Vijf vingers aan één hand DE MAFFIA Willem Frederik Hermans Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 21 augustus 1965 no. 3159 Luchtvaartpionier en ruimtevaartdeskundige Prof. dr. J. Jongbloed neemt afscheid van universiteit Het vorig jaar was prof. Jongbloed al in het nieuws: in een te Utrecht gehouden al gemene vergadering van de Federatie van Bureaus voor Medische Sportkeuring in Ne derland legde hij toen zijn functie als voor zitter neer. Bij die gelegenheid werd hij be noemd tot ere-voorzitter van de federatie en er werd hem tevens de hoogste onder scheiding van deze instelling, de gouden ere penning, uitgereikt. Thans, bij het eindigen van het academi sche studiejaar '64-'65, neemt de zeventig jarige hoogleraar in de levensverrichtingen ook afscheid van de Rijksuniversiteit te U- trecht. Deze mijlpaal in het leven van prof. Jongbloed is ons aanleiding een ogenblik stil te staan bij de vele activiteiten op spor tief, organisatorisch en wetenschappelijk gebied van deze wel zeer begaafde persoon lijkheid. Gelukkig kan en wil prof. Jongbloed zijn andere functies nog wel enige tijd blijven bekleden: hij blijft verbonden aan de Rijks luchtvaartdienst, hij blijft deel uitmaken van de Raad voor de luchtvaart en hij blijft voorzitter van het Nationaal luchtvaartge neeskundig centrum. Bij deze instellingen zal men dus nog van zijn grote veelzijdige kennis kunnen blijven profiteren. LID VAN STUNTTEAM „Vijf vingers aan één hand" heb ik boven dit artikel over prof. Jongbloed neergeschre ven, en als men zijn hier genoemde activi teiten bij elkander telt: de medisohe sport keuring, zijn werk aan de universiteit en de laatstgenoemde drie functies, die hij blijft bekleden, komt men inderdaad tot het getal vijf, maar toch is dat de oplossing niet. „Vijf vingers aan één hand" is de naam van het bekende en vermaarde stuntteam van vliegers, waarvan prof. Jongbloed des tijds deel uit maakte! Als jongeman werd hij in augustus 1914 gemobiliseerd; het gelukte hem bij de luchtmacht te komen; in 1917 behaalde hij zijn internationale brevet; hij werd instructeur en escadrillevlieger. Terwijl hij nog in militaire dienst was, be gon hij zijn studie in de medicijnen; in 1927 werd hem het artsendiploma uitgereikt, daarna ging hij als vlieger-arts weer terug naar de luchtvaart; in 1929 behaalde hij de doctorstitel met zijn proefschrift getiteld: „Bijdrage tot de fysiologie der vliegers op grote hoogten", een wetenschappelijk onder zoek dat «vooral betrekking had op de zuur stofvoorziening van de piloten in hoge lucht lagen. Mens en snelheid. In 1931 werd de vlieger-arts dr. Jongbloed benoemd tot conservator aan het fysiologisch laboratorium van de Rijksuniversiteit te U- trecht. Drie jaar later werd hij aldaar privaat docent en in 1942 volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de fysiologie. Dat was in zeker zin de bekroning van het wetenschap pelijk onderzoek dat hij tot die tijd reeds had verricht en van de ontdekkingen die hij daarbij had gedaan. Het is tegenwoordig algemeen bekend, dat de chirurg bij sommige operaties ge bruikmaakt van een zogenaamd kunsthart, beter gezegd van een hartlongmachine. Prof. Jongbloed was een der ontwerpers van zulk een apparaat. Daarnevens heeft hij zeer be langrijk werk verricht op het gebied van de 1 u ch tvaartf y siologie. De gevolgtrekkingen die hij maakte uit zijn experimenten betreffende zuurstofvoor ziening, decompressie- en versnellingsver schijnselen hebben overal in de wereld de aandacht getrokken; in andere researchcen tra heeft men er op