HOOGBOUW „De 13 dagen van de raketcrisis1' Chinese lijn buigt om MISDADIGE HERSENEN Griep...? Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 26 februari 1966 no. 3185 Wereld leefde boven afgrond OF LAAGBOUW (N.N.P.) In oktober 1962 is de wereld ternauwernood aan een vreselijke ramp ont komen. De beide grootste kernmachten Rusland en Amerika stonden met gebalde vuisten tegenover elkaar. De geringste vonk, een ogenblik van gebrek aan zelfbeheersing, en de aarde zou getroffen worden door een atoomoorlog. Zaterdagavond 7 oktober 1962 keek de A- merikaanse minister van defensie, Robert McNamara, bewonderend naar een schitte rende zonsondergang, „zich afvragend hoe veel maal hij de zon nog zo zou zien on dergaan". Diezelfde middag had president Kennedy een bijeenkomst met zijn belang rijkste adviseurs besloten met het gezegde: „Het kan nu elke kant opgaan". Tijdens de historische dagen, die de moderne geschie denis zijn ingegaan als de „raketcrisis", zei een lid van de Russische delegatie bij de Verenigde Naties tegen een Amerikaanse voorlichtingsfunctionaris: „Dit zou wel eens ons laatste gesprek kunnen zijn. Morgen zal New York worden opgeblazen door Rus sische kernbommen". De wereld hield in die dagen niet voor niets de adem in. Het was voor de eerste maal, dat Rus land en de Verenigde Staten beiden op het scherp van de snede stonden. President Ken nedy en president Kroestsjef stonden in re gelrecht kontakt met elkaar. Wat zich in die dagen allemaal heeft afgespeeld wordt nu nauwgezet beschreven in het boek „De Raketcrisis" van de Amerikaanse journalist Elie Abel. Een van zijn kernachtige schet sen: „Amerika beleefde dertien mooie ok toberdagen, waarin de jonge president van de Verenigde Staten kernpoker speelde met Nikita Kroestsjef en won". Niemand moet er aan denken, wat er zou zijn gebeurd als hij had verloren of zijn tegenspeler had gemeend, dat hij teveel gezichtsverlies had opgelopen. Het begin van de crisis, die van zo'n groot belang zou blijken voor de verhou ding tussen Rusland en Amerika, kwam in feite op 14 oktober van dat jaar. Ameri kaanse specialisten op het terrein van de fo to-analyse waren bezig met luchtfoto's, die een U-2 verkenningsvliegtuig boven Cuba had gemaakt. Zij vonden het onomstotelijk bewijs, dat daar, op honderdvijftig kilometer van de Amerikaanse kust, Russische raketten waren opgesteld. Verdere vluchten van Ame rikaanse toestellen maakten duidelijk, dat de Russische raketbases snel operationeel zouden zijn. Wanneer de Amerikanen wil den ingrijpen, dan moest dat snel gebeuren. De Amerikaanse president koos, volgens A- bel, de maatregel, die duidelijk maakte, dat Amerika vastbesloten was, maar die volgens de president toch „de minst gevaarlijke" was: de blokkade van het Cubaanse eiland. Amerikaanse marineschepen stoomden naar posities rond het eiland om naderende Rus sische vrachtschepen te controleren. Ameri kaanse troepen over de gehele wereld wer den in staat van alarm gebracht. Luchtlan dingsdivisies en mariniers werden naar Flo rida, tegenover Cuba, gebracht om gereed te staan als een invasie van het eiland nood zakelijk zou worden. De adviseurs van president Kennedy wa ren verdeeld. Dean Acheson, een belangrijk diplomaat, was voor luchtaanvallen op de Cubaanse raketopstellingen, Adlai Steven son, de inmiddels overleden Amerikaanse vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties, stelde voor om de Amerikaanse bases in Tur kije te ontruimen in ruil voor een ontman teling van de raketbases op Cuba. De be