Kruistocht Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 17 februari 1962 no. 3079 tegen de uittocht Onbekende zeestroming langs de evenaar De pokken, de koeienmeid en dr. Jenner Het wonderwapen der middeleeuwen Salarisaanpassing voor ambtenaren is noodzaak Het zal naar onze mening niet mogelijk zijn ditmaal een volledi ge overeenstemming te bereiken tussen de regering en alle bonden van overheidspersoneel over het te voeren salarisbeleid in de naaste toekomst. De oorzaak ligt in de eerste plaats bij de voorstellen van de regering tot denivellering van de lonen. Het ligt in het voornemen van de overheid om naast een alge mene verhoging van de lonen met ruim 5% ook nog etappes-gewijze een verhoging van een aantal schaallonen toe te passen, die va rieert van S tot 40 °/o, verdeeld over vier jaren. Tegen de gewoon te van de laatste jaren in, zullen daarbij de lagere lonen procents- gewijze minder verhoogd worden aan de hogere lonen. Wie dus nu al tot de beter betaalden behoort bij de overheid, zal straks naar verhouding nog meer verdienen. Een dergelijk voorstel is moei lijk te verkopen aan bonden, waarvan de leden grotendeels uit lagere en middelbare ambtenaren bestaan. Die leden zullen immers naar verhouding in salaris terug gaan. De gepromoveerden onder hen zullen echter sneller in belo ning stijgen dan tot heden. Achterstand wordt weggewerkt. Het standpunt van de regering laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Zij is van mening dat in de loop der jaren er een achterstand is ontstaan in het op trekken van de beloningen in be ter betaalde functies. Nu mag men dat uit sociaal oogpunt misschien toejuichen, dit gaat zich aan het economisch front wreken. In het bedrijfsleven is er wel een zekere en ruime afstand ge houden tussen de betaling van lagere- en top-functies. Dit bete kent dat ieder die het leidingge ven en het bekleden van top-func ties in zijn mars heeft, zodra hij de kans heeft, over gaat naar het particuliere bedrijfsleven. De o- verheid mist daardoor op belang rijke posten de werkkracht van mensen, die zij beslist nodig heeft i Voor de grootste werkgever van dit land is dit onaanvaardbaar. Het overheidsapparaat moet goed georganiseerd zijn. Praktisch ner gens wordt ontkend dat het be drijfsleven beter betaalt dan de overheid en deze gedachte moet op de arbeidsmarkt verdwijnen. Wordt het overheidsapparaat uit stekend georganiseerd en geleid, dan bestaat de kans dat er tege moet gekomen kan worden aan de in brede kring levende wensen om de aanwas van het ambtena- renleger zoveel mogelijk te be- Cerken. De kosten van de beter etaalde krachten komen er dan met glans weer uit. Gelijke monniken, gelijke kappen. Het bovenstaande betekent niet, dat er niets aan de lager betaal de functies in overheidsdienst moet worden gedaan. Ook deze moeten'in overeenstemming wor den gebracht met overeenkomsti ge functies in het bedrijfsleven. Dit temeer omdat de overheid hier moeilijk als „price-leader" kan optreden. De schijn moet ver meden worden dat de overheid in concurrentie treedt met het be drijfsleven. In wezen krijgt dit dus „eerste keus". Maar achteraf moe ten de salarissen worden aange past met terugwerkende kracht. Het is juist wanneer de ambte naren organisaties beweren dat er evenzeer verloop is bij het lager overheidspersoneel als bij de ho gere ambtenaren, maar organisa torisch is de schade van het ver trek van toppersoneel veel groter. Onze mening wordt er door ver sterkt, dat er een algemene aan passing moet komen met spoed en dat ook de denivellering moet worden doorgezet. Die denivelle ring zal over vier jaren worden gespreid. In de op deze materie betrek king hebbende nota zegt minister Toxopeus dat ook na de aanpas sing bij de overheid nog een ach terstand zal blijven bestaan. Dit wijst er om te beginnen al op, dat het overheidspersoneel dus reeds lang tekort komt. Voorts moeten alle betrokkenen zich ernstig af vragen of het in het licht van de noodzaak van deze aanpassing wel verantwoord is dat over de denivellering vier jaar zal worden gedaan. Op zo'n