Uit hit verladen als het om sparen gaat DE DUBBELGANGER VAN DE SINT Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 5 december 1964 no. 3123 December amiuiciti Christelijke Ulo Wissenkerke Burgerlijke Stand MEER DAN 1000 BANKEN EN BIJKANTOREN aangesloten bij ds coöperatieve centrale rail!eisen-bank to utrecht Eentonig tikte de regen op de ruiten in een snelle cadans, die nu en dan in een door dringend geruis overging, wanneer een gure rukwind zich door de straat met de aaneen gesloten huizen wrong. Binnen snorde de kachel en Karei Verburg voelde de behaaglijke warmte langs zijn be nen omhoog kruipen, wanneer hij, gezellig lui in zijn ligstoel, zijn onderdanen naar het vuur uitstrekte. Hij voelde zich al helemaal thuis op zijn zit-slaapkamer, die hij pas twee weken bewoonde. Ze was gezellig ingericht en ademde een sfeer van intimiteit, die een mens dadelijk op zijn gemak stelt. Terwijl hij zo zat te soezen, overviel hem een gevoel van ontevredenheid, zoals hij dat de laatste dagen al meer had opgemerkt. Ei genlijk leek het meer op een vorm van ver latenheid, die waarschijnlijk zijn oorzaak vond in het feit, dat hij hier zo ver van zijn geboorteplaats nog geen vrienden of kennis sen had. Dat zou onder normale omstandig heden niet zo verschrikkelijk geweest zijn, maar nu het over enkele dagen Sint Nicolaas was, benauwde liet hem. Thuis was het altijd een belangrijk feest geweest, maar de afstand was té groot om voor die gelegenheid er heen te gaan, terwijl trouwens zijn werk dit ook niet toeliet, want zijn dienst eindigde elke dag om zeven uur en dan was het de moeite niet meer zo'n reis te ondernemen. Neen, hij moest Sinl- Nicolaasavond maar alleen vieren, maar daar kwam eigenlijk zijn gemoed tegen in op stand. Hij wilde gezelligheid en mensen om zich heen, maar hoe De hele avond piekerde hij daarover, maar vond geen oplossing, want vrienden of ken nissen stamp je in enkele dagen niet uit de grond. Plotseling kreeg hij een idee. Eigen lijk was het wel erg raar, maar wat moest hij anders doen, er was geen keus. Op de feestdag van de goede Sint kwam Karei 's avonds thuis met een zware koffer en een glimlach om de lippen. Nu kon het spel beginnen. Vlug at hij zijn brood op en toen hij daarmee klaar was, begon hij zich te verkleden. Uit de koffer haalde hij een compleet Sint-Nicolaascostuum en trok dit aan. Voor de spiegel plakte hij zich de baard en snor aan en keek of zijn mijter wel recht stond. Tjonge, wat zag hij er prachtig uit. Bij gebrek aan een zwarte Piet nam hij zelf de zak op de schouder, die voor het oog ge vuld was met oude kranten en waarin bo venop een hoeveelheid strooigoed, specu laaspoppen, suikergoed en marsepein lag. Hij stond klaar voor het grote avontuur. Zachtjes sloop hij de trap af, bevreesd dat zijn hospita hem zou horen en bij het zien van deze mysterieuze Sint-Nicolaasfiguur een flauwte zou krijgen. Voorzichtig trok hij de deur achter zich dicht en daar stond hij in de stille straat. Omzichtig sloop hij in de schaduw van de muren langs de huizen, nu en dan stilstaand om te horen, wat zich daarbinnen afspeelde. Waar het rustig was ging hij snel voorbij, maar waar feestgedruis naar buiten drong, bleef hij staan en luister de naar wat hij binnen hoorde. Eindelijk weifelde hij nog of hij zijn stoute plan ten uitvoer zou brengen en daarom koos hij met zorgden huis uit. Halverwege de straat stond hij stil voor een huis waaruit vec-1 rumoer naar buiten drong. Daar moest een flink gezelschap aan wezig zijn. Hij hoorde de vrolijke stemmen en de