NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
oudstroom
advocaat
VOORLICHTING VAN „VEILIG VERKEER''
Burgerlijke stand
Husclgenezing
Geneeskundig
schooltoezicht
Wie was de eerste?
60 jaar automobilisme
in ons land
No. 2805
Zaterdag 27 oktober 1956
60e jaargang
Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. no. 308, Giro 32622
Abonnementsprijs 2.00 per jaar Franco per post 3.50 Advertenties 6 cent per mm
Zó mag u uw zoontje meenemen op
de bromfiets. Een goed zitje met vol
doende steun voor rug, handen en
voeten is vereist. Zorg, dat aan deze
voorwaarden wordt voldaan, want het
aantal gevallen, waarin kinderen met
hun voetjes tussen de spaken kwamen
is legio.
Dan moet u er nog aan denken,dat
op een bromfiets maar één kind mee
genomen mag worden.
De Middenstands
voorlichtingsdienst en de
rijksmiddenstandsconsulenten
1. De oprichting van een Midden
standsvoorlichtingsdienst, met daaronder
ressorterende provinciale Rijksmidden
standsconsulenten, is door de Staatsse
cretaris van Economische Zaken aan
gekondigd in de Middenstandsnota
1954.
Het adres voor de Rijksmiddenstands-
consulent in Zeeland is: A. Korstanje,
Herenstraat 27, Middelburg.
Intussen is in bijna alle provincies
Drenthe volgt spoedig een midden
standsconsulent aangesteld.
2. Deze Rijksmiddenstandsconsulent
heeft een drieledige taak: n.l. het geven
van voorlichting over het middenstands-
beleid van de overheid; het verstrekken
van voorlichting en adviezen op bedrijfs
economisch gebied en het informeren
van de overheid betreffende zaken van
regionale aard.
3. Over welke onderwerpen en aan
wie kan voorlichting en/of advies wor
den gegeven?
a. De beleidsvoorlichting is voorlich
ting over het regeringsbeleid met be
trekking tot de middenstand en de mo
gelijkheden, die dit beleid voor de mid
denstanders inhoudt. Gebleken is, dat
aan deze voorlichting grote behoefte be
staat, niet in het minst bij de organen
of instellingen die bij de behartiging van
middenstandsbelangen zijn betrokken.
Onderwerp van de beleidsvoorlich
ting kunnen zijn: de speciaal voor de
middenstand in het leven geroepen cre-
dietregelingen; vestigingswet; erken
ningsreglementen middenstandsonder-
wijs; prijspolitiek; sociale voorzieningen;
belastingen; winkelsluitingswet; oprui-
mingswet; wet beperking cadeaustelsel;
wet autovervoer; bepalingen inzake de
bouw van nieuwe bedrijfspanden enz.
De voorlichting kan desgevraagd wor
den gegeven aan vak- en standsorgani
saties van middenstanders, kamers
van koophandel, borgstellingsfondsen,
provinciale- en gemeentebesturen, ge
meentelijke sociale diensten, volkscre-
dietbanken, rijksnijverheidsconsulenten,
economisch-technologische instituten,
provinciale en gemeentelijke planologi
sche diensten, individuele middenstan
ders, enz.
Geheel in overeenstemming met een
der grondslagen van het middenstands-
beleid kan de consulent voorts de or
ganisatiezin van de middenstand bevor
deren.
De consulent kan ook bemoeienis
hebben met regionale en plaatselijke
middenstandsmanifestaties en demon
straties.
b. De bedrijfseconomische voorlich
ting omvat voorlichting over produkti-
viteitsopvoering; moderne bedrijfsadmi
nistratie; het Centraal Orgaan ter be
vordering van de bouw van midden
standsbedrijfspanden; publikaties van
het Economisch Instituut voor de Mid
denstand; kosten- en financieringsstruc
tuur; omzetstatistieken; reclame; ver
koopmethoden; postorderverkoop; zelf
bediening; supermarket; het belang van
de middenstand bij vreemdelingenver
keer, enz.
