TROONREDE H.M. DE KONINGIN Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 25 september 1965 no. 3164 f LEDEN DER STA.TEN-GENERAAL, Met dankbaarheid denken mijn man en ik terug aan de ontvangsten, die wij dit jaar in Uw midden mochten meema ken ter gelegenheid van de verlovingen van onze dochters Beatrix en Margriet. Beatrix en Glaus von Amsberg hopen in het komende voorjaar in het huwelijk te treden; een officiële datum kan uiteraard pas worden vastgesteld wanneer de Rijkswet, houdende toestemming tot het huwelijk, zal zijn tot stand gekomen. Het ontwerp daartoe wordt U heden aangebo den. Een dergelijk wetsontwerp voor het hu welijk van Margriet met Pieter van Vollenho ven zal U in de loop van dit zittingsjaar be reiken. Het was mij een vreugde, dat Suriname en de Nederlandse Antillen bij de verloving van onze dochter Beatrix door hun ministers-presiden ten vertegenwoordigd waren. Ik verheug mij op het bezoek, dat ik samen met mijn man aan die landen ga brengen. De vriendschap die de delen van het Koninkrijk op zo gelukkige wijze verenigt, geeft de Regering vertrouwen in de toekomst. In geen land ter wereld is de beschikbare ruimte per inwoner zo gering als in Nederland. Bovendien groeit onze bevolking zeer snel. Hierdoor en door de stijging van de welvaart die nieuwe behoeften schept, zien wij ons voor steeds grotere problemen geplaatst. Deze pro blemen doen zich in het bijzonder voor op het gebied van de woningvoorziening, het ver keer, het onderwijs, de recreatie en de volks gezondheid. De bouwnijverheid toont gelukkig een voort gaande groei vooral wat de woningbouw be treft. Op grond van de bereikte resultaten acht de Regering het mogelijk en dus noodzakelijk, dat in 1966 de bouw van 125.000 woningen wordt ter hand genomen. Daarmede zal een beslissende fase worden bereikt in de strijd tegen de woningnood. De lange lijst van verkeersslachtoffers herin nert er ons vrijwel dagelijks aan, dat de ver keersonveiligheid krachtig moet worden be streden. Nu via het rijkswegenfonds voor een reeks van jaren meer middelen ter beschikking komen voor de wegenbouw zal, wanneer bo vendien het Ontwerp Wet Uitkeringen Wegen zal zijn aanvaard, de versnelling van de wegen bouw buiten de steden verzekerd zijn. Ook voor de problemen die het verkeer in en nabij de steden oproept, tracht de Regering spoedig oplossingen te vinden. Zij zal vooral nagaan welke bijdrage het openbaar vervoer daarbij kan leveren. De Regering ziet het als haar taak te bevor deren, dat hot onderwijs mede door een verdergaande democratisering zoveel mo gelijk aan de veranderde inzichten en omstan digheden wordt aangepast. Een vernieuwing van de Lager Onderwijswet 1920 zal worden voorbereid. In het thans aanvangende zittings jaar zal het ontwerp van de Overgangswet voor de Wet Voortgezet Onderwijs worden in gediend. De snelle toeneming van het aantal studenten en de ontwikkeling van het weten schappelijk onderzoek dwingen de Regering tot een voortvarend wetenschapsbeleid. De Academische Raad zal in 1966 advies uitbren gen over de structuur van het wetenschappe lijk onderwijs en met name over de mogelijk heid tot verkorting van de studieduur. Ook op andere terreinen van de cultuur wil de Regering door meer gelden ter beschikking te stellen meer mogelijkheden voor ons volk o- penen. Zij zal de culturele zelfwerkzaamheid bevorderen en de gelegenheid voor ontwikke ling en ontspanning van jeugdigen en volwas senen verruimen. Nauw verwant hiermede is haar beleid inzake de aankoop van natuurterreinen en de bestrij ding van de toenemende verontreiniging van lucht, water en bodem; wettelijke maatregelen worden hiertoe voorbereid. Voorstellen ter ver wezenlijking van het voorgenomen beleid in zake onroerend goed zijn eveneens in voorbe reiding. Al deze voorzieningen worden mede uit een oogpunt van ruimtelijke ordening ge coördineerd in een doelbewust beleid, dat zo wel op wetgevend als op bestuurlijk gebied grote aandacht vraagt. Met deze voorzieningen, gericht op het welzijn