Roemruchte oorlogsreuzen naar de sloper? Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad d.d. 30 maart 1963 no. 3136 100 jaren <~Qode 3Cruió concert door leerlingen van Marinus Flipse. *"Piet <~Dreke Slechte zakenman werd wereldberoemd als mensenvriend Dat de Zwitser Henry Dunant de man is geweest, die de stoot gaf tot de oprichting van het In ternationale Roode Kruis, weet elk schoolkind. Een merkwaardige omstandig heid is, dat Dunants zakelijke problemen hem leidden naar het slagveld van Solferino, waar de gedachte aan een internationale hulporganisatie bij hem wortel schoot. Dunant, een Zwitserse zaken man, heeft de drang tot helpen, voortspruitend uit zijn diepe ge loofsovertuiging, reeds jong ge voeld en in daden omgezet. Zo wel de beoefening van de barm hartigheid als de studie van de bijbel heeft hij, door het stichten van verenigingen daartoe, aange moedigd. Maar hij was daarnaast een zakenman met fantasie. Hij zag de grote mogelijkheden in het door Frankrijk bezette Noord-A- frika en stichtte daar een naamlo ze vennootschap, met het kapitaal van mensen, die vertrouwen in hem hadden, maar weinig van zijn zakenmanskwaliteiten af wisten. Dunant had voor de exploitatie van zijn maalderijen in Djélima de medewerking van de Franse regering nodig; de ambtelijke mo lens maalden echter veel en veel langzamer dan de zijne. Impul sief man als hij was, besloot hij naar Parijs te gaan om schot ach ter de zaak te zetten en zijn be klag over de ambtelijke tegen werking te doen bij niemand min der dan Keizer Napoleon III. De keizer had echter wel wat anders aan zijn hoofd dan de mo lens van meneer Dunant. Hij voerde oorlog tegen Oostenrijk en vertoefde ergens in Lombardije. De voortvarende Dunant besloot - de keizer te volgen, haalde hem in bij Magenta, waar hij juist de Oostenrijkers had verslagen, en volgde hem naar Solferino, waar een tweede en beslissende slag plaats had. De Oostenrijkers trok ken terug. Deze slag bij Solferino was een ware mensenslachting. De gene raals van beide kanten lieten hun kanonnenvlees oprukken en toen de slag was afgelopen, waren de heuvels bij Solferino bedekt met de lichamen van meer dan veer tigduizend dode en gewonde Fransen en Oostenrijkers. 's Nachts na de slag dwaalde Dunant over het slagveld en zijn gedachten aan zijn zakelijke pro blemen maakten spoedig plaats voor ontzetting om het ontzaglij ke leed, dat hij aanschouwde. De Franse geneeskundige dienst was slecht geoutilleerd, had mensen en materiaal tekort. Om de Oosten rijkers bekommerde zich niemand. Hun leger was afgetrokken en de gewonden bleef niets anders o- ver dan te liggen sterven. Allen zonder onderscheid. Maar voor Dunant waren het allemaal mensen, Oostenrijkers en Fransen. Hij alarmeerde de bevol king van Castiglione, liet de ge wonden naar een inderhaast ont ruimde kerk brengen en zette de dokters aan het werk. De krijgs gevangen Oostenrijkse militaire artsen konden hier hun werk doen, maar het was voor hen zo wel als voor hun Franse collega's een moeilijke stap elkaar niet lan ger als vijanden te beschouwen en medische hulp te verlenen aan vriend en vijand zonder onder scheid. Maar hier werd de Rode- Kruisgedachte voor het eerst tot daad. Dunant zag als in een visioen, dat alleen een internationale over eenkomst de mogelijkheid zou scheppen van een voldoende ver zorging van oorlogsslachtoffers. En dat visioen had hem zo te pak ken, dat, toen de volhardende man eindelijk bij de keizer werd toegelaten, hij zijn zakenproble- men vergat en alleen over deze kwestie sprak. Dunant schreef zijn boek „Herinneringen aan Solferi no", dat de wereld schokte en in derdaad de stoot gaf tot oprich ting van een internationale orga nisatie. Dat liep niet allemaal van een leien dakje en vele weerstanden moesten worden overwonnen. Maar toen Napoleon III opnieuw ten oorlog trok (de Frans-Duitse oorlog van 1870), werd de