In samenwerking met de midden
standsbedrijfsorganisaties kan de Rijks
middenstandsconsulent de oprichting
bevorderen van zgn. discussiegroepen en
bedrijfsvergelijkingsgroepen.
Bovendien kan hij de helpende hand
reiken bij het op gang brengen van de
gedachtenwisseling in dergelijke groe
pen. Deze vonn van gedachtenwisseling
kan de ondernemers vertrouwd maken
met efficiëncy-vraagstukken en hun de
weg wijzen hoe het eigen bedrijf nog
gerationaliseerd kan worden.
De bedrijfseconomische voorlichting
wordt gegeven aan vak- en standsorga
nisaties van middenstanders en aan in
dividuele middenstanders. De consu
lent zal op dit terrein zeer nauw samen
werken met de middenstandsorgani
saties.
c. De voorlichting aan het departe
ment heeft tot doel de overheid voor te
lichten over zaken van regionale aard.
Het middenstandsbeleid staat n.l. her
haaldelijk voor beslissingen, waarvoor
een zo objectief mogelijk inzicht in
plaatselijke en regionale omstandighe
den vereist is. De inschakeling van een
deskundig ambtenaar in de provincie is
hierbij van zeer groot belang.
Dit is:
1. Aanvullend, met name ten opzich
te van de voorlichting, die gegeven
moet worden door bestaande of op te
richten organisaties en instanties.
2. Algemeen, dat is in tegenstelling
tot „functioneel"; de werkzaamheid van
de consulent is niet tot een bepaalde
branche begrensd, maar bestrijkt de ge
hele middenstand.
3. De taak van de consulent omvat
niet alleen de zuiver informatieve, maar
ook de actieve voorlichting, stimule
ring, c.q. zelfs bemiddeling, uiteraard
voor zover daarbij niet het terrein van
andere instellingen wordt bestreken.
De middenstandsconsulent kan zijn
taak verrichten door middel van spreek
beurten en discussie-avonden; door het
houden van of zitting nemen in. fora;
door regelmatig contact te onderhouden
den met middenstandsbonden, provin
ciale en gemeentelijke organen en zo
nodig met individuele middenstanders;
door het verlenen van bemiddeling en
het houden van zitdagen; door zitting
te nemen als lid of als adviseur in com
missies.
Bij de uitvoering van zijn taak zal de
consulent -overeenkomstig de hem
gegeven opdracht nauw samenwerken
met provinciale en plaatselijke overhe
den en voorts met de organen en in
stellingen die bij de behartiging van
middenstandsbelangen in de provincie
zijn betrokken en niet op de laatste
plaats met de vrije organisaties van de
middenstand, zomede de diensten en in
stellingen daarvan.
Lezers
hanteren
de pen
Op mijn schrijven in uw blad van 6
oktober, betrefende uitingen o.a. in het
„Zeeuws Dagblad" tijdens de kabinets
formatie, heeft laatstgenoemd blad fel
gereageerd. Niet dat mijn artikel naast
de waarheid was, o nee, niets daarvan.
De 1 ezers van genoemd blad buiten
Noord-Beveland weten helemaal niet wat
ik heb beweerd. Ze hebben wel in hun
krant kunnen lezen, dat het socialistisch
raadslid A. Welleman uit Kortgene het
op het moeilijke pad der politiek nog
niet veel verder heeft gebracht dan tot
een scheldpartij van een paar kolom. De
lezers buiten Noord-Beveland hoeven
niet te weten wat er stond en dat het
met die scheldpartij nogal losliep. Deze
voorlichting is blijkbaar genoeg. Als ze
maar weten, dat dit socialistisch raads
lid niet veel meer kan dan schelden. Dat
bovendien die twee kolom gevuld is met
scheldpartijen is een ietsje naast de
waarheid. Ik heb op denigrerende wijze
gesproken over politieke beschouwingen
waarmee ik het niet eens was, aldus het
Z.D. In de politieke beschouwingen in
dat blad wordt echter meestal op zeer
denigrerende wijze gesproken over de
P.v.d.A., niet door een scheldend socia
listisch raadslid, maar door een hoog
geleerde heer.