klaterende lach van jongelui en daar tussendoor het zware geluid van een oudere heer, die opgewekt enige geestigheden over Sint Nicolaas ten beste gaf. Hij wilde het hier maar eens proberen. Karei liep naar de voordeur en strekte nog aarzelend zijn hand uit naar de bel. Toen de galm door de gang klonk, trok hij zijn hand terug alsof die ge brand was, maar hij bedacht dat er geen te rug meer mogelijk was en richtte zich op om zijn rol naar behoren te spelen. Er klonken voetstappen in dc gang en toen de deur openzwaaide, stond Karei te genover een oudere heer met een buikje, een rond gezicht met twinkelende oogjes. „Hé, daar is Sint Nicolaas", riep hij luid en zich omkerend naar de open kamerdeur vervolgde hij: „Zeg jongelui, gaan jullie eens netjes recht zitten, want hier is hoog bezoek!" Binnen ontstond rumoer en geschuif van stoelen. Zich weer tot Karei wendend zei hij: „Komt u binnen Sint. We zijn blij, dat u ons dit jaar niet bent vergeten. Zal ik even voorgaan?" En terwijl hij Karei naar de ka mer leidde, fluisterde hij: „Zeg Jan, waarom heb je Frits niet meegebracht, die zou toch voor zwarte Piet spelen?" Karei mompelde DOOR COBY MARTINUS iets onverstaanbaars en de druppeltjes zweet kwamen op zijn voorhoofd. Hij voelde, dat het fout zou gaan. Die lui verwachtten een Sint Nicolaas, maar niet hem. Dapper stapte, hij de kamer binnen, waar een luid gejuich opsteeg. Enkele van de aan wezigen zetten het lied van „Hoor wie klopt daar kinderen" in en bij de regel: ,,'t Is een vreemde zeker, die verdwaald is zeker", moest Karei inwendig lachen, omdat deze mensen het onbewust bij het rechte eind hadden. Gewillig liet hij zich in een grote armstoel zetten en keek eens rond. Om zich heen zag hij een grote groep jongelui in uitgelaten stemming, kennelijk broers, zusters, vrien den en verloofden. Een meisje viel hem spe ciaal op. Ze zat rustig in een hoekje op de bank en zag met glinsterende ogen de druk te om zich heen. De dikbuikige heer des hui zes wendde zich tot zijn vrouw en riep: „Moeder, schenk eens koffie in, want Sint Nicolaas zal na zo'n lange tocht wel trek hebben in een bakje". Toen hij Karei vol aandacht naar het aardige blonde meisje op de bank zag kijken, bukte hij zich en fluis terde hem in het oor: „Zeg Jan, ben je zo onder de indruk? Dat had ik van iemand op jouw leeftijd niet verwacht. Gedraag je nu een beetje als een echte, oude Sint, want anders zal ik morgen op kantoor de anderen eens vertellen, hoe jij als oude vrijgezel nog graag naar de jonge meisjes kijkt." Karei schrok op en mompelde iets, terwijl hij haas tig het kopje aanpakte, dat de gastvrouw hem aanbood. Nu kon het officiële deel van het feest be ginnen en Karei zette zich schrap. Het leu ke, jonge meisje, dat Kareis aandacht had getrokken, moest voor de Sint verschijnen en een liedje zingen, hetgeen onder veel ge plaag en gejuich gebeurde en het meisje bloosde allerliefst. Karei voelde zijn hart in dubbel tempo kloppen en angstig vroeg hij zich af, of de anderen het ook konden horen Na het liedje stootte de vader, die naast de bisschop was gaan zitten hem aan en fluisterde: „Ken je je lesje niet van buiten? Vertel Liesje nu maar dat er eens een eind moet komen aan haar slordigheid en dat ze alles niet overal moet laten slingerenEven brak Karei het zweet uit, hij had dus ver schillende boelpredikaties uit zijn hoofd moeten leren. Maar hij herstelde zich dade lijk en begon tegen het meisje voor hem met een zware, verdraaide stem een aantal ver maningen uit te delen. De omstanders had den het