NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
caballero
Plonvier heeft DE schoenen
ANWB Wegenwacht
bestaat 20 jaar
Kindeten voor de rechter
No. 3193
Zaterdag 23 april 1966
69e jaargang
Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. no. 308, Giro 206882
Abonnementsprijs i 2.00 per hall jaar Franco per post 15.00 per hall jaar Advertenties 1 0 cent per mm
Voor louten in advertenties, per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen
Het nieuwe kinderstrafrecht in de praktijk
Wat het eerst in het oog springt bij de bestudering van het nieuwe kinder
strafrecht is de leeftijdsgrens die hierin wordt gesteld en die in de oude wetgeving
niet voorkomt. Een kind beneden twaalf jaar kan niet wegens een strafbaar feit
door de strafrechter worden vervolgd. Dat wil echter niet zeggen, dat deze
jonge kinderen geen strafbare feiten kunnen begaan. Zij kunnen hiervoor zelfs
worden aangehouden en op het politiebureau worden gehoord. Er wordt echter
geen proces-verbaal opgemaakt doch een z.g. rapport, dat aan de Raad voor de
Kinderbescherming wordt doorgezonden. Deze raad zal dan verder moeten on
derzoeken of het gewenst is een civielrechterlijke maatregel te nemen.
Tijdstip geeft doorslag
Er valt nog een andere verandering op
het gebied van de leeftijd te constateren.
Tot dusverre was het mogelijk minderja
rigen in de leeftijd tussen 1618 jaar te
berechten naar de maatstaven, geldende voor
de strafrechtelijke meerderjarigen.Dit is af
hankelijk van de persoon van de dader en
de ernst van het feit. Deze mogelijkheid is
gehandhaafd. Daarnaast is evenwel de mo
gelijkheid geopend om minderjarigen tussen
de 12 en 2f jaar te berechten volgens de be
palingen van het kinderstrafrecht.
Men heeft hierbij vooral gedacht aan hen
die geestelijk (nog) niet volwassen zijn en
wel voornamelijk aan de groep der geestelijk
anders
dan
andere
CONSTANTE KWALITEIT-25 STUKS f 1.50
minder begaafden. Belangrijk is ook, dat
onder de bepalingen van de nieuwe wetge
ving doorslaggevend is voor de toepassing
er van en het tijdstip, waarop de minder
jarige het feit heeft begaan.
Voorheen was de toepassing van het kin
derstrafrecht in de meeste gevallen afhan
kelijk van het tijdstip van de berechting in
eerste aanleg. Wanneer dus een 17-jarige
vlak voor zijn 18e verjaardag een strafbaar
feit beging, bleek het vaak niet meer moge
lijk hem volgens de maatstaven van het kin
derstrafrecht te beoordelen en werd hij auto
matisch berecht volgens het strafrecht, gel
dend voor volwassenen.
4 uur arrest!
Al lange tijd had men behoefte aan een
meer gedifferentieerde mogelijkheid van
straffen en maatregelen. In de nieuwe wet
heeft men daar dan ook aandacht aan be
steed.
Als nieuwe straf heeft men de straf van
arrest ingevoerd. Dit is een korte straf, die
minimaal 4 uren en maximaal 14 dagen kan
duren. Hij kan in gedeelten ten uitvoer wor
den gelegd, b.v. in weekends en in vrije da
gen. Wanneer het arrest niet ten uitvoer
wordt gelegd, mag de gespreide tenuitvoer
legging de termijn van twee maanden niet
te boven gaan.
De rechtbank kan wat de straffen betreft,
een keuze maken uit plaatsing in een tucht
huis (minimum 1 maand, maximum 6 maan
den), arrest, geldboete (minimum 0.50,
maximum 150.en berisping. De geld
boete kan thans in termijnen worden vol
daan.
Heropvoeding
Wanneer het de bedoeling is om minder
jarigen een heropvoeding te geven, kan ge
bruik worden gemaakt van de maatregel van
ondertoezichtstelling, die nu ook afzonder
lijk kan worden opgelegd, en in ernstige ge
vallen van de maatregel ter beschikking
stelling van de regering. Deze laatste is in
zoverre veranderd, dat de kinderrechter om
de twee jaar moet bezien of de verlenging
nodig is.
De ter beschikking stelling kan te allen
tijde van regeringswege voorwaardelijk of
onvoorwaardelijk worden beëindigd.
Een nieuwe maatregel is de plaatsing in
een inrichting voor buitengewone behande
ling Deze is vooral bestemd voor de zeer
moeilijk opvoedbare, sociaal onaangepaste
minderjarigen, wier behandeling in een in
richting voor opvoeding niet mogelijk is.
Voor deze maatregelen gelden dezelfde be
palingen als voor t.b.r.
