NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Sahara
Plouvier heeft DE schoenen
Het einde van een radio-carrière
De verkiezingen in Indonesië
DE
WORDT
HET FRANSE TEXAS
No. 2847
Zaterdag 17 augustus 1957
60e jaargang
Druk en uitgave: Drukker^ Markusse te Wissenkerke, Tel. no. 308, Giro 32622
Abonnementsprijs I 2.50 per jaar Franco per post I 5.25 Advertenties 6 cent per mm
door dr. P. H. Hitter
Voor de oorlog was Indonesië, toen
Nederlands-Indië, een welvarend, goed
bestuurd land. De bevolking was ons
welgezind. De opstand kwam niet voort
uit de volkswil, maar werd kunstmatig
door een vreemde mogendheid (Japan)
verwekt. Te kwader ure vond de souve-
reiniteits overdracht plaats, onder de
druk van vreemde mogendheden (Enge
land en Amerika) en ten gevolge van
een reeks van fouten, door de nederland-
se staatslieden begaan.
Sedert kwam het onheil over Indone
sië los. De nieuwe bewindhebbers zoch
ten hun kracht in grote buitenlandse rei
zen met veel vertoon, in het vernietigen
van de federalistische bewegingen op
eigen gebied, in het vervolgen, gevangen
nemen en pijnigen van Nederlanders en
in het eindeloos voortzetten van een on
rechtmatige vordering op Nederlands
Nieuw-Guinea.
Maar zij wisten hun gezag niet te
handhaven op eigen gebied; het volk van
Indonesië verkommerde en verhongerde,
de ellende steeg bij de dag, de revoltes
waren niet van de lucht, het leger ver
zette zich en de diepgewortelde drang
naar autonomie in de buitengebieden
liet niet af.
Waar ellende heerst daar heeft het
communisme een zekere kans. Alles is be
ter dan de chaos, waaraan Indonesië ten
prooi is gevallen. Het uur nadert, waarin
Indonesië een sowjet-republiek gaat wor
den' onder russische of chinese hegemo
nie. Op Java vormen de communisten
thans reeds de grootste politieke partij.
Wij moeten het afwachten of deze be
weging zich even sterk doorzet op de
andere eilanden, maar de tekenen van
een sowjet-Indonesië staan aan de wand.
Het gevolg van de onbegrijpelijke hou
ding van de Verenigde Staten ten aan
zien van Indonesië doet zich thans gel
den. In zuidoost-Azië brokkelt de macht
van het westen zienderogen af. Op de
dag, dat de indonesische sowjet-repu
bliek wordt uitgeroepen is het westen in
Azië teruggedrongen door het hecht aan
eengesloten oostelijke blok. De commu
nistische volken zullen dan weer de leu
zen aanheffen: „weg met het kolonialis
me!"
Maar het kolonialisme is niet weg. Het
is sterker dan het ooit is geweest. Het
heeft zich alleen verplaatst van het wes
ten naar het oosten en het heeft veel
verschrikkelijker vormen aangenomen
dan het vroeger ooit had. Het huidige
westelijke kolonialisme betekent: gelei
delijke ontwikkeling van de achterlijke
gebieden tot zelfbestuur; het oostelijke
kolonialisme betekent, dat zij in de vorm
van satellieten geringeloord worden door
een dictatuur.
Het valt te betreuren, dat de Verenig
de Staten door hun verzet ook tegen de
tegenwoordige, milde vormen van wes
telijk kolonialisme, het oostelijk kolonia
lisme in de hand werken.
De uitslag van de verkiezingen op Ja
va is veelzeggend. Op de eerste plaats
omdat hij een teken is van vertwijfeling.
Het volk weet geen raad meer en doet
nu de sprong in het duister. Op de twee
de plaats, omdat een nieuw te vormen
indonesische regering rekening moet
houden met de volksuitspraak die, hoe
de gang van zaken op de buitengebieden
zich voltrekt, zich vóór een versterking
van de communistische invloed heeft
verklaard.