lang zicht zal de ze nauwelijks effect sorteren. Een inlopen van de achterstand bin nen twee jaar is veel meer ge wenst! En een bedrag ineens? De organisaties van ambtena ren hebben ook een uitkering in eens gevraagd. Wij achten dit niet onbillijk, want hierboven is reeds aangetoond en door de minister erkend dat er reeds lang van ach terstand sprake is. De uitkering in eens wordt gemotiveerd door te wijzen op de bepalingen van gra tificaties, extra maanden loon, tan tièmes etc. Daar kan de overheid niet op ingaan, zo meent de mi nister, want de staat valt niet te vergelijken met een winstgevend bedrijf. Dat laatste is natuurlijk juist, maar het gaat niet om de betaling in loon of uit winst, maar om het totale inkomen dat men, hetzij in overheidsdienst hetzij el ders verdient. Het mengen van het probleem van de pensioenen door deze sa laris-affaire heeft de zaak naar on ze mening vertroebeld. De kwes tie van waardevaste pensioenen moet geheel afzonderlijk worden geregeld. Het gaat nu om de be taling van arbeid tijdens de pro ductieve periode. Er bestaat onzekerheid rond de juistheid van het overheidsloon, die ongegrond is. De economen Zijlstra en De Pous in het kabinet kunnen de overige ministers voor rekenen dat de economische straf voor een te lage beloning in rijks dienst niet zal uitblijven. Er volgt een uittocht van goede krachten. Voorheen had de overheid nog een goede pensioenregeling als trekpleister. Die achterstand is door het bedrijfsleven ingehaald. De overheid zal de achterstand in beloning moeten inlopen. Laat de volksvertegenwoordi ging eieren voor het overheidsgeld kiezen als zij een goede uitvoering van haar besluiten op prijs blijft stellen. Laat zij bij de gewenste percentages voor verhoging de achterstand in vergoeding aan ka merleden als barometer kiezen, dan zal er heus een bevredigende oplossing van het Binnenhof ko men. Drs. Mierlo. (Nadruk verboden). Bejaarden en het Ziekenfonds Uit de vele brieven welke wij zo dagelijks ontvangen, zijn er al tijd bij die handelen over de (ver plichte) vrijwillige ziekenfonds verzekering voor bejaarden. Uit deze brieven blijkt ons dan dat velen een verkeerde mening hebben over de premiebetaling. Premie afhankelijk van het inkomen. Krachtens de wet op de Zie kenfondsverzekering voor bejaar den zijn de ziekenfondsen ver plicht de volgende personen van 65 jaar en ouder, die in Nederland wonen en die niet verplicht ver zekerd mogen zijn, tot de vrijwil lige verzekering toe te laten, zon der daaraan voorwaarden te ver binden, mits hun inkomen niet meer bedraagt dan f 8800.per jaar (verhoogd met f 225.voor elk kind, dat aan de voorwaarden voor mede-verzekering voldoet). a. mannen; b. ongehuwde vrou wen; c. gehuwde vrouwen, die niet voor indirecte verzekering in aanmerking komen; d. gehuwde vrouwen, die kostwinster zijn van haar nog geen 65 jaar oud zijnde echtgenoot. Deze verzekering omvat ook de gezinsleden van de vrijwillige ver zekerde onder de zelfde voorwaar den als voor de verplichte verze kering gelden. Uitgezonderd zijn echter de gezinsleden, niet zijnde de echtgenoot of echtgenote, met een eigen inkomen van meer dan f 18.60 per week. De premie. De hierboven bedoelde bejaar den zijn vanzelfsprekend premie verschuldigd. Nu zijn de meeste onzer lezers de mening toegedaan dat er voor zover de premiebere kening betreft, wordt uitgegaan van het standpunt: gehuwd zijn of niet gehuwd zijn. De verschuldigde premie ligt van 1 januari 1962 af op f 1.01 of f 2.02, maar het is niet zo, dat de alleenstaande f 1.01 betaalt, omdat hij dan alleen is en de ge huwden f 2.02 omdat ze met hun beiden zijn. Dat heeft er niets mee te maken. Naar inkomen. Deze premie is een gezinspre mie. Voor de 65-jarigen en oude ren, die onder de Wet op de Zie kenfondsverzekering voor bejaar den vallen, bedraagt de premie f 1.01 per week bij een inkomen van ten hoogste f 2790.per jaar en f 2.02 per week bij een inko men tussen f 2.790.en f 3.800. per jaar. Een gehuwde met een „bere kend" inkomen van laten we zeg gen f 3.000.per jaar betaalt dus f 2.02 per week