langrijkste beslissing nam president Kenne dy echter persoonlijk. Hij stuurde een brief naar president Kroestsjef. En ontving prompt antwoord. Een belangrijk deel van deze briefwisseling is tot nu toe geheim gebleven. In het boek van Abel staan nu echter voor het eerst enkele delen uit de brief, die Kroestsjef tenslotte stuurde en die de atmos feer opklaarde en een oplossing mogelijk maakte. Kroestsjef schreef aan Kennedy: „Mijn heer de president, Wij en U moeten beter weten dan aan de touwen te trekken, waar in U de knoop van de oorlog hebt gelegd, omdat des te harder wij trekken des te ste viger de' knoop zal worden. Dan zal er een moment komen, waarop het noodzakelijk zal zijn de knoop door te hakken, en wat dat zou betekenen behoef ik u niet uit te leg gen, omdat u zelf heel goed weet over welke verschrikkelijke krachten onze landen be schikken". Na deze dreiging kwam tenslotte de bedekte toespeling op een oplossing. Kroestsjef suggereerde, dat Kennedy de blokkade zou opheffen en zou beloven Cuba niet aan te vallen. Als dat gebeurde, schreef Kroestsjef, zouden de wapens, „die u offen sief" noemt, in een heel ander daglicht ko men te staan en zou het niet nodig zijn „Rus sische militaire specialisten oj> Cuba te hou den". Nu men enkele jaren later de gebeurte nissen nog eens op de voet kan volgen blijkt heel duidelijk hoe belangrijk de ge volgen van deze crisis zijn geweest. De lei ders van de Sovjet Unie en van Amerika beseften plotseling heel goed tot welke ge volgen een misstap zou leiden. Zij reali seerden zich, dat een atoomoorlog tot elke prijs moest worden vermeden. Het eerste gevolg van deze ontwikkeling was een dui delijke vermindering van de spanning tus sen Rusland en Amerika. (Nadruk verboden) Onze geestelijke en lichamelijke gezondheid Afzonderlijke woonbehoeften van man, vrouw en kinderen Het valt niet te ontkennen, dat de woning een belangrijke invloed uitoefent op het li chamelijk en geestelijk welzijn van de men sen. Onibewust voelt een ieder dit wel aan, maar tot een helder besef van deze op de gezondheid in positieve zin of negatieve zin inwerkende factor is men over het algemeen nog niet gekomen: noch de bouwers, noch de huurders of kopers plegen hierover veel na te denken. De geneeskundigen hebben herhaaldelijk te maken met stoornissen, die voor bepaalde personen uit hun woonsituatie voortvloeien. Zelfs zij staan niet dikwijls stil bij de vraag aan welke behuizingen voor diverse gezinnen en alleenwonenden de voorkeur moet wor den gegeven. Daarom is het toe te juichen als er op een nauwgezette wijze onderzoekingen over dit probleem worden gedaan en als de resultaten daarvan op ruime schaal worden bekend ge maakt. Te weinig keuze. Allereerst nodig is het immers, dat een levendige belangstelling bij het publiek wordt gewekt en dat men, aan de hand van deugdelijke argumenten, tot de vorming van een eigen oordeel komt. Om te beginnen helpt dit de woningzoekenden in zover, dat zij zich teleurstellingen besparen en niet een type huis uitkiezen, dat niet past bij hun werkelijke verlangens en behoeften. Nu weet ik, dat helaas nog zeer velen van onze landgenoten op dit punt in het minst geen mogelijkheid tot kiezen hebben. Vele pasgetrouwden immers moeten eerst inwo nen bij ouders of vreemden en als zij na lan ge jaren, met de inmiddels geboren kinderen, in aanmerking komen voor een eigen woning nemen zij het eerste 't beste aan wat finan- ciëel niet al te ver boven hun jeugdige draagkracht gaat. Een meer verfijnde wooncultuur, waarbij met