De strijd tegen liet bijgeloof
Postzegelverzamelen
is niet zinloos
Amerika bouwt de
T-Ford van de ruimte
We vierders
niet aSlera tegelijk
het nieuwe jaar
Spoken, geesten en heksenprocessen
Wanneer iemand u in volle ernst vertelt,
dat hij elke nacht klokslag twaalf uur wak
ker schrikt en dat er dan een spook voor zijn
bed staat, zult u hem niet serieus nemen.
U zult om hem lachen, medelijden hebben,
hem voor een grappenmaker houden of aan
nemen, dat hij het slachtoffer werd van een
poets die hem door anderen werd gebak
ken, maar geen moment zal het in uw hoofd
opkomen, dat het waarheid kan zijn wat hij
vertelt.
Dat u er zo over denkt, dankt u aan het
feit, dat het bijgeloof in onze dagen prak-
tisdl) is uitgeroeid. De moderne mens weet
wel beter en gelooft niet meer aan spoken,
geesten, heksen, kobolten, draken en hoe
deze boze figuren verder mogen heten. De
tijd is voorbij, dat de volksmassa's in voort
durende angst leefden. En dit hebben we
voor een groot deel te danken aan een aan
tal pioniers, die de moed en het gezonde
verstand opbrachten om in de tijd, toen het
bijgeloof nog hoogtij vierde, de strijd er te
gen aan te binden. Hier was inderdaad zeer
grote moed voor nodig en dit kunnen wij
ons pas indenken, wanneer wij de toestan
den uit die tijd kennen,
N'og niet zo lang geleden.
Ongeveer driehonderd jaar geleden was
het bijgeloof nog alom verbreid. Men ge
loofde in alle mogelijke boze geesten, bond
genoten van de duivel. De enige menselijke
exemplaren waren de heksen en tovenaars.
Het geloof hieraan bracht grote gevaren met
zich mee.
We kennen allen het klassieke voorbeeld
van het proces tegen Jeanne d'Arc, die van
hekserij beschuldigd haar leven beëindigde
op de brandstapel. Zij was niet de eerste,
maar helaas ook niet de laatste, die zijn of
haar einde vond op de laaiende takkenbos
sen. op beschuldigingen, waarom wij nu
lachen en de schouders ophalen.
De angst voor de duivel en boze geesten
zat zo diep geworteld, dat men tot de meest
verschrikkelijke daden in staat bleek. En
het was heus niet alleen het gewone volk
dat er rotsvast in geloofde. Vorsten, zelfs be
kleders van geestelijke ambten, edelen, man
nen van de wetenschap, kortom in alle lagen
zat het bijgeloof vastgeroest.
Oordeel en godsoordeel.
Gaf iemanUs zonderling gedrag aanleiding
tot argwaan, dan was eigenlijk het vonnis al
geveld. Men sprak er over en er was altijd
u-el iemand, die het woord heks of tovenaar
in de mond nam en dat bracht de anderen
op het idee, dat deze man of vrouw met dat
zonderlinge gedrag wel eens een verbond
met de duivel zou kunnen hebben. Stond
men eenmaal in zo'n kwade reuk, dan was
een kleinigheid voldoende om gearresteerd
te worden als heks of tovenaar. De beul en
zijn knechten zorgden er dan wel voor, dat
met behulp van de pijnbank de bekentenis
kwam en dan vormde de brandstapel het
einde.
Hij of zij die in weerwil van de martelin
gen volhield onschuldig te zijn, moest zich
aan een godsoordeel ondenverpen. Men
wierp de verdachte in het water en. .wan
neer het slachtoffer zonk en verdronk, was
het een mens en geen boze geest, bleef het
echter drijven, dan was het bewijs geleverd
dat het een verbond met de duivel had. In
enkele gevallen waren er mildere godsoor
delen. wanneer men twijfelde, waarbij de
mogelijkheid groot was, dat men de dans
ontsprong, zoals bijvoorbeeld de „heksen-
waag" te Oudewater, waar de verdachten ge
wogen werden en in de meeste gevallen het
gewicht normaal zijnde, werden vrijgespro
ken. Het geloof aan heksen en tovenaars
heeft tienduizenden onschuldigen de smarte
lijkste dood doen sterven. Het was een zeer
gevaarlijke tijd om in te leven.
