NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Robert McNamara Landbouw en recreatie. Ploovier heeft DE schoenen zorgenkind Zuid-Amerika Rennies' No. 3178 Zaterdag 8 januari 1966 69e jaargang Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. no. 308, Giro 206882 Abonnementsprijs I 2.00 per half jaar Franco per post f 5.00 per half jaar Advertenties 10 cent per mm Voor fouten in advertenties, per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen Nog niet zo heel lang geleden waren land bouw en recreatie twee begrippen, die niets met elkaar te maken hadden en die zelfs tegengesteld aan elkaar waren. Voor de boer bestond geen recreatie of ze moest bestaan in het bezoeken van een markt, ruiterfeest of vergadering, om de kermis maar over te slaan. Vakantie is nóg voor vele agrariërs een onbereikbaar ideaal, al wordt er hard aan gewerkt dat zelfs de veehouder er eens een poosje tussen uit kan en zijn bedrijf aan een verzorger overlaten. Langs de Zeeuwse en Hollandse kust en in bosrijke streken waren er echter al lang vóór de oorlog boeren, die in de zomer ka mers aan vakantiegangers verhuurden. In sommige streken waren zulke boeren niet erg gezien en men beschouwde het houden van vakantiegangers als een wat minder waardige bron van inkomsten: men haalde tegen betaling vreemdelingen in huis! Maar de tijden zijn veranderd. Landbouw en re creatie worden steeds nauwer met elkaar in verband gebracht. Een nieuw ministerie Sinds 14 april 1965 hebben wij een minis terie van cultuur, recreatie en maatschap pelijk werk, dat zeer actief is. Het geld voor allerlei activiteiten vloeit trouwens rijkelijk toe. In 1959 was op de begroting van o.k. w. zes ton uitgetrokken voor „re creatievoorzieningen", nu sohat men het in 1966 te investeren bedrag op ruim 100 mil joen gulden. Daarvan wordt de helft opge bracht door provincies, gemeenten en par ticulieren en de helft door het rijk. Die 50 miljoen van het rijk komen van Staatsbosbeheer en de Cultuurtechnische dienst, dus van het ministerie van Landbouw (bijna 5 miljoen), van eoonomische zaken (toeristische voorzieningen 11,75 miljoen) en dan is er ten slotte C.R.M., die als groot ste uitgave de incoret-post heeft. Incoret is de codenaam voor „maatregelen voor de openluchtrecreatie te algemenen nutte". Er zijn ook nog kleine postjes, zoals voor bos- eigenaren die hun bezit openstellen voor wandelaars enz. Het behoeft geen betoog, dat in een dicht bevolkt land als het onze enige voor zieningen op dit gebied wel nodig zijn. Recreatie - een duur geval Geestige lieden hebben in het najaar 1965 voorgesteld, om de Alblasserwaard liever niet te ruilverkavelen, maar tot recreatie gebied van de Rotterdammers te bestemmen. C.R.M. heeft uitgerekend wat dit zou kos ten. Men gaat daarbij uit van een plan, dat overeenkomt met de inrichting van het Am sterdamse bos en dat is bepaald niet te duur berekend, omdat die plek veel beter 'bereik baar was dan de Alblasserwaard en mindef terreinmoeilijkheden opleverde. Schrikt u niet: het inrichten van de dui zend hectare bos zou thans 80.000 tot één ton per hectare kosten! Daar is dan alles wel bij inbegrepen: aankoop, onteigening, cul tuurtechnische werken enz., maar gesteld dat men in de Alblassserwaard werkelijk 20.000 ha vrij kon maken, zou dat het lieve sommetje van zeker 20.000 X 100.000 twee miljard gulden kosten! Hoewel men dat over een aantal jaren verdelen kan begrijpt ieder, dat er op het gebied van de recreatie wel eens plannen en kreten geslaakt worden die men niet ovenvegen kan. Planologen die ter zake kundig zijn moeten er aan te pas komen, anders gebeuren er ongelukken. Om bij Rotterdam te blijven: men wil Midden-Delf tland ontwikkelen, de Rotteme- ren opknappen en het gebied rond de Oude Maas saneren. Voor Utrecht denkt men aan sanering van 'het gebied der Maarsseveense plassen en voor Amsterdam aan een re creatiegebied in de buurt van Haarlemmer- liede. Daarnaast zullen de randen van het Veluwemeer en een deel van Flevoland uitkomst bieden. Ook de kuststrook vanaf het Zwin tot Den Helder zal beter dienst baar aan de recreatie gemaakt moeten wor den. Dan komt er ruimte. De taak van de landbouw Bij de grote plannen zien de landbouw organisaties nauwlettend toe, dat er met de belangen van hun leden rekening wordt ge