Rode- Kruisconventie, waaronder de me dische helpers bescherming geno ten en hulp werd verleend aan ge wonden van alle partijen zonder onderscheid, in praktijk gebracht. Failliet. Dunant werd inmiddels op onaan gename wijze herinnerd aan het feit, dat hij zijn zaken had ver waarloosd. Een proces eindigde met zijn faillietverklaring. In Ge- nève, in Zwitserland was zijn naam voortaan getekend met een zwarte kool. Uiteindelijk belandde hij door de zorg van vrienden in een te huis voor bejaarden in Heiden- Appenzell en daar sleet hij zijn laatste levensdagen in armoede. Toen, plotseling, werd men er zich van bewust, dat het déze man was geweest, die tot dit prachtige werk de stoot had ge geven, en keerde het getij. De vergeten gestichtsbewoner werd nu overladen met eerbewijzen. De kroon op zijn werk was, dat hem in 1901 de Nobelprijs voor de Vrede werd uitgereikt. Langzamerhand veranderde de doelstelling van het Rode Kruis. Het was, ook op het slagveld, nog altijd het symbool van menslie vendheid. Maar de medische ver zorging van de soldaten werd al meer de zorg van de legerleiding, de hulp van vrijwilligers werd o- verbodig. Zo werd het Rode Kruis steeds meer een rampenorganisa tie, die gereed stond om hulp te bieden bij aardbevingen, overstro mingen en andere catastrofale ge beurtenissen. Als zodanig viert het Rode Kruis dit jaar zijn eeuwfeest in een we reld, waarin het zodanig vaste voet heeft gekregen, dat het daaruit niet meer is weg te denken. (Nadruk verboden). Strijdvraag in Amerika: NNP De Amerikaanse mari ne aarzelt over de toekomst van vier „great old ladies", vier enor me slagschepen, die tijdens de strijd in de Stille Oceaan tijdens de Tweede Wereldoorlog grote roem hebben geoogst. De Navy meent, dat ook al gezien de enorme kosten, welke zijn ver bonden aan het in de vaart hou den van de reusachtige oorlogs bodems het niet meer lonend is de gevaartes te handhaven, zelfs niet in de zogenaamde „mot- tenballen-vloot". De enige moge lijkheid lijkt het weinig eervolle einde onder de nietsontziende handen van de sloper. Hiertegen klinken nu felle pro testen. De vier trotse verschijnin gen uit een bewogen, maar voor bij tijdperk zijn de Missouri („Mighty Mo"), de Iowa („Big I"), de New Jersey („Big Jay") en de Wisconsin („de Wishkey"). Deze schepen, genoemd naar Ameri kaanse staten zijn zo nauw verbonden met de Amerikaanse historie, dat het heiligschennis zou zijn hen naar de sloper te brengen, zo zeggen vele Ameri kanen. Aan boord van de Missou ri bijvoorbeeld ondertekenden de Japanners hun onvoorwaardelijke overgave aan de Amerikaanse o- verwinnaars, waarmee de Twee de Wereldoorlog definitief tot een eind kwam. Een beslissing over dit viertal is nog niet genomen. Over drie andere grote slagschepen is al een doodvonnis uitgesproken. Zij zul len binnenkort worden overgedra gen aan de gretige schroothande- laren. Het zijn de „Alabama", de „Indiana" en de „Massachusetts", bijgenaamd „Big Mamie". Vorig jaar oktober werd al de „South Dakota" als schroot verkocht voor 1,7 miljoen gulden. Dit slagschip werd te water gelaten in juni 1941 nadat de marine er 285 miljoen gulden voor had neergeteld. De „South Dakota" verwierf grote faam door tijdens *de keiharde strijd om Guatemala samén met de „Indiana" een grote Japanse vloot, die talrijke Amerikaanse kruisers en bevoorradingsschepen tot zinken hadgebracht, te ver drijven, waardoor de landing op het eiland een succes kon worden. De „South Dakota" was wat kleiner dan de vier reuzen, waar over nu moet worden beslist: 35 duizend tegen 45 duizend ton. De Navy heeft voor het viertal dan ook heel wat meer moeten beta len de bouwkosten bedroegen per schip zo'n vierhonderd mil joen gulden. Geen wonder, dat de Navy nu zorgvuldig alle moge lijkheden aftast en de schepen niet zonder meer afdankt. Een be langrijke factor vormt echter het hoge totaal van de onderhouds