Uit hit verladen
als het om sparen gaat
DE DUBBELGANGER
VAN DE SINT
Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 5 december 1964 no. 3123
December
amiuiciti
Christelijke Ulo
Wissenkerke
Burgerlijke Stand
MEER DAN 1000 BANKEN EN BIJKANTOREN
aangesloten bij ds coöperatieve centrale rail!eisen-bank to utrecht
Eentonig tikte de regen op de ruiten in
een snelle cadans, die nu en dan in een door
dringend geruis overging, wanneer een gure
rukwind zich door de straat met de aaneen
gesloten huizen wrong.
Binnen snorde de kachel en Karei Verburg
voelde de behaaglijke warmte langs zijn be
nen omhoog kruipen, wanneer hij, gezellig
lui in zijn ligstoel, zijn onderdanen naar het
vuur uitstrekte. Hij voelde zich al helemaal
thuis op zijn zit-slaapkamer, die hij pas twee
weken bewoonde. Ze was gezellig ingericht
en ademde een sfeer van intimiteit, die een
mens dadelijk op zijn gemak stelt.
Terwijl hij zo zat te soezen, overviel hem
een gevoel van ontevredenheid, zoals hij dat
de laatste dagen al meer had opgemerkt. Ei
genlijk leek het meer op een vorm van ver
latenheid, die waarschijnlijk zijn oorzaak
vond in het feit, dat hij hier zo ver van zijn
geboorteplaats nog geen vrienden of kennis
sen had. Dat zou onder normale omstandig
heden niet zo verschrikkelijk geweest zijn,
maar nu het over enkele dagen Sint Nicolaas
was, benauwde liet hem.
Thuis was het altijd een belangrijk feest
geweest, maar de afstand was té groot om
voor die gelegenheid er heen te gaan, terwijl
trouwens zijn werk dit ook niet toeliet, want
zijn dienst eindigde elke dag om zeven uur
en dan was het de moeite niet meer zo'n
reis te ondernemen. Neen, hij moest Sinl-
Nicolaasavond maar alleen vieren, maar daar
kwam eigenlijk zijn gemoed tegen in op
stand. Hij wilde gezelligheid en mensen om
zich heen, maar hoe
De hele avond piekerde hij daarover, maar
vond geen oplossing, want vrienden of ken
nissen stamp je in enkele dagen niet uit de
grond. Plotseling kreeg hij een idee. Eigen
lijk was het wel erg raar, maar wat moest
hij anders doen, er was geen keus.
Op de feestdag van de goede Sint kwam
Karei 's avonds thuis met een zware koffer
en een glimlach om de lippen. Nu kon het
spel beginnen. Vlug at hij zijn brood op en
toen hij daarmee klaar was, begon hij zich
te verkleden. Uit de koffer haalde hij een
compleet Sint-Nicolaascostuum en trok dit
aan. Voor de spiegel plakte hij zich de baard
en snor aan en keek of zijn mijter wel recht
stond. Tjonge, wat zag hij er prachtig uit.
Bij gebrek aan een zwarte Piet nam hij zelf
de zak op de schouder, die voor het oog ge
vuld was met oude kranten en waarin bo
venop een hoeveelheid strooigoed, specu
laaspoppen, suikergoed en marsepein lag.
Hij stond klaar voor het grote avontuur.
Zachtjes sloop hij de trap af, bevreesd dat
zijn hospita hem zou horen en bij het zien
van deze mysterieuze Sint-Nicolaasfiguur een
flauwte zou krijgen. Voorzichtig trok hij de
deur achter zich dicht en daar stond hij in
de stille straat. Omzichtig sloop hij in de
schaduw van de muren langs de huizen, nu
en dan stilstaand om te horen, wat zich
daarbinnen afspeelde. Waar het rustig was
ging hij snel voorbij, maar waar feestgedruis
naar buiten drong, bleef hij staan en luister
de naar wat hij binnen hoorde. Eindelijk
weifelde hij nog of hij zijn stoute plan ten
uitvoer zou brengen en daarom koos hij met
zorgden huis uit.