Dc pioniers.
Men kan begrijpen welk een moed er no
dig is geweest om dit bijgeloof openlijk te
bestrijden. Er voor uit te komen, dat men
niet geloofde in al die boze geesten en het
op te nemen voor zogenaamde heksen. De
strijd aan te binden tegen allen, waaronder
machtige heren, die er wel in geloofden en
de bestrijder beschuldigden van ketterij en
wat al niet meer, ja, zelfs meenden dat hij
zelf een verbond met de duivel had. Zo zijn
vele pioniers in dc strijd tegen het bijgeloof
het slachtoffer van hun moed en de domme
massa geworden.
In ons land hebben wij ook zo'n grote pio
nier gekend en wel de Amsterdamse dominee
Herdenking
iO-jarig bestaan
Wi.K.
te Wissenkerke
Het accordeon-gitaar-orkesl „Willen is
Kunnen" te Wissenkerke organiseert een
feestavond ter herdenking van haar 10-jarig
bestaan. Dit heugelijke feit zal, zo mogelijk,
plaats vinden op vrijdagavond 31 januari in
hotel „De Kroon" te Wissenkerke.
Vele oud-leerlingen zullen zich de heer
P. B. van Sprang uit Coes herinneren, die al
meer dan 20 jaar op Noord-Beveland mu
zieklessen komt geven op accordeon, mando
line. banjo en het tegenwoordig zo geliefde
instrument, de gitaar, 't Was ook de heer
Van Sprang die in 1953 te Kamperland in
groepsverband liet spelen tezamen met leer
lingen van Kamperland en Wissenkerke. Zo
werd dan W.I.K. opgericht en later in Wis
senkerke voortgezet.
Aan deze avond zullen ook de zusterver
enigingen uit Goes medewerken. Het le ac
cordeonorkest Animato en het Jeugdorkest,
afgewisseld met schetsjes en solo-nummers.
Wij hopen dat dit jubileum-concert voor
een volle zaal zal mogen worden uitgevoerd
Voor het programma en het verkrijgen van
toegangsbewijzen zie men de advertentie in
het nummer van volgende week.
Balthasar Bekker, een geboren Fries en een
buitengewoon ontwikkeld man met een kern
gezond verstand. Hij is het geweest, die de
moed opbracht om als eerste de strijd groots
te beginnen.
Weg betovering!
In 1691 publiceerde hij een lijvig boek
onder de titel „De Betooverde Wereld",
waarin hij afrekende met al hel bijgeloof.
Op felle wijze stelde hij alle onzin aan de
kaak en natuurlijk had de publicatie van zijn
boek een verschrikkelijke uitwerking. De ge
moederen kwamen hevig in beroering. Zelfs
grote en bekende mannen in ons land vie
len hem heftig aan. Hij werd verdacht ge
maakt, bespot, uit zijn ambt ontzet en wat
al niet meer. Gelukkig werd het ergste hem
bespaard: hij bleef in leven ook in weerwil
van het feit, dat hij op zijn eerste boek nog
twee nieuwe uitgaven liet volgen, die alle
gericht waren tegen het gevaarlijke bijge
loof.
De tegenwerking en de aanvallen op zijn
persoon bereikten een hoogtepunt, maar
toen werd Balthasar Bekker, de pionier in
de strijd tegen het bijgeloof, ziek en op 11
juli 1698 sleurde de pleuris hem naar het
graf.
Ongetwijfeld heeft deze grote, doch he
laas niet meer Toekende, Nederlander een
overwegend aandeel gehad in het verdwijnen
van het bijgeloof, niet alleen in onze stre
ken, maar ook ver daarbuiten. Tegenwoordig
zal geen zonderlinge man of vrouw het le
ven op de brandstapel eindigen en dat is
voor een groot deel te danken aan Baltha
sar Bekker en zijn medestrijders. Op dit ge
bied is het duister doorbroken en staan we
gelukkig in het licht.
(Nadruk verboden).
GEEF U ZELF EEN RUGGESTEUNTJE
Want uw spaargeld is goed voor alles. Ga naar de:
spaarbank waar men u o'ók gaarne van dienst is met
andere bankzaken, zoals rekening-courant, deviezen
voor uw reizen, kredieten, hypotheken en bemiddeling
in effectenzaken.