grootste plezier en haar vader niet het minst. Schuldbewust, met neergeslagen ogen zei ze: „Ik zal mijn leven beteren, Sint Nicolaas". Maar de guitige.blik, waarmee ze hem aankeek toen ze opstond, bezorgde Ka- rel een heel raar gevoel in zijn maagstreek. Royaal liet hij haar een keuze doen uit de zak met snoepgoed. Juist leidde de heer des huizes onder gro te hilariteit een van zijn zoons voor de Sint, toen de bel ging. „Hé, wie kan dat nu zijn?" vroeg mevrouw verwonderd, „we zijn alle maal compleet!" Mopperend, omdat het feest onderbroken werd, slapte meneer naar de voordeur en Karei kreeg een drukkend gevoel van een naderend onheil. „Nee maar, wat zullen we nu beleven?" brulde de gast heer vanuit de gang. „Dubbel op, het kan niet beter!" In de kamer werd het dood stil, want iedereen wilde horen wat er aan de deur gebeurde. Een zware stem sprak: „Goedenavond meneer Van Dijk, ik kom u en uw familie eens bezoeken om te zien of er nog stoute kinderen zijn. Piet heeft mij zo het een en ander verteld over een zekere Rob, en een meisje Liesje en Ria. Henk en nou ja, u begrijpt wel, dat ik hier nog een appeltje te schillen heb!" Karei keek angstg om zich heen, om te zien waar hij blijven zou. Het liefst was hij zo door de grond gezakt, maar hij zat ste vig in zijn armstoel met alle aanwezigen om zich heen en hij voelde zich doodongeluk kig. Het werd nog erger, toen de nieuwe Sint op de drempel verscheen en plotseling aller ogen zich op Karei richtten, als wilden ze vragen: ,,Wie ben jij eigenlijk?" Niemand bleek meer verwonderd dan de nieuwe Sint, die keurig vergezeld van een zwarte Piet als aan de grond genageld in de deuropening bleef staan. „Zeg Van Dijk, wat heb ik nu aan mijn fiets hangen?" schoot de Sint min der oirbaar uit zijn slof. „Sta ik voor een spiegel, of wat doet die snoeshaan hier?" Karei stond op en zonder het zelf te wil len, schoof hij instinctief naar de bank waar Liesje zat, zijn ogen strak gericht op de heren bij de deur. „Ik zal het u uitleggen. Ik,... ik...." stotterde hij. De heer des huizes deed een paar stappen naar voren. Zijn ogen fonkelden boos en met een forse ruk trok hij Karei baard en snor van het gezicht. „Wat heeft dit alles te beduiden jongeman?" schreeuwde hij kwaad. Karei begreep, dat alleen een correcte houding hem uit deze dwaze, maar onver kwikkelijke situatie kon redden. Hij deed een stapje naar voren en zei: „Meneer, wan neer u even mee wilt gaan naar de gang, dan zal ik het u uitleggen, hoe deze voor ons beiden zo onaangename toestand is ont staan." Meneer Van Dijk begreep, dat hij om de feestvreugde niet te bederven inder daad beter de zaak buiten de kamer kon afhandelen. „Jongens zetten jullie de echte Sint maar netjes in zijn stoel en geef hem wat te drinken, dan zal ik wel even met deze namaakklaas afrekenen!" Met Karei ging hij naar de gang en daar biechtte de jongeman alles op. Hij vertelde hoe hij tot het plan was gekomen en ge hoopt had door de algemene feestvreugde en de zak lekkers in de kring aanvaard te worden. De oudere man begon te lachen en toen hij in de kamer weer het gejuich en plezier hoorde van de anderen, begreep hij, dat hij deze eenzame niet mocht uitsluiten. „Trek dat gekke pakje maar uit en kom er in," nodigde hij. „Ik heb vroeger ook ver van huis gezeten en weet wat het is met feestdagen." Toen Karei het sint-nicolaas- costuum keurig opgevouwen in de zak had gestopt, stapte hij met meneer Van Dijk naar binnen en daar werd hij enthousiast ontvangen. „Ha, die Sinterklaas!" „Het valt niet mee 'n goede