ZIGEUNERS EEN VOLK VAN RAADSELS Hoe ontstond het Nederlands? VERMOEDELIJK VAN INDIASE HERKOMST Wanneer het naar het midden van mei loopt worden grote aantallen zigeuners, die in Europa rondzwerven, onrustig. Het toch al zo onstuimig kloppende hart van dit zwervende volk gaat dan sneller kloppen. Ze gaan zich opmaken voor hun jaarlijkse tocht naar hun pelgrimsplaats Les Saintes Maries de la Mer in de Franse Camarque. De Camarque! Domein van de grote kudden nachtzwarte stieren en van groe pen wilde paarden. Streek waar de laatste cowboys van Europa de gardians - op hun watervlugge paardjes de stierenkudden begeleiden. Op 24 en 25 mei zijn daar de hoogtijdagen van de zigeuners. Van alle kanten komen zij naar Les Saintes Maries de la Mer. Het kleine plaatsje aan de Middellandse Zee waarvan Vincent van Gogh schreef: „Ik geloof niet, dat er meer dan 100 huizen in dit dorpje of stad zijn". Legende en werkelijkheid De legende verhaalt, dat Maria-Salome, de moeder van de apostelen Jacobus en Johannes; Maria-Jacoba, de moeder van Judas en Simon en Maria-Magdalena uit het heilige land verjaagd werden en na veel omzwervingen per schip in de buurt van het plaatsje, dat nu naar deze drie Maria's is genoemd, aan wal stapten. Aan de wal stond een zigeunerin te kijken hoe de drie vrouwen probeerden de woelige golven de baas te worden. Door haar hulp lukte dat. De naam van deze zigeunerin was Sara en nog heden ten dage komt deze naam veel voor in de zigeuner-families. De legende vertelt verder, dat Sara be graven is in de crypte van de kerk in het dorpje Les Saintes Maries de la Mer. Zij wordt vereerd als de „zwarte maagd", een verering die bij de Spaanse zigeuners ge stalte vindt in de verering van het beled van La Macarena in Sevilla. Het is deze gebeurtenis, die de zigeuners elk jaar vieren in de tweede helft van de maand mei, de maand, die van oudsher is toegewijd aan Maria, de moeder van Christus. Les Saintes Maries de la Mer. Tot in 1912 toe is het recht om in de grafkelder van het kerkje in het Franse Camarque dorpje te komen alleen aan de zigeuners voorbehouden geweest. Zij brachten er de nacht door en hun wake bij het beeld van Sara maakte een geheimzin nige indruk. Nu brengen de zigeuners hun nachtwake door in de open lucht waar bij flakkerende kampvuren de oudste aanwe zigen hun verhalen vertellen en waar de zi geunerdansen bij het melancholieke spel van de violen wordt uitgevoerd. Het hoogtepunt van deze pelgrimage is echter de processie in de zee. Door een bisschop wordt de zee gezegend en de hele stoet van zigeuners loopt met de bisschop mee de zee in. Een unieke reportage hier van is te beluisteren op een grammofoon plaat „The Festival of Les Saintes Marirfs de la Mer", die in 1955 werd gemaakt. Droefgeestige balkanmuziek vol heimwee naar de toendra en vurige Spaanse klan ken vol temperament uit de 'Sacromonto wisselen at met godsdienstige gezangen. Herkomst zigeuners. Elke tziganoloog houdt zich bezig met de vraag: waar komen de zigeuners van daan. Zelf noemen de zigeuners zich wel Kleine Egyptenaren. Het is ook gebleken, dat ze op hun zwerftochten in Egypte geweest zijn maar hun stamland moet toch ergens anders worden gezocht. Heel lang is gespeurd naar geschreven berichten over hun herkomst. Men recon strueerde een Arabisch verhaal, waarin sprake is van een koning, die in de vijfde eeuw duizenden muzikanten uit India liet komen. Deze koning gaf de muzikanten paarden, vee en graan. Toen het graan op was trokken ze verder en met het maken van muziek verdienden ze verder hun kost.' Linguïsten hebben