Het is niet meer mogelijk de zaken in
evenwicht te houden door afleidingsma
noeuvres als het kweken van haat tegèn
de Nederlanders of een voortzetting van
het geroep om Nieuw-Guinea. Het volk
eist thans rechtstreeks voedsel, orde en
een beetje geluk. De fopspeen heeft af
gedaan. En indien de wassende commu
nistische invloed niet leidt tot de instel
ling van een sow jet-bewind, dan staat
een burgeroorlog voor de deur.
In de islamitische groepen leven er
krachten, die zich niet laten terugduwen.
En het valt in hoge mate te betwijfelen,
of onder de omstandigheden die thans
aanwezig zijn, de huidige machthebbers
de eenheidsstaat kunnen handhaven.
Maar Java communistisch betekent al
één voet van de communistische beer in
zuid-Azië. De javaanse verkiezingen
hebben het vertrouwen in een regelma
tige ontwikkeling verzwakt. De zoge
naamde „bevrijding" van Indonesië kan
in laatste aanleg leiden tot het ontstaan
van een broeinest van urgente proble
men.
Moeten de westelijke mogendheden
ingrijpen, wanneer het grote gebied van
de archipel in de armen valt van de oos
telijke groep? En zo het javaanse com
munisme en centralisme leidt tot een
burgeroorlog met de andere islamitische
en federatief-gezinde gebieden, kunnen
de mogendheden zich dan onthouden?
Indonesië kan wel eens een even ge
vaarlijk gebied worden voor de wereld
vrede als thans het nabije oosten.
De politieke weervoorspellers, die de
gevaren voorzagen, welke een scheiding
tussen Nederland en Indonesië zou te
weeg brengen, beginnen gelijk te krij
gen. De geschiedenis van Indonesië is
één grote tragedie. De slachtoffers zijn
de wereldmogendheden, die zich weder
om voor ontstellende moeilijkheden zul
len zien geplaatst. Maar de slachtoffers
in het eerste gebied dat zijn de Indo
nesiërs zelf.
(Nadruk verboden).
Enorme schat aan olie sluimert onder dorre woestijnbodem
(Van onze correspondent)
PARIJS (P P) Duizenden Parij-
zenaars stonden dezer dagen, ondanks
een drukkende hitte, urenlang in de rij
om een paar aandelen te bemachtigen in
een franse aardoliemaatschappij, die o-
liebronnen in de Sahara wil gaan exploi
teren. De Sahara, de grootste woestijn
van onze planeet, bedekt een groot deel
van noord-Afrika, van de Atlantische O-
ceaan tot het dal van de Nijl. Zij is 12
maal zo groot als Frankrijk, dat het ge
bied politiek en militair beheerst. De be
volking is uitermate dun. Er wonen op
deze zee van zand en rotsen iets minder
dan twee miljoen mensen, voor het me
rendeel nomaden.
Nog slechts enige tientallen jaren ge
leden was de Sahara een „terra incog
nita", een witte vlek op de landkaart.
Voor Frankrijk had het bezit van deze
woestijn met het oog op de koloniën in
west- en equatoriaal-Afrika vooral een
militaire betekenis. Een economische
ontsluiting van dit door de natuur zo
stiefmoederlijk bedeelde gebied scheen
tot de onmogelijkheden te behoren en
het geologisch onderzoek beperkte zich
tot enige weinig omvangrijke expedities,
met zeer magere resultaten.
Toen kort na de eerste wereldoorlog
de geoloog Kilian op grond van een sys
tematisch onderzoek tot de overtuiging
kwam, dat de Sahara enorme bodem
schatten van velerlei aard bevatte, stuit
te hij met zijn beweringen in vakkrin
gen op zo veel hoon en spot, dat hij zich
in vertwijfeling van het leven beroofde.
Nog in 1951 schreef de bekende ameri-
kaanse geoloog Hallis D. Heldberg, dat
de in de Sahara ontdekte sporen van olie
zonder enig belang waren. In Frankrijk
zelf deelde men dit scepticisme ten volle
Twee oliegebieden.
