diep zee KoÜ Toos van Calmthout Skutieslv?huid 7 2)* LLLL meisje gevraagd woonhuis tweepersoons plnimverea bed een kalfvaars arbeider gevraagd Moderne monturen Dames Gevaren van de voet tatwclteod encjutccï van ant melton met schuur en erf, Erven Gabriëlse „Optica" Als u een nieuw hoedje nodig hebt Prinsessenkalender 1957 Kleuren shampoo's, haarkleur herstellers enz. Iieeds menig pionier verloor het leven in deze wonderlijke donkere wereld Nog steeds heeft men geen juiste ge gevens en inzichten over het wereldje, dat zich onder de donkere oppervlakte van 's werelds oceanen bevindt. Hoe ziet het er daar uit en wat leven er voor dieren en planten? Eigenlijk is het ver wonderlijk, dat men in deze eeuw van wetenschap en techniek, die voor vrij wel niets staat, nog niet bij machte is geweest de geheimen der diepzee te doorgronden en zich een juist beeld te vormen van het leven en de uiterlijke vormen van dit zo moeilijk te betreden gebied. O ja, incidenteel heeft men wel eens een kijkje genomen, doch in verhouding tot de geweldige diepten der oceanen en hun enorme uitgestrektheid was dit slechts een speldeprik. Wat maakt een afdaling van enkele kilometers uit op de enorme diepten, die soms tot 10 kilometer kunnen gaan en wat maakt een onderzoek uit over de oceaanbodem van enkele tientallen vierkante meters, waar het hier een ongelooflijk gebied van ongeveer 338 miljoen vierkante kilo meter betreft? Als het er op aan komt, weten wij van deze onderwaterwereld nog vrijwel niets in weerwil van het feit, dat verschillende dappere pioniers COOMANS en mannen van de wetenschap hun leven hebben gewaagd om in dit gebied door te dringen. Want verschrikkelijke gevaren zijn er aan verbonden. Reeds uit de oudheid bereikten ons berichten hieromtrent, doch deze over leveringen moet men altijd enigszins cri- tisch bekijken. Gevaarlijke proef. Betrouwbaar zijn de door getuigen foto's en filmopnamen gestaafde onder zoekingen van latere duikers. Welke ge varen aan dergelijke navorsingen ver bonden zijn, blijkt wel uit de avonturen die deze diepzeeverkenners overkwa men. Zo nam dr. William Beebe bij de Ber muda-eilanden een proef met zijn „bathysphere". Het toestel werd enige tijd op grote diepte neergelaten. Toen het weer bovenkwam, spoot er een naaldfijne straal water uit, bleek het ge wicht veel groter en kon men door het kijkglas water in de bol zien staan. De zware middenbout van de deur werd losgeschroefd. Terwijl men daar mee bezig was, vernamen de helpers een hoog zingend geluid. Daarop kwam een mist van stoom naar buiten stulpen door de nog vrijwel hermetisch gesloten kieren van het apparaat. Beebe beval groter voorzichtigheid, liet het dek tegenover de deur ontrui men en zorgde er voor, dat de andere moeren van terzijde konden worden los gedraaid. Dat deze voorzorgsmaatrege len nodig waren, bleek even later: de bouten braken los, de deur schoot als een kanonskogel over het schip en ver brijzelde een zware winch. Als er iemand in deze baan zou hebben ge staan, was hij door het stalen sluitstuk volledig verpletterd. Onder hoge druk. De oorzaak van dit incident? Men had voor deze proef slechts vier van de twaalf bouten voor de afsluiting ge bruikt. Het water kon dus de bathy sphere binnendringen en toen deze op gehaald werd, stond het nog onder de hoge druk van 900 meter diep Men kan zich dus nu volledig voorstel len welk een druk men moet weten te overwinnen alvorens men tot enige kilo meters diepte kan dalen! Een man die juist het gevaar zoekt en er dan films van tracht te maken onder water, is de amerikaanse duiker John D. Graig. Hij vertelt van een tragisch avontuur dat een japanse collega van hem over kwam. Samen doken zij in het gebruike lijke duikerpak naar onderzeese rotsen. In een dergelijk duikerpak kan men niet zo erg diep duiken, dus heeft men slechts met een betrekkelijke druk te maken. Hoe sterk die druk kan zijn, ver meldt zijn verhaal. Een getijstroom wierp de Japanner omver. Hulpeloos spartelde hij tegen de stuwende kracht van het voortdringende water. Graig kon niet verhinderen, dat zijn collega tegen de rotsen geslagen werd. Langzaam kringelde een spiraal omhoog: de ge broken luchtlijn, die pak en duiker van lucht voorzag. Even later schrompelde