houden. Omgekeerd wordt bij iedere ruil verkaveling het belang van de recreatie vast gesteld. Ofschoon hier soms tegengestelde belangen in het spel zijn, kan men toch redelijke oplossingen verwachten. Een bijzonder punt is echter de vraag, of de landbouw nog een andere rol kan spelen. Het verblijf op een boerderij (en zelfs op een tuinderij, maar daar loopt men spoe diger in de weg) is voor de meeste stads bewoners erg aantrekkelijk, mits er ook nog wat anders in de buurt is: een zwembad, bos of heide, duinen of strand enz. Plus redelijke bus- of treinverbindingen. Op het overgrote deel van onze boerde rijen treft men 's zomers geen vakantiegan gers aan, hoewel daar stellig wat aan te ver dienen valt en er meestal ook wel ruimte ge noeg voor is. De boer is bang, dat de va kantiegangers hem in de weg zullen lopen, hem zullen hinderen bij het werk of de boel zullen vernietigen. Overleg met V.V.V. Het zou van groot belang zijn, als dit vooroordeel wat minderde. Er zijn honder den boerderijen waar veel stadsmensen in de zomer verblijven en waar het altijd goed gaat. Wanneer de boer de baas blijft en ieder weet wat hij doen en laten moet, gaat alles veelal van een leien dakje. In vele plaatsen zijn V.V.V.'s zeer actief en kan men als adspirant-kamerverhuurder alle inlichtingen krijgen die men wenst. Men kan daar ook informeren wat de gangbare prijzen zijn en op welk com f erf door de stedeling gerekend wordt. Het contact tus sen agrariër en niet-agrariër is in sommige gevallen zeer boeiend. Het was te wensen, dat men voor deze vorm van recreatie wat meer aandacht kreeg. Gezien de opbrengsten behoeft van hoger hand geen materiële steun te worden gebo den. Maar de zaak is in ons dichtbevolkte land waard van alle kanten bekeken en ge stimuleerd te worden. Het zich laten blake ren in de zon en zich bruin laten branden heeft, zo verzekeren de medici ons, voor volwassenen geen enkele betékenis. Een meer actieve vorm van vakantiebesteding wordt reeds algemeen aanbevolen. Dat hier bij de boerderij meer en meer ingeschakeld kan worden staat wel vast. (Nadruk verboden) 50 uur per week bezig met oorlog in Vietnam Amerika's dynamische defensieminister (van onze correspondent) New-York(P.A.) Hij is een man met zeer uiteenlopende bekwaamheden. Gevormd in het academisch milieu van de Harvard-university en als president van de Ford-fabrieken in het zakenleven gehard, combineert hij een koel wetenschappelijke denktrant met een grote dosis daadkracht, die het Pentagon tot de meest dynamische van alle Amerikaanse departementen maakt. De 49-jarige Robert Strange Mc. Namara, Amerika's minister van defensie, is een van de markantste figuren van het in 1960 door John Kennedy gevormde New Frontier. Hij is na president Johnson de machtigste man in de Verenigde Staten, wiens invloed zelfs verder reikt dan die van Dean Rusk, de minister van buitenlandse zaken. Als Johnsons belangrijkste adviseur (men noemt hem hier al de assistent president) is hij voor een groot deel verantwoordelijk voor het militaire optre den van de Verenigde Staten in Vietnam. Krach tij Een stempel op Amerikaanse strategie lalf jaar geleden werd een Ameri kaans diplomaat, die een receptie op het Kremlin bezocht, door de wapenexpert Dmitri Ustinov aangesproken. „Ik heb zeer veel geleerd van uw Mc. Namara," zo sprak Ustinov. Sowjet-premier Alexei Kosygin, die in de buurt was, ving deze worden op en zei: „Zó'n man zouden wij in ons land best kunnen gebruiken". De man, die premier Kosygin in deze lof uiting stellig was bijgevalleu, zou John Ken nedy geweest zijn, ware hij nog in leven ge weest. Toen Kennedy in 1960 de verkiezin gen voor het presidentschap had gewonnen, zocht hij naar een sterke man op het Pen tagon en zijn oog viel direct op de 45-jarige president van Ford Motor Co., Mc. Namara. Deze ging meteen op het aanbod in. „Maar", zo wierp Kennedy op „u bezit toch Ford-aandelen. Als u minister wordt, zou u er financieel behoorlijk op achteruit gaan." Maar Mc. Namara deed zijn aandelen van de hand hetgeen een derving van 3 miljoen dollar per jaar aan winsten en salaris impli ceerde, en werd minister van defensie. In deze functie ontpopte hij zich al spoedig als een ervaren organisator, een uitgeslapen de partementsbeheerder en een slim diplo maat. Conventionele