Nu weet ik best, dat de P.v.d.A.
niet feilloos is en ook fouten maakt
even goed als andere partijen. Maar dat
er nu niets van die partij deugt, dat is
toch wel een beetje vergaand. Men kan
begrijpen, dat velen zich ergeren aan de
soms minachtende wijze waarop het Z.D.
over de P.v.d.A. spreekt. Dat daarop
wordt gereageerd is ieders goed recht.
Dat het Z.D. zou reageren op mijn
schrijven had ik verwacht. Wiet kaatst
moet de bal vernachten. Toch vind ik
het jammer, dat het blad niet op de
feiten in gaat en mij alleen maar schel
den verwijt. Als het „op denigrerende
wijze over tegenstanders spreken" schel
den is, dan wordt er nogal eens ge
scholden en niet alleen door een socia
listisch raadslid. Dat ik het op politiek
terrein nog niet veel verder dan schel
den heb gebracht, zullen velen niet met
het Z.D. eens zijn Ook geestverwanten
van dat blad niet. Deze uitlating is dan
ook een tikkeltje in strijd met Exodus
20 16. Maar een kniesoor die dit op
merkt. Verder doet het mij genoegen,
dat ik bij dr. Drees, die in Z.D. werd
betiteld als iemand „die zich tot voor
kort uitgaf als een nationale figuur,
maar een rasechte socialist bleek te zijn"
op de hoogte kan komen van de meest
elementaire vormen van politiek fat
soen. Zeer velen wisten trouwens al, dat
dr. Drees een fatsoenlijk iemand is.
A. WELLEMAN Kortgene.
Wissenkerke
Geboren: 19 sept. Johanna Maria, d.
v. M. J. Bustraan en P. A. L. Bouwense.
22 sept. Neeltje Lena, d. v. K. A. Ver
sluis en J. J. de Looff. 28 sept. Abra
ham Pieter Gilles, z. v. P. G. A. de
Lange en J. P. de Kam. 28 sept. Johan,
z. v. J. A. Bouterse en D. A. Kempe. 30
sept. Marinus, z. v. C. de Nooijer en C.
A. van der Maas
Ondertrouwd: 13 sept. Willem Jaco
bus Noordhoek, 25 j. en Pieternella
Adriana van de Kreeke, 23 j.
Gehuwd: 5 sept. Eric George Poole,
24 j. te Londen en Magdalena Klazina
Lijntje de Kam, 23 j. 26 sept. Willem
Jacobus Noordhoek, 25 j. en Pieternella
Adriana van de Kreeke, 23 j.
Overleden: 1 sept. Thomas de Kam,
79 j., echtg. van Maatje Reinhoudt; 9
sept. Maria Magdalena van Hee, echtg.
van Jacobus de Kam, 74 j. Te Goes, Cor
nells van Tatenhove, op 18 sept. 1956,
77 j. echtg. van Grietje van Eenennaam.
Huidzuiverheid - Huidgezondheid
Houdt de winter uit handen en voeten.
In het belang van uw kind
Wanneer u een oproep ontvangt om
op school te komen teneinde bij het ge
neeskundig onderzoek van uw kind aan
wezig te zijn en de daarbij gewenste in
lichtingen te verstrekken, zeg dan niet:
„onzin, in mijn tijd had je ook nog geen
schoolarts".
In „uw tijd" zullen er vast nog wel
andere dingen ontbroken hebben, die er
thans wél zijn en die u beslist niet meer
zou willen missen. Daarom: laat de
pioniers van het geneeskundig school
onderzoek, die uw hulp moeilijk kunnen
missen, niet alleen staan wanneer uw
medewerking wordt gevraagd.
