Kruistocht
Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 17 februari 1962 no.
3079
tegen de uittocht
Onbekende zeestroming
langs de evenaar
De pokken, de koeienmeid
en dr. Jenner
Het
wonderwapen
der
middeleeuwen
Salarisaanpassing voor ambtenaren is noodzaak
Het zal naar onze mening niet
mogelijk zijn ditmaal een volledi
ge overeenstemming te bereiken
tussen de regering en alle bonden
van overheidspersoneel over het te
voeren salarisbeleid in de naaste
toekomst. De oorzaak ligt in de
eerste plaats bij de voorstellen
van de regering tot denivellering
van de lonen.
Het ligt in het voornemen van
de overheid om naast een alge
mene verhoging van de lonen met
ruim 5% ook nog etappes-gewijze
een verhoging van een aantal
schaallonen toe te passen, die va
rieert van S tot 40 °/o, verdeeld
over vier jaren. Tegen de gewoon
te van de laatste jaren in, zullen
daarbij de lagere lonen procents-
gewijze minder verhoogd worden
aan de hogere lonen. Wie dus nu
al tot de beter betaalden behoort
bij de overheid, zal straks naar
verhouding nog meer verdienen.
Een dergelijk voorstel is moei
lijk te verkopen aan bonden,
waarvan de leden grotendeels uit
lagere en middelbare ambtenaren
bestaan. Die leden zullen immers
naar verhouding in salaris terug
gaan. De gepromoveerden onder
hen zullen echter sneller in belo
ning stijgen dan tot heden.
Achterstand wordt weggewerkt.
Het standpunt van de regering
laat aan duidelijkheid niets te
wensen over. Zij is van mening
dat in de loop der jaren er een
achterstand is ontstaan in het op
trekken van de beloningen in be
ter betaalde functies. Nu mag men
dat uit sociaal oogpunt misschien
toejuichen, dit gaat zich aan het
economisch front wreken.
In het bedrijfsleven is er wel
een zekere en ruime afstand ge
houden tussen de betaling van
lagere- en top-functies. Dit bete
kent dat ieder die het leidingge
ven en het bekleden van top-func
ties in zijn mars heeft, zodra hij
de kans heeft, over gaat naar het
particuliere bedrijfsleven. De o-
verheid mist daardoor op belang
rijke posten de werkkracht van
mensen, die zij beslist nodig heeft
i Voor de grootste werkgever van
dit land is dit onaanvaardbaar.
Het overheidsapparaat moet goed
georganiseerd zijn. Praktisch ner
gens wordt ontkend dat het be
drijfsleven beter betaalt dan de
overheid en deze gedachte moet
op de arbeidsmarkt verdwijnen.
Wordt het overheidsapparaat uit
stekend georganiseerd en geleid,
dan bestaat de kans dat er tege
moet gekomen kan worden aan
de in brede kring levende wensen
om de aanwas van het ambtena-
renleger zoveel mogelijk te be-
Cerken. De kosten van de beter
etaalde krachten komen er dan
met glans weer uit.
Gelijke monniken, gelijke kappen.
Het bovenstaande betekent niet,
dat er niets aan de lager betaal
de functies in overheidsdienst
moet worden gedaan. Ook deze
moeten'in overeenstemming wor
den gebracht met overeenkomsti
ge functies in het bedrijfsleven.
Dit temeer omdat de overheid
hier moeilijk als „price-leader"
kan optreden. De schijn moet ver
meden worden dat de overheid in
concurrentie treedt met het be
drijfsleven. In wezen krijgt dit dus
„eerste keus". Maar achteraf moe
ten de salarissen worden aange
past met terugwerkende kracht.
Het is juist wanneer de ambte
naren organisaties beweren dat er
evenzeer verloop is bij het lager
overheidspersoneel als bij de ho
gere ambtenaren, maar organisa
torisch is de schade van het ver
trek van toppersoneel veel groter.
Onze mening wordt er door ver
sterkt, dat er een algemene aan
passing moet komen met spoed en
dat ook de denivellering moet
worden doorgezet. Die denivelle
ring zal over vier jaren worden
gespreid.