troepen Mc. Namara heeft een krachtig stempel gedrukt op Amerika's strategie. Het was ove rigens niet de eerste keer dat hij met mili taire vraagstukken werd geconfronteerd. Ge durende de tweede wereldoorlog diende hij als officier bij de luchtmacht en leerde in de Pacific de verschrikkingen van de oorlog kennen. Deze in 1916 te St. Francisco geboren be windsman, die zijn doctersbul in de econo mische wetenschappen behaalde aan de Harvard-university, begon allereerst de ad ministratie van het Pentagon te hervormen'. De oorlog in Vietnam verkeerde toen nog in de eerste fase, maar toen de Vietkong aldra overging tot een grootscheepse oorlog „voor de bevrijding van Zuid-Vietnam", besloot Kennedy in te grijpen. Mc. Namara kreeg opdracht de Amerikaanse steun voor het Zuidvietriamese leger voor te bereiden. Met zijn inzichten begon hij de Ameri kaanse strategie steeds sterker te beïnvloe den. Plij distancieerde zich van de opvatting van Eisenhower, dat een wereldoorlog met een parate kernmacht te vermijden zou zijn. Geen agressie Mc. Namara gelooft niet zo in directe agressie met strategische kernwapens. De oorlog in Vietnam deed hem beseffen, dat met een grote paraatheid van de conven tionele strijdkrachten ook bepaalde doelein den kunnen worden bereikt. Met een goed, snel parate strijdmacht zou men juist kunnen voorkomen, dat men te vroeg naar kernwapens zou grijpen. Dus streefde deze minister voor alles naar een krachtige versterking der conventionele strijdkrachten, ook in Europa, waar de hal- starrige De Gaulle zijn plannen echter voortdurend doorkruiste. Het resultaat van dit streven was, dat de Amerikanen thans sommige divises in min der dan 4 uur tijd in staat van paraatheid kunnen brengen. Enkele jaren geleden nam dit nog 20 uur in beslag! Buiten bereik Een anderbelangrijk kenmerk van Mc. Namara's strategie is een kernwapenmacht, die buiten het bereik van de kernwapens van de vijand blijft. Door ondergrondse opstel lingen, of door het gebruik maken van on derzeeboten met polarisraketten kon dit stre ven worden verwezenlijkt. Worden de Verenigde Staten nu door la ten we zeggen Rusland met een zwaar kernwapen aangevallen, dan kan op het zelf de moment een krachtige tegenaanval wor den gelanceerd. De vijand wéét dit en zal daarom niet licht tot een aanval besluiten, omdat de eerste klap niet beslissend is. 7 uur per dag Mc. Namara toont ons de paradox van een verdedigingsman, die 50 van zijn 75 uren dat is 7 van de 10'/-» uur per dag besteedt aan de de oorlog in Vietnam. Dage lijks bespreekt hij met enkele leden van de generale staf de militaire situatie in het voor malige Indo-Cina, waar 160.000 Ameri kaanse soldaten zijn ingezet. Hij staat voort durend in contact met de staf, die zich ge heel heeft geconcentreerd op de oorlog in Vietnam. Deze staf is verdeeld in twee groepen. De eerste ontwerpt plannen, is dus als het ware het brein van de Amerikaanse militaire actie, de tweede groep baseert op deze in formaties en plannen de strategische ope raties. Er is een waarschuwingssysteem ontwor pen, dat het Pentagon onmiddellijk op de hoogte brengt van elke potentiële of reële crisis, waar in de wereld die ook mag zijn, zodat het mogelijk is het beleid onmiddellijk te herzien, wanneer dit nodig mocht zijn. Dat is ook altijd mogelijk, omdat Mc. Na mara zich heeft voorzien van een team van medewerkers, die getraind zijn in een zeer snelle besluitvorming. Altijd paraat Mc. Namara is altijd voor zijn staf be reikbaar. Hij heeft niet alleen een mobilo foon in zijn auto, maar zelfs in zijn slaap kamer. Hoewel president Johnson verantwoorde lijk is voor Amerika's buitenlandse politiek en dus ook voor de interventie in Vietnam, steunt hij voor een aanzienlijk deel op de inzichten van zijn dynamische defensie-mi nister. Zijn filosofie over het Amerikaanse optre den in Vietnam? „Wij vechten niet om Hanoi of rood-China te intimideren. Wij willen niemand intimideren. Ons politieke doel is een onafhankelijk Zuid-Vietnam. Wij moeten ons daarom steeds afvragen, of het aanwenden van onze militaire macht, tot de bevordering van dit doel kan bijdragen." (Nadruk verboden) Niet Europa, maar Zuid-Amerika heeft het afgelopen jaar maar weinig bijgedragen tot de vette kran tekoppen: er veranderde daar niet veel. En hoe gunstig dat soms