vastgesteld, dat de taal van de zigeuners veel overeenkomt met de taal, die in India gesproken wordt. Üok komen de handhoudingen van de Spaanse zigeuners overeen met de handhoudingen van de Indiase dansers. Op grond hiervan neemt men thans algemeen aan, dat de oor sprong van de zigeuners in India ligt. Vervolging In het Kortgeleden gehouden proces te gen Harster, Zöptf en Slottke in München kon iema'nd op de publieke tribune zich niet langer meer beheersen en riep emoti oneel uit: „Vergeet de zigeuners niet!" De man had gelijk. De vervolging van de zi geuners is in de nazi-tijd even erg geweest als de vervolging van de Joden. Van de Joodse martelingen zijn we allen op de hoogte. Maar aan de vervolging van de zi geuners is niet veel aandacht besteed. De nazi - gouwleider van Servië een streek, waar altijd veel zigeuners hebben gezworven constateerde in 1942 „de zigeuner kan naar zijn aard geen nuttig lid van de internationale samenleving zijn." En deze woorden vormden de bezegeling van een lot, dat de zigeuners in even erge mate trof als de Joden. Bij duizenden werden zij naar de con centratiekampen gevoerd. Het is aan de Ne. derlandse kolonel A. F. van Velsen te dan ken, dat deze episode uit Auschwitz-Birke- nau aan de vergetelheid is ontrukt. Kolonel van Velsen was in die zwarte tijd blok oudste van de speciale zigeunerafdeling van dit dodenkamp. Toch staat er nergens op de wereld een gedenkteken van de vervolgde zigeuner. Tevergeefs zal men zoeken naar een na menregister, een halfstok waaiende vlag of een andere herinnering. Nooit is er een proces gevoerd tegen de beulen van het zigeunervolk of tegen de Eichmann van de zigeuners. In Nederland. De eerste berichten over de aanwezig heid van zigeuners in ons land vinden we in 1420. In Deventer wordt dan melding gemaakt van hun aanwezigheid. In 1537 gaven de Staten van Holland en West-Friesland bevel, dat zigeuners die in het land kwamen, voor de eerste maal moes ten worden gegeseld, voor de tweede maal gebrandmerkt en voor de derde maal ge straft met de dood door de strop. In de 18de eeuw werd aan militairen in Overijsel bevolen om wanneer ze zi geuners ontdekten deze als vijanden dood te schieten. Ze zouden daarvoor een premie ontvangen. Momenteel verblijven er ongeveer drie honderd zigeuners in ons land. Zij wor den weliswaar niet meer doodgeschoten of gegeseld, maar toch zijn er gezagsdra gers, die ze liever zien gaan dan komen. Het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk probeert de zigeu ners op te vangen in regionale kampen. Maar is de zigeuner gelukkig met deze op lossing:' Het valt te betwijfelen. Immers, het vrijheidsgevoel van de zigeuner is zo groot, dat het samenzijn met anderen een aantasting is van zijn eigen aard. Een gro te grief van hen is, dat er over hen beslist wordt, zonder dat zij zelf hun mening hierover hebben mpgen zeggen. Beroemde zigeuners. Het is nog niet zo lang geleden, dat er in Utrecht een merkwaardige begrafenis stoet door de straten trok. Enkele tiental len zigeuners van de Westhinerstam om stuwden een lijkwagen, waarin een emi nent lid van deze stam, de 43-jarige me vrouw A. Westhiner-Baba naar haar laatste rustplaats werd gereden. Achter de lijk wagen liep een orkestje en verder reed er een groot aantal auto's in de stoet mee. Een vrouw, die veel voor haar zigeuner- stam betekende werd ten grave gedragen. In november 1963 werd de wereld opge schrikt door het bericht, dat de vermaarde zigeunerdanseres uit Spanje Carmen Ama-; ya was overleden. Zij was nog in de volle bloei van haar carrière toen zij een hartver