NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD OM SUEZ ISLDeTand pa sta van standing*^ „IN BLIJDE VERWACHTING" KNIP DIT UIT A. C. van der Rest No. 2810 Zaterdag 1 december 1956 60e jaargang Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. no. 308, Giro 32622 Abonnementsprijs f 2.00 per jaar Franco per post I 3.50 Advertenties 6 cent per mm Kinderverhaal Jantje is eigenlijk altijd een vervelend jongetje geweest, dat bet heel leuk vond om andere kinderen te plagen. Meestal moesten zijn broertjes en zusjes het ont gelden, maar ook zijn vriendjes waren niet veilig voor zijn plagerijen. Een of andere plagerij kwam soms plotseling in hem op en dan deed hij het voordat hij er eigenlijk over nagedacht had en wanneer hij andere kinderen dan pijn had gedaan of zo, en ze huilden, dan had Jantje er altijd veel spijt van, maar dan was het te laat. Zo ging het ook op sint-nicolaasmid- dag. Het had geregend en er lagen bui ten veel plassen. Met hun jassen aan stonden Jantje en een paar vriendjes o- ver het sint-nicolaasfeest te praten, dat die morgen op school was geweest. Ze hadden het allemaal schitterend gevon den. „Vanavond komt Sint-Nicolaas bij ons", verkondigde Jantje, want hij had van vader en moeder gehoord, dat de goede Sint hun huis zou bezoeken. „Bij ons komt hij ook!" riep Ansje, een meis je dat aan de overkant woonde. „Hij komt bij ons allemaal", wist Piet, een oudere jongen, te vertellen, „want al komt hij niet binnen, dan laat zijn knecht de cadeautjes wel door de COOMANS -jjyn to,tweltco<L schoorsteen zakken". De anderen knik ten. „Bij ons komt hij echt en ik mag hem zelf een hand geven", snoefde Jantje. „Ik zou daar maar niet zo trots op zijn", zei Kareltje van de buren een beetje jaloers, „want het zou best kun nen, dat Piet jou in de zak stopte!" De anderen lachten allemaal. Wraak is zoet Jantje kreeg een kleur. Die vervelen de Kareltje ook. Hij stond vlak naast Jantje en terwijl de anderen doorpraat ten, zon Jantje op wraak. Zonder dat iemand het merkte, zette hij zijn voet achter Kareltjes hak en plotseling gaf hij hem een duw. Natuurlijk struikelde Kareltje over de voet en viel languit achterover in een grote plas. Hij was verschrikkelijk nat en krabbelde boos o- vereind. Eerst lachten de andere kin deren, want het was ook zo'n dwaas ge zicht geweest, toen Kareltje in de plas viel, maar toen ze zagen hoe hij eruit zag, zo dik onder de modder en druip nat, kregen ze toch wel medelijden. Boos keken ze naar Jantje en lang zaam keerden ze zich van hem af. „Ik vind het een laffe streek", riep Piet. De anderen knikten. Kareltje huilde en ging naar huis om droge kleren aan te trekken. Eigenlijk had Jantje spijt van wat hij gedaan had. Zo erg had hij het niet bedoeld, maar de anderen waren allemaal boos op hem. Wat moest hij doen? De pret bleek ineens verdwenen en ook Jantje ging naar huis. Langzaam slenterde hij achterom en ging door de keukendeur naar binnen. Zonder een woord te zeggen hing hij zijn jas aan de kapstok en ging in een hoekje zitten. Even later kwam zijn zusje Corrie thuis. Zij had alles van de andere kin deren gehoord en dadelijk begon zij te gen Jantje: „Bah, wat een misselijke streek was dat van jou joh, om Kareltje in een plas te duwen. Wacht maar, ik zal het vanavond wel aan Sint-Nicolaas vertellen". En weg was ze weer. Jantje voelde zich helemaal niet op zijn ge mak. Eerlijk gezegd was hij erg bang. Natuurlijk kreeg hij dan geen cadeautjes en misschien, misschienging hij wel in de zak. Vol verwachting. 