NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
JAN GOSSAERT
Plonvier heeft DE schoenen
Moeders
No. 3149 Zaterdag 12 juni 1965 68e jaargang
Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. no. 308, Giro 206882
Abonnementsprijs f 3.00 per jaar Franco per post f 7.50 Advertenties 8 cent per mm
Voor fouten in advertenties, per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen
Middenpaneel van triptiek met de H.
(Nat. Museum te Lissabon).
Geen scheiding.
In de catalogus wordt opgemerkt, dat men
het schilderij kan beschouwen als een brug
tussen de oude en de nieuwe richting. Het
is voor mij echter moeilijk in het oeuvre van
Gossaert een scheiding aan te duiden, die zo
scherp is dat zij twee afzonderlijke delen
vormt waartussen een brug zou kunnen wor
den geslagen.
Gossaert is slechts een enkele maal Roma
nist pur sang, die zich met hart en ziel heeft
overgeleverd aan het Italiaanse voorbeeld.
Dat is bijvoorbeeld het geval met De kruis
afneming, het middenpaneel van een trip
tiek, dat voor deze tentoonstelling uit Le
ningrad is gekomen. In dit werk zien we
Gossaert als een voorloper van de maniëris
ten uit het laatst van de zestiende eeuw
(Comelisz. van Haarlem, Frans Floris, Bar-
tholomeus Spranger e.a.)
Maar nogmaals: een absolute scheiding is
er niet. Zoals in het begin al opgemerkt, lie
ten beurtelings de Brugse school en de in
vloed van Italië zich gelden. Een prachtig
paneeltje als Sint Donatius, waarvan de da
tering na 1520 wordt gesteld, gaat regel
recht terug naar de gelijknamige figuur op
Van Eycks al eerder genoemde beroemde
Madonna-schilderij uit Brugge. De kruisstaf
en de kandelaar zijn zelfs nauwkeurig ge
kopieerd.
Een sterke verwantschap met Hugo van
der Goes is aanwezig in Madonna met kind
Het is wel fijn, zo'n pinksterdag
De zon warm aan de hemel.
En buiten, waar je bent of kijkt,
Een kleurrijk, bont gewemel;
Zo ga je, ook met wens van moe,
Gezellig naar de zeekant toe.
De avond van tevoren is
Zij er al druk mee bezig;
Pa kijkt met kroost naar de t.v.,
Doch mama is afwezig;
Zij snijdt reeds in de keuken brood,
Geeft voor de pret de eerste stoot.
(Nadruk verboden)
ii/ie, de H. Catharina en de H. Barbara
uit het Mauritshuis en wel door de kleur.
Het overheersend gebruik van wit en blauw
voert onmiddellijk de gedachten naar dat
ontroerende Van der Goes-schilderij in Brug
ge: Het sterfbed van Maria.
De portretten.
Voortdurend zich bewegend op de grens
van gotiek en renaissance heeft Gossaert,
dankzij zijn technisch vermogen, werken van
allure kunnen scheppen, waaronder zijn por
tretten zeker niet de minste plaats innemen.
Integendeel.
De portretten staan een enkele uit
zondering daargelaten sterker onder in
vloed van Italië, dan dat zij een voortzet
ting zijn van de lijn, die door Van Eyck was
aangegeven. Als portretschilder kan men
Gossaert vergelijken met Jan van Scorel, die
enige jaren na hem door Italië had gereisd.
Een portret als dat van Man met Rozen
krans (Philip van Bourgondië) doet wel heel
duidelijk de verwantschap met de Utrechtse
meester op dit speciale terrein zien.
De tekeningen en prenten, die de ten
toonstelling compleet maken, zijn stuk voor
stuk een speciale studie waard. Een ontwerp
voor een monstrans, dat zich daarbij bevindt,
zou een bevestiging kunnen zijn van het ver
moeden, dat Gossaert zijn loopbaan als goud
smid is begonnen.
(Nadruk verboden) J. H. Oosterloo
Zij pakt de bekers in de tas
Met flessen limonade;
Ze zoekt de badbehoeften uit
De kasten en de laden;
De crème, de pleisters, het verband,
Van alles zet ze bij de hand.
Dan gaat ze als miskend fourier
Het laatste naar haar bedje,
En 's morgens vroeg begint voor haar
Het eerste het verzetje;
Zij poetst en bakt voor haar gezin,
Sjouwt het ook zélf de auto in.