van heel ons volk, en met haar plannen tot her vorming en modernisering van ons recht wil de Regering voor iedere Nederlander de moge lijkheden vergroten om zowel in materieel als geestelijk opzicht tot volle ontplooiing te ko men. Dit geldt evenzeer op sociaal-economisch gebied, waar de Regering streeft naar een zo rechtvaardig mogelijke verdeling der bedrijfs resultaten en naar versterking van de plaats van de arbeid in de onderneming. De indivi duele burger en zijn vrijheid in een goed ge ordende samenleving staan bij dit alles in het middelpunt. Het is duidelijk, dat de zojuist genoemde voor zieningen, ook wanneer daarbij de noodzake lijke süberheid in acht wordt genomen, een belangrijke verhoging betekenen van de uit gaven van het Rijk. Aan de financiën der ge meenten worden daardoor evenzeer hogere eisen gesteld. Reeds was het onontkoombaar dat de uitgaven voor 1965 aanzienlijk sterker stegen dan aanvankelijk was voorzien. De Re gering acht een verdere verhoging voor 1966 alleen verantwoord, indien door een samenstel van maatregelen een inflatoire 'ontwikkeling van binnenlandse herkomst wordt voorkomen en de verhoogde lasten rechtvaardig worden verdeeld. Zij zal hierop haar beleid richten. De economische ontwikkeling van ons land is in vele opzichten bevredigend. Productie en uitvoer vertonen een redelijke groei, terwijl een hoog peil van werkgelegenheid wordt ge handhaafd. De betalingsbalans zal dit jaar waarschijnlijk een overschot opleveren. Niette min geeft het voortduren van de opwaartse druk op de prijzen reden tot zorg. Het prijsbeleid zal daarom krachtig worden voortgezet, zowel ter bevordering van een e- venwichtige economische ontwikkeling als ter verdere verhoging van het levenspeil. In sa menhang hiermede acht de Regering de tot standkoming van langlopende collectieve ar beidsovereenkomsten van grote betekenis. Zij verwacht, dat de Sociaal-Economische Raad door het uitbrengen van een interimadvies in dit najaar, een bijdrage zal leveren tot een soe pele overgang van de huidige naar nieuwe spelregels voor de loonvorming. Teneinde inflatie tegen te gaan wil de Rege ring de noodzakelijke uitgavenvermeerdering voor een belangrijk deel dekken door belas tingmiddelen. Deze zullen zoveel mogelijk op minder noodzakelijke goederen betrekking hebben. De Regering zal voorstellen o.a. de belasting op alcoholische dranken, tabak, per sonenauto's en minerale oliën te verhogen. Daarnaast zullen de in 1954 en 1955 inge voerde vrijstellingen van omzetbelasting voor schoeisel geheel en voor textiel ten dele wor den opgeheven. Tenslotte zullen de vennoot schapsbelasting en de vermogensbelasting de laatste tijdelijk enigszins worden ver hoogd. Tegenover deze verhogingen zal een verlichting van de loon- en inkomstenbelas ting, grotendeels door toekenning van belas- tingspaarbrieven, worden voorgesteld. Deze verlichting zal leiden tot een aanzienlijke be perking van de stijging van de belastingdruk, vooral voor personen met een laag inkomen. De Regering handhaaft de reeds vastgestelde verlaging van de loon- en inkomstenbelasting per 1 januari 1967 en zal voorstellen doen om met ingang van dezelfde datum de belasting druk voor ongehuwden te verlichten. In de loop van dit zittingsjaar zal U een nota worden voorgelegd, waarin de gróte lijnen van het economische structuurbeleid zullen worden aangegeven in het perspectief van de te ver wachten economische ontwikkeling tot 1970. Reeds thans zij er op gewezen, dat voor de eco nomische groei een verdere verhoging van het kwalitatieve peil van onze industrie nodig is. Dit vereist een versterkte inspanning op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Binnenkort zullen de Kamers worden ingelicht over de maatregelen, die de Regering nodig acht voor de aanpassing van de mijnindustrie en voor de wijziging van de industriële struc tuur van Zuid-Limiburg. In overleg met het be drijfsleven zullen regelingen worden getroffen voor de ontwikkeling en sanering van midden- en kleinbedrijf. Het