In de op deze materie betrek
king hebbende nota zegt minister
Toxopeus dat ook na de aanpas
sing bij de overheid nog een ach
terstand zal blijven bestaan. Dit
wijst er om te beginnen al op, dat
het overheidspersoneel dus reeds
lang tekort komt. Voorts moeten
alle betrokkenen zich ernstig af
vragen of het in het licht van de
noodzaak van deze aanpassing
wel verantwoord is dat over de
denivellering vier jaar zal worden
gedaan. Op zo'n lang zicht zal de
ze nauwelijks effect sorteren. Een
inlopen van de achterstand bin
nen twee jaar is veel meer ge
wenst!
En een bedrag ineens?
De organisaties van ambtena
ren hebben ook een uitkering in
eens gevraagd. Wij achten dit niet
onbillijk, want hierboven is reeds
aangetoond en door de minister
erkend dat er reeds lang van ach
terstand sprake is. De uitkering in
eens wordt gemotiveerd door te
wijzen op de bepalingen van gra
tificaties, extra maanden loon, tan
tièmes etc. Daar kan de overheid
niet op ingaan, zo meent de mi
nister, want de staat valt niet te
vergelijken met een winstgevend
bedrijf. Dat laatste is natuurlijk
juist, maar het gaat niet om de
betaling in loon of uit winst, maar
om het totale inkomen dat men,
hetzij in overheidsdienst hetzij el
ders verdient.
Het mengen van het probleem
van de pensioenen door deze sa
laris-affaire heeft de zaak naar on
ze mening vertroebeld. De kwes
tie van waardevaste pensioenen
moet geheel afzonderlijk worden
geregeld. Het gaat nu om de be
taling van arbeid tijdens de pro
ductieve periode.
Er bestaat onzekerheid rond de
juistheid van het overheidsloon,
die ongegrond is. De economen
Zijlstra en De Pous in het kabinet
kunnen de overige ministers voor
rekenen dat de economische straf
voor een te lage beloning in rijks
dienst niet zal uitblijven. Er volgt
een uittocht van goede krachten.
Voorheen had de overheid nog
een goede pensioenregeling als
trekpleister. Die achterstand is
door het bedrijfsleven ingehaald.
De overheid zal de achterstand in
beloning moeten inlopen.
Laat de volksvertegenwoordi
ging eieren voor het overheidsgeld
kiezen als zij een goede uitvoering
van haar besluiten op prijs blijft
stellen. Laat zij bij de gewenste
percentages voor verhoging de
achterstand in vergoeding aan ka
merleden als barometer kiezen,
dan zal er heus een bevredigende
oplossing van het Binnenhof ko
men.
Drs. Mierlo.
(Nadruk verboden).
Bejaarden
en het Ziekenfonds
Uit de vele brieven welke wij
zo dagelijks ontvangen, zijn er al
tijd bij die handelen over de (ver
plichte) vrijwillige ziekenfonds
verzekering voor bejaarden.
Uit deze brieven blijkt ons dan
dat velen een verkeerde mening
hebben over de premiebetaling.
Premie afhankelijk
van het inkomen.
Krachtens de wet op de Zie
kenfondsverzekering voor bejaar
den zijn de ziekenfondsen ver
plicht de volgende personen van
65 jaar en ouder, die in Nederland
wonen en die niet verplicht ver
zekerd mogen zijn, tot de vrijwil
lige verzekering toe te laten, zon
der daaraan voorwaarden te ver
binden, mits hun inkomen niet
meer bedraagt dan f 8800.per
jaar (verhoogd met f 225.voor
elk kind, dat aan de voorwaarden
voor mede-verzekering voldoet).
a. mannen; b. ongehuwde vrou
wen; c. gehuwde vrouwen, die
niet voor indirecte verzekering in
aanmerking komen; d. gehuwde
vrouwen, die kostwinster zijn van
haar nog geen 65 jaar oud zijnde
echtgenoot.
Deze verzekering omvat ook de
gezinsleden van de vrijwillige ver
zekerde onder de zelfde voorwaar
den als voor de verplichte verze
kering gelden. Uitgezonderd zijn
echter de gezinsleden, niet zijnde
de echtgenoot of echtgenote, met
een eigen inkomen van meer dan
f 18.60 per week.
