NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD um Plouvier heeft DE schoenen Onze toekomst ligt in het water UITSLAG LOTERIJ No. 2947 Zaterdag 1 augustus 1959 62e jaargang Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. no. 308, Giro 32622 Abonnementsprijs f 2.50 per jaar Franco per post 5.25 Advertenties 6 cent per mm m Woensdag 5 augustus a.s. hoopt H.K.H. prinses Irene haar twintigste verjaardag te gedenken. Onze prinses neemt momenteel in ons land een belangrijke positie in. Zij studeert aan de Utrechtse universiteit en vervangt haar vader soms op plaatsen waar hij verhinderd is acte de présanse te geven. Prinses Irene is het toonbeeld van de moderne jonge vrouw en zij is een meer dan voortreffelijk skiester, een der besten van Nederland. Dat haar nog vele jaren vol geluk en voorspoed ge geven mogen zijn is de wens van het gehele Neder landse volk. IS AL ZO OUD ALS DE WERELD Sinds onheugelijke tijden worden er kapitalen aan uitgegeven Wie denkt, dat de vele geheim zinnige flesjes, doosjes en potjes, die men tegenwoordig op de toi lettafel van bijna iedere vrouw kan vinden, een uitvloeisel zijn van onze moderne tijd, heeft het niet helemaal bij het rechte eind. Bijna zolang er mensen op aarde zijn, hebben schoonheidsmiddelen en allerlei reukwerken een rol ge speeld. In de verborgen grafkelders van de reusachtige Egyptische pyrami- den trof men prachtige albasten vazen aan, waaruit nu nog een zachte geur opsteeg. Ongetwijfeld hebben daarin de Egyptische pharao's dertig eeuwen geleden op hun dodenreis de geurige stof fen meegekregen, die ook hun le ven hadden veraangenaamd. En al worden er nu soms hele bedra gen besteed aan een klein flesje met welriekende inhoud, deze val len in het niet bij de fabelachtige sommen, die men daar in die ou de tijden voor over had. Zo had koningin Cleopatra alleen voor het zalven van haar handen telkens voor een waarde van 400 denaren (ongeveer f 180.aan reukstof fen nodig. Ook in de bijbel wordt melding gemaakt van het gebruik van reuk stoffen. De zachte geuren van reukoffers verspreidden zich op feestdagen door de tempel en men vereerde de doden met kostbare zalven. Maar in de eerste plaats was het in de warme landen een middel tot verfrissing en om on aangename geuren te verdrijven. Toch leidde het gebruik ook daar soms tot misbruik, zodat een der profeten er zelfs tegen moest waarschuwen. Een magische kracht werd er vaak aan de reukstoffen toege kend. In de middeleeuwen meen de men, dat iemand door deze stoffen van „boze geesten" be vrijd kon worden en nu nog gera ken de medicijnmannen der in boorlingen er door in extase. Fabelachtige bedragen. Al lijkt het gebruik van parfums iets specifieks vrouwelijks, vroe ger versmaadden de mannen ze evenmin! Het was zelfs nodig dat Solon de verkoop verbood aan mannen in Griekenland, die het gebruik van de Egyptenaren had den overgenomen. Voor vrouwen liet men dit „overbodig gebruik" blijkbaar nog wel toe. Maar in het oude Rome was het nog erger. Ernstige mannen lieten herhaal de waarschuwingen horen. Keizer Nero zelf gaf echter een zeer slecht voorbeeld. Op één enkel feest zou hij voor meer dan zes honderdduizend gulden aan reuk stoffen hebben verkwist. Dit fa belachtige bedrag bewijst, welk een onzinnige afmetingen het ge bruik van reukstoffen, zalven en essences had aangenomen. Toen de bloeitijd van het Ro meinse rijk ten einde was, ver dwenen langzamerhand deze luxe gewoonten. Maar daarmee was het kwaad niet uitgeroeid. Toen de kruisvaarders uit het verre oos ten terugkeerden, brachten zij al lerlei zwoele parfums mee naar het westen. De parfumeerkunst leefde weer op, vooral in Frank rijk. Jaarlijks moet Madame de Pompadour, de béruchte maitres- se van Lodewijk XV, voor onge veer f 240.000 aan parfums heb ben gebruikt. Men beweerde zélfs dat de vrouwen zich wel moesten parfumeren, omdat ze zich te wei nig wasten! Aan het hof van