kosten: per jaar en per schip on geveer 25 miljoen gulden. Een wat te hoge prijs om het viertal, zoals een suggestie leidde, in dienst te houden voor vlagver toon in buitenlandse havens. Sommige marinedeskundigen me nen, dat er wel een mogelijkheid moet bestaan om de schepen om te bouwen tot enorme tankers of bevoorradingsschepen. Maar de slagschepen lusten zelf ook wel een druppeltje olie, zodat zij voor namelijk als tanker voor zichzelf zouden dienen. En dat loont niet alle moeite. Een derde voorstel staat in nauw verband met de moderne marinestrategie. .Daarin is geen plaats voor grote landingsopera ties, zoals die tijdens de Tweede Wereldoorlog zo veelvuldig zijn voorgekomen Normandië, Noord-Afrika, de eilanden in de Pacific., Dergelijke grootscheepse manouvres zijn door de dreiging van atoomwapens die juist doeltreffend worden als zij kun nen worden gebruikt tegen grote concentraties vrijwel onmoge lijk. Het is echter niet ondenk baar, dat bij plaatselijke conflicten de mariniers als landingstroepen weer te hulp moeten worden ge roepen. En in zo'n geval zijn de enorme 16-inch kanonnen van schepen als de Missouri kanon nen, welke op geen andere oor logsbodem zijn geplaatst vrij wel onmisbaar. Dat plaatselijke amfibische operaties onder de hui dige omstandigheden niet tot de onmogelijkheden behoren, werd bewezen tijdens de Cubaanse cri sis. Amerika had toen ettelijke di visies klaar staan voor een landing op het eiland. Als de beslissing van de marine toch negatief uitvalt, is er als laatste redmiddel voor de gigan ten de mogelijkheid, dat de staat, wiens naam ze dragen, hen adop teert. De schepen kunnen dan worden verankerd als blijvende monumenten „iedere keer, dat een kleine jongen aan boord van zo'n schip komt, zal hij iets kun nen proeven van hetgeen deze bo dems hebben gedaan voor Ameri ka en een idee krijgen van de be tekenis van een zeemacht", zo zei een Amerikaans officier. Bekend is, dat New Jersey al zo'n verzoek heeft ingediend in verband met de herdenking van de oprichting van de staat, die in 1964 zal wor den gevierd. (Nadruk verboden). Moderne infanterist behoeft niet meer te lopen Het Nederlandse leger heeft de beschikking gekregen over een aantal gepantserde rupsvoertuigen voor vervoer van infanterie. De komst van dit materiaal betekent het einde van een eeuwenoude op vatting: „De infanterist heeft als voornaamste hulpmiddel zijn voe ten". Het voornaamste onderdeel van de opleiding voor infanterist is altijd geweest het „kruip door, sluip door"-werk. En ook het bag geren door onbegaanbaar terrein en dan liefst nog met een zo zwaar mogelijke bepakking werd zeer in tensief beoefend. Maar daar komt nu verandering in. Want de in fanterist zal nu ook moeten leren omgaan met het nieuwe materi aal en dat zal wel een prettige aanvulling van het opleidingssche ma zijn. De „zandhazen" laten zich voortaan per wiel brengen zover als mogelijk is, pas daarna gaan ze te voet verder. De fabriek, die deze pantser voertuigen maakt, is de Franse Atelier de Construction d' Issy les Moulineux, afgekort AMX. Deze afkorting is al zo ingeburgerd in de militaire voertaal, dat men het niet anders dan over de AMX heeft als de nieuwe wagens wor den bedoeld. De militaire deskun digen zijn bijzonder ingenomen met de nieuwe aanwinst. Als voor naamste winstpunten zien zij een belangrijke vergroting van de stootkracht van de infanterie en bovendien krijgen de manschap pen veel meer bescherming tegen vijandelijk vuur en tegen straling. De eerste kennismaking met de AMX-familie dateert uit 1958. In dat jaar zocht de Nederlandse le gerleiding naar vervangingsmate riaal voor de lichte Amerikaanse tank van de cavalerie, de „Chaf fee". Op deze speurtocht brach ten enige officieren een bezoek aan de AMX-fabrieken en maak ten daar kennis met verscheide ne typen rupswagens. Het bijzon dere was, dat deze typen alle op hetzelfde