Halverwege de straat stond hij stil voor
een huis waaruit vec-1 rumoer naar buiten
drong. Daar moest een flink gezelschap aan
wezig zijn. Hij hoorde de vrolijke stemmen
en de klaterende lach van jongelui en daar
tussendoor het zware geluid van een oudere
heer, die opgewekt enige geestigheden over
Sint Nicolaas ten beste gaf. Hij wilde het
hier maar eens proberen. Karei liep naar de
voordeur en strekte nog aarzelend zijn hand
uit naar de bel. Toen de galm door de gang
klonk, trok hij zijn hand terug alsof die ge
brand was, maar hij bedacht dat er geen te
rug meer mogelijk was en richtte zich op om
zijn rol naar behoren te spelen.
Er klonken voetstappen in dc gang en
toen de deur openzwaaide, stond Karei te
genover een oudere heer met een buikje, een
rond gezicht met twinkelende oogjes. „Hé,
daar is Sint Nicolaas", riep hij luid en zich
omkerend naar de open kamerdeur vervolgde
hij: „Zeg jongelui, gaan jullie eens netjes
recht zitten, want hier is hoog bezoek!"
Binnen ontstond rumoer en geschuif van
stoelen. Zich weer tot Karei wendend zei hij:
„Komt u binnen Sint. We zijn blij, dat u
ons dit jaar niet bent vergeten. Zal ik even
voorgaan?" En terwijl hij Karei naar de ka
mer leidde, fluisterde hij: „Zeg Jan, waarom
heb je Frits niet meegebracht, die zou toch
voor zwarte Piet spelen?" Karei mompelde
DOOR COBY MARTINUS
iets onverstaanbaars en de druppeltjes zweet
kwamen op zijn voorhoofd. Hij voelde, dat
het fout zou gaan. Die lui verwachtten een
Sint Nicolaas, maar niet hem.
Dapper stapte, hij de kamer binnen, waar
een luid gejuich opsteeg. Enkele van de aan
wezigen zetten het lied van „Hoor wie klopt
daar kinderen" in en bij de regel: ,,'t Is een
vreemde zeker, die verdwaald is zeker",
moest Karei inwendig lachen, omdat deze
mensen het onbewust bij het rechte eind
hadden.
Gewillig liet hij zich in een grote armstoel
zetten en keek eens rond. Om zich heen zag
hij een grote groep jongelui in uitgelaten
stemming, kennelijk broers, zusters, vrien
den en verloofden. Een meisje viel hem spe
ciaal op. Ze zat rustig in een hoekje op de
bank en zag met glinsterende ogen de druk
te om zich heen. De dikbuikige heer des hui
zes wendde zich tot zijn vrouw en riep:
„Moeder, schenk eens koffie in, want Sint
Nicolaas zal na zo'n lange tocht wel trek
hebben in een bakje". Toen hij Karei vol
aandacht naar het aardige blonde meisje op
de bank zag kijken, bukte hij zich en fluis
terde hem in het oor: „Zeg Jan, ben je zo
onder de indruk? Dat had ik van iemand op
jouw leeftijd niet verwacht. Gedraag je nu
een beetje als een echte, oude Sint, want
anders zal ik morgen op kantoor de anderen
eens vertellen, hoe jij als oude vrijgezel nog
graag naar de jonge meisjes kijkt." Karei
schrok op en mompelde iets, terwijl hij haas
tig het kopje aanpakte, dat de gastvrouw
hem aanbood.
Nu kon het officiële deel van het feest be
ginnen en Karei zette zich schrap. Het leu
ke, jonge meisje, dat Kareis aandacht had
getrokken, moest voor de Sint verschijnen en
een liedje zingen, hetgeen onder veel ge
plaag en gejuich gebeurde en het meisje
bloosde allerliefst. Karei voelde zijn hart in
dubbel tempo kloppen en angstig vroeg hij
zich af, of de anderen het ook konden horen
Na het liedje stootte de vader, die naast
de bisschop was gaan zitten hem aan en
fluisterde: „Ken je je lesje niet van buiten?
Vertel Liesje nu maar dat er eens een eind
moet komen aan haar slordigheid en dat ze
alles niet overal moet laten slingerenEven
brak Karei het zweet uit, hij had dus ver
schillende boelpredikaties uit zijn hoofd
moeten leren. Maar hij herstelde zich dade
lijk en begon tegen het meisje voor hem met
een zware, verdraaide stem een aantal ver
maningen uit te delen. De omstanders had
den het grootste plezier en haar vader niet
het minst. Schuldbewust, met neergeslagen
ogen zei ze: „Ik zal mijn leven beteren, Sint
Nicolaas". Maar de guitige.blik, waarmee ze
hem aankeek toen ze opstond, bezorgde Ka-
rel een heel raar gevoel in zijn maagstreek.