Dat moet, zo weet ze onderweg
Van alles rap te vinden;
Zells aan het strand ligt zij niet stil
Maar rept zich als een hinde;
Ze troost, verbindt en zalft en smeert
Tot heel de stoet weer huiswaarts keert.
Daar tovert ze in een half uur
Voor de verbrande horde
Met vellen als een Indiaan
Warm eten op de borden;
Zelf is ze nog zo blank als wat,
Heeft voor de zon geen tijd gehad 1
Jaap Mijderwijk.
Indrukwekkende tentoonstelling
in museum Boymans-Van Beuningen
te Rotterdam
Het is nog maar tien jaar geleden,
dat in de catalogus van de tentoon
stelling kunstschatten uit Nederland
se verzamelingen in het museum Boy
mans-van Beuningen te Rotterdam
toen nog alleen museum Boymans
bij de naam van de schilder Jan Gos
saert met een vraagteken stond ver
meld: „Geboren ca. 1475" te Duur
stede". Thans, nu in het genoemde
Rotterdamse museum een grote, in
drukwekkende tentoonstelling wordt
gehouden van werken van Gossaert,
weten we, dat de meester in 1478
te Maubeuge in noord-Frankrijk werd
geboren; vandaar zijn bijnaam Ma
buse.
De prachtige tentoonstelling, waar
schilderijen en tekeningen uit alle
delen van de wereld naar hier werden
gezonden, blijft tot 27 juni in Rot
terdam; daarna gaat zij naar Brugge,
waar zij tot eind augustus in het Groe-
ningemuseum te zien zal zijn.
De eerste romanist.
De tentoonstelling confronteert de bezoe
ker met het werk van een meester, die in
de geschiedenis van de schilderkunst der Ne
derlanden een aparte plaats inneemt. Hij
wordt wel genoemd de eerste Romanist, want
in 1508 nam Philips van Bourgondië, de
jonge bastaardzoon van Philips de Goede en
dus een halfbroer van Karei de Stoute, hem
mee naar Rome om er de oude, antieke mo
numenten te tekenen.
Evenals de Romanisten die na hem ge
komen zijn, heeft Jan Gossaert in onze stre
ken de vormidealen van de Italiaanse re
naissance verbreid, doch net zo min als zij
dat werden was hij een wegbereider. Dit
laatste waren wel Gerard David, Geertgen
tot St. Jans, de Virgomeester e.a. Zij heb
ben in de ontwikkeling van het schilderen in
onze lage landen een beslissende rol ge
speeld.
Er is ook een duidelijke lijn, die loopt van
Jan van Eyck naar de bloeiperiode in de
Noordelijke Nederlanden in de gouden
eeuw. De Noordnederlandse schiderkunst
van de zestiende eeuw sluit meer aan bij die
van de vijftiende eeuw dan bij de Italiaanse
van de zestiende eeuw. Zonder twijfel heb
ben de Romanisten met hun werk invloed
uitgeoefend op het schilderen in onze stre
ken (een toenemende aandacht voor en een
grondiger bestudering van dé perspectivi
sche problemen en de anatomie van het men
selijk lichaam), maar de kern van het wezen
van de Nederlandse schilderkunst, de wer
kelijkheidszin, hebben zij (gelukkig) niet
kunnen verdringen.
Twee werelden.
Als een merkwaardige en zelfs min of
meer uitzonderlijke figuur staat op de grens
van die twee werelden het nuchtere, soms
haast koele realisme in onze lage landen en
de geëmotioneerde, hier en daar al naar het
theatrale neigende kunst van de Italiaanse
renaissance Jan Gossaert.
Hij heeft door deze bijzondere positie geen
beslissende rol gespeeld in de ontwikkeling
van het schilderen in de Nederlanden. Doch
zijn werken zijn karakteristiek voor het tijd
vak, dat de overgang vormt van de gotiek
naar de renaissance, die er als het ware
beurtelings hun stempel op hebben gedrukt.
Het is daarom verheugend, dat aan deze
kunstenaar, die boven alles een zeldzaam
knap vakman is geweest, een grote over
zichtstentoonstelling wordt gewijd in het mu
seum Boymans-van Beuningen te Rotterdam.
Ruim veertig schilderijen, 28 tekeningen en
tien prenten zijn er te zien op deze expo
sitie, die onder auspiciën staat van het Ne
derlands-Belgisch Cultureel Accoord.
