NOORD-BE VELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Aandelenhandel c Welke cultuur kwam het eerste Burgerlijke Stand is te riskant No 2741 Zaterdag 6 augustus 1955 58e jaargang Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissekerke, Tel. no 308, Giro 32622 Abonnementsprijs I 2.00 per jaar Franco per post 3.50 Advertenties 6 cent per mm DE KLEINE MAN MAG ER NIET AAN BEGINNEN (Van onze economische medewerker) Een enkele blik op de financieel-economische pagina van welk blad ook leert ons, dat vrouw Fortuna handel en industrie op dit ogen blik gunstig gezind is. De dividenden van veel naamloze vennootschap pen stijgen tot een veelvoud van enkele jaren terug. De handel in aan delen is veel levendiger dan sinds jaren het geval was. De koersen stij gen van dag tot dag. Het is niet zo'n wonder wanneer een aandeel van f 1000.nomi naal thans f 5000.waard is. Dat betekent dus, dat het vermogen van de eigenaar, die dit aandeel voor f 1000.kocht, thans vervijfvoudigd is. De stijgende markt en vooral de ge ruchten over de fabelachtige winsten, die de eigenaars van effecten hebben gemaakt, plaatsten de effectenbeurs in het middel punt van de belangstelling der Nederlan ders. Die belangstelling is niet zo vreemd. Financieren en de daaraan verbonden vraagstukken bestuderen zit ons in het bloed. Van ouds zijn wij de geldschieters van Europa geweest. Nederlandse kooplieden hebben de eeuwen door aan de geld- en beurshandel miljarden verdiend. Elke kan toorbediende en winkelier in Nederland draagt de kans om miljonnair te worden bij zich, zei eens een buitenlander. Men is hier in Nederland uitermate goed op de hoogte van de stand van zaken in tal van internationale concerns, vond een bekend amerikaans financier bij een be zoek aan ons land. Fiscale bepalingen en de onmiskenbare verarming direct na de oorloq waren oor zaak dat veel buitenlandse effecten uit Nederland verkocht zijn. Vooral veel a - merikaanse stukken zijn verdwenen en dat is te betreuren. Maar de handel in effec ten is nu weer opgeleefd en we zullen het verloren vermogen op een of andere wijze terugverdienen. Kunnen kleine luyden meedoen? Op de aandelenmarkt opereren groten deels bezitters van behoorlijke vermogens. Zij bezitten een portefeuille met aandelen, die meestal van verschillende bedrijven zijn. Men houdt ervan het risico te sprei den en dat is verstandig. Aandelen ko pen en bezitten is een risico-dragend be drijf. Het is een vorm van Ondernemen, van risico aanvaarden. In feite zijn alleen zij zeer geschikt om dit ricico te aan vaarden, die voldoende vermogen en voor al een zeker inkomen hebben om een stootje te kunnen verdragen. Krijgt men dus geen dividend of zakt een aandeel tien of twintig punten, dan rookt men evengoed zijn sigaar en men eet en slaapt er niet minder om. Dikwijls wordt ons de vraag gesteld door een winkelier of een andere kleine zakenman, door een ambtenaar of een kan toorman of niet de tijd gunstig is om ook enkele aandelen te kopen en men heeft dan de fabelachtigste sommen in zijn ach terhoofd, die vooral met koerswinst kun nen worden verdiend. Maar men vreest toch nog de instorting, zoals in 1929 plot seling plaatsvond als een inleiding tot de grote crises der dertiger jaren. Nu verwacht men van economen en ervaren beursmensen een antwoord op de vraag hoe de toekomst van het aandeel zal zijn. En naar gelang het resultaat van de discussie gaat men dan ook eens iets proberen of men vindt toch het risico te groot en men koopt een obligatie met vaste rente en geringe koersfluctuatie. Doe het niet. Ip het algemeen kan worden gezegd. dat kleine spaarders en eigenaars van een bescheiden vermogen niet geschikt zijn om op de aandelenmarkt te opereren. Hun financiële positie is te kwetsbaar