's Avonds werd het echt gezellig in huis. Vader zat in zijn luie stoel met een pijp in de mond en moeder zat aan ta fel en breide. De kinderen mochten alle maal opblijven tot Sint-Nicolaas was ge weest en dat was een feest. Ze waren uitgelaten vrolijk en blij. Hun vrolijke kinderstemmetjes galmden door de ka mer en zo af en toe moest moeder ze eens vermanen. „Jongens, doe toch eens rustig, anders gaat Sint-Nicolaas ons huis nog voorbij, wanneer hij hoort hoe veel rumoer het hier is. Je moet beden ken, dat het een oude man is!" Dan keerde de rust weer voor een poosje terug, maar even later was het weer precies eender. Eén deed er niet mee en zat stil in een hoekje. De anderen bemoeiden zich niet met hem, want zijn broertjes en zusjes hadden allen gehoord wat voor streek Jantje had uitgehaald. Vader en moeder spraken nergens over en eerlijk gezegd vond Jantje dat het ergst. Plotseling ging de bel en in de ka mer steeg een gejuich op. Dat zou Sint- Nicolaas zijn. Jantje kroop nog verder in zijn hoekje weg en het liefst was hij door de grond gezonken. Moeder ging opendoen en iedereen was teleurgesteld, toen de kamerdeur openging en Kareltje van de buren bin nenstapte. „Zo", zei moeder, „Kareltje is vanavond onze gast, we hebben hem uitgenodigd om bij ons te komen nu Sint-Nicolaas vanavond komt". Jantje voelde zich nu helemaal niet lekker. Maar Kareltje deed heel gewoon. Hij kwam naar Jantje toe en ging naast hem zitten. „Fijn hè, dat Sinterklaas komt, vind je ook niet?" begon hij. Jantje wist niet wat hij zeggen moest. Was Kareltje niet meer boos op hem? „Ja, 'tis wel leuk", zei hij met een be nepen stemmetje. Maar verder kwam hij niet, want weer ging de bel. Nu moest het Sint-Nicolaas toch zijn! Wie klop daar? Ademloos luisterden de kinderen om te horen wie door moeder werd bin nengelaten. Daar hoorden ze een zware mannenstem en dadelijk zetten ze alle maal in „Hoort, wie klopt daar kinde ren". Ze verdrongen zich allemaal bij de deur en vader stond op en zette zijn leunstoel bij de haard. Jantje kroop nog verder in zijn hoek en het angstzweet brak hem uit. Daar kwam Sint-Nicolaas binnen en achter hem liep lachend Zwarte Piet, die een zware zak torste en met zijn roe zwaaide. Vanuit zijn hoek kon Jan tje alles zien. Het hele feest vond plaats zonder hem en niemand keek naar hem om. Uit de zak kwamen heel veel ca deautjes, maar niets voor hem. Voor alle broertjes en zusjes en zelfs voor Karel tje had de Sint iets meegebracht, maar naar Jantje werd niet gevraagd. Totdat de zak leeg was, toen keek de Sint om zich heen als zocht hij iemand en sprak: „Piet, breng Jantje eens hier, met die moet ik een woordje praten". Jantje stond het huilen nader dan het lachen. Piet ging op zoek en het duurde niet lang of hij vond de kleine jongen. Met stevige hand pakte hij hem in zijn kraag en bracht hem voor de goede Sint. „Wat heb ik van jou gehoord", begon de goedheiligman. Jantje snikte zacht jes. „Je bent een echte plaaggeest, je begrijpt dat zoiets heel ernstig gestraft moet worden", ging* hij verder. Jantje zei niets, zijn stem stokte in zijn keel. „Piet, ik geloof, dat we hem maar mee moeten nemen in de zak, sprak de Sint. Een jaartje in Spanje zal deze jongen goed doen, misschien dat hij zijn nare plagerijen afleert". „Goed Sint-Nicolaas" sprak Piet en voordat Jantje een kik kon geven, ging hij voorover in de zak. Toen hij in het donker zat, begon hij luidkeels te huilen en te roepen. „Ik zal het nooit weer doen! Ik zal het nooit weer doen!" Maar niemand luisterde naar hem. Sint-Nicolaas sprak nog een poosje met vader en moeder en met de andere kinderen. Een vraag Maar er was er één, die bedremmeld voor zich uit keek en die de tranen in de ogen stonden en voor wie het hele sint-nicolaasfeest bedorven was en dat was Kareltje, Hij had het Jantje al ver geven, dat hij hem die duw had gege ven en eigenlijk waren ze de beste vriendjes. Ze zaten naast elkaar op school en ze gingen altijd met elkaar om. Ineens nam hij een kloek besluit en stapte op Sint toe. Dat huilen en jam meren van zijn vriendje kon hij niet langer aanhoren. „Sint-Nicolaas", sprak hij, „ik wilde u wat vragen". „Vertel het eens mijn jongen", zei de goede Sint, terwijl hij Kareltjes hand pakte. „Laat u Jantje uit de zak!" smeekte Kareltje. „Maar mijn jongen, Jantje heeft het ze ker verdiend om mee te moeten naar Spanje", antwoordde de bisschop ver wonderd. Kareltje wist niet precies hoe hij het moest aanpakken, totdat hij plot seling