Royaal liet hij haar een keuze doen uit de
zak met snoepgoed.
Juist leidde de heer des huizes onder gro
te hilariteit een van zijn zoons voor de Sint,
toen de bel ging. „Hé, wie kan dat nu zijn?"
vroeg mevrouw verwonderd, „we zijn alle
maal compleet!" Mopperend, omdat het
feest onderbroken werd, slapte meneer naar
de voordeur en Karei kreeg een drukkend
gevoel van een naderend onheil. „Nee maar,
wat zullen we nu beleven?" brulde de gast
heer vanuit de gang. „Dubbel op, het kan
niet beter!" In de kamer werd het dood
stil, want iedereen wilde horen wat er aan
de deur gebeurde. Een zware stem sprak:
„Goedenavond meneer Van Dijk, ik kom u
en uw familie eens bezoeken om te zien of
er nog stoute kinderen zijn. Piet heeft mij
zo het een en ander verteld over een zekere
Rob, en een meisje Liesje en Ria. Henk en
nou ja, u begrijpt wel, dat ik hier nog
een appeltje te schillen heb!"
Karei keek angstg om zich heen, om te
zien waar hij blijven zou. Het liefst was hij
zo door de grond gezakt, maar hij zat ste
vig in zijn armstoel met alle aanwezigen om
zich heen en hij voelde zich doodongeluk
kig. Het werd nog erger, toen de nieuwe
Sint op de drempel verscheen en plotseling
aller ogen zich op Karei richtten, als wilden
ze vragen: ,,Wie ben jij eigenlijk?" Niemand
bleek meer verwonderd dan de nieuwe Sint,
die keurig vergezeld van een zwarte Piet als
aan de grond genageld in de deuropening
bleef staan. „Zeg Van Dijk, wat heb ik nu
aan mijn fiets hangen?" schoot de Sint min
der oirbaar uit zijn slof. „Sta ik voor een
spiegel, of wat doet die snoeshaan hier?"
Karei stond op en zonder het zelf te wil
len, schoof hij instinctief naar de bank waar
Liesje zat, zijn ogen strak gericht op de
heren bij de deur. „Ik zal het u uitleggen.
Ik,... ik...." stotterde hij. De heer des
huizes deed een paar stappen naar voren.
Zijn ogen fonkelden boos en met een forse
ruk trok hij Karei baard en snor van het
gezicht. „Wat heeft dit alles te beduiden
jongeman?" schreeuwde hij kwaad.
Karei begreep, dat alleen een correcte
houding hem uit deze dwaze, maar onver
kwikkelijke situatie kon redden. Hij deed
een stapje naar voren en zei: „Meneer, wan
neer u even mee wilt gaan naar de gang,
dan zal ik het u uitleggen, hoe deze voor ons
beiden zo onaangename toestand is ont
staan." Meneer Van Dijk begreep, dat hij
om de feestvreugde niet te bederven inder
daad beter de zaak buiten de kamer kon
afhandelen. „Jongens zetten jullie de echte
Sint maar netjes in zijn stoel en geef hem
wat te drinken, dan zal ik wel even met
deze namaakklaas afrekenen!"
Met Karei ging hij naar de gang en daar
biechtte de jongeman alles op. Hij vertelde
hoe hij tot het plan was gekomen en ge
hoopt had door de algemene feestvreugde
en de zak lekkers in de kring aanvaard te
worden. De oudere man begon te lachen
en toen hij in de kamer weer het gejuich en
plezier hoorde van de anderen, begreep hij,
dat hij deze eenzame niet mocht uitsluiten.
„Trek dat gekke pakje maar uit en kom er
in," nodigde hij. „Ik heb vroeger ook ver
van huis gezeten en weet wat het is met
feestdagen." Toen Karei het sint-nicolaas-
costuum keurig opgevouwen in de zak had
gestopt, stapte hij met meneer Van Dijk
naar binnen en daar werd hij enthousiast
ontvangen.
„Ha, die Sinterklaas!" „Het valt niet mee
'n goede bisschop te imiteren, hè?" en „Jö,
kijk eens, hij is nog niet zo oud als we dach
ten!" waren de uitroepen, waarmee hij werd
begroet.
Van Dijk gaf hem een plaatsje op de bank
en daarna zette hij in het kort uiteen, wat
dc reden was geweest van Kareis optreden
als Sint Nicolaas.