Proeftijd
Evenals in het strafrecht voor volwas
senen kent men in het kinderstrafrecht de
voorwaardelijke straf en de voorwaardelijke
in vrijheid stelling. De proeftijd bedraagt
als regel 2 jaar en kan tot ten hoogste drie
jaar worden verlengd. Wanneer bijzondere
voorwaarden worden opgelegd, zijn de ge-
zinsvoogdijverenigingen (Pro Juventute,
R.K. Vereniging voor gezinsvoogdij en pa
tronage) aangewezen om toezicht op de na
leving ervan te houden en de minderjarige
te begeleiden. Deze verenigingen 0
driemaandelijks rapport uit aan de Raad
voor de kinderbescherming die er op moet
toezien dat de bijzondere voorwaarden ook
werkelijk worden nageleefd.
De bevoegdheden ten aanzien van min
derjarigen van de kantonrechter zijn enigs
zins beperkt; hij kan geen maatregelen op
leggen, en als straffen alleen de geldboete
en de berisping. Hem is hiermee de moge
lijkheid ontnomen om de voorwaardelijke
tuchtschoolstraf uit te spreken.
Behalve dat de kantonrechter beperkt is
in de keuze van de op te leggen straffen,
is het aantal overtredingen dat hij kan be
rechten, ook beperkter geworden. Iri de
wet op de rechterlijke organisatie wordt
vermeld, welke overtredingen in het ver
volg door de rechtbank zullen worden ge
vonnist. Belangrijker is echter de bepaling,
dat de rechtbanken in eerste aanleg von
nissen over alle overtredingen begaan door
minderjarigen, die ten tijde van het begaan
van het feit de leeftijd van 18 jaar nog
niet hebben bereikt, indien:
a) de minderjarigen civielrechterlijk of
strafrechterlijk onder enig toezicht staan;
b) het feit samenhangt met een misdrijf of
overtreding, waarvoor de minderjarigen
voor de rechtbank moeten worden ver
volgd.
Zwaardere taak
Wanneer we zo al deze nieuwe bepalingen
overzien, valt het op ,dat de taak van de
kinderrechter aanzienlijk is uitgebreid.
Het is de taak van de raad voor de kin
derbescherming de rechter voor te lichten
over de te treffen maatregelen of straffen.
Ook bij de voorwaardelijke veroordeling en
de voorwaardelijke in vrijheidstelling heeft
de raad voor de kinderbescherming een
taak. Het openbaar ministerie en de raad
houden elkaar wederkerig op de hoogte
van de omstandigheden, die aanleiding kun
nen geven tot wijziging van de voorwaarden
of ten uitvoer legging van de straf, waarbij
de raad van advies dient.
Doordat de raad voor de kinderbescher
ming V? belast met het uitoefenen van toe
zicht op de naleving van diverse voorwaar
den, naast toezicht, dat eertijds alleen van
uit het ministerie van justitie werd uitge
oefend (dit betreft o.a. de voorwaarden
waaraan de verschillende inrichtingen en
verenigingen moeten voldoen) en moet ad
viseren in zaken waarin vroeger geen advies
werd gevraagd (bijv. bij de t.b.r.) is ook de
taak van dit lichaam aanmerkelijk uitge
breid.
(Nadruk verboden)
mr. N. W. A. van Eijk
Meer dan 2.600.000 maal hulp bij pech en ongevallen
Thans 600.000 Wegenwachtleden
De ANWB Wegenwacht bestond 15 april
j.l. 20 jaar. Door in deze periode meer dan
2,6 miljoen maal hulp te bieden zijn de
gele pech-bestrijders geworden tot een mar
kante verschijning op de Nederlandse auto
wegen.
Begonnen in 1946 met zes man en motor
zijspan-combinaties, is het Wegenwachtkorps
thans in 1966 uitgegroeid tot 360 Wegen
wachten, die allen dienst doen in kleine gele
bestelwagens.
Vanuit elf Wegenwachtstations wordt con
tinu de hulpverlening langs de weg bij pech
en ongevallen snel en efficient geregeld.
De ANWB Wegenwacht heeft zioh een
unieke plaats in het Nederlandse wegver
keer verworven en meer dan 600.000 We
genwachtleden weten zich van hulp bij pech
onderweg, in welke vorm dan ook, verze
kerd.
Oprichting Wegenwacht 15 april 1946
De Wegenwacht werd op 15 april 1946
als een bijdrage van de ANWB aan de we
deropbouw van ons in de oorlog geteisterde
land opgericht. Doelstelling was het per
sonen- en vrachtverkeer in die dagen zo
belangrijk voor de wederopbouw op gang
te houden.
Hoe slecht in 1946 de toestand van de
auto's was, blijkt hieruit, dat de eerste zes
wegenwachten en een inspecteur nadat zij
op het Binnenhof te 's-Gravenhage doof
de Minister van Verkeer en Waterstaat ge-
inspecteerd waren, 's morgens op patrouille
gingen en eerst diep in de nacht huiswaarts
keerden.