de behoeften van alle gezinsleden reke ning wordt gehouden - wat toch eigenlijk het streven moet zijn - is voor hen beslist niet weggelegd. Zal dat in de naaste toe komst beter worden? Hoog of laag? Welkome informatie over het onderwerp woningbouw in verband met gezondheid is te vinden in het rapport van de commissie „Hoogbouwlaagbouw", die in opdracht van de minister werd ingesteld door het Nederlands Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw. Dit Nederlandse onderzoek omvat een groot aantal aspecten, waarvan wij er hier enkele onder de aandacht van onze lezers willen brengen. De commissie beschouwt, waar het om gezinnen gaat, de behoefte van man, vrouw en kinderen afzonderlijk, maar ook die van het gezin als geheel. In dit laatste opzicht acht zij het vari fundamenteel belang, dat de „privacy", de vrijheid, de mogelijkheid om zó te wonen, dat men zich tegenover zijn buren geen onredelijke beperkingen in zijn uitingen behoeft op te leggen, wordt gega randeerd. Vooral psychiaters kunnen er over mee praten, dat vaak gehorigheid, waardoor de intimiteit van de bewoners wordt geschaad, en waardoor men voortdurend overlast on dervindt - of anderen ongewild overlast aandoet - verantwoordelijk is voor het ont staan van nerveuze stoornissen. De woning is dan immers geen rustpunt, waar ieder kan bijkomen van de onvermijdelijke da gelijkse beslommeringen en vermoeienissen, maar vormt dan juist een nieuwe bron van spanningen en narigheid. Liever laag! De commissie geeft een overzicht van de verschillende typen woningen en toetst die aan de eisen, die de diverse bewoners zouden kunnen stellen. Het is wel zeker, dat „laag bouw" voor het leven van een gezin de meeste mogelijkheden biedt wat betreft het geven van een persoonlijk karakter aan de behuizing, vooral als er een stukje grond om de woning heen ligt en als er zolder, kelder of schuur bijhoren, d.w.z. bijkomende ruim ten, die voor alles en nog wat kunnen die nen: bewaren, spelen, enz. Veel en veel minder beslotenheid vindt men reeds in de middelhoge bouw, d.i. be huizing in een gebouw met drie of vier woonlagen, zonder lift. Daarnaast wordt de echte hoogbouw meer dan vier woonlagen gekenmerkt door een duidelijke collectiviteit, hier im mers zijn massa's woningen naast en boven elkaar geplaatst, die er allemaal eender uit zien en die bevolkt worden door een groot aantal mensen, tussen wie slechts meestal vluchtige contacten tot stand komen. De gezondheid. Behalve aan de hier genoemde psycho logische verschilpunten moet natuurlijk ook aandacht worden besteed aan de praktische voor- en nadelen der diverse woningtypen. Tendele zijn deze factoren weer van invloed op de gezondheid. Voor volwassen bewoners is het vermoeiend als zij herhaaldelijk trap pen moeten lopen. Voor kinderen is het van levensbelang of zij voldoende speelgelegenheid, licht en lucht kunnen krijgen en of er in de wonin gen rekening is gehouden met de noodzaak om hun veiligheid zo goed mogelijk te ver zekeren. Wat betreft de specificatie van de woon behoeften der diverse gezinsleden het vol gende. De man ervaart de woning in het algemeen slechts in zijn vrije tijd. Enerzijds is de woning de achtergrond van zijn ge zinsleven, anderzijds kan zij van invloed zijn wat betreft het besteden van de vrije tijd. Is hij iemand die graag knutstelt, tui niert, dieren houdt, dan voldoet een een- gezinshuis op de begane grond het best aan zijn persoonlijke verlangens. Werkterrein. Voor de vrouw ligt de zaak anders. Het huis is het terrein van het