kan klinken, in dit geval betekent het alleen maar dat het pro bleem nijpender geworden is en dat nog geen ibegin is gemaakt met een resolute op lossing. Het grote probleem van Zuid-Amerika is dat vrijwel geen land een echt stevig in het zadel zittende regering heeft. Grofweg kan men de landen verdelen in die met een regering die voortdurend op moet pas sen dat de generaals haar aan kant zetten, en die met een militair bewind dat steeds beducht moet zijn op oproer van armen, die dan doorgaans castroïstisch worden ge noemd, maar het lang niet altijd zijn. Dat wankele bewind aan de top is daardoor ge woon niet in staat de moeilijkheden radikaal aan te pakken. Waar dan nog bij komt dat het het geld er niet voor zou hebben als het dat wel kon. En intussen zien we dan in vrijwel alle landen van dit halve werelddeel een uiterst zwakke economie die wel aan enkelen wel vaart verschaft maar velen in de misère laat. Bovendien doorgaans ook een zo eenzijdige economie men is afhankelijk van alleen het tin, of alleen van landbouwprodukten of alleen vlees dat de minste schommeling in de wereldmarktprijzen als het ware ver sterkt de natie op het dak valt. Als er een Brandend maagzuur? helpen direkt! breed sortiment van te exporteren produk- ten was, zou de ene tegenvaller wel gecom penseerd worden door een meevaller elders. Nog een wonder Is die toestand zo al miserabel genoeg, ze wordt nog beroerder doordat juist in Zuid- Amerika de bevolking sterk groeit en dan ook riög vaak naar de steden trekt omdat er op het platteland helemaal niets is te ver dienen. Na de verhuizing merkt men dan dat het in de steden niet anders is en zo groeien sombere krottenwijken vol werk loze en door ontbering verbitterde mensen. Tegen die achtergrond is het niet verbazing wekkend dat de regeringen nogal wankel zijn. Het is eerder een wonder dat de so ciale structuur van deze landen intussen al niet veel verder in elkaar is gezakt dan nu het geval is. Nu heeft de rest van de wereld Zuid-Ame rika niet geheel en al in de steek gelaten. De wereldbank en andere organen hebben kredieten verstrekt en vooral de V.S. hebben met hun alliantie voor de vooruitgang be hoorlijke sommen in deze reeks landen ge pompt. Voor een deel hebben ze de achter uitgang geremd, soms was de hulp zo goed als weggegooid geld, maar veel positiefs is er niet van terecht gekomen. Dac kon waai- schijnlijk ook niet, omdat het probleem van een heel continent niet opgelost kan worden door maatregelen van land voor land. Nieuw Panamakanaal Walter Lippmann, de befaamde politieke commentator in de V.S., heeft na terugkeer uit Zuid-Amerika een combinatie van een Marshall-plan en een geweldige commer ciële onderneming als het Panamakanaal be pleit om te beginnen met een structuur verbetering, niet van een of meer landen, doch van heel Zuid-Amerika. Door betere verbindingen te scheppen ontstaat in de eerste plaats een grotere mogelijkheid voor onderlinge handel maar vooral ontsluit men de enorme gebieden die nog maar nauwelijks ontdekt zijn en waarin plaats is voor vele honderdduizenden of miljoenen agrariërs. Dat zou aanzienlijk meer geld vergen dan er tot dusver ooit in Zuid-Amerika gestoken is, maar het lijkt de enige manier om radikaal de toestand te verbeteren. Dat dit plan gelanceerd wordt door een Amerikaan is niet zo vreemd. Voor Europa is Zuid-Amerika voornamelijk een gebied dat ver weg ligt. Voor de V.S. is het een naaste buur. En daar constateert men met ongenoegen dat bijvoorbeeld ook de Chine zen Zuid-Amerika hebben ontdekt als een plek waar de grond prima is voorbereid voor het zaaien van hun propaganda. En zoals het Marshall-plan ontstónd toen de V.S. om Lippmann te citeren „gek van angst werd door de dreiging van communistische omwentelingen in Duitsland, Frankrijk en Italië, zo is nu ook de sfeer rijp voor een dergelijk plan als hij bepleit. Dit komt op een tijd dat de V.S. met zuidoost-Azië al rijkelijk voorzien zijn van geld en energie verslindene moeilijkheden, maar daarna is Zuid-Amerika ongetwijfeld nummer twee aan het worden. Wat dan weer een ver klaring vormt voor de dalende belangstelling van Washington voor Europa. (Nadruk verboden) GOOFJE GOOCHEM Ganzepoortstraat 21, Tel. 6535 - GOES

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1966 | | pagina 1