beleid van de Regering blijft gericht op versterking van de economische positie van de landbouw en de visserij en op verbetering van de levensomstandigheden van de betrok ken bevolkingsgroepen. De begroting biedt daarvoor grotere mogelijkheden. Met de invoering per 1 januari 1967 van de arbeidsongeschiktheidsverzekering en van een volksverzekering tegen zware geneeskundige risico's, streeft de Regering ernaar in de res terende kabinetsperiode tot een voorlopige af ronding te komen van het sociale zekerheids stelsel. De daarvoor nog noodzakelijke wets voorstellen zullen zo spoedig mogelijk worden ingediend. De Regering is er zich van bewust, dat onze levensbelangen onverbrekelijk verbonden zijn met de wereldsituatie. De toenemende onder linge afhankelijkheid der volkeren dwingt tot verdieping van de internationale saamhorig heid. De verschillende vormen van Europese samenwerking, waaronder de Benelux, ver vullen daarbij evenzeer een onmisbare functie als het Atlantisch Bondgenootschap. De Regering hoopt vurig, dat de gevechts handelingen tussen India en Pakistan spoedig tot een einde zullen komen. Zij zal daaraan als lid van de Veiligheidsraad naar vermogen bij dragen. De toestand in Vietnam, waar nog steeds geen oplossing is gevonden, die zowel de vrede als de gerechtigheid kan dienen, blijft zeer zorgelijk. Daar en elders in de wereld zal de Regering haar medewerking geven aan iedere eerlijke poging tot 't beslechten of voor komen van geschillen. Zij steunt het streven om in internationaal overleg de spreiding van atoomwapens tegen te gaan en te komen tot een verantwoorde beperking der bewapening. De waarborg van vrede, vrijheid en veiligheid vereist, dat ons defensiebeleid intussen onver minderd gericht blijft op het leveren van een passend aandeel in het Atlantisch verdedigings stelsel. De Europese Gemeenschappen maken een kri tieke tijd door. De economische integratie van de zes landen wordt in gevaar gebracht door grote tegenstellingen binnen de EEG over de politieke aard en bestemming van de Gemeen schap. Tezamen met andere lid-staten houdt Nederland vast aan de opvatting dat de op bouw van de Europese Gemeenschappen moet worden voortgezet op supranationale en demo cratisch grondslagen en dient te worden inge past in de Atlantische samenwerking. De Re gering zal daartoe alle pogingen in het werk stellen, in de hoop dat ook thans de gerezen moeilijkheden overwonnen zullen worden. Leden der Staten-Generaal, Ondanks de vele problemen die nog om een oplossing vragen, is er twintig jaar na de twee de wereldoorlog alle reden tot dankbaarheid voor de vooruitgang en de welvaart waarin wij ons mogen verheugen. Teglijkertijd moeten wij echter vaststellen, dat vele landen steeds verder in welvaart bij ons achterblijven. Niet slechts uit politieke nood zaak, maar vooral uit menselijke solidariteit, moeten wij bereid blijven met die landen sa men te werken voor hun verdere ontwikkeling en ons daarvoor grotere financiële offers en persoonlijke opoffering getroosten. Zowel binnen als buiten ons Koninkrijk hebben wij dus belangrijke taken te vervullen. De Regering vertrouwt, dat ons gehele volk daartoe wil samenwerken, wanneer Gij, leden van de Staten-Generaal, Uw instemming aan de U voor te leggen plannen kimt geven. Die instemming vraagt de Regering niet alleen omdat de Grondwet haar daartoe verplicht, maar vooral omdat zij een voortdurend en in tensief overleg met de volksvertegenwoordi ging onmisbaar acht voor het levend houden der democratie. Zij zal er gaarne aan medewer ken, dit overleg in grote openheid te voeren. In het komende jaar wacht U wederom een veelzijdige en verantwoordelijke taak. Moge het U gegeven zijn deze taak in het belang van ons Koninkrijk te verrichten met de wijsheid en de voortvarendheid, die onze tijd eist. Met de bede, dat God Uw arbeid en ons volk moge zegenen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend. 21 september 1965. V

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1965 | | pagina 3