NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD DE EEST HAMEA Pracht handen Uniformfoods „Apollo" teisterde Amsterdam VOORLICHTING VAN „VEILIG VERKEER' 25 jaar stad in een stad No. 2803 Zaterdag 13 oktober 1956 60e jaargang Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel. no. 308, Giro 32622 Abonnementsprijs f 2.00 per jaar Franco per post 1 3.50 Advertenties 6 cent per mm ,,'t Langstcertige gebroet" ontvolkt de vrome veste. „In den zomer deezes jaars (1655) was de Pest wederom ontsteken hier te Lande, met naame te Amsterdam. Zij woedde zo sterk, dat er, hier ter stede, in den tijd van een jaar, dat is tot den zomer des jaars 1656, 16.727 menschen aan overleden waren. In de eerste zes maanden stierven wel 13.508 menschen". Aldus het bericht van een tijdgenoot. En deze pestepi demie was niet maar een unicum, doch vrijwel symptomatisch in de 17e eeuwse Nederlanden. Holland is van 1599 tot 1665 in minstens 18 jaren door pest geteisterd. Amsterdam heeft pestepidemieën doorleefd in 1601-02, 1617, 1624, 1635-36, 1655-56 en 1663-64. En een stad als Londen heeft van 1543 tot 1679 zelfs onder' niet minder dan 84 van zulke epidemieën geleden. Is het een wonder, dat wel gespro ken wordt van „den gesel der pes- tileneie" en dan „den schrik der pest" waar deze „haestighe sieckte" binnen een zo kort tijdsbestek, meestal met een ziekteverloop van slechts enkele dagen, een zo groot aantal mensen ten grave sleepte V Een epidemiologisch onderzoek heeft uitgewezen, dat we in de 17de eeuw met de z.g. builenpest en niet met longpest te maken hebben. De ver schijnselen zijn o.m. koorts, hoofdpijn, ontsteking der ogen, opgezwollen ge zicht en tong („de tong slaet dubbelt") aantasting van het denkvermogen („d' ontsleltheyt der herssenen 'veroor- saekt veeltijds een rasernye"), maag pijn, dorst, neiging tot braken, moei lijke ademhaling en bloederige urine. Als typerend tegenover andere koort- sende ziekten wordt ook genoemd de noodlottige invloed van de pest op het hart, de frekwente, kleine pols. En tenslotte zijn er de karakteristieke „pest-buylen, pest-kolen en peperko- „Ecn hert-sterkende sweet-drank". De behandeling van de door deze zo zeer gevreesde ziekte getroffen stak kers doet ons vandaag de haren te berge rijzen. Het eerste middel en men hechtte daar grote waarde aan was steeds een zweetkuur, het toedie nen van „een hert-sterkende sweet- drank". Een enkele keer werd ader lating toegepast. De pestbuilen tracht te men tot ettering te brengen, om deze daarna te openen. De „pestkool" sneed men diep uit. De peperkorens of „besmettelicke pestmaselen sijn pur per, swarte, violette of rode vlakken, nu min, dan meer". Van een zeer biezonder soort zweet kuur verhaalt ons Cock van Kerkwijck in een pestboekje van 1668. Het gaat over „een koopmansineyt van Amster dam, dewelcke met de pest bevangen op drie plaetsen aen haer lichaam buy- ten de stadt in een tuynhuys gebracht zijnde, niet al te wel wierd gadege slagen; welck vernemende seeker jongh- man die haer liefhadde en met haer verlooft was, weet bij haer alleen op een nacht in te komen, vatten mal kander direct in de armen; hetwelck misschien de patiënt soo goed gedaen heeft als een sweetdranck; immers den anderen ainoureusen heeft geen be- smetheyt daervan geleden en sijn korts daeraen openbaer te samen getrout „De gave Gods". Tegenover de oorzaak van de pest stond men vrijwel totaal vreemd. Het uitgangspunt bij de meeste beschou wingen is de toorn Gods, de Engel Gods, die de mensheid met pest sloeg. Was het vrome ironie, die de pest „de gave Gods" noemde? Is hier ook de reden te zoeken, waarom de ker ken tijdens epidemieën meer dan vol waren? In een briefwisseling tussen ds. Hel- micbius van Amsterdam en ds. Croese van Delft wordt ons beschreven, hoe op 13 juli 1602 een bid- en vastendag- werd gehouden, „met sulcken menigte ende toeloop van volck, dat wel een duysent menschen uyt de kereke zijn sien weder uytgaen, elcke reyse co- mende ende siende dat sy geen plaetse hadden om te hooren, ende noch wel duysent, die in 't choor, aen de toren deuren en rontom saten, die niet heb ben kunnen verstaen". En zo was het „werekendaechs so wel als Sonnen- daechs in alle predicatiën". i „Vliegende Draakjcns en Slangctjcns" Maar naast deze „boven naturelijke oorsaek" wordt een „naturelijke" aan genomen. En daarbij denkt men dan in de eerste plaats aan kometen en bepaalde planetenconstellaties. Zelfs de grote astronoom Kepler gaf van tijd COOMANS voet tatweltood tot tijd voorspellingen van naderende pest. Men zocht het in de verdorvenheid der lucht en 