lamming kreeg. Op vier-jarige leeftijd trad zij al op in calé's, op een gitaar begeleid door haar vader. Ondanks de successen, die haar veel geld opbrachten, vergat zij haar stamgenoten in de zigeunerwijk So morrostro in Barcelona nooit. In Nederland is de naam van de onlangs overleden Tata Mirando bij de liefhebbers van de onvervalste zigeunermuziek wel zo bekend, dat hij nauwelijks enig verder commentaar behoeft. Verdreven uit Den Haag, waar hij jarenlang met zijn woon wagens op de Trekweg bij de gasfabriek stond, vond hij zijn laatste rustplaats in Dieren. Tata Mirando was de favoriete primas van onze koninklijke familie, waar voor hij dikwijls heeft gespeeld. Verdei kennen we Koka Petaio, nu ongeveer der tig jaar oud, die zich de koning van de zigeuners laten noemen. Aan koningen heb ben de zigeuners trouwens geen gebrek. Onlangs hebben we nog kunnen lezen, dat Ochefto ook een zigeuner, die zich de koning van de Franse zigeuners noem de op zeventigjarige leeftijd in zijn woonwagen is overleden. Geen vakjes. De zigeuner zegt: de aarde is van ieder een. Voor de ordelievende burger en zeker voor de orde handhavende gezags drager is deze uitspraak niet zo gemak- kelijK te verteren. Immers, wij hebben de aarde verdeeld in keurige vakken, die wij landen noemen. Willen wij van het ene vak in het andere stappen, dan hebben wij een paspoort nodig. Soms zelfs nog een officiële toestemming, die gestalte krijgt in een visum. Wij gaan er zonder meer vanuit, dat de mensen, die de wereld als hun vaderland beschouwen, zich maar aan onze vakverdeling moeten houden. Eigen lijk is dat een discriminatie van een volk, aat de vrijheid zo hartstochtelijk liet heeft. Het zal wel blijven botsen tussen de maatschappij en mensen die zich niet aan de normen van die maatschappij willen of kunnen aanpassen. Soms verkrijgt men een schijnaanpassing en soms is het mogelijk, dat een dergelijke botsing een tijd lang achterwege blijft. Maar in werkelijkheid blijft er toch al tijd een spanning bestaan tussen de men sen, die anders zijn in dit geval de zi geuners en normen, die de samenle ving stelt. En toch hebben de zigeuners ook het recht om zich mens te voelen op onze wereld. (Nadruk verboden) pen Friezen en Angelsaksen overgestoken te zijn naar Engeland, waar zij de Kelten verdrongen. Daarom klinken ons Fries en het hedendaagse Engels vrijwel gelijk (bread, cheese, butter!) en kan een Engels man de afstammelingen der Kelten in Wales niet verstaan. Daardoor komt hel ook, dat het Engels en het Nederlands nauw verwante talen zijn. In West-Duitsland en oost-Nederland vestigden zich de Saksen; in het westen van ons land tot in noord-Frankrijk huis den de Franken, terwijl aan de kust klei ne Ingwaeoonse stammen nederzettingen vestigden. Al deze mensen spraken een zelfde Germaans, maar ieder op zijn ma nier. Men heeft drie dialecten kunnen vast stellen, doch het waren uitingen van één taal. Van de drie dialecten bezat het Frankisch de sterkste invloed. Dit volk onderwierp de kustvolkjes en breidde zich sterk uit naar alle zijden. Beïnvloed door het op geslorpte Ingwaeoons en de taal der oude Batavieren met de vele Romeinse ontle dingen, vermengde dit Frankisch zich met het Nedersaksisch tot ons oud-nederlands. Naar nieuw. Die Saksen gaven aan dit oud-nederlands de verwantschap met het oudste Duits dat van de meer oostwaarts gevestigde Sak sen afkomstig is. Maar onmiskenbaar is toch de eigen vorming mét het oorspron kelijke karakter binnen de grenzen van het toekomstige Rijk der Nederlanden: het oud-nederlands is een irankische