Salomo. De „make up", een woord met een moderne klank, is al even oud, al zal men daarvoor vroeger wel een andere term gebruikt hebben. Om de ogen groter te doen schij nen en het wit beter te doen uit komen, blanketten de oosterse vrouwen haar gezicht, zij bestre ken de wenkbrauwen met een zwart poeder, in alcohol gemengd, waardoor ze in elkaar schenen te lopen en hetzelfde deden ze met de binnenste randen van de oog leden. In de tijd van Salomo wa ren roodgeverfde nagels geen on bekend verschijnsel. Soms verfden de vrouwen zelfs de hele voeten rood met het geelrode aftreksel van de bladeren van de Alhenna- plant. Een ongewone wet. In Europa nam het gebruik van schoonheidsmiddelen in latere eeuwen zo toe, dat de wetgever zich er eens mee ging bemoeien. In de 18de eeuw werd in Enge land een wet ingediend, waarbij bepaald werd dat alle vrouwen, onverschillig van welke rang of stand, die na de uitvaardiging van de bedoelde wet, zijner ma- jesteits onderdanen (de mannen!) met behulp van welriekende stof fen, schmink, kunsttanden, vals haar, corsetten, schoenen met ho ge hakken en gewatteerde heupen tot een huwelijk zouden verleiden, als heksen zouden worden be schouwd. Een aldus tot stand gekomen huwelijk zou waardeloos verklaard worden. Dit ging het Engelse par lement toch wel wat ver en de wet werd verworpen, maar de op vattingen over de vrouwelijke kunstgrepen spreken uit dit ont werp duidelijk genoeg. Geduren de de hele 18de eeuw beleefden pruiken, poeder en blanketsel een gouden tijd, voornamelijk in Frankrijk. De Franse revolutie bracht ook op dit gebied verande ring, die zelfs in ons land nawerk te, waar men ook aan deze mode had meegedaan. De grote over daad was spoedig verdwenen, al leen eau de cologne en andere reukstoffen bleven algemeen ge liefd en hiervan maakten onze grootmoeders een dankbaar ge bruik. Wellicht zijn er in onze moder ne tijd mensen, die een wet om de overmatigheid op dit gebied tegen te gaan, nodig achten. Of het succes zou hebben ,valt ech ter te betwijfelen. De geschiede nis leert wel, dat het hier nu een maal gaat om een onuitroeibare eigenschap van de vrouw, en dat ook mannen zich meermalen op hetzelfde pad begeven hebben. De vergelijking met vroeger dwingt eigenlijk tot de conclusie, dat het tegenwoordig zo erg nog niet is en laten we daar blij om zijn. (Nadruk verboden). <"TÖie lacht daar 140.000 eerlijke huiseigenaren hebben hun bezit aangemeld bij het Grootboek Woningverbetering en naar schatting 60.000 oneerlijke bezitters hielden hun monden en portemonnees stiekem gesloten. We begrijpen, dat die 60.000 achteraf moeilijk zijn op te spo ren. Daartoe zouden alle kadasters minutieus uitgezeefd en alle om schrijvingen van bestaande on roerende goederen stuk voor stuk met de aangiften vergeleken moe- en worden Niet te begrijpen én niet te bil lijken is echter, dat de regering een streep onder de huurblokke- ringsrekening zet en het Groot boek tot de laatste cent nauwkeu rig wil afsluiten, inplaats van het beruchte boek met de slordige notities vol fouten en hiaten dade lijk dicht te klappen en zover mo gelijk weg te stoppen in de ar chiefkelders. De leugenachtige wetsontdui- kers lachen ongrijpbaar in hun (gevulde) vuistje, nu bij hun plichtsgetrouwe buurman de aan maning tot betaling tot en met de laatste verschuldigde penningen binnenkomt. Op deze wijze bestraft onze o- verheid haar trouwe onderdanen en werkt ze óók bij hén belasting ontduiking en andere oneerlijkhe den in de hand. P. Het bureau voor watertoerisme tracht nieuwe recreatieoorden te ontsluiten (Van onze verslaggevers) AMSTERDAM (P P) „Er is in ons land nog recreatiegebied genoeg. Dat zal u wel eigenaar dig in de oren klinken, maar het is de waarheid in weerwil van al le klachten op dit gebied". Dit vertelt ons de heer B. J. F. Stij- ger, plaatsvervangend hoofd van het Bureau voor Watertoerisme, van de A.N.W.B. de Koninklij ke