Op de wegen AmsterdamDen Haag
Rotterdam en Den HaagUtrecht vielen zij
van het ene pechgeval in het andere.
Merkwaardig was, dat toen in augustus
1946 de Afsluitdijk in het WW-traject werd
opgenomen, dit het vrachtverkeer aantrok,
dat de dijk tot dan schuwde wegens gebrek
aan hulpmogelijkheden. De ANWB liet er
naderhand bovendien vier telefoonkasten
plaatsen om het gebrek aan meldingsmoge
lijkheden op deze weg op te heffen.
Met ingang van 1 januari 1947 werd een
vrijwillig Wegenwacht-lidmaatschap inge
steld. In de daaraan voorafgaande december
maand lieten zich reeds 6.900 personen in
schrijven, een aantal dat in 1947 met 199
inschrijvingen per werkdag toenam, waar
door het aantal leden aan het eind van dat
jaar 38.000 bedroeg. Thans zijn van de meer
dan 800.000 ANWB-leden er meer dan
600.000 tevens lid van de Wegenwacht.
De eerste 25 motoren kon de Bond, met
extra wiel voor de zijspanwagen, overnemen
van de in ons land gelegerde Canadese le
ger groep. In 1948 kreeg de Boncl vergun
ning 50 motoren in Amerika te bestellen.
Van lieverlede werd het aantal manschappen
en voertuigen uitgebreid.
In augustus 1952 werd het WW-lidmaat-
schap om voor hulpverlening in aanmer
king te komen verplicht gesteld. De toestand
van de auto's was toen aanzienlijk verbe
terd. Het werd daarom tegenover de 110.000
vrijwillige WW-leden, die tot dan de We
genwacht gezamelijk in stand hadden ge
houden, niet juist gevonden nog langer
ook niet-leden van deze hulpdienst te laten
gebruik maken.
Hulp in cijfers: 2.632.224 hulpverleningen
in 20 jaar.
Thans telt het wegenwachkorps circa 360
man. De gele auto's rijden nu over vrijwel
alle voor het verkeer belangrijke routes. Tal
van landen op het continent hebben het
voorbeeld van de ANWB gevolgd en zijn
eveneens overgegaan tot instelling van een
wegenwachtdienst volgens ANWB-systeem.
De Bond nam het idee over van de zus
terorganisatie in Engeland, de AA die reeds
ver voor de 2e wereldoorlog een patrouille
rende hulpdienst oprichtte.
Het door de ANWB-Wegenwacht gepa
trouilleerde wegennet heeft een lengte van
circa 3250 km, d.w.z een afstand van Am
sterdam tot voorbij Instanbul.
Sedert de oprichting tot en met 31 maart
1966 verleende de Wegenwacht meer dan
2,6 miljoen maal hulp aan bestuurders van
motorvoertuigen, die met pech te kampen
hadden.
Onder degenen, die door de Wegenwacht
geholpen werden, bevonden zich meer dan
100.000 buitenlanders.
In de thans verlopen jaren (van 15-4-'46
t/m l-4-'66) losten de „ridders van de weg"
2.349.031 technische storingen op, verleen
den 53.556 maal hulp bij ongevallen, waar
door in vele gevallen het leven van verkeers
slachtoffers werd gespaard, blusten 1.949
auto- en motorbranden en verleenden
226.688 maal persoonlijke diensten, zoals
het doorgeven van telefonische of telegra
fische boodschappen. In totaal werd door de
Wegenwacht in twintig jaar dus 2.632.224
maal hulp verleend.
Van de ruim 2.3 miljoen technische hulp
verleningen betrof het voor circa 28% re
paraties aan elektrische installaties, circa
17 reparaties aan de carburateur, circa
4 hulp bij bandenpech, inclusief oppom
pen van banden, circa 8 °/o het verstrekken
van benzine of olie, terwijl circa 32 tech
nische hulpverleningen van andere aard
werden verleend.
In circa 1 der gevallen moesten de we
genwachten garagehulp inroepen, omdat het
euvel ter plaatse niet was te verhelpen, dan
wel te veel tijd zou vergen.
Legio waren de gelegenheden, waarbij de
wegenwachten spontaan hulp boden bij de
meest uiteenlopende voorvallen. Zij regelden
het verkeer bij opstoppingen, blusten boer
derij- en bosbranden, brachten losgebroken
vee terug in de weide, spoorden vermiste
kinderen op, en brachten ontvreemde auto's
bij de eigenaar terug, zorgden dat verloren
voorwerpen variërend van wieldoppen tot
complete aanhangwagens weer bij de
„verliezers" terugkwamen en vervoerden in
spoedgevallen medicamenten.