dagelijks huis houdelijk werk. Bovendien heeft zij ook veel te maken met de mogelijke invloed van de woonvorm op haar kinderen en omgekeerd zullen de kinderen (en ook haar echtgenoot) haar beleving van de woning in sterke ma te ondergaan langs de omweg van haar hu meur en andere reacties. Wat de kinderen zelf voor de woning van node hebben, hangt af van de levensfase waarin zij verkeren. De baby heeft allereerst behoefte aan de mogelijkheid om vaak te verblijven in de buitenlucht en aan een rustige omgeving; het staat niet bij voorbaat vast, dat aan deze eisen niet te voldoen is bij flatbouw! Wel moet men zich realiseren, dat het, wegens kinderwagenproblemen voor flatbewoners, moeilijk kan zijn met de baby's naar bui ten te gaan. De kinderen van één tot drie jaar moe ten, in de directe nabijheid van hun moeder gelegenheid kunnen vinden om hun bewe- gingsdrang uit te leven en hun omgeving te leren verkennen; spelen met zand en wa ter is heel gewenst. Het is wel duidelijk dat in de meeste flats, of het nu middelhoge of hoge bouw betreft, niet in ruime mate aan deze eisen is te voldoen. Ruimte nodig. De kleuters van drie tot zes jaar hebben alweer verder strekkende behoeften en ver langens. Zij willen de wereld ook buiten de eigen woonruimte verkennen. Spelen, hetzij in de tuin of op straat, afgewisseld met spe len binnenshuis, is dringend noodzakelijk. Ook ten aanzien van deze leeftijdsgroep biedt de flatbouw onvoldoende mogelijk heden, tenzij er speciale voorzieningen wor den getroffen. Jonge schoolkinderen hebben in hun om geving ruimte nodig om met andere kinde ren te kunnen spelen. Liefst moeten zij daar bij niet door ouderen worden gestoord. Van zelfsprekend dreigt hierbij de kans, dat dit overlast voor de omwonenden mee brengt. Alweer dus: flatbouw niet zo bijster ge schikt, liever een afzonderlijke woning als het kan nog met een tuintje en een schuur, waar liefhebberijen zonder bezwaar kunnen worden uitgeleefd. Vluchthaven. Iets oudere schoolkinderen willen ook nog wel ravotten in of in de nabijheid van de ouderlijke woning waarbij heel veel la waai wordt geproduceerd! maar verder houden zij zich buiten schooltijd dikwijls elders op, bijvoorbeeld op het sportveld of in het clublokaal. De meisjes zoeken op de ze leeftijd vaak de intimiteit van het eigen kamertje. Kinderen van 14 tot 18 kunnen zowel binnens- als buitenshuis zich met van alles en nog wat bezighouden. Wat zij ook doen, zij moeten zich thuisvoelen en zij zijn in deze zo zeer bewogen levensfase zeer gevoe lig voor de sfeer, de inrichting en 't gebruik van de ouderlijke woning. De woonvorm doet er voor hen niet zoveel toe. dr. Alfreda Briedé (Nadruk verboden) itetoftouis- op Rillerig? Onprettig? Pas dan op voor griep! Neem direct 2 'ASPRO's. 'ASPRO' bevat alles om een opkomende griep snel en doeltreffend te bestrijden. In de juiste dosering óók voor kinderen! Triest einde voor Mao Tse-toeng De oppermachtige Chinese dictator Mao Tse-toeng ziet zijn levenseinde niet optimis tisch naderen. De schaarse bezoekers uit het westen die met hem gesproken hébben laatstelijk de Franse minister Malraux en de Britse journalist Edgard Snow berich ten dat hij wat melancholiek en triest terug ziet op een leven vol revolutie, met grootse resultaten maar weinig zekerheid dat wat hij begon ook in zijn geest zal worden voort gezet. Er zijn berichten geweest over waarschu wingen van partijleiders aan militairen, die kennelijk minder vechtlustig zijn; er zijn ver maningen aan kunstenaars, die prompt de traditionele