taal! Nieuwvormingen zijn door alle eeuwen heen ontstaan. Het zijn van die plotseling opkomeifde en soms even snel weer ver dwijnende vondsten. Zo groeit een taal voortdurend verder. Het Nederlands wor stelt in een vruchtbare bodem, ontwikkel de zich voorspoedig en bloeide schoon! Eerlijk gezegd hebben de vele insluipsels en verscheidene vereenvoudigingen vooral in de laatste jaren onze taal er niet fraaier op gemaakt, doch los van deze dikwijls modetranje, is ons Nederlands een mooie, zuivere en oorspronkelijke taal, een na tionale schat waar we niet trots genoeg op kunnen zijn. (Nadruk verboden) kers tot een minimum te beperken. Het Verbond voor Veilig Verkeer neemt ten aanzien van genoemde problemen het standpunt in dat zowel het vrachtwagen- verkeer als het snelverkeer recht heeft op een plaats op de weg. Om tot een beter samenspel tussen automobilisten en vracht- autochaufieurs te komen is een voorlich tingsactie opgebouwd, die geen appèl doet op meer hoffelijkheid en welwillendheid, maar gericht is op veilig gedrag in con crete gevaren, voor het merendeel in- haalsituaties. In het activiteitenprogramma zal naast de vier eerder genoemde actiepunten ook aandacht woiKen besteed aan foutieve be lading van vrachtauto's, aan opwaaiende dekzeilen, aan slechte banden en verlich ting, voorts aan de gevolgen van overver moeidheid, een aspect dat als ongevallen veroorzaker in het gehele verkeer een on voldoend bekende maar belangrijke plaats inneemt. De actie „De vrachtwagen in het verkeer" zal worden ondersteund door vier te'levisiespots, die dankzij medewerking van de NTS zestien maal op de beeldbuis zul len komen. In het KRO-televisieprogram- ma „Spitsuur" zullen jeugdige fietsers en bromfietsers worden voorgelicht over de ge varen van afbuigend verkeer in de steden. Eveneens in een KRO-televisieprogramma op 22 mei zullen kinderen worden gewezen op het gevaar van spelen achter vracht auto's. Bejaarde verkeersdeelnemers wor den met de problemen van het vrachtwa- genverkeer geconfronteerd in het nieuwe maandelijkse televisieprogramma van de VARA „Een dagje ouder". Tienduizend affiches, twintigduizend raambiljetten en tienduizend transfers met het motto „Inhalen? Laat je tijdig zien" zijn over het gehele land verspreid, terwijl een in formatieve wandkrant in een oplage van tweeduizend een plaatsje zal krijgen in chauffeurswachtkamers en bedrijfskantines. Een bijzonder propagandistische acti viteit belooft een voorlichtingscaravaan te worden, die gedurende drie maanden enige honderden chauffeurs- en wegrestaurants zal bezoeken. Op parkeerplaatsen zal een buitenexpositie worden gestationeerd, die de actie op humoristische en instructieve wijze in beeld brengt, terwijl vier charman te Verbondsambassadrices, luisterend naai de naam „Spiegeloog" om het gebruik van ogen en spiegel in het verkeer te be nadrukken aan de gasten van de weg restaurants een spiegeltje zullen uitreiken en een informatieve brochure waaraan een prijsvraag is verbonden. De tocht van de zigeuners in de zee bij Saintes Maries de la Mer. Onze taal is meer dan 20 eeuwen oud Ons Nederlands is een nationaal bezit. „Die geen taal heeft is geen naam weerd, waar geen taal leeft is geen volk!" dichtte Guido Gezelle. De taal is de ziel der natie. Doordat wij één taal spreken voelen wij ons verbonden tot één volk. De roemruchte geschiedenis van het Nederlands bewijst wel, hoe door de algemene verbreiding van eenzelfde taal in deze gewesten de sa menhang en daaruit weer de samenwerking is ontstaan. Van rauwe kreet tot literatuur Hoe komen wij aan het huidige