NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Mensen
in
NOOD
©e gans
en
de eend
Kleine baasjes
F
DE LJ^ST
DED J^EiEN
Pion vle i* heeft DE schoenen
A. C. van der Rest
Goes
No. 3052
Zaterdag 12 augustus 1961
64e jaargang
Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. no. 308, Giro 32622
Abonnementsprijs I 2.50 per jaar Franco per post I 5.25 Advertenties 6 cent per mm
De mededeling van de rege
ring, dat zij de motie van Doorn
betreffende een versnelde repa
triëring van de spijtoptanten uit
Indonesië, naast zich neerlegt, be
tekent wel een zeer grote teleur
stelling. Een teleurstelling voor
de grote meerderheid van de
Tweede Kamer, die zich na een
fel debat achter deze motie stel=
de; een nog dieper gevoelde te
leurstelling ongetwijfeld voor de
duizenden in wanhopige nood
verkerende spijtoptanten.
Minister Beerman heeft mede
gedeeld, dat hij de menselijke zij
de van dit probleem niet uit het
oog verliest, maar zijn verant
woordelijkheid ten opzichte van
het geheel zwaarder moest laten
wegen. Hier mag dan toch wel de
vraag worden gesteld hoe ver zijn
menselijke bewogenheid met het
miserabele lot der spijtoptanten
gaatIn elk geval niet zo ver
dat hij de zakelijke mogelijkheden
er bij uit het oog verliest.
In het algemeen gesproken kan
men clat van een landsbestuurder
een juist uitgangspunt achten, in
dit geval echter kunnen o.i. alle
bezwaren die bij algehele repatri
ëring opdoemen, niet zwaarder
wegen dan de ellende waarin deze
mensen verkeren. Zij zijn eertijds,
vóór de souvereiniteitsoverdracht,
verkeerd voorgelicht en in vele
gevallen verkeerd behandeld door
de Nederlandse vertegenwoordi
gers. Zij zijn afgeschoven, in de
hoop dat het voor hen wel mee
zou vallen en zij zich uit de si
tuatie zouden weten te redden.
De steeds moeilijker geworden
verhoudingen tussen Indonesië en
Nederland hebben hen echter in
eerstgenoemd land tot paria's ge
maakt, tot uitgestotenen, die be
last en belaagd worden, voor wie
het leven daar nauwelijks meer
mogelijk is.
o
Er is hier sprake van een nood
toestand, waar noodmaatregelen
tegen genomen dienen te worden.
Het is als wanneer er een blok
huizen in brand staat en de be
woners uit de vuurzee moeten
worden gered en onder dak ge
bracht moeten worden. Dan telt
men ook niet of de tegenoverlig
gende huizen nog wel slaapkamers
en bedden vrij hebben om de
slachtoffers te herbergen, ze wor
den daar zonder meer ontvangen,
als een eerste plicht van naasten
liefde en men bergt ze op zolders
en huiskamers om hen althans uit
de nood te redden.
Zo dient Nederland ook te staan
tegenover het hulpgeroep van de
spijtoptanten. De watersnood van
1953 heeft ons ook niet eerst doen
afvragen of het overige deel van
Nederland de duizenden vluchte
lingen wel kon bergen en verzor
gen. Het moest, er waren mensen
in doodsnood en dan gelden geen
overwegingen van dit en van dat,
dan helpt men en redt wat er te
redden valt. Daar in Indonesië
verkeren ook enkele duizenden in
doodsnood. Het is hartverscheu
rend te lezen wat zij er moeten
doormaken, terwijl van velen
reeds familieleden in Nederland
zijn, die hen hier graag zouden
helpen.
o
Dat de Nederlandse regering
hier neen blijft zeggen en niet
meer dan zo ongeveer 3000 per
jaar wil laten overkomen, druist
in tegen alle menselijke en chris
telijke gevoelens van ons volk:
Men blijft in deze ontzettende
nood der om hulp roependen de
ambtelijke weg bewandelen. Men
blijft de duizenden dossiers een
voor een bestuderen, nadere in
lichtingen inwinnen, wikken en
wegen of het geval voor repatri
ëring in aanmerking komt of soms
nietMen meent dat verplicht
te zijn tegenover de belangen van
het Nederlandse volk en tegen
over de problemen, die de repa
trianten hier straks zullen oproe
pen en moeten overwinnen. Maai
bij een dergelijke nood is er geen
tijd voor bezinning. Hier mag al
leen gelden: redt wat te redden
valt.
Wat doet het er bij zo grote
nood van zo velen toe of er mis
schien enkelen naar hier komen,
die er misschien helemaal geen
recht op hebben? Als zij in nood
verkeren, hebben zij altijd dat
recht, geboren uit de naasténlief-
de.