De premie.
De hierboven bedoelde bejaar
den zijn vanzelfsprekend premie
verschuldigd. Nu zijn de meeste
onzer lezers de mening toegedaan
dat er voor zover de premiebere
kening betreft, wordt uitgegaan
van het standpunt: gehuwd zijn
of niet gehuwd zijn.
De verschuldigde premie ligt
van 1 januari 1962 af op f 1.01
of f 2.02, maar het is niet zo, dat
de alleenstaande f 1.01 betaalt,
omdat hij dan alleen is en de ge
huwden f 2.02 omdat ze met hun
beiden zijn. Dat heeft er niets
mee te maken.
Naar inkomen.
Deze premie is een gezinspre
mie. Voor de 65-jarigen en oude
ren, die onder de Wet op de Zie
kenfondsverzekering voor bejaar
den vallen, bedraagt de premie
f 1.01 per week bij een inkomen
van ten hoogste f 2790.per jaar
en f 2.02 per week bij een inko
men tussen f 2.790.en f 3.800.
per jaar.
Een gehuwde met een „bere
kend" inkomen van laten we zeg
gen f 3.000.per jaar betaalt dus
f 2.02 per week voor zich en zijn
echtgenote.
Ligt dit berekende inkomen op
b.v. f 2.000.dan is hij f 1.01
verschuldigd. Of deze persoon nu
gehuwd is of niet, doet niet ter
zake. Het inkomen is van belang.
Hoe wordt dit berekend?
De berekening van dit inkomen
is niet altijd even eenvoudig,
want het is niet zo, dat alleen re
kening wordt gehouden met b.v.
de uitkering A.O.W. en mogelijk
een klein pensioentje of rente,
maar onder het inkomen worden
b.v. gerekend arbeidsloon, inkom
sten uit vermogen, pensioenen
e.d. Eventuele ouderdomsinvalidi-
teits- en ouderdomsrente tellen
ook mee.
De inkomsten uit vermogen
worden geschat, niet naar de ren
te die verkregen wordt van een
bankinstelling, maar op 6% voor
gehuwden en 8% voor ongehuw-
den. Hiervan kan aftrek plaats
hebben voor eventuele hypotheek
rente, rente voor rentedragende
schulden en premie voor levens
verzekering van betrokkene of
diens echtgenote. De basis van de
6 of 8°/o is gelegen in het feit, dat
dit percentage ongeveer het ren
dement is van een kapitaal, waar
mee lijfrente is gekocht.
Als vermogen worden niet aan
gemerkt: spaargelden als deze niet
meer bedragen dan f 500.sie
raden tot een bedrag van f 200,
Natuurlijk weet men bij een
ziekenfonds bij aanmelding van
een nieuwe kandidaat niet direct
zijn juiste inkomen, zodat in af
wachting van het te houden on
derzoek (door de dienst van so
ciale zaken) de hoogste premie
(f 2.02) wordt gevraagd. Blijkt na
het gehouden onderzoek dat het
inkomen inderdaad niet hoger ligt
dan f 2.790.dan wordt de pre
mie vastgesteld op f 1.01 en het te
veel betaalde teruggegeven.
J. Holtslag.
(Nadruk verboden).
Een toevallige ontdekking in de Pacific
op 30 meter onder de wateroppervlakte
Tot nu toe was de evenaar, e-
venals de poolcirkels of de lengte
en breedtegraden, een van die on
zichtbare geografische lijnen over
de aardbol. Men kon de evenaar
hoogstens voor nieuwelingen op
zee, bij de ceremonie van de e-
venaarsdoop, met een bijvoorbeeld
speciaal voor dit doel bewerkte
verrekijker zichtbaar maken. Maar
dat is nu voorbij, want de eve
naar heeft nu een duidelijke na
tuurkundige aanduiding gekregen
Oceaanonderzoekers uit de Ver
enigde Staten hebben een merk
waardige zeestroom ontdekt, die
voor een lopend water wel bij
zonder beperkt in de breedte was.
