NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD V acantieprobleem Dames! Van Joachimsthal tot dollar Kapsalon Scherp, Kortgene, Telefoon 215 MANNEN S.O.S. éjlADNANT ifftijgla No 2715 Zaterdag 5 februari 1955 58e jaargang Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissekerke, Tel. no 308, Giro 32622 Abonnementsprijs f 2.00 per jaar Franco per post I 3.50 Advertenties 6 cent per mm vraagt aandacht, óók in de winter Zonder „spreiding" verliezen vacanties hun waarde De winter lijkt niet de meest ge schikte tijd om over yacantie te pra ten. Behalve de betrekkelijk kleine groep van mensen;, die zich de luxe van wintersport kan veroorloven, wordt iedereen pas werkelijk enthousiast voor de genoegens van één of twee weken vacantie als van de kalender zo onge veer de helft van de blaadjes is afge scheurd. Toch is in de afgelopen we ken het onderwerp „vacantie" ver scheidene malen aan de orde geweest op conferenties en congressen, waar deskundigen van gedachten hebben ge wisseld over allerlei kanten van dit vraagstuk. In ons kleine land, het dichtstbevolkte ter wereld, bestaat n.l. een ernstig vacantie-probleem. En als voor dat probleem geen goede oplos sing wordt gevonden, dan zal er bin nen niet al te lange tijd voor heel wat Nederlanders weinig meer van de va- cantiegenoegens overblijven. Het Centraal Bureau voor de Statis tiek maakte bekend, dat het een onder zoek gaat instellen naar de manier waarop allerlei gezinnen en personen hun vacantie doorbrengen. Het werk comité „Natuurbehoud en Recreatie" besprak enkele wéken geleden op een congres de vraag wat er gedaan kan worden om het nog aanwezige natuur schoon zoveel mogelijk te sparen en de jeugd en de ouderen te leren hoe zij zich in de vrije natuur moeten gedra gen. De „Nederlandse Reiskamer" pre senteerde zich: een instelling van de gezamenlijke reisbureaus, passage-agen ten en reisverenigingen, die wil gaan optreden tegen de beunhazerij op het gebied van de reisbemiddeling. De Reis kamer hoopt het publiek tegen teleur stellingen, die van beunhazerij het ge volg kunnen zijn, te beschermèn door aan de bona fide bureaus een schild uit te reiken, „Erkend door de Neder landse Reiskamer", dat duidelijk op de kantoren en agentschappen zal wor den aangebracht. Vrijdag 17 december werd in Utrechl een congres gehouden over „vacantie- spreiding" en onder de sprekers op deze samenkomst bevond zich de mi nister-president dr. W. Drees. Waarom vacantie-spreiding? De bedoeling van dit congres was: een dringend beroep te doen op ieder een, die een grotere spreiding van de vacanties kan helpen bevorderen. Tot nu toe was de situatie in ons land zó, dat het grootste deel van de va- cantiedrukte zich concentreerde op de laatste week van juli en de eerste we ken van augustus. En de bedoeling van het „Centraal Werkcomité Vacantie" is, dat de vacanties meer verspreid worden over een langere periode tus sen half mei en half september. Waar om is die spreiding nodig en hoe komt het dat tot nu toe de actie van het werkcomité minder resultaat opleverde dan men gehoopt had? Een woordvoerder uit de vakbewe ging, de heer J. W. van de Akker, schetste de narigheden van een gezin- met-vacantie, dat in het drukke seizoen moet reizen in overvolle bussen en treinen. Het plezier van een weekje vacantie, waarvoor vaak lange tijd ge spaard is, wordt daardoor in heel veel gevallén al op de heenreis vergald. De vacantie moet de mensen rust en ontspanning geven, en daarvan komt al heel weinig terecht in de drukste weken van het seizoen. Seizoenbcdrijven overbelast. Een directeur van een grote ver voersonderneming, ir. H. Vis, voor spelde, dat het mis zal gaan in het sei- zoenbedrijf, als men er niet in slaagt de steeds groter wordende massa va- cantie-gangers meer geleidelijk „aan te voeren". Geen enkele vervoerson derneming kan zich een wagenpark aanschaffen, groot genoeg om de druk te in die paar topweken te verwerken. De beer G- Staalman, een spreker uit de hotelwereld, betoogde, dat ver scheidene ondernemingen op het gebied van de vacantie-hotellerie gevaar lo pen te gronde te gaan doordat het toch al korte zomerseizoen nog verkort wordt door de vacantie-concentratie in enkele weken. De hoofddirecteur van de A.N.W.B., de heer H. J. van Balen, stelde