NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD De rattenoorlog van Stalingrad Het bittere einde van veldmaarschalk V/on Paulus De gehuwde vrouw Het is weer STORMTIJ No. 2820 Zaterdag 9 februari [1957 60e jaargang Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. no. 308, Giro 32622 Abonnementsprijs I 2.50 per jaar Franco per post I 4.00 Advertenties 6 cent per mm Op 1 februari j.l. stierf te Dresden op 67-jarige leeftijd Friedrich von Paulus, de sol daat die onmogelijk anders genoemd kan worden dan „de man van Stalingrad". Het drama van Von Paulus' leven is het drama van Stalingrad, de rampzalige stad, die in de winter van 194243 het to neel was van een strijd, zo bitter als de krijgsgeschiede nis nauwelijks kent. Op 23 september van het jaar 1890 werd Friedrich von Paulus te Breitenau geboren. Als subaltern officier maakte hij de eerste wereldoorlog mee. In 1929 werd hij bevorderd tot majoor, in 1935 tot luitenant-kolonel en in 1939 tot ge neraal majoor. Als zodanig ging hij de tweede wereldoorlog in. Von Paulus was chef van de staf van het 6de leger van Von Reichenau, dat op 10 mei 1940 onze zuidelijke grens schond, door Limburg en Noord-Brabant oprukte en zijn op mars voortzette in België. Al spoedig werd de majoor bevorderd tot respectievelijk luitenant- en kwar tiermeester-generaal. In die functie werd hij betrokken bij het opstellen van het operatieplan voor de verovering van Rusland. In januari 1942 werd Von Pau lus bevorderd tot generaal en als com mandant van het 6de leger voerde hij de duitse troepen in de zomer van 1942 naar de Wolga. Stalingrad in de tang. In een maand tijds, van midden juli tot midden augustus 1942 lukte het de duitse troepen de Russen uit de bocht van de Don te verdrijven. Van groot be lang bleek de slag bij Kalatsj. Hierna stonden de Duitsers vrijwel overal aan de Don en kon de grote aanval op de stad, die naar de leider van het russische volk genoemd was, beginnen. Von Pau lus wilde Stalingrad in een ijzeren om klemming van een drietal legergroepen, een noordelijke, een zuidelijke en een centrale, vermorzelen. De noordelijke pantsertroepen for ceerden op 22 augustus de overtocht o- ver de Don en bereikten al na een paar dagen ten noorden van Stalingrad de grote russische rivier de Wolga. De cen trale groep probeerde rechtstreeks door te stoten naar het hart van de stad en bracht het inderdaad na korte tijd tot de westelijke buitenwijken. De zuidelij ke pantsergroep echter ondervond hard nekkige tegenstand. Op 3 september e- venwel wist ook zij door te dringen tot de boorden van de Wolga, nu ten zuiden van Stalingrad. Vernietigende lucht- en artilleriebom bardementen hadden de aanval perma nent ondersteund. Het gevolg was, dat de houten huizen van de buitenwijken der stad een prooi der vlammen werden. De bevolking raakte in paniek en pro beerde te vluchten naar de oostelijke oe ver van de rivier. De „rattenoorlog in de hel van Stalingrad". De belegering van en de verbitterde strijd in Stalingrad is een van de gruwe lijkste episoden uit de laatste wereldoor log en uit de oorlogen aller tijden gewor den. De duitse eskadrilles lieten de onge lukkige stad geen moment met rust. On ophoudelijk spuwden zij het dood en verderf zaaiende vuur en staal uit naar beneden. En in deze hel bevochten elitetroepen van beide zijden elkaar met automati sche wapens, vlammenwerpers, mijnen en handgranaten en streden om elk huis, om elke straat. In koude en tochtige kelders leden de gewonden en deden uit geputte doktoren wat ze konden om de nog niet helemaal hopeloze „gevallen" te redden. uitsluitend nog uit de lucht geravitail leerd