Meer dan 1000 banken en bijkantoren.
De spaarbank met volledige bankservice.
AANGESLOTEN BIJ DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
Kennis van vreemde culturen en tale
wordt bevorderd.
De wintertijd is een echte gezellige tijd
voor hel uitleven van hobby's die men bin
nenshuis kan beoefenen. Misschien behoort
uzelf of anders misschien een van uw kinde
ren wel tot de liefhebbers die postzegels
verzamelen. Tot hen die deze liefhebberij
niet beoefenen moet gezegd worden, dat
men zich hierin niet dient te vergissen, want
het postzegels verzamelen is zeker niet zin
loos, doch heeft verschillende positieve kan
ten.
Terstond nadat in ons land de eerste post
zegels werden uitgegeven, begon men ook
met een echte verzamelwoede de gebruikte
exemplaren op te sparen. Zelfs om een mooie
collectie postzegels le verzamelen moet men
zich organiseren en dat werd hier te lande
direct begrepen, want de vereniging „De
Philatelist" is even oud als de Nederlandse
postzegel.
Men moet nu eenmaal verzamelaar zijn
van de kleine zegeltjes om ten volle de waar
de van deze liefhebberij voor het leven te
kunnen beseffen. Er zit een leerzame zijde
aan die hobby, want men leert er de vreemd
ste landen door kennen, hun staatslieden en
kunstenaars, terwijl ook tal van nationale
gebeurtenissen in de moderne tijd op een
postzegel worden afgebeeld, al is het ook
dikwijls op symbolische wijze. Zelfs dit laat
ste is van grote waarde, want onze verbeel
dingskracht en de zin voor kunst worden er
door ontwikkeld. Al met al is nu de waarde
van die miniatuur-betalingsbewijzen of dito
schilderijtjes reeds voldoende aangetoond,
zonder dat wij nog gesproken hebben over
het voornaamste doel van een postzegelver
zameling. Dat is ongetwijfeld gelegen in de
ontspanning en de vreugde, die het bezit en
de bezichtiging daarvan aan de liefhebbers
bieden.
Spoorslag tot studie.
Jammer, dat ook aan dit nuttige vermaak
voor jong en oud in zoveel opzichten af
breuk wordt gedaan. Het verzamelen van
postzegels is kostbaar geworden sinds men
ontdekt heeft dat zelfs gebruikte exempla
ren een gewild handelsartikel zijn. Daarom
is het bijeen brengen van een algemene ver
zameling bijna niet meer te betalen. Tenmin
ste als men werkelijk naar een zekere waar
devolle collectie streeft. Daarom beperken
de meeste filatelisten zich tegenwoordig al
tot één of enkele landen. Meestal zoekt men
dan een corr esp on d en ti e-a clres in het vreem
de land, welke zegels men begeert en er
wordt dan een ruilhandel gedreven. Men
merke hierbij op het waardevolle scheppen
van internationale contacten, waardoor ta
lenkennis wordt gekweekt en oog voor idee-
en en cultuur in andere landen. Op deze wij
ze worden er prachtige collecties postzegels
bijeengebracht.
Ook in andere richting heeft de speciali
satie in het verzamelen van postzegels zijn
intrede gedaan. Zo vindt men filatelisten
met albums vol zegels, waarop alleen ge
bouwen voorkomen uit alle delen van de
wereld. Sommige verzamelaars breiden hun
hobby uit tot een nadere studie van bouw
stijlen of de gebouwen zelf en vermelden
hun resultaten dan in het kort bij elke ze
gel. Een enorme kennis wordt op deze wijze
verzameld. Anderen beperken zich tot een
collectie dier-postzegels of tot klederdrach
ten. Allerlei variatie is hier mogelijk en naar
gelang men over meer speurzin beschikt kan
men de verzamelingsopgave nog moeilijker
Volledigheid.
De laatste tijd wordt er veel aandacht be
sleed aan postzegels van pas ontstane lan
den, zoals Marokko, Congo, Algerië, Maleisië
enz. Dit zijn nieuwe staten en men leeft dan
in de hoop de uitgave van nieuwe exempla
ren te kunnen bijhouden om zo een volledi
ge collectie te krijgen. In die drang naar
volledigheid ligt nu de sport.