vast, dat zonder vacantie-spreiding de winst van het „recht op vacantie voor ie dereen", waarvoor zo lang gestreden is, volkomen verloren dreigt te gaan. De nederlandse hotels en pensions en de bussen en de treinen en de vacan- tiegebieden in ons land bieden plaats aan iedereen, die met vacantie wil gaan, als tenminste niet iedereen tege lijk vacantie gaat houden en als het vacantieseizoen wordt uitgebreid tot enkele maanden. Het onderwijs kan de oplossing brengen. Hoe komt het dat eind juli - begin augustus het merendeel van de Neder landers tegelijk vacantie neemt? Dr. W. Drees wees er op, dat vele Nederlanders, voor wat de keuze van hun vacantie betreft, gebonden zijn. Er zijn vacantieregelingen voor ver schillende bedrijfstakken, zoals b.v. in het bouwvak. En honderdduizenden Ne derlanders zijn aangewezen op de pe riode, waarin hun schoolgaande kin deren vacantie hebben. Vooral het onderwijs is bij de vacantiespreiding een belangrijke factor: als het zó zou kunnen worden, dat de schoolvacanties in verschillende delen van ons land in een verschillende periode komen te vallen, dan is men al een héél eind op weg in de goede richting. Dr. Drees en de andere sprekers spraken de verwachting uit, dat het mogelijk zal zijn, dit door overleg en zonder ingrijpen van de overheid te bereiken. Er zullen moeilijkheden moeten wor den overwonnen, daarvan is een ieder overtuigd. Maar het doel dat bereikt kan worden, n.l. een rustige en pret* tige vacantie - voor miljoenen Neder landers, is een extra inspanning zeker waard. (Nadruk verboden). Mijnheer de redacteur, Het is niet mijn gewoonte om di rect naar de pen te pakken als ik zo eens iets lees, dat nu niet precies de volle waarheid is. Deze keer echter raakt het mijn werk. Ik lees in uw verslag van de opening van het koel huis te Kamperland, in uw blad van zaterdag 29 januari 1955, het volgende: „Werklui van de P.Z.E.M. waren op dat moment bezig graafwerk te ver richten en hadden het ongeluk een kabel te forceren, waardoor de stroom voor beide koelhuizen uitviel". Dit is pertinent een leugen. De zaak was als volgt. De bouw van het tweede koelhuis te Kamperland vergde van ons bedrijf de plaatsing van een transformator- station. Dit zou worden een openlucht station, dus geen stenen gebouwtje, maar apparaten die daarvoor geschikt zijn, opgesteld in de buitenlucht. Deze zijn door ons bedrijf besteld. De fa briek echter vroeg een levertijd, veel te lang om het koelhuis daarop te la ten wachten. Zodoende werd besloten een noodstation op te stellen. Dit werd aangevoerd, de kabels ingegra ven (tussen de vorstdagen door) en ge monteerd. Toen moest de hele zaak nog worden aangesloten op hoog- en laagspanningskabel. Dit nu vond, door de weersomstandigheden gedwongen, plaats op die bewuste dag. Wij wisten van een opening niets af, dan om plm. 10.30 uur, toen de heer K. A. van Lan- geraad het ons mededeelde. De werk zaamheden waren toen echter in zuIk een stadium, dat geen terug meer mo gelijk was. Dus werd onder hoogspan ning doorgewerkt om te proberen nog op tijd klaar te zijn. Door de toestand van de grond (veel water) werd ons werk echter sterk geremd. Daardoor moest het koelhuis geopend worden bij het licht, dat geleverd werd over een Maakte u reeds kennis met Idolet Wave de luxe? Een permanent op oliebasis Beleetd aanbevelend, en noodaansluiting. Dit, mijnheer de redacteur, is de juiste toedracht. Met dank voor plaat sing, hoogachtend, de .districtsmonteur der P.Z.E.M., J. C. Haraelink. Wanneer wij bij een officiële ope ning van een koelhuis worden rond geleid en voorgelicht door bestuursle den en-of architect nemen wij voet stoots aan wat die heren ons over zo een gebouw en de inrichting daarvan vertellen. Zeggen zij, dat zo een ge bouw 20 x 50 m groot is, dan komt het bij niemand onzer op dit nu eens na te gaan meten. Zo is het ook ge gaan met die kabel. Inmiddels dank voor uw nadere toe lichting. Redactie. De jongste munt met de grootste macht Het grootste deel van de wereld re kent in dollars, denkt in dollars en jaagt op dollars, de blijkbaar meest begerenswaardige munten die er mo menteel in de wereld in omloop zijn. Wanneer wij de geschiedenis van de dollar kennen, dan zien wij, dat men zich vroeger nog meer van de dollar