worden, maar door de versterkte russische afweer hep het ook hiermee spaak. Gebrek aan voedsel, gebrek aan munitie, gebrek aan warme winterkle- ding waren het gevolg. Ziekte en dood deden de rest, maar ondanks dit alles weigerde Hitier uit waanzinnig prestige- gevoel, verlof te geven tot overgave. De hele maand januari wist Von Paulus nog stand te houden. Op het laatste moment benoemde Hitier hem nog tot veldmaar schalk. Maar het einde moest nu wel spoedig komen. Op 1 en 2 februari 1943 capituleerden afzonderlijke gevechts groepen en op de derde van deze maand legde ook veldmaarschalk Von Paulus het afgematte hoofd in de schoot. Met de resten van zijn roemruchte leger, be staande uit 91.000 man, onder wie 2500 De beste serie van 1957 20- 22- 27- 31 en 36 cc Tussen de puinhopen van wat eens Stalin's roem was, wisten de Duitsers op 12 november in het zuiden van de stad nog een 300 meter vooruit te kómen, zelfs op enkele punten de Wolga te be reiken. Inmiddels hadden de Russen echter verse troejpen samengetrokken op de oostelijke oever van de rivier. Maarschalk Zjoekof werd benoemd tot opperbevel hebber in de zuidelijke sector. En op 10 november ging Rokosowsky bij Kletska- ja tot de aanval over. Een doorbraak en een snelle stoot in zuidelijke richting volgden. Andere offensieven werden on dernomen en op 25 november werd de ring om de duitse troepen gesloten. Ge neraal Von Paulus zat nu zelf met drie honderdtwintigduizend man in de ijze ren russische band. De „geniale strateeg". Stellig had hij aanvankelijk nog kun nen uitbreken, maar Hitier beval hem stand te houden en te wachten op de bevrijding van buitenaf. Von Manstein deed hiertoe een poging, maar slaagde niet. Op 24 december aanvaardde hij de terugtocht. De duitse troepen konden officieren en 24 generaals, gaf hij zich over aan de Russen. Russische „herscholing". Een jaar na zijn gevangenneming werd Von Paulus leider van het in de Sovjet- Unie opgerichte comité voor een vrij Duitsland. Propagandabiljetten, onderte kend door Von Paulus en andere duitse gevangengenomen generaals, waarin de troepen werden opgewekt een einde te maken aan de zinloze oorlog, werden uit geworpen boven de duitse legers. Voor radio-Moskou hoorde men de stemmen van Von Paulus en zijn voor malige stafchef Von Seydlitz. De laatste was leider van de „Bond van duitse offi cieren". Deze had ten doel duitse aan voerders een „herscholing" te geven met het oog op de „bevrijding" van Duits land. Later werden zij merendeels opge nomen in de oostduitse „Volkspolizei". Von Paulus keerde eind 1953 uit Rus land terug naar de oostduitse zone. Pre cies 14 jaar na de verlossende capitulatie die een keerpunt heeft betekend in Von Paulus' leven, heeft de grote veldmaar schalk nu in Dresden de laatste adem uitgeblazen. (Nadruk verboden). en de ouderdomspremie Billijke en onbillijke bepalingen De gehuwde vrouw is persoonlijk niet premieplichtig voor de algemene ouder domswet. In het kort komt het hier op neer, dat het inkomen van de gehuwde vrouw wordt opgeteld bij dat van haar man en over het totaal wordt de premie berekend. Als maximum grens moet ook hierbij een inkomen in acht worden ge nomen van f 6900.per jaar. De man krijgt dus een premieaanslag. Werkt hij zelf in loondienst en wordt op zijn loon de premie ingehouden, dan ont vangt hij later een afzonderlijke aanslag voor een aanvullende premie over het gezamenlijke inkomen. Werkt de vrouw echter ook in loon dienst, dan moet op haar loon wel dege lijk premie worden ingehouden. Ook in dat geval echter krijgt de man later nog een premieaanslag voor het totaal van de beide inkomens. Indien het totaal