den; enkele stoelen voldeden wegens con
ventionele vormgeving of te dure uitvoe
ring niet aan de gestelde eisen; terwijl
enkele stoelen ontwox-pen waren voor
minder-valide mensen, hetgeen niet de
opdracht was. Tenslotte kwamen er ook
stoeien voor die een gewilde, gekunstelde
vormgeving toonden.
Maar wat kan er niet groeien uit zo'n
eei'ste confrontatie met dit onderwerp?
Hoofdzaak is, dat ontwerpers en vorm
gevers aan een stoel voor ouderen zijn
gaan denken. De eerste stoot tot een
nieuw artikel een stoel voor oudei-en
is gegeven. Op de ingeslagen weg moet
worden voortgegaan, opdat de Neder
landse bejaardenstoel bekendheid zal
ki-ijgen in binnen- en buitenland.