en een flinke terugslag in zaken, die toch moge lijk is, heeft mede tot gevolg, dat ook die aandelen een deuk in waarde krijgen. Dat behoeft niet steeds zo te zijn, maar een bepaalde onderlinge afhankelijkheid van het zakenleven is toch steeds aanwezig.. En dan verliest men dus een deel van eigen inkomen, terwijl ook reserves weg spoelen in de koersdaling. Voor een ei genaar van een bescheiden vermogen heeft dit meer dan eens catastrofale gevolgen gehad. De ondernemingslustige op dit gebied zal zich door bovenstaande opmerking niet uit het veld laten slaan. Hij is optimist en tekent de voorzichtigen als zwartkij kers en pessimisten. Nu moet men de adviseur van hierboven niet zwart aan kijken, wanneer die man grote sommen weet te verdienen met effectenhandel. Die man had evengoed aan de grond kunnen zitten. Hij heeft zijn hele hebben en hou den op een onderneming gezet, die risico droeg. Het risico had positieve resultaten en de man kan ervan genieten. Zonder overdreven optimisme zien wij op dit moment de hoge koersen niet zo zeer als een teken van overschatte ver wachtingen. De duizend gulden, die ja ren geleden voor een aandeel zijn neer geteld, moeten na de oorlog ongeveer tot drieduizend gulden zijn gestegen, wil men een gelijke waarde terugontvangen. De n.v. die het geld in een bedrijf investeer de, ontvangt bij verkoop van dat bedrijf thans ook veel meer dan vijftien jaar ge leden. Voor een deel is de koersstijging dus een rechtstreeks gevolg van de geldont waarding en draagt zij diis een inflationis- tisch karakter. Optimisme en psychologie. Hoe logisch deze verklaring ook is, ge heel kan zij de opgeleefde handel in waar depapieren niet dekken. Tot de andere factoren behoort vanzelfsprekend de gun stige gang van zaken in het bedrijfsleven, die tot een groot optimisme heeft geleid. Deels kan men dat optimisme gerecht vaardigd noemen, maar over de duur en de intensiteit van de welvaartsgolf, die thans over de wereld spoelt, kan weinig worden voorspeld. In de derde plaats moet voor Neder land in het bijzonder worden genoemd de belangstelling die in de V.S. bestaat voor nederlandse fondsen. De Amerikanen stel len vertrouwen in het nederlandse zaken leven en in onze geldeenheid. Maar an dermaal kan niets worden gezegd over de duur en de grootte van dit vertrouwen. In Amerika zelf is men van mening, dat tal van psychologische factoren de koersen de laatste tijd hebben versterkt. Dat dit juist is, bleek nog onlangs toen senator Fullbright zich afvroeg of de beurs- instorting van 1929 zich ook kon herha len. In korte tijd ging alleen door het op werpen van deze vraag een koerswinst van drie maanden aan de Wallstreet te New York verloren. Geen recept, geen sleutel. De discussie, die daarop volgde, leidde niet tot een duidelijke uitspraak. En dat is ook begrijpelijk, want er is geen recept te geven over het toekomstig koersver loop. Duidelijk werd -dit onder meer uit eengezet door de bejaarde staatsman Ber nard Baruch, die zelf een enorm vermo gen met de effectenhandel verdiende. Ook deze ervaren man in het vak verklaarde „Wie zich niet veroorloven kan, te ver liezen, moet niet speculeren. Wie de sleu tel kan vinden tot een winstgevende ef fectenhandel, die zal hem vast en zeker niet bekend maken, maar er zelf van gaan profiteren. Hij zal in korte tijd schatrijk zijn. Noch Herman Baruch, noch enig finan cieel deskundige kan het warnet van fac toren, dat de waarde van aandelen in de toekomst bepaalt, voor ons ontknopen. In het algemeen kan nog worden gezegd, dat ervaren effectenbezitters en handela ren beter op de hoogte zijn van de gang van zaken in de ondernemingen die zij financieren dan de amateur, die zo nu en dan een kansje waagt. Maar zelfs deskundigen hebben geen