voor zich en zijn echtgenote. Ligt dit berekende inkomen op b.v. f 2.000.dan is hij f 1.01 verschuldigd. Of deze persoon nu gehuwd is of niet, doet niet ter zake. Het inkomen is van belang. Hoe wordt dit berekend? De berekening van dit inkomen is niet altijd even eenvoudig, want het is niet zo, dat alleen re kening wordt gehouden met b.v. de uitkering A.O.W. en mogelijk een klein pensioentje of rente, maar onder het inkomen worden b.v. gerekend arbeidsloon, inkom sten uit vermogen, pensioenen e.d. Eventuele ouderdomsinvalidi- teits- en ouderdomsrente tellen ook mee. De inkomsten uit vermogen worden geschat, niet naar de ren te die verkregen wordt van een bankinstelling, maar op 6% voor gehuwden en 8% voor ongehuw- den. Hiervan kan aftrek plaats hebben voor eventuele hypotheek rente, rente voor rentedragende schulden en premie voor levens verzekering van betrokkene of diens echtgenote. De basis van de 6 of 8°/o is gelegen in het feit, dat dit percentage ongeveer het ren dement is van een kapitaal, waar mee lijfrente is gekocht. Als vermogen worden niet aan gemerkt: spaargelden als deze niet meer bedragen dan f 500.sie raden tot een bedrag van f 200, Natuurlijk weet men bij een ziekenfonds bij aanmelding van een nieuwe kandidaat niet direct zijn juiste inkomen, zodat in af wachting van het te houden on derzoek (door de dienst van so ciale zaken) de hoogste premie (f 2.02) wordt gevraagd. Blijkt na het gehouden onderzoek dat het inkomen inderdaad niet hoger ligt dan f 2.790.dan wordt de pre mie vastgesteld op f 1.01 en het te veel betaalde teruggegeven. J. Holtslag. (Nadruk verboden). Een toevallige ontdekking in de Pacific op 30 meter onder de wateroppervlakte Tot nu toe was de evenaar, e- venals de poolcirkels of de lengte en breedtegraden, een van die on zichtbare geografische lijnen over de aardbol. Men kon de evenaar hoogstens voor nieuwelingen op zee, bij de ceremonie van de e- venaarsdoop, met een bijvoorbeeld speciaal voor dit doel bewerkte verrekijker zichtbaar maken. Maar dat is nu voorbij, want de eve naar heeft nu een duidelijke na tuurkundige aanduiding gekregen Oceaanonderzoekers uit de Ver enigde Staten hebben een merk waardige zeestroom ontdekt, die voor een lopend water wel bij zonder beperkt in de breedte was. Terwijl er aan de lengte schier geen einde kwam. Deze drift stroomt door de beide grote we reldzeeën langs de aequator. De aequatorstroom, die op twee na de grootste van de wereld is, ver dient niet alleen onze aandacht orndat hij de evenaar markeert, doch tevens nog vanwege het feit, dat zijn aanwezigheid in strijd is met alle tot nu toe gangbare we tenschappelijke wetten en theorie- Het net werd weggesleurd. Door een toeval kwam men de ze vreemdsoortigste aller zeestro men in 1951 op het spoor. Een klein onderzoekingsvaartuig van het ministerie voor jacht, visserij en natuurbescherming van de Verenigde Staten dreef tijdens een visserijexpeditie op de Stille Oceaan in de nabijheid van de evenaar met een voor de vangst uitgezette apparatuur, welke zich op dat moment ongeveer 50 meter onder de wateropvlakte bevond. Slechts door de opmerkzaamheid van een van de leden van de wacht bemerkte men dat het vis- gerei door een of andere kracht onder water met grote snelheid weggesleept werd. Aanvankelijk dacht men een reuzenvis gevangen te hebben. Maar bij het ophalen bleek hier niets van. Het net was niet voller dan anders. Daarom zette, men het nogmaals uit. Toen lette ie dereen uiteraard scherp op en zie, het net werd weer even heftig weggesleurd en in precies dezelf de richting. Reeds rees toen het vermoeden dat men hier te doen had met een nieuwe blijkbaar on gewoon snelle en krachtige zee stroming, die hierbij dus ontdekt was. In het volgende jaar zond het zelfde ministerie een speciale ex peditie uit voor onderzoekingen in de omgeving van Hawaï, onder leiding van de oceanograaf Crom well, naar wie de stroom later ook genoemd is. Ook in de Atlantische. Drie jaar later werd een twee de speciale expeditie uitge stuurd. Beide expedities vonden bepaalde gedeelten van de