Liesje keek hem eens van terzijde aan en
eerlijk gezegd vond zij hem wel een aardige
jongen. Karei voelde zich al heel gauw thuis
in dit gezellige milieu en toen de boosdoe
ners allemaal voor de Sint waren geweest
en hun reprimande in ontvangst hadden ge
nomen, riep deze Karei bij zich. Nederig
moest hij om vergiffenis smeken en beloven,
dat hij zich nöoit weer voor Sint Nicolaas
zou uitgeven, hetgeen natuurlijk veel vro
lijkheid bij de anderen veroorzaakte.
Toen deelde mevrouw Van Dijk koffie
en zwarte Piet snoepgoed rond en voor Ka-
rel werd het de gezelligste sint-nicolaasa-
vond, die hij ooit had meegemaakt, want
Liesje bleek niet ongevoelig voor zijn atten
ties en later, toen zij mevrouw Verburg was,
haalde ze ieder jaar met Sint Nicolaas her
inneringen op over die wonderlijke sint-
nicolaasavond, toen Karei de dubbelganger
van de Sint was geweest.
(Nadruk verboden).
Ja, de dames, die van bakken houden,
kunnen in deze maand hun hart weer op
halen. Eerst met Sint Nicolaas, daarna met
Kerstmis en dan volgen oud- en nieuw nog.
Buiten de geroutineerde baksters, is er ook
nog een categorie van beginnelingen en van
dames, die wel eens een enkele keer bak
ken. Bij laatstgenoemde twee groepen zal
het nog wel eens een keertje voorkomen,
dat er iets mislukt, maar het spreekwoord
zegt: „Al doende, leert men".
Velen zullen zich echter in deze maand
geroepen voelen, hun baklust eens te be
proeven en in veel huisgezinnen zullen de
bakovens en wonderpannen weer in staat
van gereedheid worden gebracht. Er zijn
echter dikwijls kleinigheden, van die foef
jes, die menige huisvrouw niet weet en die
het resultaat van de moeite en inspanning
vergroten.
Wanneer u voornemens bent een cake te
bakken, bijvoorbeeld voor Kerstmis, zullen
de meeste dames er weinig voor voelen, om
op deze feestdag voor dag en dauw op te
staan, om de cake vers op tafel te krijgen.
Er gaat veel van de aardigheid af, wanneer
men op een zo ongeschikte tijd moet bak
ken. Men zal het dus vóór de feestdagen
willen doen, maar dan bestaat de kans, dat
het gebak er niet zo vers uitziet, terwijl te
vens de smaak dikwijls minder is. Er be
staat echter een mogelijkheid één en ander
te ondervangen en het is maar een weet.
Twee druppels.
Het enige, dat u te doen hebt, is: twee
druppels glycerine door het deeg te men
gen. Het doet wonderen. Natuurlijk moet
alles zeer goed gemengd zijn om het beoog
de resultaat te krijgen. De cake blijft nu lan
ger vers en gelijkt geruime tijd zo uit de
oven te komenwaardoor een zeer goed
effect wordt verkregen. Men behoeft dus
niet voor dag en dauw te bakken. Voor ve
len betekent deze methode werkelijk een
uitkomst.
Voor gebak, dat in een pan met boter
wordt gebakken, hebben we hier ook nog
een kleine tip. Het betreft het gebak, dat
bereid wordt zoals pannekoeken.
U mengt door het deeg een weinig ge
smolten boter. Natuurlijk goed mengen. Het
gebak wordt hierdoor lekkerder van smaak
en beter van uiterlijk, terwijl men tevens
geen last heeft van het roken tijdens het
bakken. Bovendien is het niet nodig, boter
of vet in de pan te doen, althans, wanneer
men voldoende gesmolten boter door het
deeg mengt. U werkt dus sneller en pretti
ger, terwijl het resultaat aanmerkelijk beter
wordt.
(Nadruk verboden)
Op het te Goes gehouden examen typen
slaagden de volgende leerlingen van boven
genoemde school.
VVim de Bruin, Co Bustraan, Adri de Put
ter, Jacob Reijnhoudt, Adri Buyze, Corrie
van der Moere, Nelly de Visser, Piet Bou-
terse, Joop Flikweert, allen te Kamperland.