zuivere visie omdat zelfs de beste jaar verslagen nog geen zuiver inzicht geven in de de toestand van een onderneming. Wie dus als „kleine man" wil specule ren, aanvaarde de daaraan verbonden ri sico's en klemme zich niet vast aan een publicatie van wie ook. drs. Mierlo. (Nadruk verboden). Eeuwenoude strijdvraag zonder antwoord Wanneer wij over kunst en cultuur mijmeren, dan zakken we dikwijls terug met onze gedachten tot in een oud verleden en dan komen wij plotseling op een punt, waar ons de vraag bestormt, die ook reeds geruime tijd de geleerden bezig houdt, namelijk dezeheeft de wereld in feite maar één cultuur gekend, die van het oude Egypte en is het deze geweest die zich over de gehele wereld verspreidde? De school der „diffusionisten" met de geleerden Elliot, Smith en Perry is het, die deze theorie verbreidt, maar er zijn vele andere geleerden die hun argumenten en bewijsvoering met twijfel bezien en menen dat er enkele grote culturen gelijktijdig met de egyptische en van oorsprong onafhankelijk naast elkaar bloeiden. Vooral in Peru wijzen de resten der Inca-beschaving sterk in de richting van een egyptische beïnvloeding. Tal van Oud egyptische gebruiken blijkt men in Zuid- Amerika te hebben gekend en toegepast. Men kan zelfs nog verder gaan, want op het mysterieuze Paaseiland in de Stil le Oceaan trof men een soort schrift aan dat bijzonder veel leek op het egyptische hiëroglyphenschrift, doch dat men tot op heden niet vermocht te ontcijferen. De beeldhouwkunst, die men hier en in zuid- Amerika aantreft, willen vele onderzoe kers ook toeschrijven aan geëmigreerde Egyptenaren uit de 13de eeuw voor Chr. Men heeft geen doorslaggevende be wijzen voor deze stelling, zodat men er niet zeker van kan zijn, dat van Egypte uit de beschaving zich over de wereld verspreidde. Pyramiden ook in andere landen. Het meeste houvast denkt men gevon den te hebben door de bekende monu mentale bouwwerken, die overal ter we reld de eeuw trotseerden, de pyramiden. Deze vindt men in Egypte, in Indië, in China, in zuid- en midden-Amerika. Hoe is het mogelijk, dat al deze volken de pyramiden kenden en deze bouwden vol gens ongeveer gelijke principes Men zou dus sterk geneigd zijn om aan te nemen, dat er contact is geweest. Inderdaad kan men in Indië behalve deze pyramidevorm nog wel andere ge bruiken tot Egypte herleiden, maar wat te zeggen van het aarzelend begin der egyptische pyramidenbouw tijdens de twee de dynastie, terwijl in diezelfde tijd in de Indusvallei reeds oude pyramiden aanwe zig waren uit de tijd van het z.g. Chal- colithicum. Zouden de Farao's deze vorm van bouwkunst misschien van Indië afge keken hebben, het ligt in elk geval voor de hand. Typisch is wel, dat het doel der ge bouwde pyramiden niet overal gelijk was. Bouwde men ze in Egypte om de farao na zijn dood in onder te brengen, in mid den- en zuid-Amerika worden ze als ge zamenlijke woning of als religieus heilig dom gebruikt. Trouwens de pyramiden in de nieuwe wereld zijn alle trappenpyra- miden, dus van de vorm zoals deze aan vankelijk in Egypte werden gebouwd. De latere gladde vorm kent men daar niet. Deze vindt men echter weer wel in som mige delen van China. Vele beschavingen. Het is nog steeds zeer duister in welk verband een en ander met elkaar staat. De tekenen wijzen er op, dat de „diffu sionisten" in elk geval niet helemaal ge lijk hebben. Inderdaad zou de egyptische beschaving van grote invloed zijn geweest op enkele culturen, doch omgekeerd heeft zij waarschijnlijk ook weer invloeden van reeds bestaande beschavingen ondergaan. Daardoor moeten we tot de conclusie komen, dat niet Egypte de bakermat is geweest van de beschaving, doch dat waarschijnlijk verschillende culturen ge lijktijdig en op verschillende punten