Terwijl er aan de lengte schier
geen einde kwam. Deze drift
stroomt door de beide grote we
reldzeeën langs de aequator. De
aequatorstroom, die op twee na
de grootste van de wereld is, ver
dient niet alleen onze aandacht
orndat hij de evenaar markeert,
doch tevens nog vanwege het feit,
dat zijn aanwezigheid in strijd is
met alle tot nu toe gangbare we
tenschappelijke wetten en theorie-
Het net werd weggesleurd.
Door een toeval kwam men de
ze vreemdsoortigste aller zeestro
men in 1951 op het spoor. Een
klein onderzoekingsvaartuig van
het ministerie voor jacht, visserij
en natuurbescherming van de
Verenigde Staten dreef tijdens
een visserijexpeditie op de Stille
Oceaan in de nabijheid van de
evenaar met een voor de vangst
uitgezette apparatuur, welke zich
op dat moment ongeveer 50 meter
onder de wateropvlakte bevond.
Slechts door de opmerkzaamheid
van een van de leden van de
wacht bemerkte men dat het vis-
gerei door een of andere kracht
onder water met grote snelheid
weggesleept werd.
Aanvankelijk dacht men een
reuzenvis gevangen te hebben.
Maar bij het ophalen bleek hier
niets van. Het net was niet voller
dan anders. Daarom zette, men
het nogmaals uit. Toen lette ie
dereen uiteraard scherp op en zie,
het net werd weer even heftig
weggesleurd en in precies dezelf
de richting. Reeds rees toen het
vermoeden dat men hier te doen
had met een nieuwe blijkbaar on
gewoon snelle en krachtige zee
stroming, die hierbij dus ontdekt
was.
In het volgende jaar zond het
zelfde ministerie een speciale ex
peditie uit voor onderzoekingen
in de omgeving van Hawaï, onder
leiding van de oceanograaf Crom
well, naar wie de stroom later ook
genoemd is.
Ook in de Atlantische.
Drie jaar later werd een twee
de speciale expeditie uitge
stuurd. Beide expedities vonden
bepaalde gedeelten van de stroom
ln het kader van het geofysisch
jaar werden twee onderzoekings
vaartuigen gedurende enige maan
den op het spoor gezet van deze
geheimzinnige zeestroming, wel
ke eeuwenlang ontsnapt was aan
de onderzoekingen van de oceano
grafen. Door de laatste onderzoe
kingen werd het bestaan van deze
merkwaardige zeestroming onom
stotelijk vastgesteld. Alleen maar
door een zuiver toeval had men de
snelste en zeer waarschijnlijk de
op een na grootste zeestroming
van de Stille Oceaan en de op
twee na grootste ter wereld ont
dekt. Een stroming, die precies en
nauwkeurig begrensd over de e-
venaar loopt.
In 1961 heeft men tenslotte de
tegenhanger van deze stroom in
de Atlantische Oceaan ontdekt.
Het water van de Cromwell-
stroom beweegt zich voort met
een snelheid van bijna 5 kilometer
per uur, de snelheid van een voet
ganger dus. Het merkwaardige is
nu, dat deze stroming zich op 20
tot 30 meter diepte onder de wa
teroppervlakte bevindt, wat ook
de reden is van het feit, dat de o-
ceaanonderzoekers hem niet eer
der ontdekt hebben.
40.000.000 ton per seconde.
Dank zij deze bijzonder grote
snelheid, zeker voor een zeestro
ming zo ver van alle kusten ver
wijderd, verplaatst hij volgens be
rekeningen van dr. John A. Knauss
per seconde 40 miljoen ton water
langs de evenaar, over een afstand
van minstens 4.000 zeemijlen. In
de Stille Oceaan wordt deze
Cromwellstroom slechts overtrof
fen door de Kuroshiostroom met
een verplaatsing van 65 miljoen
ton water per seconde en in de
Atlantische Oceaan door de be
kende Golfstroom met 75 miljoen
ton water per seconde, welke laat
ste dus nog iets groter is dan zijn
Aziatische broeder.
