NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Oudejaar 1956
Zou/el zakelijk
als privé
allen een
gelukkig en
voorspoedig 1957
toegewenst
door
Drukkerij Markusse
VA/issenkerke
No. 2814
Zaterdag 1 januari 1957
60e jaargang
i'ii'!
Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. no. 308, Giro 32622
Abonnementsprijs I 2.00 per jaar Franco per post I 3.50 Advertenties 6 cent per mm
door dr. P. H. Ritter
Op de oudejaarsavond plegen wij het
jaar dat heenging als een stuk verleden
op een afstand te overzien Kunnen wij
in de jaren, die wij thans beleven, die
gewoonte volhouden?
De jaren schijnen ons voorbij te vlie
gen als de telefoonpalen, wanneer wij
reizen in een elektrische trein Wij heb
ben de gewaarwording dat de wereld
begrepen is in een ontzaglijk groeipro
ces, in een ontwikkeling naar nieuwe
levensvormen en nieuwe waarderingen.
Dat groeiproces voltrekt zich in het ver
borgene. Wij zijn geneigd er door te
worden verontrust, omdat het zich in
afgrijselijke verschijnselen openbaart.
Maar laat ons voornemen om ons
aan het einde van een onrustbarend jaar
niet uitsluitend door sombere stemmin
gen te laten beïnvloeden.
Groei brengt met zich mede worste
ling en teleurstelling, maar ook verheu
gende feiten. Men moet zich voor de
verschrikkelijke werkelijkheid, die om
ons heen is, niet blinddoeken, maar men
mag voor de goede momenten, die het
leven te aanschouwen gaf, de ogen niet
sluiten.
Zoals wij tegenwoording in de tijd
worden samengeperst, zo worden wij ook
geconcentreerd in de ruimte. Wat wa
ren de wereldgebeurtenissen voor de
mens van 1907? Een drama op een ver
verwijderd toneel. Wat zijn ze voor een
mens van 1957? Onmiddellijk op hem
betrokken feiten. Door incidenten, die
in Egypte of in een russisch grensland
geschieden, wordt ons eigen persoon
lijk leven in gevaar gebracht. Want het
uitbreken van een derde wereldoorlog
hangt ons op 1 januari 1957 nog boven
het hoofd.
Zelden bestond er zulk een raadsel
achtige samenhang tussen alles wat zich
voordoet op onze planeet als tegenwoor
dig. De wereld is kleiner geworden. Zij
beknelt ons. Wij willen echter weigeren
het oude jaar met angstgevoelens te be
ëindigen en het nieuwe jaar niet met
vreze tegemoetgaan. De juiste instelling
op deze oudejaarsavond is, dat wij onze
kleinheid en betrekkelijkheid tegenover
de ondoorgrondelijkheid der historie
hebben te beseffen en dat wij ons over
geven aan Gods wil.
Het jaar 1956 is een jaar geweest van
grote veranderingen en verschuivingen
in het wereld-aspect. Wel bleef de kou
de oorlog zijn karakter behouden van
durende spanningen, van diplomatieke
duels en van kleinere afleidingsoorlogen,
maar het toneel, waar de belangrijkste
gebeurtenissen geschiedden, verplaatste
zich. Het probleem van het nabije oos
ten werd virulent en bracht een nieuwe
wereldoorlog dichterbij dan hij ooit na
de nederlaag van de as-mogendheden
geweest was.
De gedragingen der arabische landen,
met Egypte aan het hoofd, schenen wel
overwogen. Men kan zich geen listiger
beraamd plan voorstellen dan het na
bije oosten ten uitvoer bracht. Aan alle
kanten vielen de arabische staten het
westen aan en de gelijktijdigheid van al
die agressie maakt de toestand des te
gevaarlijker.
Frankrijk, dat in Algerië voor zijn le
ven als grote mogendheid strijdt, zag
zich weerstreefd door de steun, die de
opstandige Algerijnen ontvingen van
Caïro uit; het jonge en dappere Israel,
de voorpost van het westen in het mor
genland, werd door een reeks van a-
gressieve daden zijner naburen ten dode
getreiterd, Engeland zag zijn positie op
Cyprus bedreigd. En als klap op de
vuurpijl kwam Nasser met zijn nationali
satie van het Suez-kanaal, waardoor de
zeeverbindingen van Europa ernstig
werden geschaad en zijn olie-voorraden
slonken.