bisschop te imiteren, hè?" en „Jö, kijk eens, hij is nog niet zo oud als we dach ten!" waren de uitroepen, waarmee hij werd begroet. Van Dijk gaf hem een plaatsje op de bank en daarna zette hij in het kort uiteen, wat dc reden was geweest van Kareis optreden als Sint Nicolaas. Liesje keek hem eens van terzijde aan en eerlijk gezegd vond zij hem wel een aardige jongen. Karei voelde zich al heel gauw thuis in dit gezellige milieu en toen de boosdoe ners allemaal voor de Sint waren geweest en hun reprimande in ontvangst hadden ge nomen, riep deze Karei bij zich. Nederig moest hij om vergiffenis smeken en beloven, dat hij zich nöoit weer voor Sint Nicolaas zou uitgeven, hetgeen natuurlijk veel vro lijkheid bij de anderen veroorzaakte. Toen deelde mevrouw Van Dijk koffie en zwarte Piet snoepgoed rond en voor Ka- rel werd het de gezelligste sint-nicolaasa- vond, die hij ooit had meegemaakt, want Liesje bleek niet ongevoelig voor zijn atten ties en later, toen zij mevrouw Verburg was, haalde ze ieder jaar met Sint Nicolaas her inneringen op over die wonderlijke sint- nicolaasavond, toen Karei de dubbelganger van de Sint was geweest. (Nadruk verboden). Ja, de dames, die van bakken houden, kunnen in deze maand hun hart weer op halen. Eerst met Sint Nicolaas, daarna met Kerstmis en dan volgen oud- en nieuw nog. Buiten de geroutineerde baksters, is er ook nog een categorie van beginnelingen en van dames, die wel eens een enkele keer bak ken. Bij laatstgenoemde twee groepen zal het nog wel eens een keertje voorkomen, dat er iets mislukt, maar het spreekwoord zegt: „Al doende, leert men". Velen zullen zich echter in deze maand geroepen voelen, hun baklust eens te be proeven en in veel huisgezinnen zullen de bakovens en wonderpannen weer in staat van gereedheid worden gebracht. Er zijn echter dikwijls kleinigheden, van die foef jes, die menige huisvrouw niet weet en die het resultaat van de moeite en inspanning vergroten. Wanneer u voornemens bent een cake te bakken, bijvoorbeeld voor Kerstmis, zullen de meeste dames er weinig voor voelen, om op deze feestdag voor dag en dauw op te staan, om de cake vers op tafel te krijgen. Er gaat veel van de aardigheid af, wanneer men op een zo ongeschikte tijd moet bak ken. Men zal het dus vóór de feestdagen willen doen, maar dan bestaat de kans, dat het gebak er niet zo vers uitziet, terwijl te vens de smaak dikwijls minder is. Er be staat echter een mogelijkheid één en ander te ondervangen en het is maar een weet. Twee druppels. Het enige, dat u te doen hebt, is: twee druppels glycerine door het deeg te men gen. Het doet wonderen. Natuurlijk moet alles zeer goed gemengd zijn om het beoog de resultaat te krijgen. De cake blijft nu lan ger vers en gelijkt geruime tijd zo uit de oven te komenwaardoor een zeer goed effect wordt verkregen. Men behoeft dus niet voor dag en dauw te bakken. Voor ve len betekent deze methode werkelijk een uitkomst. Voor gebak, dat in een pan met boter wordt gebakken, hebben we hier ook nog een kleine tip. Het betreft het gebak, dat bereid wordt zoals pannekoeken. U mengt door het deeg een weinig ge smolten boter. Natuurlijk goed mengen. Het gebak wordt hierdoor lekkerder van smaak en beter van uiterlijk, terwijl men tevens geen last heeft van het roken tijdens het bakken. Bovendien is het niet nodig, boter of vet in de pan te doen, althans, wanneer men voldoende gesmolten boter door het deeg mengt. U werkt dus sneller en pretti ger, terwijl het resultaat aanmerkelijk beter wordt. (Nadruk verboden) Op het te Goes gehouden