Pas in 1950 slaagde de gewezen resi
dent-generaal van Marokko Erik Labon-
ne erin, de franse regering óp grond van
de resultaten van een door hem geleid
onderzoek te bewegen tot het uitrusten
van een grotere expeditie. De kosten van
een door een eskader vliegtuigen ge
maakte luchtfoto's van een gebied van
500.000 vierkante kilometer beliepen
meer dan 800 miljoen francs; die van de
met de modernste instrumenten uitge
ruste geologische expeditie, die in lange
karavanen van honderd en meer speci
aal ingerichte auto's het woestijngebied
in alle richtingen doorploegde, een veel
voud van genoemde som.
Het resultaat was het vinden van ten
minste twee oliegebieden, die de moeite
van het exploiteren waard waren: bij
Edjelé aan de libysche grens en bij Has-
si-Messaoed ten zuiden van de grote
oase van Kwargla. De exploitatie zou
echter, zo berekende men, zeer duur zijn
Terwijl namelijk in het midden-oosten
de grote olievelden niet meer dan vijftig
kilometer van de kust verwijderd zijn,
liggen die in de Sahara ver het binnen
land in.
De boringen begonnen in het jaar 1955
Aan de libysche grens vond men reeds
op een diepte van 450 meter olie, maar
pas een jaar later werd het bewijs gele
verd, dat de enorme uitgaven, die men
had gedaan, niet waren weggegooid. Van
in totaal zestig boringen leverden vijftien
succes op: een buitengewoon groot per
centage, dat op reserves wees, die zelfs
de hoogste verwachtingen ver overtrof
fen. De schattingen schommelen tussen
enige honderden miljoenen en meer dan
een miljard ton, maar zijn bij de huidige
stand van het onderzoek nog niet ge
heel controleerbaar. De experts willen
zich niet op cijfers vastleggen.
Gigantische strijd.
Desondanks bestaat er geen twijfel
meer, dat Frankrijk reeds over enige ja
ren zijn olieverbruik, dat op het ogen
blik 20 miljoen ton groot is, en bijna
geheel uit het buitenland moet worden
ingevoerd, voor bijna negentig procent
uit eigen bronnen zal kunnen dekken.
De daaruit voortvloeiende besparing aan
deviezen wordt op 200 tot 250 miljard
francs geschat.
Op het ogenblik echter sluimeren deze
schatten nog diep in de aarde. Hun win
ning eist een gigantische investering van
geld en arbeid. Het klimaat in de Sa
hara is moordend. De zon, die van de
vroege morgen af erbarmingsloos van
de loodkleurige hemel straalt, laat de
temperatuur al snel tot 50 graden Cel-
cius stijgen, om deze 's avonds, wanneer
zij in een kleurenspel van onvergelijke
lijke pracht aan de horizon verdwijnt,
tot bijna het vriespunt te laten dalen.
Van het kapitaal, dat nodig is, om on
der dergelijke omstandigheden een voor
de arbeiders dragelijk bestaan te schep
pen, kan men zich misschien een voor
stelling maken, indien men weet, dat de
dagelijkse behoefte aan water vijf tot zes
liter per man bedraagt en dat men daar
van elke druppel over een afstand van
bijna duizend kilometer moet aanvoe
ren. Van de aanvoer van het constructie
materiaal, de machines, de levensmidde
len enz. zwijgen we nog maar.
Reeds op het ogenblik is een vloot van
kleine transportvliegtuigen en zijn ein
deloze karavanen vrachtauto's dag en
nacht onderweg. De bedrijfskosten voor
een enkele boortoren worden op een
miljard francs per jaar geschat en hoe
veel van dergelijke torens men nodig
heeft om de franse behoefte aan olie te
dekken, kan men uitrekenen, wanneer
men weet, dat de gemiddelde dagelijkse
opbrengst van een boortoren de tachtig
kubieke meter meest niet te boven gaat.