een idee kreeg. „Als u Jantje meeneemt, dan hoef ilc uw cadeautjes niet", sprak hij met een hefting stemme tje en terwijl de tranen uit zijn ogen drupten, legde hij het snoepgoed, een speelgoedauto en een prentenboek in Sint-Nicolaas zijn schoot. In de zak was het muisstil geworden. Jantje hoorde hoe zijn vriendje het voor hem opnam en een groot gevoel van dankbaarheid stroomde door hem heen. Sint-Nicolaas keek vader en moeder eens aan en toen zei hij: „Piet, laat dat jon getje uit de zak". Hij gaf Kareltje zijn geschenken terug. „Die wil je nu toch wel weer van mij aannemen, is het niet?" vroeg de Sint. Kareltje knikte en een lach gleed over zijn gezicht toen Jantje uit de zak stapte. „Luister eens vriendje", zei de bis schop, terwijl hij Jantje naar zich toe trok. „Voor deze keer laat ik je hier omdat je vriendje voor je opkwam. Je verdient het niet, maar laat ik volgend jaar geen lelijke dingen meer van je ho ren, hè?" Jantje beloofde de Sint dat hij nooit meer plagen zou en toen kwam Piet toch nog met een cadeautje voor de dag. Zo eindigde ook het feest voor Jantje nog goed en nooit heeft hij andere kin deren meer geplaagd, want steeds moest hij aan Sint-Nicolaas, zwarte Piet en de zak denken. Kareltje en hij bleven de beste vrienden en altijd bleef Jantje hem dankbaar voor wat hij voor hem ge daan had op die verschrikkelijke sint- nicolaasavond, die toch zo goed afliep. (Nadruk verboden). De vooruitzichten van de olieproductie (Van onze correspondent) HAIFA (P&P) Het ziet er naar uit, dat de crisis in het nabije oosten, zo wel uit economisch als politiek stand punt bekeken, verstrekkende gevolgen zal heben. Dit geldt niet alleen voor west-Europa dat tot dusverre voor zijn olievoorziening grotendeels afhan kelijk was van de olievoorraden van het midden-oosten maar ook voor de olie-producerende landen zelf. Wanneer namelijk de handel in een of ander ar tikel stagneert, hebben zowel de verko per als de koper hieronder te lijden en meestal lijdt de verkoper nog het meest. Hij immers is voor zijn inkomsten volle dig afhankelijk van de verkoop van zijn artikel, terwijl de koper altijd wel er gens anders in zijn behoefte kan voor zien, al is het dan soms tegen een ho gere prijs. In het huidige geval zijn de moeilijk heden zowel voor de verkoper als de kopers van de olie uit het midden-oosten hoofdzakelijk te wijten aan derden en wel in de eerste plaats aan Egypte, dat het Suez-kanaal blokkeerde, en ten twee de aan eenheden van het syrische le ger, die de pompstations van de pijplei ding van Irak naar de Middellandse Zee vernielden. Nu zullen de meningen over deze twee acties wel zeer uiteenlopen. Som migen zullen de blokkade van het Suez- kanaal, door er twintig a dertig schepen in tot zinken te brengen, beschouwen als een heldhaftige uitdaging van egyp- tische zijde, en het opblazen van de pompstations door Syrië toejuichen als een moedige daad van Nasser's volge lingen in het syrische leger. Er zullen er echter ook zijn en dit zijn dan degenen, die de zaken wat nuchterder bekijken die zich afvragen, welk nut de blokkade van het Suezkanaal nu ei genlijk voor de verdediging van Egypte heeft. Blokkade zonder nut. Militair gezien heeft de blokkade ab soluut geen zin. Deze zo belangrijke in ternationale waterweg is alleen maar door de egyptische autoriteiten buiten bedrijf gesteld uit een gevoel van ran cune tegenover Engeland en Frankrijk, waarbij zij er zich niets van hebben aangetrokken, dat op deze wijze tien tallen landen en miljoenen mensen wer den getroffen, die met kolonel Nasser en zijn politiek niets te maken hebben. Deze laatste opvatting bevestigt nog eens de reeds bij de nationalisatie van het Suezkanaal op 20 juli j.l. uitgespro ken britse mening, dat president Nasser niet de geschikte man is om alléén het beheer over het Suezkanaal te voeren en dat het kanaal nooit het voorwerp mag zijn van de politiek van één enkele natie. Het vernielen van de pompstations in Syrië valt nog minder goed te praten en het pleit voor de syrische regering, dat zij deze aanslag in geen enkel op zicht heeft willen goedpraten. Het is wel eens interessant na te gaan, dat noch Syrië noch Egypte zelf veel verliezen door deze beide acties. Syrië mist natuurlijk nu wel de doorvoerrech- ten en Egypte de opbrengst van het ka naal, maar niettegenstaande het derven van deze inkomsten zijn zij toch minder afhankelijk van resp. de pijpleiding en het kanaal dan de overige landen. 