Kortgeleden zagen wij een vrouwelij
ke schoolarts aan het werk en wij wer
den getroffen door haar grote vaardig
heid ook kleine, nog onbelangrijke af
wijkingen dadelijk te ontdekken.
Bij ernstige gebreken wordt de huis
arts natuurlijk ingelicht, bij minder be
langrijke dingen worden in het bijzijn
van één der ouders adviezen gegeven,
die niet alleen uiterst doelmatig zijn,
maar bovenal ook zeer practisch.
„En nu verder tot de vacantie je
tas maar eens alleen onder je linker
arm dragen. Na de vacantie neem
je hem dan op weg naar school toe
onder je rechter en op de terugweg
naar huis onder je linker arm. Kan
je dat onthouden?
Daar zal de blonde Joke geen
moeite mee hebben, want ze is al
bijna tien jaar. En doen zal ze het
vast en zeker ook, want de dokteres
is „o zo aardig". Bovendien voelt
Joke er niets voor om een scheve
rug te krijgen. Tot nu toe heeft ze
haar boekentas altijd onder haar
rechter arm meegezeuld en de ge
volgen daarvan kan de dokter blijk
baar al zien.
Er zijn in Nederland meer dan twee
miljoen schoolgaande kinderen en een
grondig periodiek geneeskundig onder
zoek van. al deze zes- tot veertien jarigen
kan voor de volksgezondheid van enor
me betekenis zijn.
De mogelijkheden op dit gebied wor
den echter nog lang niet voldoende be
nut. Met één schoolarts voor meer dan
tienduizend kinderen ggat het niet. Men
zal tot kleinere districten moeten komen,
of men zal meer schoolverpleegsters als
Volgens de laatste berekeningen van de
K.N.A.C. omvatte het nederlandse auto
park op 1 Juli jl. 315.400 personen
auto's 7100 bussen, 108.650 vrachtauto's,
4580 trekkers benevens 5100 speciale
voertuigen. Deze getallen zijn des te
meer opmerkelijk, wanneer men bedenkt,
dat het dit jaar juist zestig jaar geleden
is, dat in ons land de eerste auto's in
gebruik werden genomen. Zestig jaren,
waarin het transport van mensen en
materiaal een geheel ander aanzien
kreeg.
Wie was de eerste nederlandse auto
mobilist? Lange tijd is men hierover niet
geheel eens geweest en werd dit feit aan
verschillende landgenoten toegeschreven.
Men vond het in die dagen blijkbaar van
weinig belang en er is slechts zeer spo
radisch iets over deze gebeurtenissen
gepubliceerd.
De pioniers uit de voorgeschiedenis
van het autombilisme in ons land, zoals
Simon Stevin, die in 1612, vergezeld van
prins Maurits en enkele „uijtheemsche
groote heeren" met zijn zeilwagen langs
het strand van Scheveningen naar Pet
ten reed en de verschillende bouwers
van stoomautomobielen, zoals prof.
Stratingh en de heren Becker, Loeff en
Van Rijn, die allen tussen 1830 en 1890
werkzaam waren, zullen wij hier verder
buiten beschouwing laten.
Bij het vaststellen, wie nu als eerste
nederlandse automobilist moet worden
gekenmerkt, gaat het tussen twee land
genoten, de haagse fotograaf A. Zim-
mermans en notaris Backx uit Wierin-
gerwaard, die beiden in 1896, dus juist
zestig jaar geleden, van de fa. Benz te
Mannheim een autombiel betrokken. Het
staat, echter vast, dat de heer Zimmer-
mans de eerste was die zijn wagen, in
mei van dat jaar, in Arnhem van de
boot haalde en er via Utrecht en
Leiden mee naar Den Haag reed, een
prestatie waar men niet te licht over
mag denken.
Nummer twee.
In september 1896 arriveerde de Benz-
Victoria van notaris Backx aan het
Weesperpoort-station te Amsterdam.