De landen van het nabije oosten zijn
militair en organisatorisch beschouwd
zwak en minderwaardig. Maar zij kon
den zo'n grote mond opzetten en de
westelijke mogendheden ringeloren, om
dat zij het machtige Rusland achter zich
wisten.
Hier komen wij tot de grote en alles
overschaduwende gebeurtenis die ons
1956 te aanschouwen gegeven heeft: de
wonderlijke gedragingen van Rusland.
Dit jaar heeft op ostentatieve wijze de
zogenaamde vredelievende politiek van
Chroesjtsjov en Boelganin zich zien ont
plooien. Het scheen een ogenblik, of het
ijzeren gordijn zou openvallen. Staats
hoofden, parlementariërs, ministers uit
het oostelijke en westelijke kamp wis
selden bezoeken en dronken te Moskou
de wodka. De vriendschapsbetuigingen
gingen gepaard met een openlijke ver
loochening van de oude hardheid. De
oude afgod, Stalin, werd na dode ge
vonnist en gevierendeeld. Maar hetzelf
de jaar 1956 maakte ons getuigen van
een volstrekte wending in de russische
politiek.
Opeens liet het Kremlin zijn masker
vallen en vertoonde zijn ware aange
zicht. Opnieuw brengt het communisme
bloed en tranen en aan het westen een
onverhulde dreiging met geweld.
De vraag is te stellen, waar de ver
klaring ligt van dit wisselend en wanke
lend sovjet-beleid? Door zijn destalini
satie, die tot het uiterste werd doorge
zet, heeft de sovjet-staat de geesten op
geroepen die hem vijandig zijn. Hij heeft
er de vrijheidsdrang door losgewoeld,
welke in alle volken aanwezig is, die
zuchten onder zijn knoet.
De hogaarse opstand is het sterkst
sprekend symptoom van een algemene
bedreiging van de Sovjet door de vol
ken die hij heeft onderdrukt. Maar o-
veral is men de tyrannie moe. De pool
se revolte heeft men nauwelijks bedwon
gen. Opstandige bewegingen zijn ge
signaleerd in Bulgarije, in Litauen en
Danzig, ja zelfs in Rusland zelf.
Het prestige van het sovjet-stelsel
heeft de nekslag gekregen. Het westen
wendt zich vastbeslotener dan ooit af
van de macht, die kanonnen en tanks
richt op weerloze vrouwen en kinderen.
De Sovjet-Unie heeft al haar wervings
mogelijkheden verloren en haar tegen
standers vinden, als weerslag op haar
wandaden, hun eenheid terug. De
N.A.T.O. heeft nieuw leven gekregen en
de europese samenwerking tegen het ge
vaar uit het oosten kreeg gloednieuwe
kans.
Door te gewagen van deze recente
ontwikkeling van de wereldsituatie ko
men wij op het tweede opmerkelijke ver
schijnsel dat 1956 ons te aanschouwen
gaf: de wisselvallige en grillige politiek
der Verenigde Staten.
Toen de storm in het nabije oosten
was opgestoken, verloochende Amerika
zijn westelijke bondgenoten en ontstond
een diepe breuk in het westelijke blok.
Maar al spoedig drong de gemeenschap
pelijke bedreiging van een uitdagend
Rusland tot hernieuwde samenwerking.
De vraag blijft open in hoeverre Ame
rika gerechtigd is, slechts op een af
stand het westen te steunen en zich een
eigen gedragslijn aan te meten, wanneer
het de noodzaak inziet zich de behar
tiging van zuiver amerikaanse belangen
voor te behouden.
Wij menen, dat het ingrijpen van Is
raël, Frankrijk en Engeland en de ei
genaardige in-solidariteit van de Ver
enigde Staten in de kwestie van het
Suez-kanaal aan de vrede zijn laatste
levensadem heeft gegeven. Door het op
treden der drie mogendheden is de toe
stand gezuiverd, het gestook en gewroet
is vervangen door een openlijk stellen
van het probleem; door de neutrale en
daardoor arbitraire houding van Ameri
ka werd een beroep op de Verenigde
Naties mogelijk.