Wilma Karman, Greet Karman, Riet Taze-
1 aar, Jozien de Fouw, Kees Verburg, Jaap
van Gilst, allen te Colijnsplaat. Ko de Looff,
Wim Meulenberg, Hennie Bakker, Dina van
Maldegem. Lena Versluys en Peter Min-
naard te Wissenkerke.
Bovendien slaagden voor dit diploma:
Lies Meulenberg, Lineke Hevboer en Mag-
da van der Heijde, allen te Kamperland.
Genoemde geslaagden werden allen op
geleid door de lieer K. Koetsdijk, leraar Ma-
chineschrijven M.O. te Oudenbosch.
Wissenkerke
Geboren: 4 nov. Neeltje Janna, d.v. L.
van der Moere en J. J. de Vos. S nov. Mar
tina Anna, d.v. J. P. Geldof en K. Filius.
28 nov. Sara Jacoba, d.v. G. A. de Fouw
en J. C. S. de Looff.
Ondertrouwd: 6 nov. C. A. van Boven,
21 jaar, te Kortgene en L. R. Leendertse,
18 jaar. 13 nov. M. J. Kasse, 20 jaar, te Ar-
nemuiden en M. J. van der Heijde, 19
jaar. 20 nov. C. Dekker, 31 jaar, te Goes
en J. C. Bouterse, 24 jaar. 20 nov. C. A.
Meulenberg, 22 jaar en L. T. Flipse, 20 jaar.
20 nov. L. C. Joosse, 25 jaar, te Kloetinge
en C. D. Lansen, 21 jaar. 26 nov. A. A.
Bouwense, 23 jaar, te Kortgene en M. M.
Bakker, 19 jaar. 26 nov. G. van der Kloos
ter, 21 jaar, te Goes en C. Slotema, 19 jaar.
27 nov. J. van den Endt, 43 jaar, te Yerse-
ke en J. M. van der Maas, 37 jaar.
Getrouwd: Geen.
Overleden: 10 nov. J. M. de Ridder, 88
jaar. 27 nov. L. Versluis, 60 jaar.
Kortgene
Geboren: 5 nov. Engel Cornelis, z.v. An-
thoon Sinke en Maatje H. de Rooij. 9 nov.
Jeannine Nancy, d.v. Willem J. Klein Was-
sink en Jeanne L. van Duim. 22 nov. Ma-
rinus Jan Gerhard, z.v. Pieter J. Tazelaar
en Hermina Voortman. 23 nov. Maria Cor
nelia, d.v. Leendert M. van der Weele en
Marina Vogelaar.
Ondertrouwd: 3 nov. Jan Korsuize, 24
jaar en Johanna A. E. Kapitein, IS jaar, te
Breda. 6 nov. Gerrit W. van der Weele, 27
jaar, te Middelburg en Maatje W. Blok, 27
jaar. 27 nov. Pieter J. Kleppe, 24 jaar, te
Lisse en Aartje T. Breure, 21 jaar.
Getrouwd: 6 nov. Willem Rejack, 33 jaar,
te Goes en Maria E. de Boo, 26 jaar. 13
nov. Rudolf J. Schipper, 19 jaar, te Kloe
tinge en Adriana van der Heijde, 17 jaar.
13 nov. Johannes Verstclle, 23 jaar, te Wol-
faartsdijk en Pieternella G. Provoost. 23 jaar.
20 nov. Jan Korsuize, 24 jaar en Johanna A.
E. Kapitein, 18 jaar, te Breda. 27 nov. Ger
rit W. van der Weele, 27 jaar, te Middel
burg en Maatje W. Blok, 27 jaar.
Overleden: 9 nov. Karina Neeltje, 6 we
ken, d.v. Levinus M. Huibregtse en Adri
ana Korsuize. II nov. Lena Provoost, SI
jaar, weduwe van Pieter de Smit. 12 nov.
Leendert de Lange, 84 jaar, weduwnaar van
Pieternella Alebregtse. 23 nov. Barendina
Bouterse, 76 jaar, vrouw van Hendrik Adri-
•Hij was Marechaussee Ie klasse, onge
huwd en reeds op leeftijd. De kans op be
vordering was hem, wegens gemis aan stu-
dielust en examenvrees ontgaan. Ook het
huwelijk. Zowel met het een als het ander
had hij vrede.
Hij diende op een afgelegen Brabantse
brigade alwaar op het gebied van de dienst
en ontspanning, weinig te beleven viel. Hij
was trots op zijn uniform en besteedde zorg
aan uiterlijk voorkomen en houding.