Niemand in de hoofdstad bleek echter
in staat te zijn, de motor aan het draaien
te krijgen en de vooruitstrevende nota
ris en zijn koetsier zagen zich genood
zaakt zonder auto huiswaarts te keren.
Een week later kon de wagen in het bij
zijn van een monteur van de fabriek
naar Wieringerwaard worden gereden.
De verkeersvoorschriften in die dagen
hulpkrachten moeten inschakelen.
Grotere resultaten.
Bij een geringer aantal kinderen per
schoolarts, bij een betere salarisregeling
en bij een uitgebreidere sociaal genees
kundige opleiding kan dit prachtige
werk pas tot zijn volle ontplooiing
komen.
De bemoeiingen van de schoolarts
kunnen dan zowel op het terrein van
de volksgezondheid alsook op het ge
bied van de wetenschap veel grotere
resultaten afwerpen dan tot nu toe het
geval is.
Zolang het werk van de schoolarts zijn
definitieve plaats in onze samenleving
nog niet heeft gevonden, is het dubbel
noodzakelijk dat alle ouders hun volle
medewerking aan het geneeskundig
schoolonderzoek verlenen.
dr. H. W. SCALONGNE.
(Nadruk verboden)
waren nog uiterst summier. Het was
verboden bij mist een grotere snelheid
te ontwikkelen dan 8 km per uur en de
bestuurder moest in het bezit zijn van
een door H.M. de koningin gete
kend document, hetwelk diende als
nummer- en rijbewijs tegelijk. Voorts
nam de politie in elke stad en in elk
dorp maatregelen naar eigen goeddun
ken en lang niet overal waren de eerste
automobilisten even vriendelijk ontvan
gen.
Langzamerhand nam de belangstel
ling voor de automobiel toe. De wa
gens werden iets meer betrouwbaar en
in 1900 stonden er reeds... .36 perso
nenauto's in ons land geregistreerd. Tien
jaar later waren dit er reeds 1973 en in
1920 telde ons land 11.199 personenwa
gens. Tussen 1920 en 1930 steeg dit aan
tal tot 67.845, terwijl men kort voor het
uitbreken van de tweede wereldoorlog
rond 100.000 personenautomobielen tel
de.
Vertienvoudigd.
Bij het opmaken van de balans in 1945
bleken er ruim 31.000 wagens te zijn o-
vergebleven en sindsdien is het aantal
weer jaarlijks toegenomen met als re
sultaat, dat thans 315.400 personenwa
gens in ons land in gebruik zijn.
In het betrekkelijk korte tijdsbestek
van zestig jaren is de automobiel in ons
land uitgegroeid van een dure, allesbe
halve betrouwbare curiositeit tot een le
vensbehoefte, zonder welke onze samen
leving niet meer denkbaar zou zijn en
die tot een technisch nagenoeg volmaakt
symbool van de twintigste eeuw is ge
worden.
Een belangrijk feit, dat veel goodwill
voor de auto kweekte bij het publiek
was de spoorwegstaking van 1903, bij
welke gelegenheid de automobiel kon
tonen wat hij waard was. Met enige
tientallen auto's werd het postverkeer
tussen de verschillende plaatsen van ons
land onderhouden en velen, die zich
aanvankelijk felle tegenstanders van de
auto hadden getoond, moesten hun on
gelijk erkennen.
Nog steeds gaat de ontwikkeling ver
der. Onze auto's worden beter en ook
aan de veiligheid van de inzittenden
wordt gewerkt. Het comfort en de be
trouwbaarheid hebben een ongekende
hoogte bereikt en, wanneer wij straks
het 75-jarig en daarna het 100-jarig
automobilisme in ons land zullen
herdenken, dan zal het wegverkeer weer
een geheel ander beeld tonen.
y
Met verse eieren,
Hollandse brandewijn,
suiker en vanille, niets
meer, maar ook niets
minder