Neder lands? Dat is gegroeid, langzaamaan ge groeid sinds onheugelijke tijden, dat wil de volksstammen zich vestigden aan de hijndelta en zich met rauwe kreten ver staanbaar maakten. Ook die eerste kolonis ten hadden van hun voorouders een (zij hev beperkt) aantal woorden en begrippen geleerd, dat ze zelf wel eens met nieuwe vondsten uitbreidden. Verder had men alles van „horen zeggen", want schrijven kon er niet één. Later, veel later werd de woordenschat vastgelegd. Nog veel later verbreidde de boekdrukkunst het Nederlands op 'ruime schaal. En ondertussen deden buitenlandse inmengingen hun invloed in ons taalgebied terdege gelden. Vreemd genoeg doen ver scheidene rauwe kreten nu weer opgeld in onze moderne literatuur. Om iets van de oudste Nederlandse taal vormen terug te vinden, moeten we iets zien terug te vinden van de op schrift ge stelde uitingen, want de mondeling over geleverde woorden zijn door de eeuwen heen zo drastisch gewijzigd, dat de spelling een totaal ander beeld vertoont, Wanneer zijn nu de oudste Nederlandse woorden opgetekend? Niet klassiek. De kunst van het schrijven is hier ge bracht door de Romeinen. Maar de legi oenen, die tot ver in deze streken door drongen, gebruikte men het klassieke Latijn van Cicero en Virgilius maar een ruw soldatentaaltje met termen als „testa (potscherf) voor caput (hoofd), „gamba' (paardepoot) voor crus (been) en „spatha (lat) voor gladius (zwaard). Precies zoals on ze soldaten onder elkaar van hun kop, hun poot en hun spuit spreken! Dat zelfde woord test voor hoofd gebruiken wij nu nog wel. Veel woorden, afkomstig van de bin nengedrongen legers, kooplieden en kolo nisten. zijn omstreeks 50 jaar voor Christus reeds in ons oudste taalgebied opgenomen. Een taalgebied, gevormd door de gewes ten waar voornamelijk Batavieren, die een bondgenootschap met de Romeinen sloten, woonden. In deze „Germania Romana (het Romeinse Germanenrijk) ontstonden bijvoorbeeld woorden als zaterdag (naar Saturni dies) en otteren (uit otterre) recht streeks uit het hier gesproken vulgair La tijn. De Duitsers, die wel eens beweerden dal wij onze gehele beschaving aan hun in vloed uit het oosten te danken zouden hebben, vinden hier de weerlegging van hun theorie. Men vergelijke slechts ons oogst met het heel anders gevormde Duitse woord Ernte; ons lint met hun Band; ons lemmet met hun Klinge; ons mus met hun Sperling enz. Zelfs hebben de Batavieren wel nieuwe ontleningen doorgegeven aan hun buren; uit „aequari" bijv. maakten zij ijken en doorgegeven naar het oosten werd dat in het Duits eichen. De volksverhuizing van de eerste eeuwen na Christus hebben evenwel ons eerste taalgebied niet ontzien. Toen de toestand zich later consolideerde, bleken grote groe- Samenspel tussen vrachtauto en overig verkeer Met het doel het onderlinge samenspel te verbeteren tussen de vrachtautochaulleur en het overige verkeer, organiseert het Verbond voor Veilig Verkeer gedurende oe maanden april, mei en juni een lande lijke verkeersveiligheidsactie. De noodzaak om het spanningsveld tussen deze twee verkeerscategorieën te verminderen en ir- ritatiepunten, die tot ernstige ongevallen leiden uit de weg te ruimen blijkt onder meer uit de volgende feiten: Volgens cijfers van het CBS waren in 1966 377.979 personenauto's en 79.615 vrachtwagens bij aanrijdingen betrok ken. Op een wagenpark van ongeveer 250.000 vrachtauto's betekent dit dat jaarlijks één op de drie vrachtwagens een aanrijding heeft; voor personenau to's waarvan er plm. TVj miljoen op de weg zijn bedraagt ent cijfer één op 4.6 (Bij vergelijking