Zij beperkten hun werkzaamheden niet tot
de weg: de ANWB-wegenwachten hebben
zelfs een helicopter, een vliegtuig, motor
boten en ook een spoortrein en een brug
langs hun route gerepareerd.
Voertuigen: van motorzijspancombinatie tot
kleine bestelwagen
Aanvankelijk werd de voorkeur gegeven
aan motorzijspan-combinatie omdat het sil
houet daarvan op verre afstand herkenbaar
is, deze combinaties makkelijk te manoeu
vreren zijn en de wegenwachten op een mo
torrijwiel beter dan vanuit een auto, horen
en zien wat er op en nabij de weg gebeurt.
Koude deerde de wegenwacht niet. De hand
grepen van de motorsturen konden elektrisch
verwarmd worden, waar veel wegenwachten
echter geen gebruik van wilden maken.
Daar echter gevreesd werd dat de wegen
wachten na vele jaren motorrijden rugklach
ten zouden kunnen krijgen, werd sinds 1959
aan wegenwachten met vele dienstjaren een
kleine bestelwagen ter beschikking gesteld.
Omdat de voor Wegenwacht doeleinden ge
schikte motoren niet meer gefabriceerd wor
den, doet thans het gehele korps (346 we
genwachten, 3 hoofdinspecteurs en 12 in
specteurs inbegrepen) in auto's dienst.
Technische uitrusting: gereedschappen en
verbandlost.
De technische uitrusting van de Wegen
wacht is zeer omvangrijk en omvat uiter
aard alle gereedschappen, noodzakelijk voor
het verhelpen van technische storingen van
allerlei aard. In hun auto voeren de „pech-
bestrijders" ook benzine, olie, dieselbrand
stof en water mee, en voorts bezem en schop
voor het opruimen van obstakels, vlaggen
ter bebakening van gevaarlijke plaatsen, een
E.H.B.O.-kist, een brandblusapparaat en veel
waarschuwingsmateriaal dat bij avond tij
dens een reparatie of bij een ongeval op de
weg wordt geplaatst om het achteropkomend
verkeer te waarschuwen. Bovendien beschikt
de Wegenwacht over een reddingslijn, die
reeds vele malen bij te water raken van
weggebruikers goede diensten heeft bewe
zen. Ook beschikt iedere wegenwacht over
„mond-op-mond" beademingsapparatuur.
Wegenwachtstations: nu elf, straks 14.
Een zeer belangrijke uitbreiding was de
oprichting van de Wegenwacht-Radiodienst,
die op 28 april 1960 door de minister van
Verkeer en Waterstaat vanuit het eerste
Wegenwacht-station Pauwmolen bij Delft
langs Rijksweg 13, Den HaagRotterdam,
officieel in werking werd gesteld.
Het gebrek aan alarmeermogelijkheden
langs wegen zonder bebouwing, zoals auto
snelwegen, is een probleem, dat reeds in
1955 aanhangig was gemaakt.
De Bond plaatste in dat jaar voor eigen
rekening op de Afsluitdijk vier telefoonkas
ten, om daar het tekort aan meldingsmoge
lijkheden op te heffen.
Het wegenwachtstation Pauwmolen be
schikt over „praatpalen", die langs Rijksweg
13 zijn geplaatst. Gestrande automobilisten
kunnen via de „praatpaal" rechtstreeks con
tact opnemen met het Wegenwachtstation
en de gewenste hulp inroepen. Alle wegen
wachten op de weg die onder het Wegen
wachtstation ressorteren staan in direct ra
diocontact met het Wegenwachtstation.
Thans beschikt de ANWB-Wegenwaoht
over elf Wegenwachtstations over het gehele
land verspreid, van waaruit de hulp bij pech
en ongevallen via mobilofoon op de meest
efficiënte wijze wordt geregeld.
Aan het systeem van praatpalen kon echter
nog geen uitbreiding op grote schaal worden
gegeven.
Wel beschikt het Wegenwachtstation in
Zeeland over praatpalen op de 5 kilometer
lange brug over de Oosterschelde.
Het nieuwste Wegenwachtstation ligt bij
Hoogeveen. Het ligt in de bedoeling van de
ANWB ook dit jaar weer drie nieuwe we-
genwachtstations te openen nl. in Twente,
in Noord-Holland en in het westen van Bra
bant. Samen met de andere Wegenwacht
stations bij Groningen, Joure, Zwolle, Am-
hem, Roermond, Eindhoven, Utrecht, Delft,
Hoogeveen, bij Goes en langs de weg Den
HaagAmsterdam bij Burgerveen, zal de
ANWB dan beschikken over een geheel Ne
derland bestrijkend net van radio-verbin
dingen en hulpposten, die dag en nacht ter
beschikking staan van het wegverkeer in Ne
derland.
GOOFJE GOOCHEM
Ganzepoortstraat 21, Tel. 6535 - GOES