het duikerpak onder de druk van ette lijke tonnen water ineen en uit het kijk glas stulpte een grijze massaEen mens werd verpletterd! Hij filmde zijn dood. Zo heeft eens een duiker zijn eigen dood gefilmd. Graig was met zijn ploeg uitgevaren om een oud wrak te onder zoeken en nadat de positie er van was bepaald, daalde een zekere Jim Ernest af om voorbereidingen te treffen voor een filmopname. Rustig volgde men aan boord het spoor van zijn luchtbellen. Er kwam een signaal voor een tweede camera en deze werd neergelaten. Onverwacht werd er hevig aan de lijn gerukt, toen volgde het noodsignaal. Met alle macht trok men, maar een kolossaal gewicht belette het ophalen. Op tekens van boord kreeg men geen antwoord. Toen men opnieuw trok, brak de lijn en even later kwam een stuk gescheurde luchtbuis boven water. Men wist dat het te laat was en èiaalde de camera's op en dagen later vertelde de film, die onder water automatisch had gedraaid het gehele drama. Men zag de duiker met het wrak bezig. Dan even duisternis, een flits van een monster, angst op het gezicht achter het kijkglas. Een enorme manta-rog ver schijnt in het beeld, draait rond, raakt verward in de lijnen en schiet weg. Jim Ernest valt om door die ruk aan zijn lijn. De rog keert terug, werpt zich op het vertwijfelde slachtoffer, slaat met zijn vinnen de duikerhelm stuk en voert dan in zijn vervaarlijke bek het bloeden de lichaam mee Op het nippertje ontsnapt! Crochett beleefde een ander avontuur. Deze duiker bevond zich op de geringe diepte van slechts 15 meter in een grot, maar toen hij deze weer wilde verlaten, ontdekte hij een „dodende walvis", een bloeddorstige diepzeebewoner, die klaar blijkelijk op de lucht van mensenvlees was afgekomen. Door zijn telefoon berichtte Crochett zijn avontuur aan zijn helpers boven water, die machteloos moesten afwach ten hoe de duiker zich zou redden. Veel kans bleek daar niet op, want het acht meter lange ondier stootte zijn wanstal tige kop met allemacht tegen de nauwe spleet om zich daar door te wringen en het scheelde maar weinig of het was gelukt. Toen ontwaarde men boven op het schip gelukkig een aantal robben en door deze op de plek des onheils af te jagen, vergat de „menseneter" een ogenblik zijn doel, stortte zich op de robben en van die luttele minuten maakte de duiker dankbaar gebruik om te stijgen. Inder daad gelukte het hem zich in veiligheid te brengen. Nog trillend op de benen van emotie schroefden zijn helpers hem de duiker helm af om te vernemen wat de geredde te vertellen had. Maar dat viel tegen: „Waarom hebben jullie geen camera laten zakken?" klonk het verwijtend. U ziet het, koelbloedigheid is bij het duiken wel een eerste vereiste. En zelfs met zulke mannen en onze vergevor derde techniek en wetenschap zijn wij nogsteeds niet in staat geweest op doel treffende wijze door te dringen in de duistere wereld van de diepzee om daar op uitgebreide schaal onze waarnemin gen te doen. Het heeft zich tot nu toe ebperkt tot enkele incidentele duiken, die nog vol gevaren waren. Babyderm-zeep Spiegel van het verleden Francois en Pierre Hemony „Konstrycke meesteren" „Burgemeester en regeerders der stad Amsterdam hebben op huijden tot doek en geschutgieter aangenomen den per soon van Francois Hemony, gewesene clockgieter te Zutphen, mits conditie dat hij al de wereken, die hij nu off in toe- comende voor de stadt off particuliere burgeren sal comen te maecken, wel tot goede coop en genoegen sal hebben te volbrengen, en sal hem tot dien eynde door de stadt een huis bequaem tot het voors.werck aangewesen worden, waer in hij sonder eenige huyr te betalen sal Delana jongens- en meisjestruien bij SLABBEKOORN Kortgene woonen, soo lange hij door de stadt in dienst gehouden sal sijn". Aldus staat opgetekend in het resolutieboek van Thesaurieren der stad Amsterdam d.d. 10 december 1655. Wie was deze „gewesene clockgieter te Zutphen" Francois Hemony en waar om riepen burgemeesters en regeerders der stad Amsterdam hem van de IJssel naar de Am stel? Francois Hemony werd omstreeks 1609 te Levécourt in Lotharingen geboren. Zijn broer Pierre aanschouwde een tien tal jaren later het levenslicht. Vermoe delijk waren de gebroeders van goede komaf en genoten