chassis konden worden gemonteerd. Toen was de keuze snel gemaakt. Daarbij komt nog, dat de Fransen graag bereid wa ren om aan allerlei speciale wen sen van de Nederlanders gehoor te geven. De AMX voor de infanterie is ongeveer zes meter lang. ruim twee meter hoog en een halve me ter breed. De rupsbanden zien niet op tegen sloten van 60 tot 80 cm breed en ook een helling van 60 °/o is een zacht eitje voor dit voertuig. De snelheid van deze „rupsen" is wel iets groter dan die van zijn naamgenoten in het die renrijk. Een gangetje van 60 km per uur op de weg is heel ge woon en in het terrein gaat het nog altijd met zo'n 12 tot 15 km. De opleiding voor het gebruik van de rupsvoertuigen gebeurt in Veldhoven. Het opleidingscentrum luistert naar de naam PIROC, het geen betekent Pantser Infanterie Opleidingscentrum. Niet alleen de chauffeurs van infanterie, artille rie, genie en geneeskundige dienst leren hier met de nieuwelingen omgaan. Ook de officieren en on derofficieren worden hier ver trouwd gemaakt met het nieuwe materiaal. Verder leren de infante risten hoe zij zich moeten aanpas sen aan de nieuwe mogelijkheden. Op een braakliggend stuk land, naast het Prinses Irenekamp is een mooi parcours uitgezet voor de AMX: vijf onderling verbon den „krakelingen" van een halve meter dik beton, samen tien kilo meter lang. Hier kunnen de chauf feurs naar hartelust alle capriolen met hun rupsvoertuigen uithalen zonder gevaar een of ander obsta kel te raken. De militairen, die tot nu toe met de AMX hebben gewerkt, zijn wel te spreken over de nieu we aanwinst. Er waren wel even moeilijkheden toen de chauffers van drietonners, gewend als zij waren aan een glad stuurwiel, zo'n rare stuurknuppel in hun han den kregen. Maar ook dat went wel en nu rijden zij alsof ze nooit iets anders hebben gedaan. Er zijn ook wel nadelen aan het nieu we vervoermiddel. De lading, be staande uit negen infanteristen per wagen, wordt nogal fors be proefd op de sterkte van de maag. Menig infanterist heeft zich dan ook na een ritje met de AMX aan het oog van zijn kameraden moe ten onttrekken. De komst van de AMX heeft ook nieuwe kansen geschapen voor kleine dienstplichtigen. Voor al candidaten voor de infanterie zullen in de toekomst waarschijn lijk nog eens nauwkeurig worden nagemeten bij de keuring. Wat is namelijk het geval? De gepantser de personeelsvoertuigen zijn wat afmetingen betreft afgestemd op de lengte van de Franse soldaat. En die Franse soldaat is niet zo bijster groot. Het gevolg daarvan is, dat het nieuwe voertuig uitste kend geschikt is voor de Neder landse militair, als hij maar niet langer is dan 1.75 meter. Mis schien krijgen kleine infanteristen hier dan eindelijk hun grote kans. (Nadruk verboden). NUTSDEPARTEMENT NOORD-BEVELAND in samenwerking met de Z.V.U. Vrijdag 5 april 1963, 20 uur in „De Stadswijnkelder" te Kort- gene: Werken o.a. van Mozart, Beethoven, Cfiopin en Gurshwin. Toegangsbew. a 2,jeugd ƒ1. Verkrijgbaar bij A. J. Mijnsbergen, Frans de Hollanderlaan 19, Goes, telefoon (01100) 78 65 en W. Goossen, Juliana- straat 2, Kortgene. Bij voldoende belangstelling busvervoer van en naar Goes. Foto Tijdelijk Korte Delft 5 Telefoon 27 31 MIDDELBURG SLAGERIJ VERBURG biedt u a.s. dinsdag 500 gram mager spek 750 gram runderlappen samen 4.60 Tedere donderdag gehaktdag 1.25 per 500 gram Zaterdag 100 gram rookvlees 100 gram ham voor slechts 1.05 500 gram doorregen runderlappen 1.75 per 500 gram A. A. VERBURG Kaaistraat 19 - Kortgene Telefoon (01108) 3 04 Zondagdicnst artsen Dit weekend doen dienst dok ter Janssen, tel. (01108) 3 19 en dokter Bruynzeel, tel. (01107) 3 18. PREDIKBEURTEN voor zondag 31 maart Ned. Herv. Kerk Wissenkerkc 10 uur de heer Louwerse en 2.30 uurds. Koole. Ned. Herv. Kerk Kats 10 uur ds. J. van Dam van Wil lebroek (België) en 2 uur ds. Vis- beek (biddag voor het gewas). Ned. Herv. Kerk Kamperland 10 uur ds. Koole