NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Raadsvergadering Wissekerke
voot
Leu wet tl Let l^etót^eeót
Ruwe,rode handen
No 2761
Zaterdag 24 december 1955
59e jaargang
Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissekerke, Tel. no 308, Giro 32622
Abonnementsprijs 2.00 per jaar Franco per post 3.50 Advertenties 6 cent per mm
Onder voorzitterschap van burge
meester Van Halst kwam de raad j.l.
maandag in openbare vergadering bij
een. Afwezig met kennisgeving de heer
P. G. A. de Lange. Het secretariaat
werd waargenomen door de heer G.
van Hekken.
De voorzitter heette alle aanwezigen
welkom op deze vermoedelijk laatste
vergadering in 1955 en opende de zit
ting met het gebruikelijke gebed.
De notulen van de vorige vergadering
werden onveranderd goedgekeurd. Naar
aanleiding van een in de vorige ver
gadering gestelde vraag, deed de voor
zitter nu voorlezing van de namen van
die personen, die een premie woning
verbetering of -splitsing zijn toegewe
zen alsmede van de bedragen die daar
mede gemoeid zijn.
Het lid Bustraan had over een pre
mietoewijzing een opmerking. De voor
zitter noemde de bestaande regeling
een prachtidee waardoor de woning
voorraad van deze gemeente aanmerke
lijk is verbeterd.
Enige ingekomen stukken, o.a. eeiv
bericht van Ged. Staten houdende de
toekenning van bouwvolume voor de
bouw van een woning ten behoeve van
het hoofd der ulo-school, werden voor
kennisgeving aangenomen. De opmer
kingen in enige brandweerrapporten
werden besproken en zullen verder be
handeld worden.
Het verzoek van de geref. school te
Kamperland om de benodigde gelden
(ongeveer f 3600.beschikbaar te
stellen voor de aankoop van 45 ban
ken, werd op advies van de inspecteur
van het l.o. ingewilligd, met dien ver
stande, dat de aanschaffing over twee
jaar verdeeld wordt.
Een nieuwe rekening-courant over
eenkomst voor het jaar 1956 tot een
bedrag van f 60.000.werd aangegaan
met de N.V. Bank voor Ned. Gemeenten-
Na een uitvoerige bespreking werd
op voorstel van b. en w. besloten voor
lopig nog niet toe te treden tot de ge
meenschappelijke regeling inzake de
verdeling van kosten van de Zeeuwse
Muziekschool. Het lid Westerweele vond
deze muziekschool van ontzettend groot
belang voor deze gemeente en vroeg
naar de mogelijkheid van subsidiever
lening. De voorzitter deed voorlezing
van de ontw'erp-regeling zoals die
door het bestuur van die muziekschool
was opgemaakt en merkte naar aanlei
ding daarvan op, dat er geen concrete
cijfers genoemd worden. Volgens hem
zou het beschikbaar stellen van een
lokaal en een subsidie nog wel gaan,
maar de kosten voor de aanschaffing
van een piano e.d. vond hij te hoog,
vooral nu. Wethouder Leendertse noem
de de toetreding thans, een stap in de
blinde. Ook kon hij er zich niet mede
verenigen, dat er centrumgemeenten
worden aangewezen zonder overleg met
de andere gemeenten. Het lid De
Nooijer vond het geheel een duistere
zaak, het lid Bustraan maande tot voor
zichtigheid en het lid Dingemanse wil
de nog even wachten tot er meer ge
gevens zullen zijn.
Het verzoek van de federatie van
Ned. Zangersbonden om subsidie te
verlenen aan de plaatselijke zangver
enigingen, werd op voorstel van b.
en w. afgewezen, zolang de vereni
gingen zelf nog niet om subsidie ge
vraagd hebben, zoals de chr. zangver.
„Hosanna" te Wissekerke. Deze ont
vangt een jaarlijkse subsidie van f 50.—
De subsidie aan het Economisch Tech
nologisch Instituut werd van 5 tot 7
cent per inwoner per jaar verhoogd.
Het ambtenarenreglement en het ar-
beidsovereenkomstenbesluit werden e-
nigszins gewijzigd in verband met het
feit, dat een gemeente-ambtenaar een
verbintenis kan aangaan als noodwach-
ter.
De heer J. L. J. Bruynzeel heeft be
dankt als plv. lid van de woonruirate-
commfesie. In diens plaats werd be
noemd V. 't Hart te Kamperland.