Verbonden Ned. Watersport Verenigingen en de Ned. Kano Bond, welk bureau gevestigd is in het gebouw van de A.N.W.B. aan het Museumplein. „De beoefenaren van de water sport en het watertoerisme nemen steeds in aantal toe en dit is ook begrijpelijk, aangezien Nederland op en in het water nog voldoende recreatie kan bieden. Onze stran den, bossen en heidevelden en dan in het bijzonder de mooie, bekende plekjes en streken zijn verzadigd en er komen vrijwel geen nieuwe gebieden bij. Met het water is dat anders. Zeker, er zijn ook verschillende watersportcen tra, die vol zijn, maar er is nog zoveel over, en er komt in de toe komst nog veel bij. We behoeven hierbij maar te denken aan ver schillende plassgn en plassenge- bieden die nog niet ontdekt zijn door de watersportliefhebber en aan de waterruimten die wij in de toekomst krijgen zoals b.v. de randmeren langs de Zuiderzeepol ders en de wateren die beschik baar komen na voltooiing van de Deltawerken. Nederlands toekom stige recreatie ligt in en op het water dat staat wel vast". En de heer Stijger toont ons aan de hand van grote kaarten waar de mogelijkheden liggen. Wij moeten toegeven, dat er nog veel gebieden op ontsluiting wachten. Wat doet het? Het Bureau voor Watertoerisme mag zich verheugen in een pret tige samenwerking met diverse overheidsinstanties, waardoor het bureau in staat was veel goed werk voor de ontwikkeling van de watersport en het watertoerisme te doen. Zo ondervindt men veel medewerking van het departe ment van O. K. W., van Staats bosbeheer en van Rijkswaterstaat. Het zou te ver voeren om alle bemoeienissen stuk voor stuk te noemen, maar door het bureau wordt de stoot gegeven voor de stichting van jachthavens, centra voor zomerhuisjes en zwembaden. Oeverstroken worden voorzien van meerpalen en geschikt ge maakt voor de recreatie, hinder lijke ondiepten worden verwij derd, verdwijnende eilanden in de plassen worden hersteld en wat al niet meer. De bemoeienissen van het bu reau strekken zich echter nog veel verder uit. Dat bemerken we al heel spoedig wanneer we een poosje achter de balie staan om eens iets te horen van de vele vra gen, die de bezoekers stellen. Wat biedt het? Een heer en een dame wensen een watertocht te maken van Loosdrecht, waar zij hun boot hebben liggen, naar de Brielse Maas.' Zij worden verzocht even plaats te nemen en de employé van het bureau duikt even in de verschillende kasten. Binnen vijf minuten presenteert hij het echt paar een keurig mapje waarin het alles kan vinden. Op de omslag staat een water- kaart van Nederland afgedrukt en daarin is in rood al de te vol gen route aangegeven. In het mapje vindt men verder een aan tal detailkaartjes, waarop men zich beter kan oriënteren en een beschrijving van de route, in te legramstijl gesteld, doch overzich telijk en alle belangrijke zaken bevattend, zoals afstanden, slui zen, bruggen met hun openings tijden, algemene bijzonderheden, als mogelijkheden om te zeilen op bepaalde delen van het traject, aanlegplaatsen en havens, bijzon dere voorschriften op bepaalde wateren, iets over de getijstromin gen, enzovoorts. Het doet er niet toe wat voor route u in het bin nenland wenst te bevaren, binnen enkele minuten liggen alle details klaar. Dat zijn dan zo de reisinlich- tingen die men verstrekt, maar we horen ook andere vragen stellen aan de balie. Vragen over verze keringen, over boeken op het ge bied van watersport en watertoe risme, over grensdocumenten, o- ver juridische aangelegenheden. Men vraagt naar speciale water kaarten, waarvan dit bureau er een groot aantal uitbrengt. De tweedelige wateralmanak vliegt weg, want dit is voor elke water sportbeoefenaar de vraagbaak, waarin hij niet tevergeefs zal zoe ken. Wat zegt het? Maar dat is nog niet alles. In lichtingen over zeilscholen wor den ook gegeven, want het bu reau heeft bemoeienissen met en kele gerenommeerde opleidingen in ons