zij een zorgvuldige opvoeding. Dit gevoegd bij hun uitste kende aanleg stelde hen in staat, zich de kundigheden eigen te maken, die zij later in zo ruime mate bleken te be zitten. Door hun bedrevenheid in wis- en natuurkunde en hun wetenschappelijke beoefening van de muziek muntten zij boven hun vakgenoten uit. Daar hun vaderland gewikkeld werd in de oorlog, die Europa toen teisterde, moesten zij al op jeugdige leeftijd de wijk nemen naar elders. Waarschijnlijk hebben zij eerst enige tijd in Duitsland vertoefd om zich op het metaalgieten en met name op het vervaardigen van geschut en klokken toe te leggen. Maar ook in dit land bleek het verre van rus tig. En zo zijn zij er blijkbaar toe ge komen, een toevlucht te zoeken in het toenmalige asyl voor alle vluchtelingen en uitgewekenen, de Republiek der Ze ven Verenigde Nederlanden. Klokkengieters in een klooster. De gebroeders Hemony vestigden zich in Zutphen, vermoedelijk in het laatst van de dertiger jaren der 17de eeuw. De woon- en werkplaats bevond zich in den Isendoorn op die Nieuwe stadt", een voormalig klooster. De huur be droeg 35 daalders per jaar. Aanvankelijk hielden de Hemony's zich in Zutphen bezig met het gieten van metaalwerken en geschut. Wij we- ten, dat zij bijv. in 1653 ook metalen pennen voor watermolens vervaardig den. Maar al spoedig hebben zij zich toe gelegd op de klokken. En het geleverde werk gaf de magistraat der stad blijk baar voldoende vrijmoedigheid, om aan deze „konstryeke meesteren" een be langrijk werk op te dregen. In 1642 was de Wijnhuistoren her bouwd. Het uurwerk bleek versleten te zijn. Men besloot een nieuw klokken spel in de toren te plaatsen en trad met Francois in onderhandeling. Deze ging op zijn beurt eens met de stadsmetse laar een kijkje nemen in Nijmegen en Amsterdam. Daar immers waren belang rijke carillons te bezichtigen en voor wat de oudste der Hemony's betreft, kunnen we gerust zeggen: bestuderen. Teruggekomen in Zutphen maakte hij een bestek. Dit werd goedgekeurd en in '44 leverde hij een klokkenspel af van 19 klokken, waarvan de zwaarste 4082, de lichtste 94 pond woog. Met behulp van zijn broer had hij deze gevaartes in zijn eigen werkplaats gegoten. Uyr- en speelklocken „voor goet verklaert". De stadsregering ging echter niet o- ver één nacht ijs en nodigde daarom het volgende jaar een tweetal deskun digen uit om het werk te keuren. Dit waren jhr. Jacob van Eyck, directeur van de speelwerken te Utrecht en Lu cas van Lenninck, stadsorganist van De venter. Hun oordeel was in elk opzicht gunstig. Alleen adviseerden zij, nog zes kleine klokjes toe te voegen, om een dubbel octaaf te kunnen spelen. De zutphense magistraat was zeer vol daan en gaf op 3 oktober 1646 aan de beide broers een getuigschrift, waarin hij verklaarde, dat „uyr- en speelkloc ken door onpartijdige meesters" te heb ben doen onderzoeken, die ze „niet al leen voor goet verklaert" hadden, maar Effen en ruitjes aan 'tstuk SLABBEKOORN, Kortgene zelfs „anderer nabuirige steden speel- wereken in toon ende ressonnantie te boven gaende". Francois kreeg 17.000.uitbetaald en bovendien werd hem een jaar later het burgerrecht verleend. 11.729 gulden voor 137.799 pond klokken. Met het afleveren van hun eerste gro te werk in Zutphen was de naam der Hemony's als klokkengieters en fabri kanten van voortreffelijke speelwerken zowel in als buiten de republiek ge vestigd. De bestellingen bleven niet uit. In 1645 leverde Francois voor de kerk van Venray een grote, rijk met beeld werk versierde klok, die zijn naam Tegen 1 december bij D. A. KRAMER, Beatrix- straat 25, Colijnsplaat. droeg, 3564 pond woog en waarvan het kerkbestuur getuigde, dat zij was „son der foute, schaede, breucke, glat en ef fen, volcomelick met goede resonnan- tie". Ook in Hoom en Medemblik wer den klokken geleverd. Belangrijker echter waren nog de vol ledige carillons. Bij zijn bezoek aan de Lebuïnuskerk in Deventer was Fran cois tot de overtuiging gekomen, dat het klokkenspel aldaar beneden de waar digheid bleef van zo'n groots gebouw. Hij bood daarom de regering aan, een nieuw carillon te leveren, zoals er geen beter in de republiek te vinden zou zijn. Voor het gehele werk, dat uit 25 klok ken zou bestaan, vroeg hij 4.000 