'enkelen, zoals de mathe maticus Athanasius Kirchner te Rome meenden in een levende smetstof (mi croscopisch kleine „wormpjes") de oor zaak van de pest te hebben waargeno men. Ook de hollandse dokters hoor den hiervan. En zo schrijft Gerard Goris over „Athanasius Kircherus met al sijne vliegende Draakjens en Slan gent jens, die men quanswijs ongevoe lig en onsienlijk, wijl er de Lugt bij Pest-tijde van zoude krielen, zoude inaassemen en opswJelgen, maar die met grote Vuuren te stoken, en se dus de vleugels af te branden, alder- best konnen verjaagt werden. Deze Beest jens pretenderen weer andere Me chanische Wijsgeren met Mokers en Voorhamers te verpletteren". Maar niemand van de 17de eeuwse geneeskundigen schijnt op de gedachte te zijn gekomen, dat er verband be staat tussen deze mensenziekte en ratte- pest en dat de gewone huisrat (dat is een andere dan de rioolrat, die wij vandaag „gewoon" noemen), zoals la ter is aangetoond inderdaad de veroor zaker was van de dodelijke ziekte. 1400 dodea in één week. Uit een vergelijkend onderzoek blijkt, dat de pest-epidemieën in de 17de eeuw het hevigst hebben gewoed in de nazomer en de herfst. In de winter verdwenen ze echter meestal niet vol ledig en dan laaiden ze somtijds in de volgende herfst met te groter ver schrikking weer op. Zo hebben en kele epidemieën zich zelfs over vier jaren uitgestrekt. Vooral droge, war me zomers waren gunstig voor de ver breiding van de pest. Gedurende de epidemie van 1655 op 56 bijvoorbeeld was de sterfte te Am sterdam over de maanden september en oktober het grootst, tot 800, één maal zelfs 900, doden per week toe. En deze top van de sterftelijn valt n een stad als Leiden dan geheel over eenkomstig. De grootste sterfte werd te Leiden bereikt in oktober 1635 met meer dan 1400 doden per week Een bos stro en een koperen P. Was in de 16de eeuw ergens een zieke aan de pest overleden, dan moest onmiddellijk vóór het huis een bos stro worden gehangen, voorzien van drie banden of stroken. Bij gebreke beliep men een boete van drie pond Zes weken lang moest dit waarschu wend teken daar blijven hangen, zo dat iedereen het besmette huis kon mijden. Het is duidelijk, dat dit voor neringdoenden dikwijls armoede en on dergang betekende. En was een pestlijder aan de dood ontkomen, dan moest hij, telkens wan neer hij zich op straat begaf, een witte stok van drie voet lang, de z.g. pest- roede, zichtbaar in de hand dragen, al weer gedurende zes weken. Voor de verplegers van de pestlijders golj" Het is de Hamamelis die 't'm doet een termijn van drie weken en de cel- lebroeders en -zusters hoefden hele maal geen stok mee te voeren. Zij gol den wegens hun menslievend werk van verpleging tóch wel als getekenden en voor hen was :ook hoog in het gewelf der Oude Kerk een „hangkamer" ge maakt, waar zij de diensten konden vol gen en waar niemand met hen in aan raking kon komen. De bos stro werd later op vele plaatsen vervangen door een koperen P. En verder vaardigde de overheid nog verscheiden keuren en ordonnan tiën uit, om de verspreiding van de pest tegen te gaan. Maar het resultaat van alle genomen maatregelen moest wel miniem blijven zolang men de oor zaak van de pest niet zocht daar, waar deze te vinden was, namelijk bij ,,'t langsteertige gebroet", dat een bron van besmetting vormde en dat in onze Gouden Eeuw vele, vele duizenden na een kortstondige ziekte ten grave heeft doen dalen. (Nadruk verboden) Op de rijbaan mogen geen fietsen ge plaatst worden. Als iemand er tegen aan stoot of de wind een beetje speels gaat doen, vormen ze een gevaarlijk opstakel. Dit geldt natuurlijk ook voor bromfietsen. Het is misschien wel erg gemakkelijk om voor „dat éne ogenblikje maar" uw fiets of bromfiets door een stevige stoeprand te laten schragen, maar de verkeersveiligheid gaat voor We schrijven thans oktober. De lange winteravonden staan voor de deur, a- vonden van gezelligheid en handwerk. Het uniformfonds-comité acht nu het ogenblik gekomen om voorbereidingen te treffen voor haar bazar en wil daarvoor de wissenkerkse dames in schakelen. Zo dikwijls is er door haar reeds gevraagd: moeten we nog niet iets gaan maken voor de bazar? Velen heb ben reeds mooie handwerken toege zegd. Zo te horen kan er op genoeg medewerking gerekend worden, en daar om nodigt het comité alles dames uit op a.s. vrijdag 19 oktober, des avonds 8 uur in de raadzaal, teneinde daar de werkzaamheden te regelen. De bedoeling is één avond per week, des vrijdagsavonds, gezamenlijk een paar uur in het voorste lokaal van de o.l. school bijeen te komen om daar, in gezellig samenzijn, alles