als munteenheid had voorgesteld, want toen zij werd ingesteld, veronderstelde men, dat de koopkracht er van zo groot zou zijn, dat men hem niet al leen in een pasmunt van 100, maar ook in een pasmunt van 1000 eenheden moest verdelen. Naast de „dollarcent" als honderdste deel van de dollar, ont stond namelijk ook de „mill" als dui zendste deel. Practisch heeft de instelling van de „mill" geen enkele waarde gehad, aangezien al spoedig bleek, dat de dol larcent slechts een kleine waarde bleek te hebben en er geen behoefte aan een kleinere eenheid bestond. De eerste dollar die geslagen werd, was een zilveren munt. Later echter werden ook gouden dollars geslagen en Californië kende zelfs gouden mun ten met een waarde van 50 en 90 dollar. Hoe kwam de dollar aan zijn naam? Toen de Verenigde Staten van noord- Amerika zich onafhankelijk hadden ver klaard en men zoveel mogelijk alle banden met Engeland verbrak, kwam ook de munt aan de beurt. Tot die tijd kende men in noord-Amerika de engelse valuta. De onafhankelijke V.S. wensten nu een eigen munteenheid en in de ont werpen voor een nieuwe munt kwam men met de naam „unit", die eenheid betekent. De toenmalige secretaris van de schatkist, de staatsman Alexander Hamilton, kwam met het voorstel de naam „dollar" voor de munteenheid te gebruiken. Een en ander stootte op te genzin, doch na langdurige debatten in het amerikaanse congres is de naam „dollar" er toch doorgekomen. Zo werd door het congres op 2 april 1792 de dollar als officiële valuta van de Verenigde Staten ingevoerd. Niemand heeft toen kunnen vermoeden, dat deze jonge munt een glorierijke toe komst tegemoet ging en momenteel door ieder gewenst en over bijna de gehele wereld geaccepteerd wordt. What's in a name? Men zal zich ongetwijfeld afvragen hoe de staatsman Hamilton er bij kwam de naam „dollar" voor te stellen aan het congres? Hoe kwam hij aan die naam? Dat is een betrekkelijk eigen aardige geschiedenis. De wieg van de dollaar stond ei genlijk in Bohemen. Daar vindt men een plaatsje Joachimsthal, waar in het begin van de 16e eeuw een munt werd geslagen, die volgens gebruik de naam „Guldengroschen" kreeg. Later, om verwarring met andere geldmiddelen te voorkomen, ging men deze munt noe men naar de plaats van herkomst en kreeg hij de naam van „Joachimstha- ler". Natuurlijk ging de gemakzuchtige mens dit lange woord op de duur af korten en ontstond de naam „thaler", later weer verbasterd tot daler, daal der, taller en ten slotte tot „dollar". Er schijnt een magische kracht ach ter die naam te zitten, want onder de koningen Karei III en Karei IV van Spanje kende dit land de Carolusdol- lar, die zich ook reeds in een grote gewildheid mocht verheugen en zelfs in China en Japan was deze munt betrek kelijk veel in omloop. Alexander Ha milton heeft een en ander misschien onbewust wel goed aangevoeld, toen hij zijn voorstel- deed en de munteen heid van de Verenigde Staten de naam „dollar" schonk. (Nadruk verboden) Ja, het wordt toch een dillemma, Mannen, broeders in de strijd: 't Vrouwendom brengt dezer dagen Ons wel in verlegenheid. Als ze niet gaan emigreren Naar een jongen met een baan Hollen ze in een kort broekje Achter 't leren monster aan Staan ze daar te stopperspillen Met een furie ongekend; Nekken ze met éne hoofdbal Een twaalfgulden permanent. De midvore krijgt een botsing Die nog heel wat deining geeft, Daar de backster onder 't backen Ook d'r bekkie bij zich heeft. Zien we penaltines nemen Door een hupse kanthalfin, Duikt gepoederd in de modder De gestifte keeperin. Het scheidsrechteressenfluitje Schopt een heleboel lawijt; Daar loopt de linksbuiteninne Met haar paardenstaart ofseit. Maar nog erger vind ik, mannen, Wat in Amsterdam gebeurt: Daar wordt u bij een verkeersfout Door een Hermiendad bekeurd! Vraagt ze met haar rode lipjes Of het schikken ons ook schikt, Dan durf je geen neen te zeggen, Als je in haar kijkers blikt Maar de rechter ondertussen Kan wel op sterk water gaan, Zo'n geparfumeerde-bonner Komt nooit voor de balie staan. Laten wij het hoofd niet breken, Want wij krijgen, nu 't zo gaat, Onze handen vol aan 't eten, 't Kinderbadje en de vaat. Jaap Mijderwijk. (Nadruk verboden)

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1955 | | pagina 1