voortgebouwd en heeft men er nog verdere uitbreiding aan kunnen geven. Prof. Jongbloed heeft de basis ge legd voor veel van onze huidige kennis over de mens vliegend door het luchtruim. In de ruimte. Enkele jaren geleden was ik onder het ge hoor van prof. Jongbloed toen hij op een bij eenkomst van medici een voordracht hield over de problemen die zich voordoen bij de ruimtevaart. In een serie van tien artikelen heeft daarna in 1963 het Nederlandse Tijd schrift voor Geneeskunde nog eens een over zicht gegeven van de medische vraagstuk ken in verband met de ruimtevaart. Voor deze gelegenheid heb ik die tien hel dere en «boeiende beschouwingen nog eens doorgelezen en mij andermaal verdiept in prof. Jongbloed's verhandelingen over voorzieningen in de eerste levensbehoeften van de ruimtevaarder, de mogelijkheid van leven op andere planeten, de versnellingen bij het lanceren en bij de terugkeer, de ge wichtloosheid, de psychische belasting van de ruimtevaarder, kunstmatige „zwaarte kracht" in het ruimteschip, de opleiding en selectie van astronauten. Het was mijn plan ergens een citaat te lichten uit deze instructieve en duidelijke ar tikelen. De bewegende klok. De keus bleek moeilijk, maar ik heb die laten vallen op een gedeelte dat mij twee jaar geleden al zo getroffen heeft: enkele passages uit de verhandeling: „De klok in het ruimteschip". Dit is nu wel niet zo'n bij zonder medich onderwep, misschien zegt het een ander ook niet zo veel als mij, maar het geeft een indruk van de veelzijdigheid van prof. Jongbloed, alsmede van zijn betoog trant. Maar zelfs met die lichtsnelheid rei zend blijft het gebied dat een mens tijdens zijn leven in de ruimte kan bezoeken, rela tief zeer klein, want voor een reis naar de naaste onzer buren onder de sterrennevels of melkwegstelsels, de andromedanevel, zou hij dan nog iets van de orde van een mil joen jaren nodig hebben. Een beetje verder rondkijken in de wereldruimte behoort dus voor een mens tot de onmogelijkheden, ook al zou hij zijn hele leven aan zo'n ruimtereis besteden. Tenzij tenzij degenen gelijk hebben, die menen dat de speciale relativiteits theorie van Einstein hier nieuwe gezichts punten biedt. Wat is toch het geval? Ein stein leert: als van twee volkomen syn- chroonlopende klokken de eerste op zijn plaats blijft terwijl de tweede een gesloten baan beschrijft, dan zal, als de klokken weer bij elkaar zijn, blijken dat de tweede klok achter is gebleven bij de eerste. Met andere woorden: de bewegende klok loopt langza mer dan de rustende". 1 1000. „Hoe groter de snelheid is, hoe langzamer de klok loopt. De vertraging van de bewe gende klok is zeer sterk «progressief bij toe nemende snelheid. Zo bedraagt zij b.v. «bij 180.000 km per sec. (60 pet. van de licht snelheid) niet meer dan ongeveer 20 pet.; bij een snelheid die tot de lichtsnelheid na dert is het verschil in loopsnelheid tussen de rustende en de «bewegende klok zeer groot. Zo kan men zich b.v. denken, dat een klok op aarde een tijd van 1000 jaar aan wijst tussen het vertrek en de terugkeer van een ruimteschip, terwijl de klok in het met razende «vaart voortijlende schip maar 1 jaar als duur van de reis aangeeft. Een zeer aan merkelijk verschil dus". Na er op gewezen te hebben dat er onder de matematici en fysici over deze klokver- 1 April 1952. Dodelijke slag voor de Maffia! Amerikaanse en Italiaanse politie leggen beslag op verdovende middelen (waarde 600.000) en arresteren de lei der van het complot, Frank Goppola. 