examen typen slaagden de volgende leerlingen van boven genoemde school. VVim de Bruin, Co Bustraan, Adri de Put ter, Jacob Reijnhoudt, Adri Buyze, Corrie van der Moere, Nelly de Visser, Piet Bou- terse, Joop Flikweert, allen te Kamperland. Wilma Karman, Greet Karman, Riet Taze- 1 aar, Jozien de Fouw, Kees Verburg, Jaap van Gilst, allen te Colijnsplaat. Ko de Looff, Wim Meulenberg, Hennie Bakker, Dina van Maldegem. Lena Versluys en Peter Min- naard te Wissenkerke. Bovendien slaagden voor dit diploma: Lies Meulenberg, Lineke Hevboer en Mag- da van der Heijde, allen te Kamperland. Genoemde geslaagden werden allen op geleid door de lieer K. Koetsdijk, leraar Ma- chineschrijven M.O. te Oudenbosch. Wissenkerke Geboren: 4 nov. Neeltje Janna, d.v. L. van der Moere en J. J. de Vos. S nov. Mar tina Anna, d.v. J. P. Geldof en K. Filius. 28 nov. Sara Jacoba, d.v. G. A. de Fouw en J. C. S. de Looff. Ondertrouwd: 6 nov. C. A. van Boven, 21 jaar, te Kortgene en L. R. Leendertse, 18 jaar. 13 nov. M. J. Kasse, 20 jaar, te Ar- nemuiden en M. J. van der Heijde, 19 jaar. 20 nov. C. Dekker, 31 jaar, te Goes en J. C. Bouterse, 24 jaar. 20 nov. C. A. Meulenberg, 22 jaar en L. T. Flipse, 20 jaar. 20 nov. L. C. Joosse, 25 jaar, te Kloetinge en C. D. Lansen, 21 jaar. 26 nov. A. A. Bouwense, 23 jaar, te Kortgene en M. M. Bakker, 19 jaar. 26 nov. G. van der Kloos ter, 21 jaar, te Goes en C. Slotema, 19 jaar. 27 nov. J. van den Endt, 43 jaar, te Yerse- ke en J. M. van der Maas, 37 jaar. Getrouwd: Geen. Overleden: 10 nov. J. M. de Ridder, 88 jaar. 27 nov. L. Versluis, 60 jaar. Kortgene Geboren: 5 nov. Engel Cornelis, z.v. An- thoon Sinke en Maatje H. de Rooij. 9 nov. Jeannine Nancy, d.v. Willem J. Klein Was- sink en Jeanne L. van Duim. 22 nov. Ma- rinus Jan Gerhard, z.v. Pieter J. Tazelaar en Hermina Voortman. 23 nov. Maria Cor nelia, d.v. Leendert M. van der Weele en Marina Vogelaar. Ondertrouwd: 3 nov. Jan Korsuize, 24 jaar en Johanna A. E. Kapitein, IS jaar, te Breda. 6 nov. Gerrit W. van der Weele, 27 jaar, te Middelburg en Maatje W. Blok, 27 jaar. 27 nov. Pieter J. Kleppe, 24 jaar, te Lisse en Aartje T. Breure, 21 jaar. Getrouwd: 6 nov. Willem Rejack, 33 jaar, te Goes en Maria E. de Boo, 26 jaar. 13 nov. Rudolf J. Schipper, 19 jaar, te Kloe tinge en Adriana van der Heijde, 17 jaar. 13 nov. Johannes Verstclle, 23 jaar, te Wol- faartsdijk en Pieternella G. Provoost. 23 jaar. 20 nov. Jan Korsuize, 24 jaar en Johanna A. E. Kapitein, 18 jaar, te Breda. 27 nov. Ger rit W. van der Weele, 27 jaar, te Middel burg en Maatje W. Blok, 27 jaar. Overleden: 9 nov. Karina Neeltje, 6 we ken, d.v. Levinus M. Huibregtse en Adri ana Korsuize. II nov. Lena Provoost, SI jaar, weduwe van Pieter de Smit. 12 nov. Leendert de Lange, 84 jaar, weduwnaar van Pieternella Alebregtse. 23 nov. Barendina Bouterse, 76 jaar, vrouw van Hendrik Adri- •Hij was Marechaussee Ie klasse, onge huwd en reeds op leeftijd. De kans op be vordering was hem, wegens gemis aan stu- dielust en examenvrees ontgaan. Ook het huwelijk. Zowel met het een als het ander had hij vrede. Hij diende op een afgelegen Brabantse brigade alwaar op het gebied van de dienst en ontspanning, weinig te beleven viel. Hij was trots op zijn uniform en besteedde zorg aan uiterlijk voorkomen en houding. Zowel met zijn collega's als de plaatse lijke bevolking stond hij op goede voet. Rekening houdend met zijn beperkte capa citeiten gaf zijn gedrag en optreden in het openbaar geen reden tot klachten. De mare chausseekamer die hem als slaap- en woon vertrek ter