NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Oudejaarsoverpeinzingen PIoiivlcr heeft DE schoenen van Thomasvaer en Pieternel Drukkerij Markusse Wissenkerke „De Kleine Bazar" J. de Schipper Fa. A. W. Marcusse Zoon hotel „De Kroon" A. M. van de Sande N. Karstanje Zn. No. 3020 Maandag 2 januari 1961 64e jaargang Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. no. 308, Giro 32622 Abonnementsprijs I 2.50 per jaar Franco per post I 5.25 Advertenties 6 cent per mm Pieternel: Ach Thomasvaer, wat gaat 'n jaar, Toch vliegensvlug voorbij. 't Gaat al maar sneller naar ik vind Of ligt dat soms aan mij? Thomasvaer: 't Is ook bij mij hetzelfde hoor! We zijn zo druk bezet. De weken vliegen telkens om. Heb j' al eens opgelet Hoe ieder mens erg is gehaast? 't Is aldoor jagen, jagen. P.: Een jachtig mensdom, Thomasvaer, Is 't toonbeeld onzer dagen. Kijk eens naar 't lieve vaderland, Veel personeelstekort, 't Geen in de toekomst zeker nog Wel heel wat erger wordt. Th.: Op veel bedrijven komt er straks, Een werkweek van vijf dagen. Maar 'k weet niet of zoiets nu wel Geheel en al zal slagen. In elk geval, m'n Pieternel, Een vrouw deelt daarin niet. Daar men jou alle dagen weer, Zo ijverig bezig ziet. P.: 'tKomt óók door personeelsgebrek! Daar moet nu elk in delen. Maar 'k zag gelukkig toch nog kans Om alles klaar te spelen. Th.: Herinner je 't begin van 'tjaar, Hoe in Tuindorp-Oostzaan, Door dijkbreuk op het onverwachts, De boel kwam blank te staan? Dat was me toch een toestand hoor! P.: Zoiets moet j'overkomen. Gelukkig is de scha vergoed, Maar heb je ook vernomen, Hoe Friesland het gewonnen heeft? De Lauwerszee gaat dicht! Heel 't Noorden is er mee gebaat. Men ademe verlicht. Th.: Geen wonder! Lest heugt 't beste Ik zal 't niet gauw vergeten, Want bij die 4 decemberstorm, Heb ik in angst gezeten. P.: Geweldig! Wat een zondag hé? En wat een wind en water. Gehele straten stonden blank, Dat heugt ons vast nog, later. Th.: De Friezen hebben zich geroerd. Straaljagers wil men weren. Omdat zelfs kinderen op school, Niet rustig kunnen leren. Er dreigt in Jelsum groot gevaar. En dan dat vreeslijk leven. Denk aan de ramp van Welsrijp maar, Dan siddert men wel even. P.: De buschauffeurs zijn ontevree, Vanwege 't lage loon. Ze hebben voor een deel gestaakt, Dat was wel ongewoon. En neem de bouwbedrijven eens. Omdat er werd gestaakt, Zijn wij met onze woningbouw, Iets achterop geraakt. Th.: Op 1 april de huur verhoogd. We merkten het weer hoor. En dat gaat in de toekomst vast Wel weer een keertje door. Zeg, weet je 't nog van die Lourmais Die daar als kikvorsman, Zo'n duizend kilometer zwom, En d' eindstreep halen kon? Schaffhausen, daar was het begin, Hij volgde Vader Rijn, Na achttien dagen bleek hij al In Rotterdam te zijn. P.: Jij waagt je daar ook vast niet aan! Heb j' al een rijbewijs? Of waag je je vandaag de dag Maar liefst niet op glad ijs? Th.: Och vrouw, 'k ben nog niet aan de beurt, Men krijgt zo alle dagen, Twee duizend brieven voor de proef Op hoop dat men zal slagen. Het is niet bij te houden meer, Met zoveel candidaten. P.: Wat neemt het snelverkeer toch toe, Op wegen en langs straten. Wat moet men als men auto rijdt Op