1 Augustus 1965. Dodelijke slag voor de Maffia! De Italiaanse politie arresteert de leiders van een complot voor de handel in verdovende middelen, waaronder de aanvoerder Frank Coppola. Deze twee berichten maken wel duidelijk, dat de slagen die de Maffia krijgt, nimmer dodelijk zijn. Want de Maffia bestaat niet alleen uit een onbekend aantal «misdadigers, Men bewondert hem, maar vreest «hem nog meer. Men heeft hem getypeerd als de enige Nederlandse auteur van Euro pees formaat, als de 20ste-eeuwse Multa- tuli en als de uitvinder van het literair schrikbewind in Nederland. Hij is doctor in de wis- en natuurkunde, hij bekleedt een achtenswaardige positie aan de uni versiteit van Groningen, waaraan hij als lector in de fysische geografie is verbon den, maar hij werd een omstreden figuur door zijn romans en kritische geschrif ten, waarin hij met niets en niemand ontziend sarcasme allerlei gevestigde re putaties te lijf ging. Processen, schandalen, een 15 romans, filmscenario's en polemische pamfletten „kruiden" de levensloop van Willem Fre- derik Hermans, die met zijn romans „De donkere kamer van Damocles" en „Tra nen der acacia's" algemene bewondering wekte, maar met zijn venijnige „Manda rijnen op zwavelzuur" en zijn 'kortgele den verschenen „Het sadistisch univer sum" heel wat vaderlanders zuurzoet deed lachen of in woede ontsteken. Relaas der ontwortelden. Willem Frederik Hermans, zoon van een u.l.o.-onderwijzer, in 1921 geboren, geldt als een typisch representant van de schrij versgeneratie, die kort na de tweede wereld oorlog het «literaire leven in Nederland zou gaan beheersen. In de oorlog gedebuteerd als dichter met een cladestien uitgegeven bundel, trok hij in 1947 met zijn verhalen bundel „Moedwil en misverstand" de alge mene aandacht. In dit lboek en zijn later verschenen „Tranen der acacia's" «geeft hij de uiting aan de ontgoocheling en vertwij feling, die in de oorlogsjaren opgegroeide jongeren bezielde. Het is een onzekere en stuurloze wereld, waarmee de lezer in deze traging of tijd-dilatatie geen eenstemmig heid is, vraagt prof. Jongbloed zich af wel ke betekenis het voor de ruimtereiziger kan hebben als de aardse klok werkelijk 1000 jaar zou aanwijzen en de scheepsklok slechts 1 «jaar. Vraagstuk ligt er. „Er zij hier terloops op gewezen dat dit voorlopig althans een vraagstuk is van slechts academische betekenis, omdat er zul ke formidabele snelheden nodig zouden zijn om eventueel een klokvertraging van enige importantie tot stand te brengen, dat men er ook in een zeer verre toekomst niet aan toe zal komen. Maar academisch of niet: het vraagstuk ligt er. Het luidt: als een ruimtevaarder vol gens de klok op aarde 50 jaar met een zeer grote snelheid gereisd heeft en de klok in het schip voor de reisduur maar 1 jaar aanwijst, is de ruimtevaarder dan bij terugkeer op aarde 50 jaar ouder geworden of 1 jaar? Ik ben nu maar van 1000 jaar teruggeval len op 50 jaar, omdat het wat vreemd aan doet om bij een mens te spreken over 1000 jaar ouder; maar de zaak blijft uiteraard in wezen de zelfde". dr. H. W. Scalongne. (Nadruk verboden). maar tevens bij gratie van een onbekend aan tal politici, politie-autoriteiten, zakenmensen en vakbondsleden. Het is een internationaal misdaadsyndi caat, dat op ieder terrein werkzaam is: smok kel van mensen en verdovende middelen, prostitutie, afpersing, chantage, beroving, moord. Men spreekt vaak gemakshalve over de Maffia omdat het beest nu eenmaal een naam moet hebben. En deze organisatie speelt zeker een rol bij dat deel van de on derwereld, dat uit Italianen (bij voorkeur Sicilianen) bestaat. Want, de