Naar aanleiding van het verzoek van
de chr. kleuterschool te Wissekerke
werd besloten om bij de berekening van
de jaarlijkse subsidie, rekening te hou
den met twee teldata en dit met in
gang vans 1 januari 1955, wat dan een
voordeel van f 175.voor die kleuter
school betekent.
Bij de rondvraag informeert het lid
Dingemanse naar verschillende objec
ten, o.a. het ontbreken van een licht
puntje in het brandspuithuis te Geers-
dijk, natte kleding van een B.B.-man
bij een brandöpuitoefening, vochtige
bergplaats voor B.B.-benodigdheden, ge
dempte sloot bij nieuwe woningen en
een lichtpunt aan de Provincialeweg.
De voorzitter beantsvoordde vragenstel
ler naar genoegen, een en ander zal
nader onderzocht worden. Wat de kle
ding van de B.B. betreft, dat behoort
niet op de weg van b. en w,, de op
berging, vooral van E.H.B.O.-materiaal,
zal veranderd worden, met de eigenaar
van die gedempte sloot zal de voorzit
ter persoonlijk eens gaan spreken en
wat het lichtpuntje betreff, gezien
de omstandigheden en de ligging van
die paar woningen, is dit door de
gemeente niet te doen. Op het door
Dingemanse geopperde, om met een
buitenverlichting aan een dier huizen
de toestand daar te verbeteren, ant
woordde de voorzitter, dat onafge-
scherrade buitenlichten zeer hinderlijk
voor het verkeer zijn.
Het lid Westerweele vroeg naar ge
gevens omtrent het woningtekort in
deze gemeente. De voorzitter zeide, dat
er te Wissekerke 13, te Kamperland
29 en te Geersdijk 6 woningzoekenden
COOMANS
tutW
zijn, waaronder ook begrepen zijn de
zoekenden naar woningverbetering.
Ook vroeg het lid Westerweele of
er al wat bekend was omtrent het
„miljoen". Het is nu ongeveer drie
jaar geleden dat de ramp heeft plaats
gehad. De voorzitter zeide,' dit onder
werp met de Commissaris der Koningin
bij dienis officieel bezoek van enige
dagen geleden te hebben besproken en
dat er kans is, dat nog dit jaar con
tact daarover met de betrokken ge
meenten zal worden opgenomen. Het
lid Westerweele meende, dat men dan
op het ogenblik nog niet veel verder
was. De voorzitter was juist een an
dere mening daaromtrent toegedaan.
Het lid De Smit deed zijn beklag
over enige putten in de straat, veroor
zaakt door het leggen van de waterlei
ding. De voorzitter zeide, dat het wel
lijkt of deze straten nooit in orde zul
len komen, de P.T.T. gaat binnenkort
beginnen om nieuwe kabels in de ge
meente te leggen.
Het lid De Smit informeerde naar
het bezoek van de Commissaris der
Koningin aan deze gemeente. De voor
zitter zeide, dat daarvan geen notulen
gemaakt zijn. In vogelvlucht vertelde
hij daarop het een en ander van dat
bezoek.
Het lid De Nooijer vroeg hoe het
met de gemeentesecretaris gesteld was,
waarop de voorzitter antwoordde, da/
de secretaris zes weken ziekteverlof
had gekregen en dat hij er verder nog
niets over kon zeggen.
Hierna dankte de voorzitter allen
voor de prettige samenwerking op alle
raadsvergaderingen en wenste hen een
prettig kerstfeest en een goed nieuw
jaar.
Het lid De Smit dankte, namens de
raad, de voorzitter voor diens woor
den en bood wederkerig de beste wen
sen aan.
Met het gebruikelijke dankgebed sloot
de voorzitter hierop de vergadering.
Winterkou in den lande
Purol op lip en handen
Moeder Zaganow spreidde een laken
over de grote ruwhouten tafel en zette
de borden klaar. „Voor papa", telde
ze halfluid, „voor mama, voor Maria,
voor Andreas en voor onze kleine Sta
nislaus". Het kind, dat op de vloer
met wat blokken speelde, keek op.
„Ja manneke", lachte moeder, „ook
voor jou. Jij mag vanavond met de
groten eten. Morgen is het Kerstmis".