Huur schepen en stuur ze naar
Indonesië en laadt daar iedereen
aan boord, die een aanvraag om
naar Holland te mogen komen
heeft ingediend. Dat zou werkelijk
betoon van naastenliefde beteke
nen. Laten we hier dan maar met
wat moeilijkheden komen te zit
ten. Die zullen we hier ook wel
weer overwinnen. Waar nood is
helpt men, ongeacht wat de ge
volgen zullen zijn. Dat is christen
plicht en dat moge onze zich
christelijk noemende regering dan
toch wel eens in de eerste plaats
nastreven.
Wat de gevolgen van het in één
jaar overbrengen van alle spijtop
tanten ook zouden zijn, we kun
nen ons niet voorstellen, dat dit de
regering politieke moeilijkheden
zou bezorgen. Het Nederlandse
Er wordt wel eens cynisch op
gemerkt, dat wij in onze tijd be
zig zijn van alles en nog wat een
probleem te maken. Zo lezen wij
nu weer in tal van publikaties o-
ver een bejaardenprobleem. Waar
om zouden wij speciaal aan onze
ouden van dagen studies en rap
porten wijden? Zijn er niet altijd
bejaarden geweest?
Inderdaad stond er altijd naast
het legioen der produktieven een
smalle rand van oud-gedienden,
maar nimmer was hun aantal zo
groot. De gemiddelde leeftijd is
in Nederland enorm gestegen.
Voor beide geslachten ligt zij
thans boven de 70 jaar. Wij zijn
niet ver van het moment verwij
derd, waarop ons land een mil
joen bejaarden telt.
Is hun problematiek anders dan
voorheen? Ongetwijfeld. Wij we
zen reeds op het sterk toegenomen
aantal ouden van dagen. Door de
hogere leeftijd liggen hun proble
men ook anders dan vroeger.
Daarnaast heeft zich het maat
schappelijk patroon van onze sa
menleving aanzienlijk gewijzigd.
Andere verhoudingen.
De meeste bejaarden hebben in
het verleden zelf hun problemen
opgelost. Zij waren geringer in
aantal en in doorsnee joilger. De
maatschappelijke opvattingen wa
ren ook zodanig, dat de naaste
verwanten van de ouden van da
gen in eigen kring de verzorging
regelden. Dat is nu veelal niet
volk is wel bereid tot helpen, het
stuit slechts op een te angstige re
gering.
H. van Wermeskerken.
(Nadruk verboden).
Door enkele kamerleden is ei-
aanmerking op gemaakt^ dat „ho
gere" rijksambtenaren in te een
voudige dienstwagens rijden. Zij
vinden, dat het standsverschil ook
in de klasse van automobiel dui
delijk moet blijken.
Omdat de staatsuitgaven al
hoog genoeg zijn, de bewapening
binnenkort aanzienlijk meer geld
zal vragen wegens inkrimping van
de Amerikaanse steun, de sociale
voorzieningen geregeld worden
uitgebreid en de overheid telken
male hogere begrotingen opstelt,
zou het op de weg van de volks
vertegenwoordiging liggen, aan te
dringen op de grootste bezuini
ging, ook ten aanzien van het ver
voer van ambtenaren.
Vroeger kon een minister of of
ficier nog op de fiets naar zijn
kantoor komen, tegenwoordig is
dat vrijwel uitgesloten. Waarom
dan Cadillacs en Rolls-Royces in
plaats van tram of bus? En als
er beslist een auto noodzakelijk is,
waarom dan geen Volks wagentje
of lelijk eendje?
Beter de ganse overheid in een
eend, dan een domme gans in een
onbetaalbare slee.
P.P.
meer mogelijk. Wij hebben leren
inzien, dat de inwoning van be
jaarden bij jonge gezinnen tot gro
te spanningen leidt.
Door de hogere gemiddelde ou
derdom wordt de afstand in leef
tijd groter. De familieband tussen
ouders en kinderen, tussen groot
ouders en kleinkinderen, wordt
thans anders beleefd dan een
kwart eeuw geleden. De huisves
ting van weleer was meestal afge
stemd op de aanwezigheid van re
serve, waardoor het eenvoudiger
werd iemand in huis op te ne
men. Ook daarin is verandering
gekomen. Het personeelsvraag
stuk bestond niet of in veel ge
ringere mate.