bakermat van de Maffia is het lachende eiland Sicilië, in vele opzichten achtergebleven gebied. boeken wordt geconfronteerd. Deze romans zijn het relaas van het leven der ontwortel den en ook latere romans van deze auteur als bijv. „Ik heb altijd gelijk", „De donkere kamer van Damooles" door Fons Radema kers verfilmd onder de titel „Als twee drup pels water", „Conserve" en „Drie melodra ma's" dragen dit kenmerk. In de puinhopen. Een complete scala van onrustgevoelens wordt in deze, veelal briljant geschreven boeken met virtuoze diaboliteit doorlopen. „In de puinhopen voel ik me prettig", zegt Arthur Muttah, de hoofdfiguur uit „Tranen der acacia's". Deze onmacht om zich los te maken van zijn onlust- en haatgevoelens is de tragiek van Hermans' personages. Zijn romanhelden zijn mensen op „wijkende springplanken", zonder vaste bodem, abso lute waarheden en constante waarden en normen. In deze zwevende positie met rond om wisselende decors wordt de vraag naar het eigen ik, «naar een laatste houvast klem mender en kwellender. Maar vaak krijgt men de indruk, dat Her mans' figuren zich deze vraag niet eens meer stellen, dat zij de hoop op een beter en men selijker wereld reeds lang hebben opge geven. Weerstand. Dat Hermans met deze romans zijn le zers zou schokken, lag voor de hand. Van de expressionistische verheerlijking der men selijke goedheid, die de meeste vooroorlogse Nederlandse romans kenmerkte, is hier niets over. Hermans moest de mensen ook veel meer schokken dan bijvoorbeeld een Vestdijk, wiens psyohologisoh uitgebalanceerde figu ren dikwijls te zeer geconstrueerd zijn om de lezer daadwerkelijk te choqueren. Hermans' figuren, hoe «boosaardig ook, le- Voor de vriiheid. Oorspronkelijk was de Maffia 'n geheime or ganisatie van «vrijheidsstrijders. Volgens de le gende ontstond zij tijdens de beruchte „Sici- liaanse Vespers" op 30 maart 1282. 't Smeu lend verzet legen de Franse overheersers kwam tot uitbreiding toen een dronken Fran se soldaat een Siciliaanse bruid bij de kerk deur overweldigde. Tijdens haar vlucht kwam zij zo ongelukkig te «vallen, dat zij stierf. Drie dagen lang gold de slagzin: „Dood aan de Fransen!" en al wat Frans was, werd opgejaagd en vermoord. Toen Franse troepen „de orde herstelden", vlucht ten de rebellen en vormden hun geheime organisatie, die armen en bedreigden be schermde en de ondergrondse strijd voerde tegen de onderdrukkers, een stijd, die eeu wen duurde, want al wisselden de onder drukkers de onderdrukking bleef. Een ander geheim genootschap, de Car bonari, verleende steun, aan Garibaldi bij zijn strijd voor de vrijheid en zelfstandigheid van Italië. Toen dit doel eenmaal was be reikt was er «voor geheime genootschappen geen taak meer, maar de Maffia was een ge vestigde instelling geworden, haar tot ge heimhouding en kadaver-discipline verplich te leden gevoelden er niets voor nette bur gers te worden en de illegale strijders wer den terroristen, de schrik van het gezag en de burgerbevolking. Allerlei pogingen hen uit te roeien, faal den. Mussolini maakte een grote show met de arrestatie van duizenden Maffialeden (waaronder hij gemakshalve talrijke politie ke tegenstanders rekende), maar maakte la ter dankbaar gebruik van de organisatie voor zijn politieke doeleinden in Noord-Afrika. Hij was de enige niet. Een van de voor mannen, Vito Genovese, bleek over papie ren te beschikken, waarin Amerikaanse le- gerautoriteiten (tijdens de inval in Italië) ge tuigden, dat de Amerikaanse staatburger Vi to Genovese als tolk, assistent en in tal van andere functies „van groot nut" was ge weest! In de oorlog en de liefde is alles ge oorloofd en patriot Genovese had intus sen een vrijbrief voor het behartigen van ei gen belangen! In ieder potje. De aanvoerders van de Maffia opereren niet hoofdzakelijk in Italië. Sommigen hun ner zijn daarheen teruggekeerd nadat zij uit Amerika waren uitgewezen, maar onder hielden en onderhouden regelmatig con tact met de broeders in de Verenigde Sta ten. Daar heeft men zich een machtspositie kunnen opbouwen. De Maffia beschikt over enorme kapitalen, op illegale wijze verkre gen, en «heeft in tal van sleutelposities haar mannetje. Politiemannen zijn wel wijzer dan zich met Maffiazaken te bemoeien, want po litici en advocaten regelen de zaak en de politieman wordt teruggezet tot de straat dienst in een afgelegen buurt. De leiders zelf blijven juridisch buiten schot. Al Capone kon alleen worden ver ven veel intenser. Daarom roepen zij ook zoveel weerstand op. De afstand tussen hen en ons is kleiner dan wij vaak willen toe geven. Dat is een beangstigende gedachte, die velen in zichzelf trachten te onderdruk ken door op de auteur af te geven. De geestesgesteldheid, die Hermans be schrijft, is «geen mens helemaal vreemd. In ieder mensenleven liggen die ontluisterende, destructieve krachten op de loer. Knuppel. Als „literair scherpschutter" is Hermans gevreesd. Sinds Multatuli bezat ons land geen auteur, die de pen zo diep in de gal doopte als deze schrijver. Natuurlijk hebben sommi ge critici zich gehaast te verklaren dat Mul tatuli „veel groter" was, maar dat kwam misschien ook omdat de toestanden die Mul tatuli hekelde, veraf liggen en die, welke Hermans aan de kaak stelt, veel actueler zijn en ons dus direct raken. Met niets ontziend sarcasme is Hermans literaire autoriteiten („Mandarijnen") als Ter Braak, Du Perron, J. B. Charles, Gomperts, Morriën en vele anderen te lijf gegaan. Zo vlijmscherp waren zijn „Mandarijnen op zwavelzuur" dat geen enkele uitgever ze durfde te publiceren en de auteur ze voor eigen rekening moest uitgeven. Wel verscheen vorig jaar bij De Bezige Bij een reeks beschouwingen van zijn hand, „Het sadistisch universum", dat uit de boek handels wegvloog. Hermans gooit «hier o.a. de knuppel in het hoenderhok van de Ne derlandse artsenstand. Hij stelt dat de ge middelde arts veel minder weet dan hij voor geeft en hij hekelt o.m. de forse rekeningen, die de artsen presenteren, hoewel alles wat zij werkelijk beheersen terug valt te brengen tot een serie handgrepen die elke chimpan see in een maand of 8 onder de knie kan krijgen." oordeeld op belastingontduiking en alleen langs die weg schijnt bestrijding mogelijk. De recente „onthullingen" over de praktij ken van «belastingrechercheurs, die met af luisterapparatuur enz. werken, hebben „een storm van verontwaardiging" ontketend, maar deze mannen hebben moeten leren, de vijand met zijn eigen wapens te bestrij den! In ieder potje hebben de gangsters een vinger. Soms maken zij het te bont, zoals vak bondleider James Hoffa, die door intimi datie als een czaar over de „Teamsters"- vakbond kon regeren en als een vorst leven van de contributie van zijn onderdanen, maar het heeft ontzaggelijk veel moeite ge kost deze arrogante tiran achter de tralies te krijigen. Dc New Yorkse havenarbeiders za ten volledig onder de duim van Frank Cos- tello en zijn gangsters. Wie niet meedeed, «viel in de haven of kreeg per ongeluk een heis op zijn hoofd De regels van de Maffia zijn: volkomen lo yaliteit aan de organisatie, volstrekte ge hoorzaamheid aan de leiders, volstrekte