Er klonk vreugde in haar stem, toen
ze deze laatste woorden sprak. Stanis
laus was nog te klein om dat op te
merken. „Kerstmis, arm klein kindje
in de stal", herinnerde hij zich. Moe
der had het hem nog pas verteld, een
paar dagen geleden. Maar toen was er
geen vreugde in haar stem geweest-
Stanislaus had geluisterd, stil en aan-
dachtig, zoals alle 'kleine kleuters van
drie jaar doen als moeder vertelt. *En
hij had niet gezien wat Maria en An
dreas wel was opgevallen: dat moeder
tranen in de ogen had gekregen en dat
vader in zijn stoel bij de kachel al
maar vreemd-stil voor zich uit had
zitten staren
Stanislaus verdiepte zich weer in het
spel met de blokken, onbewust van wat
er in een paar dagen tijd veranderd
was in zijn bestaantje en in hét leven
van zijn ouders en zijn zus en broer.
Hij wist niets van die gelukkige wen
ding in hun levenspad, dat tot voor
een paar dagen zo somber en uitzicht
loos was geweest, maar waarop plotse
ling een helder licht was gaan schij
nen, dat een nieuwe toekomst zichtbaar
maakte.
Het was 't licht van Kerstmis, daar
van was - moeder Zaganow overtuigd.
Zoals in die donkere decembernacht,
eeuwen geleden, plotseling dé blijde
belofte had geklonken dat er vrede zod
zijn, zo was nu voor haar gezin die
belofte even plotseling in vervulling
gegaan. Voor het eerst na lange tijd
zouden zij weer echt kerstfeest kun
nen vieren, met vrede en dankbaarheid
in het hart, zoals vroeger, thuis.
Thuis, dat was de boerderij in een
klein dorp in Polen, waar Peter Zaga
now en zijn vrouw gelukkig waren ge
weest met elkaar, met hun werk en
met hun dochtertje Maria, dat in het
tweede jaar van hun huwelijk geboren
was. De wereldoorlog was toen al uit
gebroken en ook het poolse volk leed
onder de gevolgen van een bezetting.
Maar ondanks dat was er toch vrede
en geluk geweest in het gezin Zaga
now. En grote vreugde toen, vier jaren
na Maria, Andreas geboren was. Peter
Zaganow was trots geweest op zijn
zoon. Hij zou een sterke jongen wor
den en hem kunnen helpen op de boer-
Door P. Zonneveld
derij, en later zijn werk overnemen,
zoals hij het zelf van zijn vader had
overgenomen.
Maar nog voordat Andreas een jaar
oud was, waren alle toekomst-illusies
wreed verstoord door een verschrikke
lijke werkelijkheid: Peter Zaganow en
zijn gezin hadden moeten vluchten, zo
als zovele poolse gezinnen, waarvan
men wist of alleen maar vermoedde,
dat zij vijandig stonden tegenover het
nieuwe regime, dat de russische legers
op de voet volgde.
„Als je voor zonsopgang niet weg
bent, word je met je gezin tegen de
muur gezet", zo had op een avond het
meedogenloze bevel geklonken. En Pe
ter Zaganow was gegaan, met zijn
vrouw en de 5-jarige Maria en Andre
as, die eigenlijk nog maar een baby was-
Dagenlang waren ze voortgetrokken,
om beurten het kind dragend of het
karretje trekkend, waarop inderhaast
wat dekens en wat kleren waren gela
den, onderweg bedelend om voedsel
voor de kinderen en zichzelf. En iedere
avond, als ze door uitputting gedwon
gen ergens halt hielden om te overnach
ten, in een schuur, of in de open
lucht, had Peter Zaganow zich afge
vraagd, of het toch niet beter geweest
izou zijn thuis te blijven. De kogels zou
den zijn vrouw en de kinderen en hem
zelf heel wat leed hebben bespaard!-
Wat had het voor zin te vluchten op
deze verschrikkelijke lij dens wieg, als
er geen eind in zicht kwam?
Maandenlang had de zwerftocht ge
duurd, van het ene overbevolkte kamp
naar het andere, en eindelijk, in Oos
tenrijk, was een onderdak gevonden.
Er waren twee grote kamers beschik
baar op de tweede verdieping van een
oud kazernegebouw. Op een najaarsdag
hadden zij er hun intrek genomen: twee
uitgeputte mensen met twee ondervoe
de kinderen, zonder Bezittingen, zelfs
zonder een bed om in te slapen.