voor de ba zar in gereedheid te maken. Natuurlijk ligt het niet in de be doeling, dat de medewerkende dames de wol etc. zelf uit hun eigen porte- monnaie moeten betalen. Willen zij het doen, we zeggen er als 't u blieft voor, het comité zal dan graag het andere aanschaffen. Oud en jong, klein en groot, is van harte welkom. Wij verwachten een flin ke opkomst. Het comité. Waldorf Astoria, het grootste hotel ter wereld De grote wereld kent in diverse lan den verschillende hotels met beroem de namen, hotels waar de luxe en de prijzen zodanig zijn, dat er slechts een exclusieve groep personen vertoeft. Van deze selecte groep hotels, is het Wal dorf Astoria-hotel in New York wel het meest luxueuze. De negenenveertigste en vijfstigste straat in New York begrenzen slechts één gebouw, het Waldorf Astoria-ho tel. een kolossaal bouwwerk van vijf tig verdiepingen, een stad in een stad. Het is de verblijfplaats van vorsten en staatshoofden wanneer zij in New York vertoeven. De «hertog van Wind sor, de vroegere koning van Enge land heeft er met zijn echtgenote ge ruime tijd een etage bewoond. Ook onze koningin heeft er tijdens haar verblijf in Amerika gedurende de twee de wereldoorlog enige dagen gelo geerd. Andere meubels? Wenst de gast zijn kamers in een bepaalde stijl gemeubileerd? Daar kan voor gezorgd worden, aan alle wen sen op dit gebied komt men tege moet. De rekening volgt later wel. Wordt men ziek? Geen bezwaai( Het Waldorf Astoria-hotel beschikt over een eigen hospitaal, met vier dok ters en zes verpleegsters, alsmede over een perfect ingerichte operatiezaal Maar dit alles is eigenlijk nog niets vergeleken bij de overige service die de klanten genieten. Wanneer u eenmaal als gast in het Waldorf Astoria-hotel bent geweest, is men daar met alles op de hoogte!. U kunt terugkomen, al is het over vele jaren, maar dadelijk zal men u zonder dat u een woord behoeft te zeggen op uw wenken bedienen. Men weet precies hoe laat u gewekt wilt worden, of u uw eitje zacht of hard wenst, of u al dan niet suiker en-of melk in uw thee gebruikt, hoe u de koffie geserveerd wenst te zien, van welke groenten u wel of niet houdt, kortom alle kleine biezonder- heden herinnert de kellner zich na vele jaren. Het feilloos geheugen. Dit vindt zijn verklaring in het kaartsysteem, dat prompt wordt bij gehouden en waarin alle verlangens van de klant worden genoteerd. Komt u later weer eens in het hotel, dan heeft men niets anders te doen dan uw kaart te lichten en men weet precies op welke kamers van het ho tel u het meest gesteld bent, korto.n alles. Mocht er toch niet iets naar wens gaan, dan is dit beslist niet de schuld van het kaartsysteem, doch van uw inmiddels veranderde voorliefde of levensgewoonten. Het hotel beschikt over een tweede kaartsysteem, dat toebehoort aan de ongeveer veertig detectives in vaste dienst. Hierin staan de signalementen met alle biezonderheden van personen, die' beslist geen toegang krijgen tot het hotel. Waarom, behoeft men niet te vragen. Het Waldorf Astoria-hotel bestaat uit vijftig verdiepingen boven de grond, dat zijn de verdiepingen die men ziet, maar velen weten niet, dat het hotel ook nog acht ondergrondse verdiepin gen heeft. Onder en boven de grond zijn schrille tegenstellingen. Een ondergronds bedrijf. Waar boven de grond rust en vor melijkheid de toon aangeven, is het onder de grond een enorme drukte van belang. Hier is de eigenlijke fa briek van het hotel. Hier vindt men de elektrische centrale, die de eigen stroom verzorgt, de veertig keukens, slagerij, bakkerij, waskamers, strijld- kamers, réparatiewerkplaatsen voor ta pijten, gordijnen en meubelen, de ra diocentrale, de telefooncentrale met niet minder dan tweeduizend aansluitingen, de wijnkelders en dergelijke. Het is onder de grond een enorm bedrijf, waarvan de gasten bovengronds geen flauw idee hebben. Trouwens, de directie waakt er angstvallig voor, dat de gasten geen contact met het ondergrondse deel van het hotel krij gen, de tegenstelling is te groot. On geveer vierduizend mensen vinden hier hun werk, waaronder omstreeks 600 man alleen in de diverse jeuken»;. Voorts beschikt het hotel over een eigen politiestaf en een brandweer corps met prima materiaal. Vorige maand herdacht 's werelds meest luxueuze hotel, het Waldorf As toria-hotel, zijn vijfentwintigjarig be staan sinds het gebouw wegens ver nieuwingswerkzaamheden in mei 1929 wend gesloten. Waldorf Astoria is in de gehele wereld een begrip geworden voor Amerika's luxe. (Nadruk verboden)

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1956 | | pagina 1