marxistische-leninistische zelfbe schuldigingen gingen uiten dat ze feodaal en kapitalistisch hadden gedacht. Mao is zijn revolutie begonnen om China en als Cinees. In dat opzicht heeft hij enor me successen geboekt. Een land dat sinds vele decennia verscheurd werd door allerlei interne strijd en dat zich daardoor ook maar niet kon ontwikkelen, is tot een geheel ge smeed en heeft zowel op agrarisch als in dustrieel gebied prestaties geleverd die nie mand had verwacht. Het zelf ontwikkelen van een kernbom is daarvan een spectaculair voorbeeld, zij het niet het belangrijkste. Op zijn retour Mao is overtuigd dat wat China bereikte te danken is aan zijn strikte toepassing van de leer van Marx en voelt zich ook geroe pen dit uit te dragen over de hele wereld. In dat opzicht zijn zijn successen gering. Hij heeft een enorme actie opgezet om in Afrika invloed te winnen, zowel op rege ringsniveau als door het opleiden van jon ge Afrikanen, die met de wapens in de hand de omwentelingen moesten realiseren. Die actie is danig afgeflauwd. De financiële steun is drastisch ingekrompen, zijn diplo matieke en andere missies worden her en der teruggestuurd en nadat hij aanvankelijk op vele plaatsen opleidingsinstituten heeft gehad, is nu alleen het vroegere Franse Kon go zijn vrijwel enige basis. De gang van zaken in Indonesië, waar een sterke communistische partij zijn v jor- naamste buitenlandse dependance was, moet voor de Chinese leider als een schok zijn ge komen. In latijns-Amerika, waar de Cinese activiteiten zeer groot waren, is hij in con flict gekomen met Castro, wiens naam altijd nog meer zegt dan die van Mao. Albanië, de Chinese vazal in Europa, is krampachtige pogingen aan het doen op betere voet met zijn buren te komen: het door de Chinezen zeer bestreden al te burgerlijk-communis tische Joego-Slavië en de Moskou-trouwe oostblokstaten. Moskou's macht Deze teruggang van Chinese invloed is voor een groot deel te wijten aan het bij zonder knap psychologisch tegenoffensief der Russen. Maar voor een ander deel waar schijnlijk toch aan een verflauwing van de activiteiten zelf, doordat het heilige vuur bij Mao's revolutie-exporteurs er een beetje af begint te gaan. Dat is ook geen wonder. Wanneer je meent een gretig te aanvaarden evangelie te brengen en je wordt de laan uitgestuurd, dan stimuleert dit niet. Intussen is Moskou in een kalm maar ze ker tempo bezig alle diplomatieke Chinese winstpunten te slopen. Castro is er een voor beeld van, maar meer nog dat langzaam maar onvermijdelijk een grote conferentie van communistische partijen opdoemt, waar uiteindelijk op de eën of andere manier het Chinese standpunt veroordeeld zal worden. Lange tijd heeft Mao dit idee van Chroesjt- sjow te verijdelen doordat hij zoveel invloed had opzoveel partijen dat die aan Moskou te kennen gaven voor zoiets niet te voelen. Die invloed is grotendeels weer verdwenen. Deze reeks als nederlagen aan te voelen ontwikkelingen hebben uiteraard hun in- vloedop het jongere Cinese partijkader. De vraag is of die, wanneer ze te zijner tijd Mao opvolgen deze weinig succesrijke lijn van de oude man zullen voortzetten. Het is eenidee die Mao kennelijk met ongenoegen ziet op zijn levensavond. Men hoeft nu niet opeens een handelbaar China te verwachten, maar wat Mao verdriet kan de overige wereld wel licht toch wel wat genoegen bereiden. (Nadruk verboden) Is een moordenaar een zieke VEROORZAAKT DOOR EEN VIRUS? Menigeen zal zijn opgeschrikt door de gruwelijke details, welke aan het licht kwamen