land. Uitgebreide inlichtingen wor den verstrekt aan de heer die voornemens is in een van Neer- lands watersportcentra een jacht haven te beginnen. Iemand vraagt huuradressen voor motorboten en zomerhuisjes aan het water. Een ander wenst advies over de aanschaffing van een kano. Spe cialisten staan klaar met raad en daad. Een neutrale expert taxeert een te kopen boot. Men geeft voorlichting over zelfbouw van zeilschepen. Natuurlijk willen wij wel eens weten of er in ons waterrijke land je nu nog veel mensen zijn die een tocht naar het buitenland ma ken met hun boot. Hun aantal valt ons mee, want het blijkt, dat omstreeks 30 °/o van de aange vraagde reisplannen bij het bu reau het buitenland betreft. Wie vragen het? Trouwens er is nog iets opval lends: van alle vragen die het bu reau te verwerken krijgt, komt niet minder dan 10 °/o uit het bui tenland en wel 7 uit Engeland, 2 °/o uit Duitsland en 1 °/o uit Frankrijk. Natuurlijk komen er ook nog vragen uit andere landen, maar dit aantal is te gering om percentsgewijze te worden uitge drukt. Met deze vragen van buiten landers zit het bureau eigenlijk al tijd een beetje in de maag, want tenslotte moeten deze mensen zich voor inlichtingen eigenlijk wenden tot bureaus in hun eigen land. Het bureau voor Watertoe risme is er tenslotte voor de Ne derlandse liefhebbers en in eerste instantie voor de leden, die hel pen het in stand te houden en zo als het Nederlandse bureau ook inlichtingen verstrekt voor bui tenlandse reizen, zo dienen ook de buitenlandse bureaus dat te doen voor hun landslieden. „Waarom vragen zoveel buiten landers dan inlichtingen hier?" willen wij weten. Het is duidelijk dat de heer Stijger hier liever niet op wil antwoorden, althans een beetje verlegen is met wat hij zeggen zal. Het blijkt tenslotte, dat de oorzaak gezocht moet wor den in het feit, dat het Neder landse bureau zo voortreffelijk georganiseerd is en zo'n uitgebrei de service verleent. Waarheen gaan zij? „Waar brengen de meeste wa tersportliefhebbers hun vakantie door?" vragen we en ook hierop weet men dadelijk het antwoord. Aan de hand van een lijst is dat goed te zien. De Hollandse plas sen slokken de meesten op: onge veer een kwart van het totaal, Friesland en noordwest Overijssel doen hier slechts weinig voor on der, dan volgt een groot aantal dat over de grens trekt, groten deels naar België, een ander groot deel zwerft door geheel Neder land en slechts een klein groepje zoekt het echte ruige water op en wonderlijk genoeg nog een kleiner deel zwerft over de grote rivieren, waar men toch meer liefhebbers zou verwachten. Het Bureau voor Watertoeris me is een belangrijke vraagbaak voor allen die op het water hun recreatie zoeken. Maar niet alleen een vraagbaak, want het bureau is ook buitengewoon actief waar het er om gaat nieuwe recreatie gebieden te veroveren of te schep pen of voor de belangen van een dergelijk gebied op te komen, het natuurschoon te behoeden of wat al niet meer. En het is ook begrij pelijk dat men zich hiervoor zo in spant en dat geen moeite en kos ten teveel zijn, want de heer M. Ruytenschildt, hoofd van het bu reau voor Watertoerisme, stelt het volgende: er zijn vier pijlers waarop onze samenleving rust en dat zijn werken, wonen, verkeer enrecreatie. De wetenschap dat we strijden voor één van deze vier belangrijke pijlers stimuleert de medewerkers van dit bureau, dat bovendien weet, dat gezien de huidige recreatienood, de re creatie te water een steeds gro tere plaats zal gaan innemen. (Nadruk verboden). biljartclub T.O.G. le prijs 384 12e prijs 216 2e - 262 13e - 459 3e - 266 14e - 57 4e - 101 15e - 19 5e - 362 16e 338 6e 430 17e - 187 7e - 303 18e - 185 8e - 30 19e - 390 9e 379 20e - 359 10e - 47 21e - 134 11e - 453 Prijzen af te halen in „De Graaf van Buren" te Kort- gene. Ganzepoortstraat 21, Tel. 2048 - GOES

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1959 | | pagina 1