stroom ln het kader van het geofysisch jaar werden twee onderzoekings vaartuigen gedurende enige maan den op het spoor gezet van deze geheimzinnige zeestroming, wel ke eeuwenlang ontsnapt was aan de onderzoekingen van de oceano grafen. Door de laatste onderzoe kingen werd het bestaan van deze merkwaardige zeestroming onom stotelijk vastgesteld. Alleen maar door een zuiver toeval had men de snelste en zeer waarschijnlijk de op een na grootste zeestroming van de Stille Oceaan en de op twee na grootste ter wereld ont dekt. Een stroming, die precies en nauwkeurig begrensd over de e- venaar loopt. In 1961 heeft men tenslotte de tegenhanger van deze stroom in de Atlantische Oceaan ontdekt. Het water van de Cromwell- stroom beweegt zich voort met een snelheid van bijna 5 kilometer per uur, de snelheid van een voet ganger dus. Het merkwaardige is nu, dat deze stroming zich op 20 tot 30 meter diepte onder de wa teroppervlakte bevindt, wat ook de reden is van het feit, dat de o- ceaanonderzoekers hem niet eer der ontdekt hebben. 40.000.000 ton per seconde. Dank zij deze bijzonder grote snelheid, zeker voor een zeestro ming zo ver van alle kusten ver wijderd, verplaatst hij volgens be rekeningen van dr. John A. Knauss per seconde 40 miljoen ton water langs de evenaar, over een afstand van minstens 4.000 zeemijlen. In de Stille Oceaan wordt deze Cromwellstroom slechts overtrof fen door de Kuroshiostroom met een verplaatsing van 65 miljoen ton water per seconde en in de Atlantische Oceaan door de be kende Golfstroom met 75 miljoen ton water per seconde, welke laat ste dus nog iets groter is dan zijn Aziatische broeder. Een verklaring van het feit, dat deze evenaarsslroom pas nu ont dekt is, ligt er in, dat alle gang bare oceanografische wetten op hem niet van toepassing zijn. Zeestromingen kon men onder an dere ontdekken door gebruikma king van een serie oceanografi sche maatstaven, zoals bijvoor beeld de bepaling van het zoutge halte, de temperatuur en dicht heid van het water, voorts in e- nige mate met de berekening van de horizontale druk in zee en uit deze gegevens, waarin men de af buiging, de corioliskracht van de draaiing der aarde had doorbe rekend, kan men van tevoren de richting van de door de horizon tale druk veroorzaakte stroom be rekenen. Op deze manier kon praktisch geen stroming van de zee de oceanografen ontgaan. Op de evenaar is de Coriolis kracht niet werkzaam, zodat een berekening van de eaquatorstroom van tevoren niet mogelijk was. De Cromwellstroom van de Stille Zuidzee is eerst op het oostelijk halfrond nauwkeurig gelokali seerd. Op de westelijke helft schijnt hij ook aanwezig te zijn, maar de Japanners, die hier het onderzoek in handen hebben, kun nen nog geen definitief uitsluitsel geven. De voortzetting van de Crom wellstroom in de Atlantische O- ceaan is in 1961 pas ontdekt en draagt zelfs nog geen naam. Dr. W. Lothis. (Nadruk verboden). Sinds mensenheugenis waren de pokken een gesel der mensheid „Ik kan de pokken niet meer krijgen, want ik heb de koepok ken al gehad". Het zijn deze woorden, die een boerenmeid in Engeland tweehonderd jaar gele den tegen dr. Edward Jenner zei, die later een niet te onderschat ten historische betekenis kregen. Zij gaven de stoot tot inspiratie en aanpak van het pokkenprobleem, waardoor deze ziekte kon worden overwonnen. Eigenlijk zijn de pokken een oos terse ziekte, waar ze reeds in voor historische tijden haar slachtoffers maakte. Ze treedt altijd epide misch op, kwam reeds tijdens de middeleeuwen naar Europa en A- frika en verbreidde zich na de ontdekking van Amerika ook in deze nieuwe wereld. De situatie is nu zo, dat er vrijwel geen streek ter wereld te noemen is, of ze heeft kennis gemaakt met deze plaag. Kruistocht vernietigd. In weerwil van het feit, dat de symptomen van deze ziekte een typisch eigen karakter hebben, waardoor ze niet met die van een andere ziekte zijn te verwarren, werd deze ziekte betrekkelijk laat pas exact beschreven. Dat ont neemt ons helaas de mogelijkheid om haar aandeel in de plagen die de mensheid van de