caro- lus guldens,terwijl hij de oude klokken in betaling wilde accepteren. Het contract werd gesloten en na een paar jaar was het carillon klaar. Het woog totaal 137.799 pond en daar het pond tegen 17 stuivers berekend was, zal Francois hiervoor 11.729 gulden ontvangen hebben. Verder vervaardigden de Hemony's in deze tijd klokkenspelen voor Purmerend, Doesburg, voor de Eusebiuskerk in Arn hem, voor Enkhuizen en Antwerpen en ook voor de St. Walburgkerk in Zut phen. Het laatste geval betrof een res tauratie. Naar Amsterdam, die grote stad. In 1655 was het nieuwe Raadhuis van de Amstelstad in zoverre voltooid, dat het in gebruik kon worden geno men. Maar in de toren moest nog een klokkenspel geplaatst worden, terwijl verschillende carillons van kerken drin gend vernieuwing behoefden. Daarom zag de stadsregering uit naar een be kwaam meester, die men voor goed in dienst wilde nemen. Al spoedig viel het oog op Francois Hemony. Deze had wel oren voor het op 6 november 1655 ge dane verzoek over te komen naar Am sterdam. En zo viel het in het begin vermelde besluit uit het resolutieboek. Als plaats voor de uitoefening van zijn bedrijf werd aan Francois aange wezen de geschut- en klokkengieterij, die in het laatst van de 16de eeuw bij het bolwerk aan het zuideinde van de Keizersgracht en het Molenpad was op gericht. Hier heeft de oudste der He mony's in het tiental jaren, dat hem nog restte, een werkkracht aan de dag ge legd, die meer dan verbazingwekkend Verbazingwekkende productiviteit. Alleen al in Amsterdam moesten drie carillons vernieuwd worden: die van de Wester-, Zuider- en Oude Kerk. In 1664 kwam het nieuwe spel voor de Raad huistoren aan de beurt. Verder staan op Francois' rekening de speelwerken van de Grote Kerk te Rotterdam, de O.L. Vrouwekerk te Amersfoort, de St. Bavo te Haarlem, het H. Geest-Gasthuis te Kampen, de Nieuwe Kerk in Delft, een drietal kerken in Utrecht: Dom, Nicolaï- en Jacobikerk, de Martini in Groningen en nog tal van andere. Het valt bijna niet te begrijpen, hoe Francois het heeft klaargespeeld, binnen een zo kort tijds bestek een zo groot aantal van de fraai ste carillons te vervaardigen. In mei 1667 stierf hij op 58-jarige leeftijd en de 24ste van die maand werd hij op het koor van de Nieuwe Kerk, waar ook zijn vrouw rustte, begraven. Broer Pierre, die aanvankelijk in Zut phen was blijven wonen en werken, voegde zich in 1664 bij Francois in Am sterdam. Ook op zijn naam staan vele schone werken. De 17de februari 1680 ontsliep hij en vijf dagen later werd ook deze kunstenaar bijgezet op het koor van de Nieuwe Kerk. (Nadruk verboden). en pijn weg- wrijven met COLLECTEN De P.I.T.-collecte heeft te Wissenker- ke f 63.97 opgebracht. Zondagdienst artsen Zondag a.s. doen dienst dokter janssen en dokter 'tHart. Heden nam God, in het ziekenhuis Oostwal te Goes, van ons weg, na een droevig ongeval, onze geliefde vrouw, moeder, behuwd- en grootmoeder Pieternella Dingemanse - Filius, op de leeftijd van 61 jaar. Johannes Dingemanse en kinderen. Geersdijk, 22 oktober 1956. De begrafenis heeft plaats gehad donder dag 25 oktober j.l. te Wissenkerke. Kleurpotloden Boekhandel Markusse Wissenkerke Uit de hand te koop: aan de Hoofdstraat te Kort gene. Behoudens toestemming b. en w. te aanvaarden bij over leg. Te bevragen: kantoor G. Heijboer te Kortgene. Te koop: met peluw en kussens, in zeer goede staat. D. MEULENBERG, Have- laarstraat 15, Colijnsplaat. Te koop: bij CHR. KLOOSTERMAN, landbouwer, Colijnsplaat. Zie etalage Prima stalen slaapkamer f 172— Mahonie slaapkamer f 498— Gotische huiskamer f 750— Blank eiken huiskamer f 875— o.h. postkantoor Noordstraat Middelburg Franco huis Terstond of met januari een bij J. J. VERHULST, landbouwer, Geersdijk. van alle goede fabrieken steeds voorradig A. L. Kampman Midden in de Lange Vorststraat 57 Goes, Tel. 2094 ga dan eens kijken bij in Goes Keizerstraat (bij de Kade) Er is grote keuze in vele modekleu ren en goede mo dellen Boekhandel Markusse Wissenkerke Telefonisch sloten onder aange- nummer Hanse - Noordhoek Wissenkerkepolder 13 „Landlust" Wissenkerke Kapper D. Rietveld van Eysden Lange Kerkstraat 40 Goes Telefoon 2904

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1956 | | pagina 2