van beide inkomens boven de f 6900.ligt, dan krijgt de man een negatieve aanslag, dat wil zeggen dat hij het gedeelte van de premie, dat betaald is over het in komen boven f 6900.terug krijgt. Heeft de man evenwel ook nog een aanslag in de inkomstenbelasting te be talen, dan wordt de teveel betaalde pre mie daarmede verrekend. Over één kam. Als de man 65 jaar is en reeds ouder domspensioen trekt en zijn vrouw in loondienst nog niet, dan moet over het loon van de vrouw wel degelijk premie worden ingehouden, hoewel dat later wordt teruggegeven. Dat is wel wat om slachtig, maar het kan niet anders, om dat nu eenmaal niet aan een werkgever kan worden overgelaten of er al dan niet premie moet worden ingehouden. Men kan bovendien niet van hem ver gen, dat hij met al die ingewikkelde be palingen dermate op de hoogte is, dat dit zonder fouten zou kunnen gebeuren. Het zou hem ook veel te veel tijd kos ten om dit alles eerst te onderzoeken. Daarom is het wenselijk alle werkne mers over één kam te scheren en premie in te houden; de belastingdienst kan dan later de kwestie schiften en regelen. Het kan zijn, dat een vrouw boven de 65, die geen premie meer behoeft te be talen aangezien zij ongehuwd is trouwt met een man die jonger is, dus die nog geen 65 is, behoudt die vrouw de uit kering ja of neen? Onvolledigheid. In dit geval houdt de uitkering aan die vrouw op en als de man 65 is ge worden ontvangen zij samen de uitke ring voor gehuwden. Dit kan men be schouwen als een onbillijkheid en het ontgaat ons, waarom hier niet in is voor zien, want wij vinden dit eigenlijk in strijd met de opzet van de wet. De wet zegt wel, dat als twee men sen trouwen, die boven de 65 zijn, dus beiden de uitkering voor een ongehuw de ontvangen, zij die uitkering voor on- gehuwden blijven ontvangen en ze niet terugvallen in de uitkering voor gehuw den, een uitkering die lager is dan twee maal de uitkering voor ongehuwden. Ware het nu nog zo, dat als de vrouw alleen boven de 65 is, zij althans haar uitkering behoudt, totdat de man ook 65 zal zijn geworden, en daarna zou terug vallen in de uitkering voor gehuwden, dan zou er nog iets voor te zeggen zijn. Dit is echter niet het geval. Hopelijk zal er nog eens (bij een a.s. wijziging der ouderdomswet) verandering komen in deze onbillijke bepaling. (Nadruk verboden). De stormen in onze stre ken zijn slechts „kinderspel" In deze maanden van het jaar bestaat er weer een redelijke kans op stormen, die onze lage landen zullen geselen. Ne derland kent die uit ervaring en weet wat de gevolgen kunnen zijn. Reeds me nigmaal werd ons land geteisterd door een zeer zware storm, die veelal in sa menwerking met het water, grote schade toebracht aan onze kusten. Er zijn in Europa weinig landen die de vereende kracht van wind en water zo aan den lijve hebben ondervonden als Nederland. Daarom is men in onze streken ook danig op zijn hoede en worden alle krachten ingespannen om bij optredende storm de gevolgen tot een minimum te beper ken. In weerwil van het feit, dat wij in ons land met stormen vertrouwd zijn, heer sen er toch foutieve opvattingen bij een groot deel van de bevolking. Wanneer er een zware storm gewoed heeft, spreekt men zo snel over een orkaan, cycloon of hoe dergelijke zware stormen meer mo gen heten. Eerlijk gezegd overdrijft men dan schromelijk, want orkanen, cyclonen en tyfoons kent men in onze streken niet. Deze stormen zijn van een veel ontzet tender kracht en verschrikkelijker uitwer king, dan wij hier ooit ondervonden. Ge lukkig maar, want het zou zeer de vraag zijn of de dijken van onze lage landen een dergelijk hels geweld zouden kunnen