stil zwijgendheid tegenover de politie. Wie ge pakt wordt kan rekenen op de volledige steun van de Maffia. De beste advocaten zijn voor hem beschikbaar, borgtocht tot grote bedragen wordt voor hem gestort, moet «hij vluchten, dan staat hem een verblijf ter be schikking, «waar hij als „lammister" heel ge noeglijk ondergedoken kan blijven. Slaat hij door, dan is zijn lot beslist. Soms vindt men eerst weken later zijn gruwelijk verminkt lijk, soms vindt men hem helemaal niet meer. Schijn-successen. Met de arrestatie van enkele leiders, met de confiscatie van ladingen verdovende mid delen worden alleen maar sohijn-successen behaald. Teveel mensen hebben er belang bij - hetzij uit vrees voor een gewelddadig eind, voor het verlies van rijke bronnen van inkomsten, voor onthullingen omtrent de manier, waarop zij aan hun welvaart of hun baantje gekomen zijn, of voor verlies van hun positie - om hun mond dicht te hou den. Onder het grote aantal Italianen, dat op een schoen en slof naar Amerika kwam, heeft de Maffia haar leiders-en handlangers gerecruteerd. Na enkele jaren reden deze lieden in glanzende limousines, bewoonden dure apartementen, hadden invloedrijke vrienden en de politie liep met een grote boog om hen heen. Hotels, winkels, reis bureaus, speelzalen, theaters, bars, zelfs banken werden gefinancierd met Maffiageld, en weer ten bate van de Maffia geplunderd. Vooral in de Verenigde Staten bloeit de ze organisatie en zij kan blijven bloeien zo lang politiek een broodwinning is, zolang succes aanzien betekent en de middelen hei ligt, welke tot dit doel moeten voeren. De waakhonden mogen blaffen - de Maf- fia-roofkaravaan trekt ongehinderd verder. (Nadruk verboden) Uitspraken. Dat Hermans een „scherpschutter" is, kun nen we het beste met enkele van zijn eigen uitspraken illustreren. (Over Nederlandse journalistiek) - „De persvrijheid in Neder land is de zoveelste vrijheid, die alleen blijft bestaan doordat niemand er gebruik van maakt." (Over verzetstrijders) - „De mensen, die ik in de oorlog ontmoette en die lieten doorschemeren in het verzet te zijn, waren voor 50 procent grappenmakers. De meeste verzetshelden kwam je pas na de oorlog te gen." (Over doktoren) - „Het beroep van medicus brengt een immoraliteit mee zó groot, als alleen nog maar de staat zich kan permiteren, de particulier niet meer. Daarom moet de dokter rijksambtenaar worden". (O- ver „taboes") - „Taboe is men die dingen gaan noemen waarvan men een «bepaald on behaaglijk gevoel heeft dat ze slecht zijn, terwijl niemand precies weet waarom." (O- ver politici) - „Politicus kan, in een land als het onze, alleen hij zijn die zich interesseert voor de prijs van consumptiemelk, het lera rentekort, de woningnood en de winkelslui tingswet." Met dergelijke, soms geestige, veelal bit tere uitspraken wist deze merkwaardige Groningse lector zich veel vrienden en nog meer vijanden te maken. Maar «het laatste zal Hermans niet storen. Hij wil «nog liever voor bekrompen doorgaan dan dat hij zijn in zichten ontrouw zou worden. In deze man, van wie men soms de in druk krijgt dat hij iedereen en alles haat, moet diep verborgen toch wel een grote liefde schuilen, want een onverschillige zou zich gemakkelijk neerleggen bij de toestan den, die Hermans nu al jaren met een sinds Multatuli ongekend scherpe pen pleegt te hekelen. (Nadruk verboden) H. T. Mamrho. Syndicaat van de misdaad Begaafd romancier en literair scherpschutter DE MAN MET DE SCHERPSTE PEN IN NEDERLAND

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1965 | | pagina 3