Een verklaring van het feit, dat
deze evenaarsslroom pas nu ont
dekt is, ligt er in, dat alle gang
bare oceanografische wetten op
hem niet van toepassing zijn.
Zeestromingen kon men onder an
dere ontdekken door gebruikma
king van een serie oceanografi
sche maatstaven, zoals bijvoor
beeld de bepaling van het zoutge
halte, de temperatuur en dicht
heid van het water, voorts in e-
nige mate met de berekening van
de horizontale druk in zee en uit
deze gegevens, waarin men de af
buiging, de corioliskracht van de
draaiing der aarde had doorbe
rekend, kan men van tevoren de
richting van de door de horizon
tale druk veroorzaakte stroom be
rekenen. Op deze manier kon
praktisch geen stroming van de
zee de oceanografen ontgaan.
Op de evenaar is de Coriolis
kracht niet werkzaam, zodat een
berekening van de eaquatorstroom
van tevoren niet mogelijk was. De
Cromwellstroom van de Stille
Zuidzee is eerst op het oostelijk
halfrond nauwkeurig gelokali
seerd. Op de westelijke helft
schijnt hij ook aanwezig te zijn,
maar de Japanners, die hier het
onderzoek in handen hebben, kun
nen nog geen definitief uitsluitsel
geven.
De voortzetting van de Crom
wellstroom in de Atlantische O-
ceaan is in 1961 pas ontdekt en
draagt zelfs nog geen naam.
Dr. W. Lothis.
(Nadruk verboden).
Sinds mensenheugenis waren de pokken een gesel der mensheid
„Ik kan de pokken niet meer
krijgen, want ik heb de koepok
ken al gehad". Het zijn deze
woorden, die een boerenmeid in
Engeland tweehonderd jaar gele
den tegen dr. Edward Jenner zei,
die later een niet te onderschat
ten historische betekenis kregen.
Zij gaven de stoot tot inspiratie en
aanpak van het pokkenprobleem,
waardoor deze ziekte kon worden
overwonnen.
Eigenlijk zijn de pokken een oos
terse ziekte, waar ze reeds in voor
historische tijden haar slachtoffers
maakte. Ze treedt altijd epide
misch op, kwam reeds tijdens de
middeleeuwen naar Europa en A-
frika en verbreidde zich na de
ontdekking van Amerika ook in
deze nieuwe wereld. De situatie is
nu zo, dat er vrijwel geen streek
ter wereld te noemen is, of ze
heeft kennis gemaakt met deze
plaag.
Kruistocht vernietigd.
In weerwil van het feit, dat de
symptomen van deze ziekte een
typisch eigen karakter hebben,
waardoor ze niet met die van een
andere ziekte zijn te verwarren,
werd deze ziekte betrekkelijk laat
pas exact beschreven. Dat ont
neemt ons helaas de mogelijkheid
om haar aandeel in de plagen die
de mensheid van de oudheid en
de middeleeuwen troffen, nauw
keurig vast te stellen.
Zuivere gegevens op dit ge
bied bezitten we wat dit betreft
van omstreeks het midden der
middeleeuwen en dan nog gro
tendeels uit Europa, waar de pok-
kenplaag regelmatig optrad en
slachtoffers maakte. Zo staat het
wel vast, dat de pokken tijdens de
kruistochten een belangrijke rol
hebben gespeeld in het geringe
resultaat van deze ondernemingen
Vrijwel de gehele troepenmacht
die met Frederik Barbarossa ten
strijde trok, viel bijvoorbeeld aan
de pokken ten offer.
In de dertiende eeuw drong de
ziekte tenslotte door tot IJsland
en in de vijftiende eeuw zelfs tot
Groenland, welk land door deze
ziekte vrijwel ontvolkt werd en
ongeveer honderd jaar een dood
land bleef. In de zestiende eeuw
leed geheel Europa onder de pok
ziekte.
Verschrikkelijke getallen.