Het is de ingeboren begeerte van de mens
om nu juist iets meer of iets anders te be
zitten dan zijn omgeving. Zo bestaat er ook
bij filatelisten een soort competitie om de
eerste plaats. Naarmate een collectie volledi
ger wordt en dus waardevoller, stijgt de be
zitter daarvan op de sociale ladder in het
rijk der postzegelverzamelaars en wordt zijn
naam met eerbied uitgesproken. Vanzelf
sprekend heeft dit streven naar een ereplaats
onder dc filatelisten de prijs van meer zeld
zame exemplaren omhoog gedreven.
Is het dan wonder dat de zeldzaamste
postzegel voor niet minder dan 35.000 dollar
werd geveild, toen hij in 1922 eens onder de
hamer kwam? Dit is een exemplaar uit Brits
Guyana. Men noemt dit zegeltje het laatst
overgebleven exemplaar van een kleine hoe
veelheid, die in 1856 uil nood in Georgetown
werd gedrukt, omdat men te lang moest
wachten op een zending nieuwe zegels uit
Londen.
Er staat een driemaster op afgebeeld, die
op rood papier werd gedrukt. Momenteel
moet dit zo fel begeerde zegeltje zich er
gens in Amerika bevinden.
Dc boterham.
Het mag in zekere zin een gelukkige om
standigheid worden genoemd, dat uit de
verzamelwoede zich een postzegelhandel
heeft ontwikkeld. Immers nu verdienen er
duizenden in de wereld een boterham mee.
Toch blijft het te betreuren dat zich daar
mee ook de postzegelverzamelaars hebben
gescheiden in twee groepen: de professionals
en de amateurs. De laatsten zijn het talrijkst
gebleven, ook al moeten zij zich er dikwijls
aanzienlijke financiële offers voor getroosten.
Met waardering voor de bemiddelende
functie van de officiële postzegelhandel wil
len wij die amateurs aanmoedigen en ande
ren opwekken om bij de jeugd het verzame
len van postzegels le stimuleren. Het is een
leerzame, gezellige bezigheid, die in het ge
zin kan worden verricht. Er worden contac
ten door gelegd met vreemde landen; zelfs
zijn er huwelijksbanden door gesmeed.
Het belangrijkste is echter dat op deze
wijze vriendschapsbanden worden gekweekt
tussen de volkeren. Men gaat vreemde cul
turen begrijpen en waarderen, waardoor een
schakel wordt gelegd in de keten, die vol
keren in duurzame vrede moet verbinden en
die nog steeds op zovele plaatsen is gebro
ken.
(Nadruk verboden).
NNP - Verscheidene fabrieken in de
Verenigde Staten werken op het ogenblik
onder leiding van het Boeing-concern aan
het Dyna-Soar-project. De Dyna-Soar is een
ruimtevoertuig, dat volgens de Amerikanen
het T-fordje van de ruimte moet worden.
Het houdt het midden tussen een raket en
een zweefvliegtuig. Wie het toestel mocht
aanschouwen hetgeen dank zij de scherpe
veiligheidsmaatregelen wel ondenkbaar zal
zijn zal schrikken van het monsterlijke
uiterlijk. De Dyna-Soar, of officieel „X-20"
lijkt op een mislukte kruising tussen een uit
zijn krachten gegroeide rog en een walvis.
De afgeplatte neus loopt uit in een visse-
romp, welke als het ware boven op de vleu
gels zit geplakt. De grote, driekante vleugel
loopt nog verder door in twee enorme staart
vinnen. Dit bijna elf meter lange monster
zal geheel zwart worden gespoten.
De Dyna-Soar moet gelanceerd door
een raket in een baan om de aarde wor
den gebracht. Daar moet het vervolgens met
een snelheid van tegen de dertigduizend ki
lometer per uur blijven rondcirkelentot
de piloot het genoeg vindt. Dit is het bij
zondere van het ontwerp. Het moet het eer
ste ruimtevoertuig worden, dat door de pi
loot zelf veilig naar de aarde kan worden
teruggebracht, en dat ook in de ruimte kan
worden bestuurd.