en 2.30 uur ds. Van Dam. Ned. Herv. Kerk Kortgene 10 uur ds. Willekes en 2.30 uur ds. Willekes, Doopdienst. Ned. Herv. Kerk Geersdijk 10 en 2.30 uur de heer Kraak. Ned. Herv. Kerk Colijnsplaat 10 uur ds. Dijkmeijer, Jeugddienst en 2.30 uur ds. Dijkmeijer. Gcref. Kerk Wissenkerke 10 uur leesdienst en 2.30 uur ds. Kats" van Goes. Geref. Kerk Geersdijk 10 en 2.30 uur ds. Van Aller. Geref. Kerk Kamperland 9.30 en 2.30 uur ds. Radder. Geref. Kerk Colijnsplaat 10 en 2.30 uur ds. Van Rheenen. Geref. Gem. Kortgene Heden zaterdag 30 maart 7.15 uur de heer D. Hakkenberg van Vee- nendaal. 10, 2.30 en 6 uur leesdienst. Woensdag 3 april 7.15 uur ds. A. F. Honkoop van Goes. Geref. Gem. Kamperland 10, 2.30 en 6 uur leesdienst. Geref. Gem. Colijnsplaat 10, 2 en 6 uur de heer Hakken berg van Veenendaal. STEUNT DE SIMAVI-COLLECTE VAN 1 TOT EN MET 6 APRIL Het plaatselijk SIMAVI-comité doet een warm beroep op alle ingezetenen. De actie moet sla gen! Wanneer SIMAVI brieven van doktoren krijgt van de volgende inhoud, dan moet zo'n arts toch geholpen worden. De dokter schrijft: „De acute operaties brengen je soms een wanhoop nabij als er in tussen een paar honderd mensen voos* de deur staan te dringen.. Ik houd uiterlijk om half tien 's avonds op, anders houd ik het niet vol Er blijven nog elke dag velen die niet aan de beurt komen om ingeschreven te worden en als ik 's avonds naar huis ga ligt de grond bezaaid met mensen die niet meer weg kunnen De enige troost in de situatie is, dat je het toch béter ziet worden" Ja, laat het beter worden, me de door de hulp van SIMAVI, door onze plaatselijke collecte! CONCERT DOOR HET NOORDBEVELANDS MANNENKOOR Op vrijdag 22 maart j.l. con certeerde het Noordbevelands Mannenkoor onder leiding van de heer F. Smit voor een goed ge vulde zaal in „De Stadswijnkel der" te Kortgene. Hieraan werkten ook mede een instrumentaal quintet bestaande uit leden van de Kon. Harmonie E.M.M. ter plaatse, ten dele als zelfstandige groep in de eerste helft van het programma, na de pauze als instrumentale begelei ding bij de uitvoering van het Pelgrimskoor uit de opera „Tann- haüser" van Wagner. Het programma vóór de pauze was geheel gewijd aan gedeelten uit de Mattheüs-Passion van Joh. S. Bach en werd, behoudens enke le aarzelende slotaccoorden ge volg van de voor sommigen moei lijke uitspraak van "de Duise tekst? goed gezongen. Het bleek uit de voordracht dat velen van de zangers de betekenis van de in houd van Bacli's passieliederen goed was bijgebracht. Dit kwam de intonatie zeer ten goede. Het quintet gaf een gave ver tolking voornamelijk van het Vor spiel, Marsch und Chor en van het slotkoor uit „The Messiah", "beide van Handel. Na de pauze volgden in te genstelling met de eerste helft van het concert liederen met een meer wereldse inhoud, waar bij juweeltjes als „Die Loreley", .Maneglans", „Die Winter is ver- ganghen" en „De bronzen Klok ken", waardig afgesloten met Psalm 42 en Schoonste Heer Je zus, beide laatste liederen bewerkt door de dirigent. Met droefheid geven wij kennis van het o- verlijden in het zieken huis Oosfwal, van onze beste schoonmoeder,- zuster, schoonzuster en tante, mevr. Aagtje Elisabeth Bierens, (weduwe van de heer A. M. van Nieuwen- huijzen), op de leeftijd van bijna 77 jaar. I. C. Geluk. Fam. Bierens. Fam. v. Nieuwen- huijzen. Goes, 27 maart 1963. Leliestraat 48. De begrafenis zal plaats hebben op heden zaterdag 30 maart om 14 uur, op de algeme ne begraafplaats te Tholen. Hiermede betuigen wij on ze hartelijke dank, mede na mens onze kinderen en klein kinderen, voor de vele blij ken van belangstelling bij on ze 50-jarige echtvereniging. Jac. van Hekke. P. van Hekke - Goulooze. Colijnsplaat, maart 1963. Wij danken u allen beleefd voor de verzonnen laster praatjes. Fam. J. Bouwense. Beatrixstr. 5, Colijnsplaat

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1963 | | pagina 3