z'n qui-vive wezen. Je hebt de dagelijkse lijst, Van doden wel gelezen. Was 't niet een vreeslijk lange lijst? Th.: Ik ben er van geschrokken. Wat maakt men dagelijks langs de weg Toch telkens maar weer brokken. De dag van de bezinning gaf Ons stof om na te denken. Acht duizend doden in vijf jaar, Daar aandacht aan te schenken, Is zeker wel de moeite waard. P.: Wij zijn vaak nonchalant. Dat zei zelfs onze Koningin. Wij lezen 't in de krant. Wat moet dat worden, mettertijd, 't Is immers zo gesteld: Wie heden nog geen auto heeft, Wordt haast niet meegeteld. Th.: Eén vrouw, twee kinderen en dan nog Drie kamers plus vier wielen, Dat is de wens van menigeen. P.: Ik noem 'tverdwaasde zielen, Die, autorijdend, absoluut Om niets en niemand geven. Neem ook eens de examenkoorts, Zoiets moet men beleven. Want midden in de zomertijd, Dan gaan geleerde heren, Hun minderen nogal te lijf. Dat heet examineren. Th.: Diplomaziekte is heel erg Vandaar d' examenkoorts. Wie deelt daar heden niet in mee? 't Is soms heel erg en voorts P.: We moeten bij het onderwijs, Straks wennen aan dié namen. Het Havo, Lavo, Mavo, och Nee echt, ik moet me schamen, Dat ik niet weet waar nu mijn spruit Het eerste heen moet gaan. En waar de tweede naderhand, Zal ingeschreven staan. Th.: Daar wennen we straks ook wel aan. De Mammoeth is zo groot! Minister Cals is z'n profeet. De Mammoeth is niet dood! Nu niet te pessimistisch zijn, Kijk eens naar Rotterdam, Men graaft er aan z'n toekomst hoor Men maakt niet veel tam-tam. P.: Zou Amsterdam geen stiefkind zijn? Zijn daar geen tunnels nodig? Th.: Ja, evenals in Rotterdam, Is 't daar niet overbodig. Maastunnel heet al Europrop, Zo druk is daar 't verkeer, De Metro zal er komen hoor! En ja, dan volgt er meer. Ook Amsterdam komt aan de beurt, Dat zul je wel eens zien. P.: Nu ja, maar waar is 'tnodigste? Toch Rotterdam misschien? Th.: We zijn dit jaar alweer geteld. En een ding staat wel vast: We groeien in ons vaderland, In tal, maar ook in last. Men slokt heel veel cultuurgrond op Voor onze woningbouw. P.: Nog is er heel wat woningnood, We winnen 'tniet zo gauw. We zullen nog wel menig flat, In Holland zien verrijzen. Dat ze zo bar gehorig zijn, Valt ook weer niet te prijzen. Th.: Wat was 'teen natte zomer hé? 't Zal ieder heugen hoor. En ondertussen ging het zo, Ook in de herfsttijd door. Je moest de boeren maar eens zien, Het leken modderalen. Ze moesten van 't doorweekte land, De veldprodukten halen. Het valt niet mee om boer te zijn, Ondanks veel suikerbieten. P.: Soms bleef het dagen aan een stuk, Maar onophoudelijk gieten. 'tjaar '60 zal ons heugen hoor, Men zou van zorg vergrijzen. Th.: Ons Holland heeft z'n Europoort. Daar gaat heel wat verrijzen. Neem verder onze tankers eens, Zie naar het Deltaplan. Da's iets, wat Plolland naar het schijnt, Wel heel bijzonder kan. Men ging weer rustig er mee voort, Zodat er in 't program, Nog geen verand'ring werd gebracht Wie nu in Zeeland kwam, Zag dat er op Noord-Beveland, Een dam reeds is gelegd. Dat eiland raakte eiland af. P.: Ik heb 't al meer gezegd: Ik maak geen tochtjes naar de maan. 