De problemen, welke hiervoor moesten
worden opgelost, waren enorm. Allereerst
moest een navigatiesysteem worden uitge
dacht, waardoor de piloot steeds kan welen
waar hij zich met zijn zwarte ruimte-Ford
bevindt. Om te landen moet de bestuurder
remraketten in werking stellen. Het toestel
duikt terug in de atmosfeer om verder als
een supersonischzweefvliegtuig een lan
dingsbaan te zoeken. De hitte, welke tijdens
deze tocht door de dampkring moet worden
overwonnen, is enorm.
Voor de navigatie is een nieuw elektro
nisch brein ontworpen, dat de piloot steeds
voorspelt hoe hij zijn ruimte-Ford moet be
sturen. Dat sturen in de ruimte gebeurt door
kleine raketjes, die het toestel in een be
paalde richting draaien. Voor de tocht dooi
de dampkring, waar de lucht dikker wordt,
kan de piloot de gewone roeren gebruiken.
Het elektronisch brein zorgt er voor, dat
iedere beweging van de stuurknuppel juist
wordt vertaald en wordt aangepast aan snel
heid en luchtweerstand.
Geheel nieuwe metalen en stoffen wor
den toegepast om de enorme hitte te kun
nen doorstaan. De huid zal worden gemaakt
van Rene 41, een metaal, dal ook wordt ge
bruikt in het laaiende binnenste van straal
motoren. De neus, die een temperatuur van
maar liefst vierduizend graden Celcius te
verduren zal krijgen, zal worden bedekt met
een Zirkoniumverbinding.
De Dyna-Soar moet eind van dit jaar wor
den beproefd. De Amerikanen zijn bang, dat
anders de Russen ook op dit punt voor zul
len zijn. Een bemand ruimtevoertuig, dat
zelfstandig kan manoeuvreren, heeft grote
militaire betekenis. Het kan dienen als on
derscheppingsbasis voor vijandelijke raket
ten, als aanvalsbasis en als verkenningsmid
del. In de Dyna-Soar zijn de modernste
technische snufjes en het vernuft van tien
tallen topgeleerden bijeen gebracht. Toch is
het toestel in feite nog zeer primitief. Maar
wel degelijk, precies zoals de T-Ford des
tijds.
(Nadruk verboden).
Mensen spelen met de tijd
Wanneer we zo eenmaal in het jaar in
onze oliebollen happen en het glas heffen,
wanneer de klok twaalf zal gaan slaan, dan
weten we, dat het nieuwe jaar zijn intrede
doet. Omdat we er niet verder bij naden
ken, is het voor ons gevoel, alsof op dat tijd
stip het nieuwe jaar er is voor de gehele we
reld en voor alle mensen Maar er zullen er
onder u zijn, die ook bij de laatste jaarwisse
ling daar even over hebben nagedacht en
tot de conclusie kwamen, dat hel ingaan van
dat nieuwe jaar slechts gold voor een kleine
groep mensen op aarde, waarbij wij in Ne
derland nu toevallig ook behoorden. Voor
de Amerikanen was het toen op dat moment
nog 31 december 1963 en zij troffen de voor
bereidingen om de jaarwisseling te gaan vie
ren, maar waren er nog lang niet aan toe.
En geruime tijd voor ons, toen wij nog op
de middag van de laatste dag van het jaar
leefden, vierden mensen in Azië al luidruch
tig het nieuwe jaar. Als je er goed over na
denkt is het eigenlijk maar raar! Maar het
is nu eenmaal zo, dal het nieuwe jaar en
elke nieuwe dag de aarde vanuit het oosten
verovert en daar doet ze 24 uur over.
Waar de datum verspringt.
Een nieuwe dag begint op de datumgrens,
een denkbeeldige lijn van de noord- naar
de zuidpool, die ongeveer samenvalt met de
meridiaan ISO graden oost (en west) van
Greenwich, die door de Stille Oceaan loopt
in een gebied waar dus geen mensen wo
nen, want in een bevolkte streek zou zo'n
datumgrens allerlei praktische moeilijkheden
met zich meebrengen. Nu hebben er alleen
de zeelieden last van, die de Stille Oceaan
bevaren. Vaart hun schip van Azië naar A-
merika, dan moeten zij een dag dubbel tel
len, is hun koers oost-west, dan dienen zij
een datum over te slaan. In het logboek van
een schip, dat de Pacific heeft doorkruist,
zal men altijd óf een dag tweemaal gedateerd
of een overgeslagen datum aantreffen.