Een dokter had de vluchtelingen on
derzocht: vader en moeder Zaganow
hadden de ontberingen goed doorstaan,
maar de kleine Andreas leed aan tu
berculose. Het kind moest worden op
genomen in een sanatorium. Twee ja
ren had het geduurd, voordat An
dreas naar zijn ouders terug mocht.
En in die tussentijd had het gezin Za
ganow zich, zo goed als die omstandig
heden het toelieten, geïnstalleerd in de
kazernekamers en geschikt in het lot
van het vluchteling-zijn. Maria was
op school en vader Zaganow vond bij
boeren in de omgeving vrij regelmatig
werk, dat wel niet zo erg best betaald
werd, maar dat hem toch in staat
stelde zijn gezin te voorzien van het
allernodigste.
In het zevende jaar van hun bal
lingschap was Stanislaus geboren. De
Zaganows hadden weer aan een toe
komst durven geloven, vooral toen
voor vluchtelingen de mogelijkheid tot
emigratie werd opengesteld. Er zou
toch ergens in die grote wereld wel
een kans zijn op een nieuw bestaan
voor een flinke boer, die tegen hard
werken niet opzag en voor zijn vrouw
en kinderen? Er waren emigratie-amb
tenaren in de kazerne gekomen en for
mulieren ingevuld. Er had een genees
kundig onderzoek plaats gehad. En
Peter Zaganow en zijn vrouw hadden
zich gelukkig gevoeld en plannen ge
maakt. Ze zouden wéér een lange reis
moeten maken, maar het zou géén
vlucht zijn. Ze zouden wéér in een
vreemd land terecht komen, maar dan
niet als vluchtelingen, als overbodigen,
maar als vrije mensen, die zich een
nieuw bestaan kwamen scheppen.
Het had maanden geduurd, voordat
er herifM kwam* een korte zakelijke
mededeling, dat hun verzoek was af
gewezen op grond van de uitslag van
het medisch onderzoek. Het kleine lit
teken op Andreas' longen bleek een
onoverkomelijk bezwaar te zijn ge
weest tegen het toelaten van de Zaga
nows in het emigratie-land
Hun leven leek weer alle zin ver
loren te hebben. Emigratie was toch
immers de enige uitweg uit hun bal
lingschap? Toen deze uitweg was af
gesloten, er geen uitzicht meer was
op een toekomst en de smartelijke her-,
inneringen aan vroeger zich weer, ster
ker dan ooit tevoren, opdrongen, toen
had de moedeloosheid zich meester ge
maakt van Peter Zaganow en zijn vrouw.
Het leven in de kazernekamers was
doorgegaan, zinloos, kleurloos. Op de
ene troosteloze dag was weer een an
dere gevolgd, en na het zevende jaar
van vluchtelingenleed volgde het acht
ste en het negende en het tiende, dat
óók al weer ten einde liep. Maria was
intussen 15 jaar geworden en had een
betrekking aangenomen bij een familie
in de stad. Andreas, 11 jaar nu, was
nog op school. En Stanislaus was op
gegroeid tot een vriendelijk kereltje
van drie jaar. Opgegroeid, waarvoor?
zo vroegen vader en moeder zich tal
loze malen af.
Weer liep een jaar ten einde. Wéér
naderde een kerstfeest, het tiende al
sedert hun vlucht uit Polen. Het zou
den weer moeilijke dagen worden voor
de Zaganows, want juist met Kerstmis
was het heimwee naar wat hun ont
nomen werd zo groot. Dan voelden zij
zo sterk de schrille tegenstelling tus
sen de vrede, die aan de mensen van
goede wil beloofd was, en hun eigen
leed.
Vandaar de tranen in moeders ogen,
toen zij een paar dagen geleden aan
Stanislaus vertelde van het arme kind
je, dat in een koude stal geboren was
en vandaar ook dat vader Zaganow irï
zijn oude stoel bij de kachel stil-pein-
zend voor zich uit had zitten staren
Maar toende volgende dag was
als door een wonder alles opeens anders
geworden! De tranen van verdriet wa
ren gevolgd door tranen van geluk.
Even plotseling als in de Kerstnacht
de wondere ster aan de donkere he
mel was verschenen, was voor de Za
ganows het einde van de lijdensweg in