Toch hebben deskundigen ons
dezer dagen laten weten, dat nog
altijd 78 °/o van de bejaarden zelf
standig woont. Na de bevrijding
zijn er meer dan 225 bejaardente
huizen en -centra in ons land ge
bouwd. Niettemin nemen deze sa
men met hetgeen op dit gebied
bestond niet meer dan 6 °/o van
het totaal aantal bejaarden op.
Hoewel dit op steeds meer bezwa
ren stuit, woont nog 16 °/o van
onze ouden van dagen bij familie
en kinderen.
De laatste toevlucht.
Bovendien is door onderzoekin
gen aan het licht gekomen dat van
de 800 min of meer verouderde te
huizen voor bejaarden meer dan
de helft niet aan de eisen voldoet,
die in onze dagen aan een rust
huis mogen worden gesteld. Al
met al is hier wel ter dege sprake
van een probleem, spoedig een
miljoenenprobleem met economi
sche en sociale kanten.
Deelt men de bejaarden in naar
hun welstand, dan is het typisch
dat aan de beide uitersten van de
ze opsomming de bejaardentehui
zen voornamelijk hun taak vinden
De best-gesitueerden kunnen zich
laten verzorgen in modern geoutil
leerde huizen en de slecht-gesitu-
eerden moeten zich laten opnemen
in een van de vele verouderde in
stellingen voor bejaarden.
Tussen deze uitersten beweegt
zich de hoofdmacht, nu eens in
een eigen „home", dan weer bij
kinderen of familie. In welke rich
ting zal zich deze grootste groep
blijven bewegen? Een vraag, die
economisch om een antwoord
vraagt, maar meer nog om sociale
redenen.
Gewijzigde woningbouw.
De sociale zorg voor bejaarden
is geen nieuw onderwerp. Zij is er
altijd geweest, al werd het werk
voorheen voornamelijk binnen de
muren van kerkgenootschappen-
verricht. Nu is het een zaak ge
worden van de gehele gemeen
schap en het is vooral daarom in
drukwekkender, omdat het om
vangrijker is geworden. Het ver
dient echter aanbeveling de be
hoeftenbevrediging van bejaarden
meer in het economisch vlak te
trekken. Daarbij komen talrijke
aspecten boven drijven: de huis
vesting, de hulp in de huishou
ding, de verpleging.
Bij de huisvesting is de vraag
belangrijk of de bejaarden de
voorkeur geven aan een eigen
huis(je) of aan collectieve behui
zing. Van het antwoord hangt een
deel van de toekomstige woning
bouw af^Er is nog al enig verschil
in de wijze waarop de ene en de
andere bouw moet worden gefi
nancierd. Het is te verwachten,
dat de oplossing van het huisves
tingsprobleem voor ouden van da
gen een grote invloed zal uitoefe
nen op de woningmarkt in het al
gemeen.
Is meerderheid hulpeloos?
Er wordt veelal gesteld, dat de
meeste bejaarden er de voorkeur
aan geven hun zelfstandigheid zo
lang mogelijk te bewaren. Ander-,
zijds kan worden geconstateerd
dat de welgestelde bejaarden in
de rij staan voor de bezetting van
lang niet goedkope verzorgingsin
stituten.
Het zou interessant zijn te we
ten, of de vraag naar dit soort be
huizing geschiedt uit de zucht
naar comfort of uit nood. In hoe
verre is er vraag naar woonruim
te met volledige verzorging bij de
opeenvolgende leeftijdsgroepen
Dit is niet bekend, maar het zou
ons niet verwonderen wanneer de
hulpelozen onder aanvragers verre
in de meerderheid waren.
In dat geval is er op dit terrein
geen sprake van vrije prijsvor
ming, maar ontstaat een zelfde
toestand als wanneer in oorlogs
tijd de levensmiddelenbedrijven
uitverkocht raken. Er is vraag
naar eerste levensbehoeften, maar
onvoldoende aanbod. Rantsoene
ring en streng toezicht op de prij
zen zijn noodzakelijk om sociale
misstanden te voorkomen. Wordt
hier inderdaad (voldoende) op
toegezien?
Meer jaren, meer zorgen.
Er komt een moment in het le
ven van bejaarden waarop zij hun
zelfstandigheid moeten opgeven.
Kunnen wij hun behoefte aan ver
zorging dan opvangen zonder te
spreken van weldadigheid? Is de
ouderdomsvoorziening van elke
bejaarde, ongeacht zijn behoefte
aan verzorging, zodanig dat hij
nimmer in nood behoeft te ko
men
Helaas zien wij, dat de financi
ële zorgen van onze ouden van
dagen toenemen met de jaren. Zo
dra zij hun i zelfstandigheid moe
ten opgeven, worden de verzor-
gingskosten zo hoog, dat er toch
hulp moet komen uit sociale be
wogenheid. Ligt hier niet de oor
zaak van de grote voorkeur voor
zelfstandigheid van vele bejaar
den? In onze dagen lijkt ons dit
een onaanvaardbare gedachte. Is
er dan geen reden om op deze
gronden te pleiten voor een pro
gressieve uitkering A.O.W. met
het stijgen van de leeftijd?