weerstaan. Wij mogen efchter rustig zijn, want winden met een widkracht 7 of 8 volgens de twaalfdelige windschaal van Beaufort zijn in ons land reeds een zeld zaamheid, laat staan de echte orkaan met zijn windsnelheid van minstens 10, iets dergelijks komt bij ons niet voor. Waarom geen orkaan of cycloon? Waarom komen dergelijke verschrik kelijke stormen niet in onze streken voor, zal men zich afvragen. Hiervoor geeft de wetenschap een keurige verklaring. Dergelijke zeer sterke stormen ontlenen hun kracht aan de werveling, die hen karakteriseert tot wervelstormen. Het is een snel om haar as draaiende massa lucht, ontstaan volgens de natuurkundige VOORLICHTING VAN „VEILIG VERKEER" Deze voetganger schijnt goed onthouden te hebben, dat een rechte lijn de kortste verbinding tussen twee punten is. Maar hier moet hij dat toch maar niet in prak tijk brengen. Hij hindert met deze ma nier van oversteken onnodig het rijver- keer en brengt zichzelf in gevaar. Hoe korter op de rijweg, hoe beter! Daarom moet hij haaks om het kruispunt heenlopen, zoals de pijlen aangeven. Het duurt wel iets langer voor de gewenste plaats bereikt is, maar veiligheid gaat vóór alles! wet van de beroemde Nederlander Buys Ballot, die een en ander als volgt for muleerde. De lucht van een streek met een hoge luchtdruk stroomt steeds naar een streek met lage druk en wijkt daarbij, tengevol ge van de aswenteling van de aarde, op het noordelijk halfrond af naar rechts, op het zuidelijk halfrond naar links. Hier uit blijkt, dat het de aswenteling van de aarde is, die verantwoordelijk ge steld kan worden voor het ontstaan van „wervelstormen". Aan de evenaar en de polen komen dergelijke wervelingen niet voor. Men vindt ze pas boven de 10 graden noor der- en 10 graden zuiderbreedte en zij nemen naar de polen af, een verklaring waarom wij ze hier niet aantreffen, op een zeer klein en vrijwel onbetekenend wervelstormpje na. Het ontstaan. Orkanen, cyclonen en tyfoons de benamingen zijn plaatselijk en slaan alle op het zelfde type storm ontstaan in een gebied met lage luchtdruk, waar heen de lucht stroomt. De lucht begint door de bovenomschreven oorzaken te wervelen en ziedaar, de orkaan is ont staan. Aanvankelijk nog bescheiden, doch allengs in hevigheid toenemend. Het einde ervan is voorlopig niet te zien, want zolang de orkaan over de gladde zee jaagt, raakt ze niet uitgeraasd. Pas boven land verliest ze aan kracht door de wrijving met de oneffen bodem, be groeiing of bebouwing 'en gaat ze ten slotte uit als een nachtkaars. Het eigenaardige van het verschijnsel „wervelstorm" is wel, dat in het cen trum, het gebied van lage luchtdruk, al les rustig en stil is, terwijl er nauw om heen een ware hel heerst. Binnen in de draaikolk stijgt de lucht op. Die stijgende lucht koelt af, geeft dus warmte vrij door condensatie tot wolken. Die warmte blijkt nu de snel heid van de rondcirkelende wind steeds op te voeren. Hier vermoedt men de ei genlijke motor van het orkaanverschijn sel. Zekerheid daaromtrent bestaat ech ter niet. Het condensatieproces veroor zaakt de wolkenvorming en de gewel dige regens, die bij dergelijke wervel stormen optreden, zijn daarmede tevens verklaard. Gelukkig behoeven wij in onze stre ken voor een dergelijk woest natuurver schijnsel niet bevreesd te zijn, doch de mensen in tropische gebieden kunnen er over meepraten. Er zijn streken waar men gemiddeld tien van dergelijke wer velwinden per jaar mag verwachten. Wij mogen ons gelukkiger prijzen, ook al zal elk jaar ook voor ons de nodige stormen brengen. (Nadruk vwboden).

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1957 | | pagina 1