(Nadruk verboden).
By de meest beluisterde spreker
Dr. P. H. Bitter jr. spreekt zondag 29 september voor het laatst
voor de microfoon
(Van onze verslaggever)
UTRECHT (P P) „Eén ok
tober a.s. sluit ik mijn radiocarrière
af. Zondag 29 september bespreek
ik voor de laatste maal een boek",
deelt dr. P. H. Ritter ons mee als we
met hem een praatje komen maken.
Partir c'est mourir un peu. En on
willekeurig moeten we hieraan den
ken wanneer we naar de in het vak
vergrijsde auteur, criticus en journa
list luisteren, die ons het een en an
der vertelt over zijn loopbaan bij
de radio.
„Of ik de eerste radiospreker was, durf
ik niet te beweren, maar in elk geval be
hoorde ik tot de eersten. Op voorspraak
van de bekende schrijver Herman de
Man kwam ik bij de radio. Het begin
was zeer primitief. Het huis van de heer
Vogt deed dienst als studio en wanneer
je niet goed oplette, struikelde je over
de draden. Zo heb ik de gehele groei
meegemaakt en werkte voor de H.D.O.
(Hilversumse Draadloze Omroep), de
A.N.R.O. (Algemene Nederlandse Radio
Omroep) en tenslotte voor de A.V.R.O.,
die hieruit groeide.
Het vak van radiospreker, want zo
mag men dat wel noemen, is niet zo een
voudig als men zou denken. Een zeer
grondige voorbereiding van het gespro
kene is absoluut vereist. In weerwil van
mijn jarenlange ervaring heb ik nog al
tijd het grootste deel van de week nodig
om mijn boekbespreking voor te berei
den. Het is veel werk voor de kleine
spanne tijds die men voor de microfoon
staat, doch het is noodzakelijk wil ik in
kort bestek de essentie van het werk be
handelen. Veel leert men door ervaring,
doch ongetwijfeld komt er ook een ze
kere aanleg voor kijken.
Een radiospreker behoeft geen mooie
stem te hebben, doch moet een persoon
lijkheid zijn, waardoor zijn woorden de
luisteraars zullen aanspreken. Geheel an
ders ligt dit bijvoorbeeld bij de nieuws
lezer, waarvan juist een zekere persoon
lijkheid wordt verwacht. Hun werk is
zeker zo moeilijk. Voor iedere radiospre
ker is echter een grote dosis tegenwoor
digheid van geest van nut, want men
kan voor de onaangenaamste situaties
komen te staan, waarbij men er voor
dient te zorgen, dat alles toch vlot ver
loopt"
Toch nog actief.
„Vindt u het niet onaangenaam een
dergelijk werk te moeten stoppen, dat u
zoveel jaren met inzet van al uw krach
ten hebt gedaan?" informeren wij.
„Natuurlijk vind ik dit jammer", ant
woordt ons de heer Ritter, „maar ik be
schouw het als een mijlpaal in mijn le
ven, die ik nu eenmaal passeren moet en
waarachter een geheel nieuw leven
wacht. Want doordat ik geheel in het
actieve leven sta, denk ik er niet over te
gaan rusten. Ik heb nog verschillende
bindingen zoals ten eerste mijn werk als
hoofdredacteur van het bureau Persbe-
langen Persassociatie te Utrecht, ten
tweede mijn medewerking aan „Het
Boek van Nu" en „Bindingen ten der
de mijn werk als schrijver".
„Bent u met een boek bezig?" willen
wij weten.
„Ja, reeds enige jaren werk ik aan
mijn nieuwe boek „De douairière", dat
ik hoop in deze winter af te maken en
dat vermoedelijk in de loop van het ko
mende jaar zal uitkomen", vertelt onze
gastheer. „Dan moet dit jaar nog ver
schijnen „Een kwart eeuw voor de mi
crofoon" met persoonlijke herinneringen
aan het radiowerk en daarna hoop ik
nog eens te komen tot een klein memo
riaal. Zo ziet u, dat er zich voor mij ge
heel nieuwe mogelijkheden openen. Ik
hoop de gelegenheid te krijgen nog meer
te publiceren, doch dit zal moeten wor
den afgewacht".