Elke bejaarde zou een hogere
uitkering moeten ontvangen naar
mate zijn fysische kracht en dus
zijn zelfstandigheid afneemt. Nie
mand mag toch vrees koesteren
voor het moment dat hij niet meer
voor zichzelf kan zorgen?
Wanneer wij dit erkennen, zul
len wij in één adem toegeven dat
nog al te véél ouderen met angst
het moment zien naderen waarop
zij naar eigen mening te oud wor
den. En die angst moet worden
weggenomen, ongeacht de sociale
en economische gevolgen voor de
staat. Wanneer wij weten, dat het
aantal bejaarden van boven de 70
jaar in de komende twintig jaar
meer dan verdubbelen zal, waar
blijven dan de daarbij passende
maatregelen?
Drs. Hermes.
(Nadruk verboden).
Lange Kerkstraat 42
Telefoon (01100) 57 14
Geneesmiddelen
(ook Homoëpathische)
Verpleging savtikelen
Vecbandstoffen
Hoogtezonnen
Hoorapparaten
Bandages
Elastieken spataderkousen
Buikbanden
Korsetten
Herengordels
Breukbanden
Steunzolen
Ziekenmeubelen
Schoonheidsmiddelen
Toiletartikelen
Parfumerieën
EXAMENS
Als leerlingen van de Chr. Ulo
school te Wissenkerke slaagden
de volgende leerlingen voor het
diploma A en middenstand: Jan
Klap en Lies Zwemer te Kamper
land, Izak Visser en Wim Kalle-
waard te Colijnsplaat en Johan
Schrier te Wissenkerke.
BURGERLIJKE STAND
WISSENKERKE
Geboren: 16 juli. Marius, z.v.
M. Leendertse en P. Heijstek. 26
juli. Marcus, z.v. C. Snel en W. E.
Heijstek.
Ondertrouwd: geen.
Getrouwd: 20 juli. J. D. Bou-
terse, 27 jr. te Woensdrecht en J.
E. Filius, 25 jr.
Overleden: geen.
U KUNT NIET
ALLES WETEN..
Vliegenvuil kunt u verwijderen
door de stof te borstelen met
verdunde ammonia. Oppas
sen voor uitbijten en goed na
spoelen. Op houten voorwer
pen kunt u vliegenvuil baas
met petroleum.
Verwijder deze maand de aardbei-
planten die geen vrucht droe
gen en kies voor de nieuwe
aanplant in het wisselvlak de
éérste plantjes van elke uit
loper, dat zijn de beste.
Melk wordt niet zo gauw zuur,
als u er een beetje dubbel-
koolzure soda bijvoegt.
Bij Kareisen is een verbouwing,
Dat doen er een Pieter en Gijs,
Plet zal wel een maand of wat duren,
Maar 't scheelt ook een stuk in de prijs
Ze doen het alleen maar des avonds,
Slechts éénmaal per week echt een dag:
Des zaterdags zijn ze van 's morgens
Tot 's avonds heel laat aan de slag.
Want Pieter en Gijs hebben bazen,
Dat is hun gewone karwei,
Maar nu met de vijfdaagse werkweek
Verdienen ze fijn er wat bij.
Ze hebben geen last van een vakgroep,
Dus geen contributie en zo,
Ze lachen om omzetbelasting
En geven die rompslomp cadeau.
(Nadruk verboden).
Ze raken door middenstandseisen
Noch vestigingswetten de klos;
Waarom al die bende papieren?
Ze bouwen er tóch wel op los!
Ze werken bij lampen en lichten
Des avonds tot tien of half elf,
Met lak aan de arbeidsinspectie,
Ze doen het alleen voor zichzélf.
Een week van hun zomervakantie
Spenderen ze zelfs aan de bouw;
De tweede gaan zij naar de bossen,
Ze móéten van moeder-de-vrouw.
Daarna is 'tweer zeventig uren
Per week, maar ze blijven gezond;
Doch als 'tvoor de baas moest gebeuren:
Ze smeten het zó voor de bond!!
JAAP MIJDERWIJK.
«5=
Economische cn sociale kwelling
(Van onze sociaal-economische medewerker)
Ganzepoortstraat 21, Tel. 6535 - GOES