beschikking stond, zag er ver zorgd uit en werd door hem beschouwd als zijn „thuis". Hoopte daar tot aan zijn pen sionering te kunnen blijven. Die hoop zou ijdel blijken. Hij bezat liefde voor het dier en toonde zulks door het houden en fokken van konij nen, waartoe het ruime landelijk gelegen kazerneterrein en eigen vrije tijd hem ruim schoots de gelegenheid bood. Uit een tweetal zijner dieren (een man lijk en vrouwlijk) hoopte hij een speciaal ras te fokken. Beide dieren genoten zijn ex tra verzorging en belangstelling, doch juist zij werden de aanleiding dat hem de lust tot het houden en fokken van konijnen zou vergaan. Op een voor hem kwade dag viel het be sluit van zijn verplaatsing naar een Zeeuwse brigade. Alle pogingen dat besluit onge daan te maken faalden. Het dienstbelang verzette zich daartegen. Zo ongeveer was de tormulering op zijn daartoe gedaan verzoek. Het baarde hem zorgen. Het evenwicht in zijn leven werd er door verstoord. Wat moest er met zijn konijnen? De marsorder waarop die verplaatsing was bevolen bepaalde, behalve de te vol gen reisroute, dat het houden en fokken van konijnen op de nieuwe standplaats niet kon worden toegestaan en de dieren door verkoop of anderzins dienden te worden afgevoerd. Dat ging de brave man méér ter harte dan het geformuleerde dienstbelang. Op de dag zijner verplaatsing bleken de konijnen inderdaad van het kazerneterrein verwijderd te zijn. Volgens eigen verklaring, door verkoop en schenkingen afgevoerd. La ter zou blijken dat die verklaring slechts ge deeltelijk juist was. Met de beste wensen voor een goede reis en een aangenaam verblijf op de Zeeuwse standplaats werd afscheid van hem geno men. Tijdens zulk een verplaatsing waarbij toen, behalve de bewapening, bestaande uit klewang, karabijn, revolver en wapenstok, geen andere goederen meegenomen moch ten worden dan de met kleding en uitrus ting bepakte rugzak; vervoerde bedoelde marechaussee ook nog een van ventilatie voorziene reismand. De inhoud daarvan, die alleen hem be kend was, zou echter gedurende de reis openbaar worden. Op een Brabants station der Nederlandse Spoorwegen, alwaar geruime lijd op een aansluitende verbinding naar Zeeland moest worden gewacht, plaatste hij de mand op het perron en begaf zich naar de restauratie tot hel nemen van een verfrissing. Bij zijn terugkeer bleek de mand geopend en onder zichtbaar vermaak van de overige aldaar wachtende reizigers, huppelden twee konijnen over het perron. Dat waren zijn beide fok-dieren. Bij de poging deze te van gen, vluchtten zij een goederenloods binnen, alwaar zij, met behulp en medewerking van de zijde van het spoorwegpersoneel werden gegrepen en opnieuw in de mand gestopt. Met hun geleider arriveerden zij tenslotte behouden op de nieuwe standplaats. Hoewel niet officieel gemeld, bekwam de betrokken Chef toch kennis van dit voorval; waarop correctie volgde. Een reeds in wor ding zijnde kruising werd niet bereikt. Bei de dieren werden afgevoerd. De diep te leurgestelde marechaussee zag van een voort te zetten kruising en het houden van konij nen af. Een jongere, robuste Zeeuwse toonde be grip voor het hem overkomene. Hieruit groeide een wederzijds begrip en diepe ge negenheid dat leidde tot een huwelijk. Daarop volgde zijh vervroegde pensione ring en kort daarna het onbestudeerde en niet geëxamineerde vaderschap. Hij werd hoog bejaard. Het konijn had voor hem af gedaan. Zijn gedachtenis en het voorgeval lene bleven bewaard. A. Kramer.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1964 | | pagina 3