't Lijkt mij niet bijster fijn. Nu schiet men kapitalen weg. Zou 't niet veel nutter zijn, Als men er leeftocht eens voor kocht We weten het zo goed: Op Moeder Aarde - -zijn ook nu Nog velen ondervoed. Th.: Van hunebed tot maanraket, Heeft men niet veel geleerd. Men is zo tuk op roem en eer, En dat is glad verkeerd. P.: Neem dan het „circus New-York" eens, Of 't daar ook heibel was Er kwam bij het vergaderen, Een schoen zelfs aan te pas. Th.: Mij in dat circus niet gezien! Ik voel nog steeds een band, Aan dit, ons dierbaar plekje grond, Ons oude Nederland. Belastingen gaan naar omlaag, Dat is een gunstig teken. Al zal de wereldtoestand wel Een woordje medespreken. P.: Wat zeg je van die vettere melk? Ik moet voorzichtig zijn. We zijn nu stellig nog meer mans, Maar o, die slanke lijn! Th.: Voorzichtig met de boterpot, Let op, hoor Pieternel. We eten weinig puur natuur, Dat weet je zelf ook wel. De dood zat in de boterpot, Huidziekten doen zich voor. En dat ging zo een hele tijd, Maar regelmatig door. Gelukkig is dat nu voorbij, Er kan weer flink gesmeerd, Maar deze zomer ging het toch Wel averechts verkeerd! P.: Wij klaagden, de politie ook, Vanwege lage lonen. Ik gun z' een flinke schep er bij, Ze moeten eten, wonen. Wie kan er leven van de wind, In deze dure dagen? Waarom moet een bepaalde groep, Zo uit den treure klagen? Th.: Je hebt gelijk hoor Pieternel, Er zijn zovele zaken, Die wij zo gaarne anders zien, Wie zal ze anders maken? Daar laat zowaar de torenklok, Haar twaalf slagen horen. Het oude jaar is dus voorbij, Het nieuwe werd geboren. P.: We gaan het nieuwe jaar dus in, En hopen weer op vrede. De beste wensen geef ik je Voor '61 mede. Th.: Van 't zelfde hoor, m'n Pieternel, Het beste met ons land. We praten later nog wel eens, Geef mij de rechterhand. Zowel zakelijk als privé allen een gelukkig en voorspoedig 1961 toegewenst door *1**1**1* Familie, vrienden en be kenden een gelukkig nieuw jaar toegewenst. E. H. van der Moere. L. P. van der Moere - de Kam. Dorpsdijk 102. wenst 11 allen een gelukkig nieuwjaar L. Tange S. M. Tange - Buijze Aan familie, vrienden en bekenden een gelukkig nieuwjaar toegewenst. Familie C. A. Geluk. „Zeelucht". Gelukkig nieuwjaar. P. van Haperen. Handel in lompen en metalen. Wissenkerke. Firma W. L. Leendertse Zn. Melkhandel, zuivelprodukten en fijne vleeswaren A. FILIUS A. FILIUS - DOURLEIJN P-f- Wij wensen Alle mensen, Onverschillig, wie of waar Een gezegend nieuwjaar. J. C. Beije. I. J. Beije - Hanse. „Vredestein". Familie Oostvoorstraat 27 g.n. Vrachtrijders P-f- Fam. IV. J. Kar s tan je g-n- Familie p.f. Familie De Back p.f. A. J. de Looff T. C. de Looff - de Wild Smederij p.f. A. A. Hoek van Dijke P. Hoek van Dijke - Klap P-f- Firma Agent Amstelbrouwerij Vrachtautodienst g^; W. J. Versluis L. T. Versluis-Leendertse p-f- Allen een gelukkig nieuwjaar toegewenst door VAN DAMME WISSENKERKE „De Graanhalm" FAMILIE DIJKMAN p£ Wij wensen u een geluk kig 1961. Slagerij Boot. Oostvoorstraat. J. A. van Pagee M. J. van Pagee- van Damme g^ W. Heuseveldt D. B. Heuseveldt-de Looff Bakkerij en levensmiddelenbedrijf p£ Jac. Kramer E. M. Kramer-de Ridder Meubelhandel g.n. Ganzepoortstraat 21, Tel. 6535 - GOES

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1961 | | pagina 1