35 boeken
„Hoeveel werken zijn er van u gepu
bliceerd?" vragen wij nieuwsgierig.. Dr.
Ritter moet even nadenken. „Als ik me
niet vergis, vijfendertig ongeveer, waar
onder een groot aantal romans".
Terwijl wij verder praten over de oude
tijd (ambtenaar in Zeeland), de oorlog
(gijzelaar in Buchenwald), de politiek
(minister Hofstra) en de grote betekenis
van het persbureau, komen wij steeds
meer tot de conclusie, dat deze vitale
75-jarige één stuk leven is, nog steeds
vol en bloeiend, dank zij zijn ervaring
beschikkend over een zeer grote kennis
op velerlei gebied, begiftigd met een
heldere blik en een zuiver oordeel. Een
man die ondanks zijn leeftijd of mis
schien juist door die leeftijd, de zaken
en problemen, die hem worden voorge
legd, tot op de kern weet te doorschou
wen.
Wanneer hem de tijd wordt gegund
te blijven werken, mag nog veel van hem
worden verwacht, want nu er een nieu
we periode in zijn leven begint is dr.
Ritter vol plannen.
Feest en huldiging.
Wij spraken in hetzelfde kantoor ook
nog even met de heer P. J. van Gelder,
technisch directeur van het bureau Pers-
belangen Persassociatie, waarvan dr.
Ritter de hoofdredactie voert.
De heer Van Gelder is secretaris van
het huldigingscomité „Ritter 75" en
heeft vele prominente figuren uit krin
gen van overheid, radio, pers, literaire
wereld en het universitaire leven bereid
gevonden, om de heer Ritter op waar
dige wijze hulde te brengen bij het be
reiken van zijn 75ste verjaardag. Aan
gezien deze verjaardag op 16 augustus
valt, in verband met de vakanties een
beetje moeilijke datum, is de huldiging
vastgesteld op zaterdag 28 september
a.s. in de AVRO-studio te Hilversum,
dat is dus de dag vóór de laatste boekbe
spreking.
„Wie namen er zitting in het ere-co-
mité?" willen wij nieuwsgierig weten.
„Het zijn ruim zeventig personen tot
nog toe", vertelt ons de heer Van Gel
der, „en het is voor u ondoenlijk al die
namen te noteren, doch ik wil u wel en
kele bekende namen noemen. Naast de
minister-president, de minister van O.
K. W. mr. Cals, prof. Gerbrandy, de
commissaris van de koningin in Zeeland
jhr. De Casembroot, de commissaris der
koningin in Utrecht graaf Lynden van
S andenburg, de directeur-generaal van
de belgische N.I.R., voorts vooraanstaan
de figuren uit de nederlandse radiowe
reld, van de pers, voorzitters van de or
ganisaties op gebied van taal- en letter
kunde, hoogleraren en natuurlijk colle
gae en vrienden uit het literaire milieu,
waarin dr. Ritter eigenlijk zijn gehele
leven heeft gewerkt.
Het ligt in de bedoeling dr. Ritter een
geschenk onder couvert te geven, af
komstig van al zijn vrienden en bewon
deraars. Hiertoe heeft het werkcomité
rekeningen geopend bij de Twentsche
Bank en Vlaer Kol te Utrecht onder
motto „Ritter 75". Het gironummer van
de penningmeester is 219710. Voorts
komen er enkele symbolische geschen
ken".
Wij nemen afscheid in de overtuiging
dat het bereiken van mijlpaal 75 voor de
nog steeds actief in pers en radio werk
zame nationale figuur het glanspunt van
een roemrijke carrière zal vormen.
(Nadruk verboden).
Donderdagavond gesloten
J. P. SCHIPPERS
Colijnsplaat
Ganzepoortstraat 21, Tel. 2084 - GOES