Om een indruk van de gevol
gen van deze ziekte te geven, noe
men we enkele cijfers. In 1570 vie
len in Neurenberg alleen 1600
kinderen als slachtoffer van een
epidemie. Beruchte pokkenjaren
in de Europese annalen waren bij
voorbeeld 1574, 1641 en tenslotte
de jaren van 1719 tot 1723. Alleen'
al in Rome stierven in deze laat
ste periode 6000 inwoners aan de
pokken. In 1766 woedde de plaag
in Berlijn, hetgeen omstreeks 1000
stedelingen het leven kostte. Der
tig jaar later woedde er een epi
demie in Pruisen die 26000 zielen
eiste. In Rusland k\vam de ziekte
vrij regelmatig voor en men re
kent de verliezen in dat land in
die tijd op ongeveer twee miljoen
personen per jaar.
Pokkenepidemieën kwamen ook
in de negentiende eeuw voor. In
1818 kostte het 6000 mensen in
Marseille het leven en zo ging het
ook in zuid-Duitsland, Engeland,
Italië en Rusland. Het oorlogsjaar
1870/71 was een berucht pokken-
jaar waarin, door de inmiddels
ontdekte inentingsmethode, vrij
weinig soldaten maar wel veel
burgers het slachtoffer werden..
Primitieve vaccinatie.
Deze ziekte, die in de loop der
eeuwen een ongeteld aantal men
senlevens geëist had en waarnaast
tevens een groot aantal voor hun
leven door de pokken getekend
werden, schreeuwde als het wa
re om een flinke aanpak. De man
die deze pestilentie zou temmen
hebben wij reeds genoemd, het
was de Engelse plattelandsdokter
dr. Edward Jenner. Hij kwam tot
dit succes door de woorden van
dat eenvoudige melkstertje.
Hij was overigens niet de enige
die het reeds opgevallen was, dat
de boeren die koepokken gehad
hadden voor geruime tijd tegen de
echte pokken beschermd waren.
Men kan zelfs zeggen, dat wan
neer we het begrip vaccinatie wat
erg ruim opvatten gunstige re
sultaten op dit gebied reeds lang
voordien bereikt waren in Indië
en Perzië en regelmatig toegepast
werden. Ook Alexander van Hum
boldt berichtte over soortgelijke
methoden die hij had waargeno
men bij de herdersstammen in
Mexico. Later had men ook in
Frankrijk de inenting met een
verzwakte ziekteverwekker gepro
beerd en gedeeltelijk met gunsti
ge resultaten. Alles bijeen was het
toch maar voor een groot deel
een kwestie van toeval. Het is
Jenners verdienste, dat hij deze
materie systematisch en met grote
w etenschappelijke zuiverheid te
lijf ging.
In het gebied waar Jenner
werkte, waren vele lieden die de
koepokken hadden gehad, maar
het viel niet mee er een aantal te
vinden, die bereid waren aan het
experiment van Jenner mee te
werken. Tenslotte lukte het hem,
zestien personen die koepokken
hadden gehad, verklaarden zich
bereid een inenting met de ziek
teverwekker van echte pokken te
ondergaan. Tol grote opluchting
van alle betrokkenen gelukte het
experiment, geen van de proef
personen werd ziek.
Dc proef op de som.
Nu kon Jenner verder gaan met
het echte experiment en wel dat
op een achtparige jongen die geen
koepokken had gehad. Op de 14de
mei 1796 vond dit experiment
plaats. Jenner entte de jongen in
met koepokstof, om hem drie we
ken later de echte poksmetstof toe
te dienen. Het experiment verliep
tot volle tevredenheid.
Jenner had de eerste, echte, op
wetenschappelijke basis staande
inenting tegen de gevreesde pok
kenziekte met succes verricht.
Het was trouwens ook de enige
maal in de geschiedenis van de
medische wetenschap dat er een
entstof werd ontdekt zonder dat
men de eigenlijke ziekteverwek
ker kende, ja, er zelfs geen flauw
vermoeden van had. Later ontdek
te men, dat de verwekker van de
pokken een virus is, dat onder de
normale lichtmicroscoop niet
zichtbaar is. Slechts nadat de e-
lectronenmicroscoop ten dienste
stond kon men er kennis mee ma
ken, maar dat was zo'n honderd
vijftig jaar later
Jenner was echter met zijn be
haalde resultaten niet tevreden.