tijdens de berechting van de Nederlandse moordenaars van de jeugdi ge Henk Drost te Stockholm. De vraag rijst bij het lezen van zo'n afschuwelijk rechtbankverslag, of de misdaad geen ziekte is welke zou kunnen worden gene zen, respectievelijk voorkomen. Wij hebben die vraag voorgelegd aan mevrouw dr. Alfreda Briede, een psy chiater, die ons inderdaad uitvoerig kon inlichten over nasporingen en vondsten op dit terrein. Uit haar mededelingen blijkt, dat in de dertiger jaren reeds een onderzoek op dit gebied is ingesteld, o.m. bij de hersenen van John Dillinger. Verband met griep-epidemieën Omstreeks 1930 werd de gehele wereld verontrust door een golf van misdadigheid, die de samenleving volkomen dreigde te zul len ontwrichten. Vooral de bevolking van de Verenigde Staten voelde zich door de gang sterbenden bedreigd. Dé misdaad was toen in Amerika zo ver breid, dat de overheid niet bij machte bleek de burgerij afdoende bescherming te bie den. Misschien herinnert zich iemand de naam nog van John Dillinger, de man die destijds de twijfelachtige eer genoot in Ame rika bekend te staan als Staatsvijand Num mer Eén. De misdaden die deze Dillinger op zijn naam had staan, bleken de Amerikaanse vrouwen niet van hem af te schrikken, want menig lid van het schone geslacht hielp de ze Staatsvijand verbergen toen de politie jaren achtereen jacht op hem maakte. Uit eindelijk verloor hij het leven, doordat hij tijdens een revolvergevecht op straat door een politieagent werd neergeschoten. Okkernootgrote ziektehaard. Na zijn dood heeft deze beruchte misda diger nog een keer in het middelpunt van de belangstelling gestaan. Nu echter niet bij het op sensatie beluste publiek, maar bij een aantal Engelse geneeskundigen. De Engelse geleerde Alexander Kennedy verklaarde na melijk op een bijeenkomst van zenuwartsen, dat hij de hersenen van John Dillinger had kunnen onderzoeken. Prof. Kennedy kon zijn gehoor mededelen dat hij in die hersenen, middenin het weef sel, een ziektehaard had aangetroffen ter grootte van een okkernoot. Deze vondst was voor de geleerde het overtuigend bewijs voor de juistheid van een door hem reeds lang geleden opgestelde theorie. Gedurende vele jaren bestudeerde prof. Kennedy in het psyohologisch laboratorium van het Maudsley Hospital te Londen het karakter en het gedrag van een aantal zware misdadigers. Zijn onderzoekingen omvatten honderd personen, zij brachten hem tot de opvatting dat een ernstige hersenziekte, na melijk encephalitis, verantwoordelijk moet worden gesteld voor verscheidene gevallen van misdadigheid. In verband daarmee meende hij het gangsterdom van de jaren dertig te kunnen verklaren als een nasleep van de encephalitis-epidemieën, die van 1916 tot ongeveer 1926 hadden gewoed. Doorgemaakte encephalitis. De encephalitis lethargica, die ook wel slaapziekte wordt genoemd, is een vorm van hersenontsteking, die epidemisch optreedt. Als afzonderlijke ziekte werd zij het eerst beschreven door Von Economo naar aanlei ding van het optreden van een aantal ge vallen in Wenen gedurende de winter 1916- 1917. Waarschijnlijk is de aandoening ook al wel eerder voorgekomen, doch toen niet als zodanig onderkend. Bij nader onderzoek bleek er een nauw verband te bestaan tussen het voorkomen van deze vorm van encephalitis en het op treden van griep-epidemieën. Zo is ook in ons land de beruchte Spaanse griep van 1918 vergezeld gegaan van het optreden de zer hersenziekte. Welk verband er nu pre cies tussen de griep en de slaapziekte be staat, is nog niet met