Verrassend mooi.
De tentoonstelling is verrassend mooi. En
de waardevolle catalogus, waaraan de Gos-
saert-kenner S. Herzog uit Philadelphia heeft
meegewerkt, is een standaardwerk geworden.
De directeur van Boymans-van Beuningen,
de heer J. G. Ebbings Wubben, meende, dat
deze catalogus het laatste woord heeft over
Gossaert en de problemen die met hem en
zijn werk samenhangen. Toen echter de ex
positie was ingericht verklaarde hij, dat de
hier bijeengebrachte werken een herziening
zullen brengen in het oordeel over de schil
der.
Het wil mij voorkomen, dat de heer Eb
bings Wubben met deze laatste opmerking
de spijker op de kop heetf geslagen. Want
deze expositie geeft, ofschoon zij niet geheel
volledig kon zijn, toch een zó scherp beeld
van deze Meester van Mabuse, dat men zich
een vrijwel afgerond beeld kan vormen om
trent de betekenis van zijn kunst en de
plaats kan bepalen welke hem in de kunst
geschiedenis der Nederlanden moet worden
toebedeeld.
Geen eigen gezicht.
Vastgesteld dient te worden, dat Gossaert
een geweldig vakman is geweest. Zijn tech
nisch meesterschap kan men welhaast op
één lijn stellen met dat van Jan van Eyok
(de kledij van de hoofdfiguren in het mys
tieke huwelijk van de H. Catharina), doch
hij mist te enenmale diens persoonlijkheid.
Ondanks alles wat zij de bezoeker te genie
ten geeft aan schoonheid van kleur, vorm
en compositie, heeft deze tentoonstelling
een facet, dat sterk naar voren springt: het
afwezig zijn van een eigen inzicht van de
kunstenaar. Of men zou dat dan moeten
willen zien in het grote vakmanschap, waar
op reeds de aandacht werd gevestigd.
In alle andere factoren, die mede deze
expositie zo schoon en boeiend maken
ik noemde ze reeds: kleur, vorm en compo
sitie herkent men voortdurend een ander:
Jan van Eyck, Hugo van der Goes, Rogier
van der Weyden, Albrecht Dürer en Itali
aanse meesters als Rafaël, Botticelli e.a.
Geen wonder, dat sommige werken vroeger
aan andere schilders toegeschreven zijn ge
weest, vooral aan zijn tijdgenoot Barend van
Orley, die eveneens sterk steunde op de
voorbeelden uit de late gotiek en de renais
sance.
Representatief.
Dat een toeschrijving in het verleden wel
eens zeer lichtvaardig gebeurde, bewijst het
pronkstuk van deze tentoonstelling, het gro
te paneel De H. Lucas de Madonna schil
derend, dat door het museum te Praag in
bruikleen werd gegeven. Van Mander, de
schrijver van het Hollandse schilderboek,
plaatste het in 1604 onder het oeuvre van
Van Orley, ofschoon het schilderij op de
gordel van de Lucasfiguur is getekend Gos-
sar. In 1611 echter noemde Pieter Opmeer
Mabuse als de schidér. Later schreef men
het weliswaar onder meer toe aan Hans
Holbein de Oudere, maar na een herontdek
king van de signatuur werd het paneel de
finitief een Gossaert
Het indrukwekkende schilderij is wel zeer
representatief voor het werk van Gossaert.
De Italiaanse invloeden de schilder had
met Philips van Bourgondië een reis naar
Rome gemaakt om er schetsen te maken van
de antieke monumenten zijn er in ver
werkt, terwijl het toch grotendeels steunt
op de vroeg-Nederlandse traditie, waarin hij
te Brugge was geschoold.
De compositie, de figuren geplaatst tegen
een achtergrond van indrukwekkende archi
tectuur, is verwant aan schilderijen, die Ro
gier van der Weyden van hetzelfde onder
werp maakte. Maar de uitvoering is minder
religieus: de Madonna is bovenal vrouw en
het paleis, waarin zij zich bevindt, is een
mengsel van Italiaanse en Vlaamse bouw
kunst. Het is versierd met antieke beelden,
maar de fontein, in het midden, is laat-go-
tisch.
Triptiek. Het middenpaneel (de kruisafneming) is in bruikleen afgestaan door de Hermitage te Leningrad.
Ganzcpoortstraat 21, Tel. 6535 - GOES