Hij experimenteerde verder en
deed nog andere interessante ont
dekkingen. Pas toen besloot hij
datgene wat hij bereikt had, we
reldkundig te maken en wel door
een rapport uit te brengen aan de
„Royal Cociety of Public Health",
de Koninklijke vereniging voor
volksgezondheid.
Inenten of niet?
Toen de publicaties van zijn
hand verschenen, werd hij een ge
vierd man. Overal beschouwde
men hem als de bedwinger van
de pokken. Er werden in diverse
landen Jenner-verenigingen opge
richt die zich de inenting tegen
pokken en de verbreiding van de
ze methode ten doel stelden. De
Italiaanse arts dr. Sacco, die roem
heeft verworven door een verbe
terde inentingsmethode te ont
wikkelen, entte alleen persoonlijk
niet minder dan een half mil
joen mensen in. In vele landen
werd omstreeks het jaar 1874 een
wet aangenomen die inenting ver
plicht stelde, althans wanneer men
geen gegronde bezwaren had.
Natuurlijk kwamen er bij de in
entingen ook mislukkingen voor,
en tengevolge hiervan zijn er ook
tegenstanders van het inenten, en
die vinden we heden ten dage
nog. Niemand zal namelijk be
strijden dat het ook wel voor
komt, dat een inenting geen suc
ces heeft. Er zijn namelijk men
sen, die na zo'n inenting geen
antistoffen tegen de ziekte vor
men en die mensen kunnen dus
■el degelijk pokken krijgen. De
jongste gebeurtenissen hebben
dat trouwens weer bewezen. Ten
slotte is er geen prophylaktische
of therapeutische methode in de
medische wetenschap die bij alle
mensen voor honderd procent
werkt. Ook zijn enkele personen
na vaccinatie overleden, tengevol
ge waarvan in ons land de ver
plichting tot inenting verscheide
ne jaren werd opgeheven. Er lo
pen nu dus vele mensen rond die
niet bestand zijn tegen een be
smetting. Vaccinatie op rijpere
leeftijd kan evenwel in bepaalde
ongunstige gevallen enig gevaar
opleveren. Zij staan daarom op dit
ogenblik voor een ernstig dilem
ma.
De tegenstanders uit principe
maken echter een fout. Zij zien
al die miljoenen mensen over het
hoofd, die dank zij hun inenting
in leven bleven, of die zelfs de
ziekte niet kregen. Voor hen zou
het wel eens nuttig zijn de statis
tieken te vergelijken van de lan
den waar regelmatig en correct de
inenting wordt toegepast en van
die landen waar men er niets aan
doet.
Dr. H. J. Wasserburger.
(Nadruk verboden).
Nog steeds weten we
de waarheid niet
over het „Griekse vuur"
In de vroege middeleeuwen
werd het christelijk avondland
ernstig bedreigd door de zoge
naamde Turken. Het ging hier
feitelijk niet alleen om Turken,
maar om de islamietische legers
die te vuur en te zwaard trach
ten het mohammedaanse geloof te
verbreiden. Die legers bestonden
uit Arabieren, Perzen en Turken.
In het westen trokken ze over de
Straat van Gibraltar, het Iberisch
schiereiland binnen en kwamen
ze zelfs over de Pyreneeën. In
het oosten vocht het Oostromeinse
rijk als bolwerk van het christen
dom aan de rand van Europa.
I^e zwakke keizers van Byzan
tium moesten zich voortdurend
verweren tegen de islamietische
aanvallen. Zij deden dat met ver
nuftige diplomatieke handigheid
jes, maar ook met een wel zeer
verfijnde krijgstechniek, die ons
twintigste eeuwers verwondert om
zijn „moderniteit". Wat wij er van
weten, komt uit Romeinse ge
schriften en is in veel gevallen
helaas niet duidelijk genoeg om
ons een juist beeld van een en
ander te geven.
Eerste toepassing van petroleum?
Omstreeks het jaar 700 vonden
de Byzantijnen een geheim wapen
uit, het Griekse vuur. Het speelt
in de Middeleeuwen een belang
rijke rol, maar nergens vinden we