zekerheid te zeggen. Wel meent men de oorzaak van de her senontsteking te moeten zoeken in een virus. Het meest opvallende verschijnsel bij de epidemische encephalitis is de stoornis van de slaap: soms slaapt de patiënt weken achtereen, maar het komt merkwaardiger wijs ook voor, dat het slapen hem in zeer lange tijd onmogelijk is. De kennis van de ze afwijking heeft aanleiding gegeven tot de veronderstelling dat zich in de grote her senen een slaapregelend centrum bevindt. Eigenaardige resten. Behalve afwijkingen in het bewustzijn van de patiënt kunnen bij deze vorm van hersenontsteking ook verlammingen van zijn zenuwen optreden, bijvoorbeeld van de ze nuwen die zijn oogspieren besturen, zodat hij dubbel gaat zien. Al deze verschijnse len moeten worden toegeschreven aan het bestaan van talrijke kleine ontstekingspro cessen in de hersenen. Soms is het aantal ontstekingshaardjes zo gering, dat het moei lijk kan zijn de ziekte te herkennen, want het is mogelijk dat er dan slechts een enkel symptoom aanwezig is; bijvoorbeeld een da genlang durende hik. Slaapziekte is een gevaarlijke ziekte; er zijn nogal wat gevallen met dodelijke af loop. Van de overige patiënten herstellen sommigen geheel en al, terwijl anderen ei genaardige resten van de ziekte overhouden. Zo kan het voorkomen, dat de spieren van gewezen lijders aan deze vorm van encepha litis stijf worden, zodat het gelaat, bij ge brek aan mimiek, alle uitdrukking verliest. Verder kan er in de ledematen van deze ex-patiënt een hevig trillen aanwezig zijn als blijvende rest van zulk een ziektehaard. Bekend is ook het z.g.n. „zalfgezicht"; de vetklieren van de huid scheiden dan abnor maal veel smeer af, hetgeen aan het gelaat een karakteristieke uitdrukking geeft. Met zulke resttoestanden op lichamelijk gebied gaat nogal eens een aanmerkelijke geeste lijke verandering gepaard. Bij jonge mensen wijzigt het karakter zich vooral in ongunsti ge zin, zodat zij onbetrouwbaar kunnen wor den, vreemde denkbeelden gaan uiten en soms moeilijk in de omgang zijn, waardoor zij zich gedragen als echte psyohopaten. Erfenis van oorlog. Prof. Kennedy, die onder meer de herse nen van Amerika's voormalige Staatsvijand Nummer Eén oderzocht, heeft zich op grond van zijn naspeuringen op een zeer speciaal standpunt gesteld. Hij neemt namelijk aan, dat de geestelijke overblijfselen van de slaap ziekte ook kunnen optreden los van de rest toestanden op lichamelijk gebied. Daarom kon hij aannemen, dat Dillingers midadigers- eigenschappen een gevolg of overblijfsel wa ren van het feit dat hij aan encephalitis had geleden. Van Dillinger is weliswaer niet bekend, dat hij deze ziekte had doorgemaakt, maar herhaaldelijk is gebleken, dat een „onbe wuste" encephalitis mogelijk is. Dat dit bij de Amerikaanse misdadiger het geval is ge weest, wordt volgens prof. Kennedy bewe zen door de ziektehaard in 's man's herse nen. Ook sedert 1945 is een golf van misdadig heid over vele landen gegaan. Het is echter gebleken dat hier geen verband bestaat met het optreden van een encephalitis-epidemie. Bij het onderzoek van twee beruchte, na oorlogse, Engelse misdadigers, namelijk Ne ville Heath en John George Haig, was geen spoor van deze ziekte te ontdekken. Waar schijnlijk moet deze golf van misdadigheid beschouwd worden als een erfenis van de tweede wereldoorlog. Dit laatste behoeft echter niet tegen de theorie van Alexander Kennedy te pleiten, dr. Alfreda Briedé (Nadruk verboden)

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1966 | | pagina 3