Dat de Verenigde Naties in aanzien
zijn gestegen, is een belangrijk verschijn
sel, dat 1956 ons bracht. Men roept het
van de daken uit, dat de Verenigde Na
ties aan het ontaarden zijn, dat de in
vloed der oosterse leden haar vredes
beleid vertroebelt, maar zij zijn er toch
in geslaagd de wereld over een gevaar
lijke afgrond te dragen en tot dusver de
vrede te bewaren. Of dit zal blijven ge
lukken?
Wij gaan het jaar 1957 in met de be
dreiging van een nieuwe wereldkata-
strofe. Het heeft er de schijn van, dat
het Suez-kanaal minder aanleiding geeft
tot een acute ontploffing dan enige we
ken geleden het geval scheen. Maar de
toestand in en om Hongarije heen lijkt
ons zeer ernstig. Het hongaarse volk wi]
zijn verzet niet prijs geven. Het zal blij
ven vechten tot de laatste man. Maar
wat zal de Rus gaan uitspoken? Zal de
Sovjet-Unie, nu haar bestaan op het spel
staat, geen daad van wanhoop verrich
ten om zich te handhaven?
Twee belangrijke feiten van het afge
lopen jaar zijn het herstellen van de
geest van samenwerking in Frankrijk en
de amerikaanse presidentsverkiezing. In
het uur van gevaar weet deze veerkrach
tige natie, die altijd door verdeeldheid
wordt geteisterd, haar eenheid te her
winnen. De wedergeboorte van Frank
rijk is een der winstpunten in de ge
schiedenis van het jaar dat verstreek.
En de herkiezing van Eisenhower tot
president van de Verenigde Staten geeft
ook reden tot vreugde. Het noordame-
rikaanse volk zoekt naar standvastig be
leid en naar bestendiging van een lei
der, die de problemen kent. Welk een
tegenstelling tot de toestand in Rusland,
waar het bewind immer door geheime
intriges en paleis-revoluties wordt be
dreigd en dat door zijn raadselachtige
onzekerheid een gevaar voor de wereld
wordt!
Temidden van de dodelijke gevaren
waarmee wij het nieuwe jaar ingaan, kan
er toch blijdschap in ons zijn, wanneer
wij ons rekenschap geven van de zede
lijke reactie die door de wandaden der
Russen in Hongarije bij de volken der
wereld werd opgeroepen. De menigte
leeft bij leuzen, maar in de beslissende
momenten der geschiedenis welt het ge*
voel voor recht en menselijkheid toch
spontaan en machtig uit haar op. In het
bijzonder ons nederlandse volk, dat de
gevluchte Hongaren met genegen gast
vrijheid ontving, heeft de praktijken van
het communisme weten te onderkennen
en woedend veroordeeld. Het democra
tisch socialisme heeft zich gekeerd te
gen deze macht van geweld en verraad
en het heeft begrepen, dat de strijd in
Hongarije wordt gevoerd tussen de ar
beiders en hun onderdrukkers en dat
hij hetzelfde karakter draagt als weleer
het socialistisch verzet tegen de uitwas
sen van het kapitalisme, waarbij dan de
zogenaamde communistische „volkslei
ders", met hun reusachtige saldo's op
buitenlandse banken de plaats van de
kapitalisten innemen.
Wij worden overweldigd door de we
reldgebeurtenissen, die zich in het af
gelopen jaar aan ons opdrongen, maar
wij verlangen toch ook een terugblik te
geven op de lotgevallen van ons eigen
land.
De geschiedenis van Nederland in
1956 heeft zich gekenmerkt door een
crisis in het gezag en in de staatkundige
structuur Tot een gezagscrisis heeft het
minderwaardig geschrijf van een bui
tenlandse pers, vol voos geroddel over
vermeende toestanden ten hove, geen
aanleiding gegeven.
Het gezwets is afgestuit op de liefde,
de toegenegenheid en het vertrouwen
van het nederlandse volk in zijn konings
huis. Onze wijze koningin heeft samen
gewerkt met haar raadslieden en die ad
ministratieve veranderingen in haar om
geving tot stand gebracht, die zij nood
zakelijk achtte. En zij is voortgegaan, on
verstoorbaar, met de edele vervulling
van haar taak, niet alleen haar taak als
staatshoofd, die in de afgelopen zomer
bijzondere zorg vereiste, maar ook als
landsmoeder. Zij leefde mee met de lot
gevallen van haar volk en trad als een
weldoenster aan allen die leden, aan hen
die bedrukt waren, aan verbijsterde
vluchtelingen, tegemoet.