oudheid en de middeleeuwen troffen, nauw keurig vast te stellen. Zuivere gegevens op dit ge bied bezitten we wat dit betreft van omstreeks het midden der middeleeuwen en dan nog gro tendeels uit Europa, waar de pok- kenplaag regelmatig optrad en slachtoffers maakte. Zo staat het wel vast, dat de pokken tijdens de kruistochten een belangrijke rol hebben gespeeld in het geringe resultaat van deze ondernemingen Vrijwel de gehele troepenmacht die met Frederik Barbarossa ten strijde trok, viel bijvoorbeeld aan de pokken ten offer. In de dertiende eeuw drong de ziekte tenslotte door tot IJsland en in de vijftiende eeuw zelfs tot Groenland, welk land door deze ziekte vrijwel ontvolkt werd en ongeveer honderd jaar een dood land bleef. In de zestiende eeuw leed geheel Europa onder de pok ziekte. Verschrikkelijke getallen. Om een indruk van de gevol gen van deze ziekte te geven, noe men we enkele cijfers. In 1570 vie len in Neurenberg alleen 1600 kinderen als slachtoffer van een epidemie. Beruchte pokkenjaren in de Europese annalen waren bij voorbeeld 1574, 1641 en tenslotte de jaren van 1719 tot 1723. Alleen' al in Rome stierven in deze laat ste periode 6000 inwoners aan de pokken. In 1766 woedde de plaag in Berlijn, hetgeen omstreeks 1000 stedelingen het leven kostte. Der tig jaar later woedde er een epi demie in Pruisen die 26000 zielen eiste. In Rusland k\vam de ziekte vrij regelmatig voor en men re kent de verliezen in dat land in die tijd op ongeveer twee miljoen personen per jaar. Pokkenepidemieën kwamen ook in de negentiende eeuw voor. In 1818 kostte het 6000 mensen in Marseille het leven en zo ging het ook in zuid-Duitsland, Engeland, Italië en Rusland. Het oorlogsjaar 1870/71 was een berucht pokken- jaar waarin, door de inmiddels ontdekte inentingsmethode, vrij weinig soldaten maar wel veel burgers het slachtoffer werden.. Primitieve vaccinatie. Deze ziekte, die in de loop der eeuwen een ongeteld aantal men senlevens geëist had en waarnaast tevens een groot aantal voor hun leven door de pokken getekend werden, schreeuwde als het wa re om een flinke aanpak. De man die deze pestilentie zou temmen hebben wij reeds genoemd, het was de Engelse plattelandsdokter dr. Edward Jenner. Hij kwam tot dit succes door de woorden van dat eenvoudige melkstertje. Hij was overigens niet de enige die het reeds opgevallen was, dat de boeren die koepokken gehad hadden voor geruime tijd tegen de echte pokken beschermd waren. Men kan zelfs zeggen, dat wan neer we het begrip vaccinatie wat erg ruim opvatten gunstige re sultaten op dit gebied reeds lang voordien bereikt waren in Indië en Perzië en regelmatig toegepast werden. Ook Alexander van Hum boldt berichtte over soortgelijke methoden die hij had waargeno men bij de herdersstammen in Mexico. Later had men ook in Frankrijk de inenting met een verzwakte ziekteverwekker gepro beerd en gedeeltelijk met gunsti ge resultaten. Alles bijeen was het toch maar voor een groot deel een kwestie van toeval. Het is Jenners verdienste, dat hij deze materie systematisch en met grote w etenschappelijke zuiverheid te lijf ging. In het gebied waar Jenner werkte, waren vele lieden die de koepokken hadden gehad, maar het viel niet mee er een aantal te vinden, die bereid waren aan het experiment van Jenner mee te werken. Tenslotte lukte het hem, zestien personen die koepokken hadden gehad, verklaarden zich bereid een inenting met de ziek teverwekker van echte pokken te ondergaan. Tol grote opluchting van alle betrokkenen gelukte het experiment, geen van de proef personen werd ziek. Dc proef op de som. Nu kon Jenner verder gaan met het echte experiment en wel dat op een achtparige jongen die geen koepokken had gehad. Op de 14de mei 1796 vond dit experiment plaats. Jenner entte de jongen in met koepokstof, om hem drie we ken later de echte poksmetstof toe te dienen. Het experiment verliep tot volle tevredenheid. Jenner had de eerste, echte, op wetenschappelijke basis staande inenting tegen de gevreesde pok kenziekte met succes verricht. Het was trouwens ook de enige maal in de