Het beroemde boek van Jules Verne, dat
de wereldreis van Phileas Fogg beschrijft,
dankt zijn bestaan aan dezelfde omstandig
heid: Phileas Fogg reisde in oostelijke lich
ting om de aardbol. Hij zag daardoor de zon
één keer vaker opgaan dan de mensen in
Londen, met wie hij zijn weddenschap had
gesloten en daardoor was hij toch nog op
tijd terug, hoewel hij zelf eerst dacht, de
wedstrijd te hebben verloren.
Tijdzones.
De verdeling van onze aardbol in door
meridianen (lengtegraden) begrensde tijd
zones, brengt op het gebied van de tijd nog
een merkwaardig verschijnsel mee voor de-
geen die zich op een van de beide polen
zou bevinden. Iemand aan de noordpool
wij kiezen deze maar, omdat hij voor ons
tenslotte het dichtst bij huis is, maar voor de
zuidpool geldt natuurlijk hetzelfde kan.
wanneer hem naar de tijd wordt gevraagd,
antwoorden wat hem goeddunkt. Hij kan
zeggen: „tien minuten over half zeven", of
„vijf minuten over drie". Hij kan vinden dat
het kwart over elf in de ochtend is, of half
tien in de avond. Hij heeft altijd gelijk, want
aan de pool komen alle meridianen samen....
Het onbetrouwbaarste horloge loopt daar ge
lijk, zelfs al staat het stil.
Prof. mr. dr. G. van den Bergh maakt in
zijn boek „Aarde en wereld in ruimte en
tijd" zelfs melding van de mening, die eens
heeft geheerst, dat men aan de pool een ver
jongingskuur zou kunnen ondergaan, door
steeds maar in een kringetje om het geogra
fische poolpunt te blijven lopen aan de
noordpool met een bocht naar links, aan de
zuidpool met een bocht naar rechts. Men zou
dan immers „tegen de tijd inlopen" en dus
de maanden en jaren (als men het maar lang
genoeg volhield) van achteren naar voren
moeten tellen en zo vanzelf weer jong wor
den! We weten niet of iemand het ooit ge
probeerd heeft!
Tijd en aarde.
De lijd een dVerpeinzing op oudejaars
avond voert ons wel ver. Het blijkt een
begrip, dat zeer sterk aan onze aarde, aan
onze nietige planeet is verbonden. Die con
clusie is juist, mits we beseffen, dat onze
tijd-indeling is gebaseerd op de kringloop
van de aarde om de zon. Zou ons hele mens
dom plotseling en massa worden overge
plaatst naar een andere planeet, met een van
de onze verschillende omlooptijd om de zon
voor het gemak blijven we maar in ons
eigen zonnestelsel dan zouden wij ge
dwongen zijn, een andere tijdsrekening aan
te schaffen.
Op een planeet, die, laten we zeggen een
tweemaal zo grote baan heeft als de aarde,
zou het „jaar" tweemaal zo lang zijn als het
jaar dat wij hier kennen. Ook de „maanden"
en do „dagen" zouden tweemaal zo lang
zijn als onze maanden en dagen op aarde.
Maar een mensenleven (hier volgens statis
tieken ongeveer 70 jaar) zou daarginds maar
35 jaar duren althans gemiddeld, want
zeer krachtige mensen zouden daar best de
50 jaar kunnen halen en dan nog krasse
grijsaards zijn, die de krant nog steeds zon
der bril lezenHet voordeel zou natuur
lijk zijn, dal we op ons derde jaar al met
„aap, noot. Mies" zouden kennismaken en
op ons tiende jaar al volwassen zouden zijn.
Laat ons eindigen met deze tijd-fantasie,
want zij kan nog uitgebreid worden voort
gezet, zo lang, dat zij een aanslag zou gaan
plegen op een der kostbaarste van al uw be
zittingen: de tijd! Want de tijd is in cén op
zicht egoistisch en onsportief: hij staat
ons nooit stil, ofschoon wij toch vandaag wel
even bij de tijd hebben stilgestaan
(Nadruk verboden).