van deze cijfers dient men wel te bedenken dat vrachauto s gemiddeld 90.000 km per jaar afleggen, personenauto's 10.000 km.) In 1966 werden, eveneens blijkens cij fers van het CBS, 440 automobilisten en 48 vrachtautobestuurders bij aan- rijdingen gedood. Het aantal ernstig ge wonden bedroeg resp. 5.516 en 750. Uit een in .967 door het Verbond in gesteld onderzoek kon worden opge maakt dat de beroepschauffeur zich als een beter rijder beschouwt dan de doorsnee Nederlandse automobilist; hij honoreert zijn eigen verkeersgedrag met het cijfer 7,8, dat van de particuliere automobilist met 5,8. Door een in maart van dit jaar gehou den steekproef kwam aan het licht, dat 13 van de 100 ondervraagde automo bilisten het niet noodzakelijk vinden tijdig naar de linkerweghelft te gaan alvorens een vrachtauto in te halen op een provinciale weg met tegenliggers. Statistisch materiaal met ongevallendeter minanten ontbreekt in Nederland vrijwel geheel. Om deze reden zijn de actiepunten van de campagne „De vrachtwagen in het verkeer" gedeeltelijk gebaseerd op Duitse en Zwitserse onderzoekgegevens, die voor de Nederlandse situatie getoetst zijn aan de praktijkervaringen van het vrachtwagen- en particuliere vervoer. Afgelopen maanden werden daartoe een aantal groepsinter views gehouden in een wegrestaurant in Den Bosch en Heerenveen. Verwerking van op de band vastgeleg de gegevens leverde vier concrete actie- onderwerpen op, die door middel van ver schillende voorlichtingsactiviteiten onder de aandacht van het publiek zullen wor den gebracht. 1. Automobilisten kruipen regelmatig te dicht achter vrachtauto's waardoor zij ongezien blijven voor de vrachtauto chauffeur; een gevaarlijke situatie ont staat als de personenauto plotseling achter de vrachtauto tevoorschijn komt om in te halen en de vrachtwagen chauffeur op hetzelfde moment naar links uitwijkt om een voorligger voor bij te gaan. 2. Vrachtautochauffeurs houden veelal on derling onvoldoende afstand, waardoor het invoegen van inhalende automo bilisten in gevaar wordt gebracht. Om gekeerd worden vrachtwagens gesneden door inhalende automobilisten, die zich onvoldoende realiseren dat het bruusk remmen prouiemen kan opleveren voor de vrachtautochauffeur in verband met de lading. 3. Automobilisten trachten bij het invoe gen op de autosnelwegen herhaalde lijk vóór een op de snelweg rijdende vrachtauto te komen. 4. Vrachtautochauffeurs zijn bij het achter uitrijden in steden en dorpen vaak on voldoende attent op het gevaar van spe lende kinderen achter hun wagen; fiet sers en bromfietsen komen bij naar rechtsalbuigende vrachtwagencombina ties in het stadsverkeer regelmatig in een levensgevaarlijke fuik terecht. Ten aanzien van het spanningsveld tussen het vrachtwagen- en particuliere verkeer is uit de groepsinterviews in de wegrestaurants gebleken dat irritaties ten opzichte van het langzaam verkeer veelai niet ontstaan door onwil, maar door on voldoende verkeersinzicht en onbekendheid met de problemen van de vrachtautochauf feurs. Een typerend voorbeeld is hiervan dat de bekende aanduiding „veevervoer" door weinigen wordt herkend als een waar schuwing aan het achteropkomend verkeer dat het vervoer van levende dieren het plotseling remmen bemoeilijkt. Aan de an dere kant is duidelijk naar voren gekomen, dat de vrachtwagenchauffeur zich er meer bewust van moet zijn, dat zijn voer tuig een obstakel betekent in het verkeer en dat hij alles in het werk moet stellen om hinder en ongemak voor andere weggebrui-

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1968 | | pagina 5