Een gebeurtenis, waarbij men het
woord „gezagscrisis" kan gebruiken,
heeft zich voorgedaan bij de incidenten,
die de burgemeester van 's-Gravenhage
hebben omgeven. Onafhankelijk van e-
ventuele fouten, die de burgemeester in
een vorige functie mocht hebben be
gaan, wil onze ergernis, ook nu wij niet
waarnemen maar ons herinneren, niet
wijken over hetgeen toen is gebeurd.
Een burgemeester, aan wiens benoeming
de gebruikelijke informaties zijn vooraf
gegaan en die als burgemeester van Den
Haag een onbevlekte staat van dienst
had, wordt uit zijn ambt verdreven door
een journalist, die hem vele jaren na
dato oude zonden voor de voeten werpt.
Het kern-moment in de geschiedenis
van Nederland in het afgelopen jaar
wordt gevormd door de kamerverkiezin
gen en de daarop gevolgde kabinetsfor
matie. De verkiezingen brachten een on
gekende winst voor de Partij van de Ar
beid, waarvan de verklaring lag in de
begrijpelijke populariteit van de minis
ter-president, dr. Drees. Maar ook de
Katholieke Volkspartij behield haar stel
lingen.
De oorzaak van de eindeloze kabinets
formatie, die daar op volgde, lag in de
tot in het uiterste ondernomen poging
een nationale regering tot het bewind
te roepen, een regering te vormen van
alle partijen, terwijl de verschillende po
litieke groepen essentiële verschil- en
geschilpunten vertoonden. Men schuwde
de vorm van een meerderheidsregering
met een oppositie er tegenover. Met
kunst en vliegwerk is tenslotte een na
tionale regering ontstaan.
Het jaar 1957 zal moeten uitmaken of
de nieuwe regering zich zal kunnen
handhaven te midden van de baaierd
van vraagstukken, waarvoor zij zich ziet
geplaatst. Wij zijn onzeker over haar toe
komstig succes, maar wij kunnen wel
vaststellen dat het nieuwe kabinet vele
uitnemende figuren in zich heeft opge
nomen.
Onder die figuren trekt minister Luns
in bijzondere mate de aandacht. Hij
heeft, ook in de vergadering der Ver
enigde Naties krachtig geprotesteerd te
gen de indonesische aanmatiging en
rechtsverkrachting tegenover Nederland,
waarvan twee onzer landgenoten het
slachtoffer werden.
Het jaar 1956 is het jaar geweest van
de rechtgedingen over Jungschlager en
Schmidt. Jungschlager werd in de dood
gedreven, Schmidt vertoeft nog, ver van
de zijnen, in de kerker tengevolge van
een proces, waarin niet overwegingen
van recht, maar van politiek de uitspra
ken hebben gericht.
Weldoend was de spontane veront
waardiging van ons volk met de ver
ontwaardiging over de russische wanda
den in Hongarije te vergelijken waar
mee het reageerde op de indonesische
misdaden, verkwikkend het ontroerend
huldebetoon aan mevrouw Bouwman, de
dappere Partia, die ons het besef gaf,
dat er uit ons volk nog gestalten van
formaat verrijzen, ook in een troebele
tijd.
Dit is geen registratie van alle ge
beurtenissen, die er in een jaar voorvie
len, maar wij geloven toch wel, dat wij
enige essentiële momenten in buiten- en
binnenland hebben aangeduid, die het
jaar 1956 te aanschouwen gaf.
Wij komen tenslotte terug tot de per
soonlijke mens. Hoe zullen zijn oude
jaarsavondgedachten zijn? Onze bewo
gen tijd plaatst in de ogenblikken van
herinnering, die voor zulk een avond
kenmerkend zijn, ons leven niet slechts
tegenover de twaalf maanden die zijn
voorbijgegaan, maar leidt ons ook tot de
vraag, hoe zullen wij ons leven inrich
ten in de hele periode, waarin wij zijn
gesteld?
Wij zullen de moed en het vertrouwen
in ons hebben te versterken. Het „credo
quia absurdum" had nimmer zulk een
gelding als tegenwoordig. En die belij
denis willen wij tot onze lezers uitspre
ken op de drempel van 1957.
(Nadruk verboden).