geschiedenis van de medische wetenschap dat er een entstof werd ontdekt zonder dat men de eigenlijke ziekteverwek ker kende, ja, er zelfs geen flauw vermoeden van had. Later ontdek te men, dat de verwekker van de pokken een virus is, dat onder de normale lichtmicroscoop niet zichtbaar is. Slechts nadat de e- lectronenmicroscoop ten dienste stond kon men er kennis mee ma ken, maar dat was zo'n honderd vijftig jaar later Jenner was echter met zijn be haalde resultaten niet tevreden. Hij experimenteerde verder en deed nog andere interessante ont dekkingen. Pas toen besloot hij datgene wat hij bereikt had, we reldkundig te maken en wel door een rapport uit te brengen aan de „Royal Cociety of Public Health", de Koninklijke vereniging voor volksgezondheid. Inenten of niet? Toen de publicaties van zijn hand verschenen, werd hij een ge vierd man. Overal beschouwde men hem als de bedwinger van de pokken. Er werden in diverse landen Jenner-verenigingen opge richt die zich de inenting tegen pokken en de verbreiding van de ze methode ten doel stelden. De Italiaanse arts dr. Sacco, die roem heeft verworven door een verbe terde inentingsmethode te ont wikkelen, entte alleen persoonlijk niet minder dan een half mil joen mensen in. In vele landen werd omstreeks het jaar 1874 een wet aangenomen die inenting ver plicht stelde, althans wanneer men geen gegronde bezwaren had. Natuurlijk kwamen er bij de in entingen ook mislukkingen voor, en tengevolge hiervan zijn er ook tegenstanders van het inenten, en die vinden we heden ten dage nog. Niemand zal namelijk be strijden dat het ook wel voor komt, dat een inenting geen suc ces heeft. Er zijn namelijk men sen, die na zo'n inenting geen antistoffen tegen de ziekte vor men en die mensen kunnen dus ■el degelijk pokken krijgen. De jongste gebeurtenissen hebben dat trouwens weer bewezen. Ten slotte is er geen prophylaktische of therapeutische methode in de medische wetenschap die bij alle mensen voor honderd procent werkt. Ook zijn enkele personen na vaccinatie overleden, tengevol ge waarvan in ons land de ver plichting tot inenting verscheide ne jaren werd opgeheven. Er lo pen nu dus vele mensen rond die niet bestand zijn tegen een be smetting. Vaccinatie op rijpere leeftijd kan evenwel in bepaalde ongunstige gevallen enig gevaar opleveren. Zij staan daarom op dit ogenblik voor een ernstig dilem ma. De tegenstanders uit principe maken echter een fout. Zij zien al die miljoenen mensen over het hoofd, die dank zij hun inenting in leven bleven, of die zelfs de ziekte niet kregen. Voor hen zou het wel eens nuttig zijn de statis tieken te vergelijken van de lan den waar regelmatig en correct de inenting wordt toegepast en van die landen waar men er niets aan doet. Dr. H. J. Wasserburger. (Nadruk verboden). Nog steeds weten we de waarheid niet over het „Griekse vuur" In de vroege middeleeuwen werd het christelijk avondland ernstig bedreigd door de zoge naamde Turken. Het ging hier feitelijk niet alleen om Turken, maar om de islamietische legers die te vuur en te zwaard trach ten het mohammedaanse geloof te verbreiden. Die legers bestonden uit Arabieren, Perzen en Turken. In het westen trokken ze over de Straat van Gibraltar, het Iberisch schiereiland binnen en kwamen ze zelfs over de Pyreneeën. In het oosten vocht het Oostromeinse rijk als bolwerk van het christen dom aan de rand van Europa. I^e zwakke keizers van Byzan tium moesten zich voortdurend verweren tegen de islamietische aanvallen. Zij deden dat met ver nuftige diplomatieke handigheid jes, maar ook met een wel zeer verfijnde krijgstechniek, die ons twintigste eeuwers verwondert om zijn „moderniteit". Wat wij er van weten, komt uit Romeinse ge schriften en is in veel gevallen helaas niet duidelijk genoeg om ons een juist beeld van een en ander te geven. Eerste toepassing van petroleum? Omstreeks het jaar 700 vonden de Byzantijnen een geheim wapen uit, het Griekse vuur. Het speelt in de Middeleeuwen een belang rijke rol, maar nergens vinden we

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1962 | | pagina 3