Zowel met zijn collega's als de plaatse
lijke bevolking stond hij op goede voet.
Rekening houdend met zijn beperkte capa
citeiten gaf zijn gedrag en optreden in het
openbaar geen reden tot klachten. De mare
chausseekamer die hem als slaap- en woon
vertrek ter beschikking stond, zag er ver
zorgd uit en werd door hem beschouwd als
zijn „thuis". Hoopte daar tot aan zijn pen
sionering te kunnen blijven. Die hoop zou
ijdel blijken.
Hij bezat liefde voor het dier en toonde
zulks door het houden en fokken van konij
nen, waartoe het ruime landelijk gelegen
kazerneterrein en eigen vrije tijd hem ruim
schoots de gelegenheid bood.
Uit een tweetal zijner dieren (een man
lijk en vrouwlijk) hoopte hij een speciaal
ras te fokken. Beide dieren genoten zijn ex
tra verzorging en belangstelling, doch juist
zij werden de aanleiding dat hem de lust
tot het houden en fokken van konijnen zou
vergaan.
Op een voor hem kwade dag viel het be
sluit van zijn verplaatsing naar een Zeeuwse
brigade. Alle pogingen dat besluit onge
daan te maken faalden. Het dienstbelang
verzette zich daartegen. Zo ongeveer was de
tormulering op zijn daartoe gedaan verzoek.
Het baarde hem zorgen. Het evenwicht in
zijn leven werd er door verstoord. Wat
moest er met zijn konijnen?
De marsorder waarop die verplaatsing
was bevolen bepaalde, behalve de te vol
gen reisroute, dat het houden en fokken
van konijnen op de nieuwe standplaats niet
kon worden toegestaan en de dieren door
verkoop of anderzins dienden te worden
afgevoerd.
Dat ging de brave man méér ter harte
dan het geformuleerde dienstbelang.
Op de dag zijner verplaatsing bleken de
konijnen inderdaad van het kazerneterrein
verwijderd te zijn. Volgens eigen verklaring,
door verkoop en schenkingen afgevoerd. La
ter zou blijken dat die verklaring slechts ge
deeltelijk juist was.
Met de beste wensen voor een goede reis
en een aangenaam verblijf op de Zeeuwse
standplaats werd afscheid van hem geno
men. Tijdens zulk een verplaatsing waarbij
toen, behalve de bewapening, bestaande uit
klewang, karabijn, revolver en wapenstok,
geen andere goederen meegenomen moch
ten worden dan de met kleding en uitrus
ting bepakte rugzak; vervoerde bedoelde
marechaussee ook nog een van ventilatie
voorziene reismand.
De inhoud daarvan, die alleen hem be
kend was, zou echter gedurende de reis
openbaar worden.
Op een Brabants station der Nederlandse
Spoorwegen, alwaar geruime lijd op een
aansluitende verbinding naar Zeeland moest
worden gewacht, plaatste hij de mand op
het perron en begaf zich naar de restauratie
tot hel nemen van een verfrissing.
Bij zijn terugkeer bleek de mand geopend
en onder zichtbaar vermaak van de overige
aldaar wachtende reizigers, huppelden twee
konijnen over het perron. Dat waren zijn
beide fok-dieren. Bij de poging deze te van
gen, vluchtten zij een goederenloods binnen,
alwaar zij, met behulp en medewerking van
de zijde van het spoorwegpersoneel werden
gegrepen en opnieuw in de mand gestopt.
Met hun geleider arriveerden zij tenslotte
behouden op de nieuwe standplaats.
Hoewel niet officieel gemeld, bekwam de
betrokken Chef toch kennis van dit voorval;
waarop correctie volgde. Een reeds in wor
ding zijnde kruising werd niet bereikt. Bei
de dieren werden afgevoerd. De diep te
leurgestelde marechaussee zag van een voort
te zetten kruising en het houden van konij
nen af.
Een jongere, robuste Zeeuwse toonde be
grip voor het hem overkomene. Hieruit
groeide een wederzijds begrip en diepe ge
negenheid dat leidde tot een huwelijk.
Daarop volgde zijh vervroegde pensione
ring en kort daarna het onbestudeerde en
niet geëxamineerde vaderschap. Hij werd
hoog bejaard. Het konijn had voor hem af
gedaan. Zijn gedachtenis en het voorgeval
lene bleven bewaard.
A. Kramer.