1,5 miljoen per dag verlies. Belangrijker zijn de gevolgen van de onverantwoordelijke daden van Syrië en Egypte voor de olieproducerende lan den van het midden-oosten. Deze kun nen in het kort als volgt worden samen gevat. Irak produceerde 35 miljoen ton per jaar en hiervan ging 25 miljoen ton Dit boek v«in Dr. A. J. M. Lamers gratis bij aankoop van een Babyderm-Set, waarin poeder, zalf. olie. zeep, a f 4.95. Voorradig In Apotheek en Drogisterij. Weten is gerust zijn. WAT MIJKIHAPDT MAAKT ISGOED door de pijpleiding naar de Middelland se Zee. De totale inkomsten van de olie bedroegen 75 miljoen (is 750.000.000) per jaar en een eenvoudige berekening leert, dat zolang de pijpleiding niet ge bruikt kan worden, Irak per jaar ruim 50 miljoen verliest of anderhalf mil joen gulden per dag. Nu is het minder gemakkelijk om e- ven nauwkeurig te berekenen welke ge volgen het onbruikbaar maken van het Suezkanaal voor de olie-producerende landen heeft. Enige voorstelling kan men zich hierover echter wel vormen, wanneer men bedenkt, dat de tank schepen er gemiddeld veertig dagen o- ver deden via het Suezkanaal west-Eu ropa te bereiken, terwijl ze voor de rou te via Kaap de Goede Hoop, door de blokkade van het Suezkanaal de aan gewezen weg, zestig dagen nodig heb ben. Hieruit volgt, dat men dus slechts 2/3 deel van de oorspronkelijke hoeveel heid olie kan vervoeren. Naar gelang van de omstandigheden zullen de gevolgen hiervan voor de ver schillende landen uiteenlopen. De andere bronnen. Koeweit, dat verreweg de grootste o- lieproducent is, verscheept gewoonlijk V4 hiervan door het Suezkanaal en naar verluidt heeft zij haar productie reeds belangrijk ingekrompen. Saoedie Ara- bië verscheept slechts 1h van zijn olie door het kanaal en kan zich zodoende veroorloven te weigeren de britse en franse tankschepen van olie te voorzien. Een andere belangrijke olieproducent van het midden-oosten is Perzië. Wat dit land betreft, kunnen we volstaan met te zeggen, dat het herstel van de schade, door Mossadeq's fanatisme aan de olie-industrie veroorzaakt, door de recente gebeurtenissen zeker een be langrijke vertraging zal ondervinden. In het bovenstaande hebben wij ons hoofdzakelijk bezig gehouden met de vooruitzichten wat betreft de oliepro ducerende landen. Dat tengevolge van het gebrek aan transportmiddelen een algemeen tekort aan olie zowel in Eu ropa als de rest van de wereld te ver wachten is, ligt echter voor de hand. (Nadruk verboden). DE SPECIAALZAAK A. C. van der Rest Lange Kerkstraat 42 in Goes Hoogtezonnen Infrafile apparaten Warmwaterzakken Elektrische Verwarmingskussens Eaux de Cologne en Parfums in vele soorten Dozen zeep Flacons badzout Poederdozen Poeder, Crèmes Crème Puff, Angel face Haarborstels, kammen Lotions, brillantine Scheerzepen Scheerkwasten Scheerapparaten óók de elektrische! Scharen, tondeuses Verbandtrommels Verbandemmers Weegschalen Ziekenstoelen Huisapotheken Haardrogers Kraampakketten Babysets Fijne elastieken kousen Buikbanden, korsetten Steunzolen GENEES- EN VERSTERKINGS MIDDELEN Vitamine-produkten Bloed wijnen Injectiespuiten en luxe houders daarvoor Asthmaspuiten en nog véél meer! Gehoorapparaten de originele „Siemens" op bestelling! De keuze is enorm bij 42 Lange Kerkstraat 42, Goes Eau de Crêpe de Chine met Atomizer en tal van andere artikelen zijn alleen daar te verkrijgen! Keurige St. Nicolaas- verpakking! De prijzen vallen mee, terwijl er voorts zeer bijzondere aanbiedingen zijn!

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1956 | | pagina 1