van de wereld bloeiden, welke culturen elkaar op gunstige wijze hebben beïnvloed. Wij mogen daaruit tevens opmaken, dat deze oude volkeren niet zo geïsoleerd leefden als wij meenden. Het is zelfs zeer waar schijnlijk, dat zij contacten onderhielden die wij voor onmogelijk houden. De britse cultuur-historicus, proffessor Toynbee, meent dertig beschavingen te hebben ontdekt. Vier bleken volgens hem niet levensvatbaar, vijf bleven steken in de eerste ontwikkelingsperiode (dwergbe schavingen noemen wij de resten daar van) en 21 zijn er volgroeid. Van deze 21 zijn er volgens Toynbee 14 ten onder gegaan, terwijl hij van de overgebleven beschavingen eigenlijk nog slechts de wes terse in leven acht, hoewel deze volgens de proffessor reeds geruime tijd in ver val is. Het einde. Bij deze laatste woorden komt de vraag bij ons optot welke hoogte kan een beschaving stijgen? Hierop is eigenlijk geen antwoord te geven. Steeds zal de ont wikkeling verder gaan, totdat een bescha ving zichzelf vermoordt. Dan komt het einde. Hoever een beschaving dan gevor derd is, hangt van veel factoren af. Verschillende beschavingen brachten het niet zo heel ver. De westerse is nu in het atoomtijdperk* terecht gekomen en kwam dus al een heel eind. Hoever de ontwikkeling nog zal voortgaan, is een vraag waar niemand het antwoord op kan geven. Maar eenmaal zal ook onze be schaving ten onder gaan, want het ko men en gaan is eenmaal de loop der din gen. Dan zal een nieuwe beschaving ont staan en zullen later, over duizenden jaren, onderzoekers trachten de geheimen van ons leven te doorgronden (Nadruk verboden). Wissekerke Geboren 2 juli, Pieternella Maatje Le na, d.v. P. J. Kempe en P. J. A. Vane. 6 juli, Janus Marinus, z.v. A. M. Wes- terweele en J. T. Bardolf. 7 juli, Adriaan Thomas, z.v. Th. A. Koole en P. C. de Looff. 9 juli, Marinus Cornelis, z.v. S. G. Wisse en T. L.-Goudswaard. 13 juli, Roeland, z.v. J. A. Luijk en M. C. Reijn- houdt. 17 juli, Philip Anthonie, z.v. A. de Haze en E. T. Leendertse. 28 juli te Goes, Hendrika Helena, d.v. W. v.d. Geld en N. M. Versluis. 29 juli, Marian, d.v. W. P. Kramer en J. J. Provoost. Ondertrouwd: 1 juli, Evert Tange, 22 jr. en Elisabeth Anna van der Weele, 22 jr. Gehuwd: 13 juli. Evert Tange, 22 jr. en Elisabeth Anna van der Weele, 22 jr. OverledenGeen. Kortgenc Geboren9 juli, Cornelis Willem, z.v. Thomas A. de Fouw en Jannetje D. Kole. 13 juli, Hendrika Abraham, z.v. Marinus J. van Hoorn en Santina de RegtMa rinus Jan, z.v. Gerard C. de Waard en Wilhelmina C. Vermeule. 16 juli te Goes, Johan, z.v. Izaak J. 'van Gilst en Corne lia A. de Smit. 17 juli, Adriana, d.v. Pie- ter Nijsse en Dina J. Nieuwenhuize. 27 juli, Helena Adriana, d.v. Mattheus van den Berge en Adriana L. HollandDina Maria, d.v. Adriaan Geelhoed en Adria na Breas. Ondertrouwd: 12 juli, Jan Clement, 22 jr. en Pieternella J. Schroevers, 21 jr. 15 juli, Marinus de Bruijne, 29 jr. enTonia M. J. Kole, 30 jr.Izaak C. de Regt, 22 jr. en Magritha P. de Fouw, 23 jr. 22 juli, Cornelis Korshuize, 25 jr. en Sea de Vos, 24'jr. GetrouwdT. O'Neill, 27 jr. te Tilbu ry (Eng.) en Henriette Gideonse, 24 jr. 16 juli, Cornelis Z. Salomé, 24 jr. en So phia S. T. v.d. Kasteelen, 27 jr. te Lei den. 20 juli, Johannes G. Neyssen, 25 jr. te Axel en Neeltje J. Engelvaart, 22 jr. 27 juli, Marinus de Bruijne, 29 jr. en Tonia M. J. Kole, 30 jr. 27 juli, Jan Cle ment, 22 jr. en Pieternella J. Schroevers, 21 jr. Overleden: 18 juli te Goes, Jacomina de Waal 60 jr., wed. van Abraham van Gilst. 21 juli, Barbara Zawatzki, 49 jr., wed. van Arie de Zeeuw. 22 juli, Rients Koopmans, 51 jr., wedn. van Gerritje Klaver. 23 juli, Marinus Verhulst, 87 jr., wedn. van Jacob de Vos.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1955 | | pagina 1