NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Redt onze zielen
schemerlampjes
J'irma zJ amse
No 2658
Zaterdag 19 December 1953
57e Jaargang
Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissekerke, Tel. no 308, Giro 32622
Abonnementsprijs I 2.00 per jaar Franco per post I 3.50 Advertenties 6 cent per mm
Wanneer wij aan de vooravond van
het kerstfeest onze courant gaan le
zen of onze tijdschriften doorbladeren,
die met hun kleurige illustraties plaat
werken zijn, dan worden onze ge
dachten afgeleid van de dagelijkse
sleur van ons leven. Onze aandacht
wordt gevraagd voor het kerstge
beuren en wij worden in staat ge
steld, ons te verdiepen in de kerst
viering, zoals die zich openbaarde door
de eeuwen heen.
Als wij de weergave aanschouwen
van de oude, primitieve schilderijen,
de sfeer van aanbidding in ons opne
men, waarin de blanke madonna's
met het kindeke oprijzen, dan worden
wij ons bewust van de wonderbare in
vloed van de heilige geboorte op de
kunst en van de gewijde eenvoud,
waarin onze voorvaderen verkeerden.
Onwillekeurig dringt de tegenstel
ling zich aan ons op tussen die ge
wijde eenvoud en onze ingewikkelde
en ijzingwekkende tijd. Een heimwee
besluipt ons naar die lang vervlogen
eeuwen, als wij ons rekenschap geven,
daartegenover van de wereld van nu,
de wereld van atoomsplitsing, van de
mechanisering van de mens, van de al
macht der techniek. De mens is op
weg een simpel celletje van de politieke
Leviathan te worden en een simpel
radertje in het ontzaglijk monster van
de alom tegenwoordige en almachtige
machine.
-o-
De geschiedenis van onze dagen is
de geschiedenis van de overmoed.'
Steeds meer verliest de huidige mens
heid de eerbied voor de Onzienlijke,
gaat zij de bestemming te buiten, wel
ke haar is gesteld. Wij zullen bezwij
ken aan onze razernij. En onze hoog
moed zal met bloed en tranen worden
betaald. De bepeinzing van de schrik
kelijke dingen, die wij tegemoet gaan,
verontrust onze ziel; gedompeld in
somberheid worden wij geplaatst voor
het feest van het licht.
De boodschap van kerstmis komt
rechtstreeks in strijd met onze erva
ringen. Zij verzet zich regelrecht te
gen de neigingen, waardoor het mens
dom van nu wordt voortgedreven. Wij
willen haar doordenken. En bij dat
doordenken, bespeuren wij dat zij
stelliger is dan alle leed, waaronder
wij gebukt gaan. Wij zijn vertwijfeld,
omdat wij in de wereld om ons heen
tevergeefs zoeken naar een oplossing.
Die oplossing wordt ons gereikt in
het evangelie.
-o-
Kerstmis is tegelijk het feest van
de geboorte en van de verlossing.
Dat de Heiland op aarde kwam, dit
is het feit, waarvan kerstmis is ver
vuld. Maar wij herlezen ook de woor
den: „Ik ben de weg, de waarheid
en het leven". Niet uit deze verdwaal
de en verdwaasde mensheid kan de
verlossing komen: alleen uit een ho
gere Kracht.
Het heeft een ontzaggelijke bete
kenis, dat de kerstgedachte zich be
stendig doet gelden tegenover de ont
heiliging door de mensheid bedreven
en tegenover de wanhoop, waarin zij
verzonken ligt. Moge het kerstfeest
van 1953 ons allen doen toenemen in
geloof, in hoop en in liefde. En moge
het ons de vertroosting brengen van
hogere orde, waardoor wij de troos
teloosheid te boven komen, die de ons
omringende wereld ons meedeelt.
-o-
De diepe beleving van de zin van
het kerstfeest, vermag ons omhoog te
houden in de grote wereld, waar ver
schrikkelijke dingen gebeuren, onaf
hankelijk van onze wil, hoewel wij
allen aan de algemene schuld~ der
mensheid deelachtig zijn. Maar in de
De wind gierde en raasde als een
dolleman door de duinen en over de
zee, een wild spel spelend met de
natte sneeuw die eindeloos neerdaalde
uit de grauwe wolken. De maan ging
schuil achter het jagend zwerk en
slechts zo nu en dan pinkten enkele
bleke sterren naar de aarde en ver
lichtten voor een ogenblik spookach
tig de woeste watermassa's die vuil
geel gekopt barstten op de voet van
het duin.
Het leek wel of de herfst zijn
korte bestaan trachtte te verlengen
in een wanhopige strijd tegen de op
rukkende winter. In xeen niets ont
ziend en vernietigend geweld rukte
en duwde de wind tegen de natte
vlokjes, als wilde hij ze bannen uit
deze wereld, waar geen plaats is
voor het tere kleine. Maar de vlokjes
bleven vallen.
In het huis van Steven Dekker
merkte men niets van het geweld der
natuurkrachten. Het was er rustig
en warm. De potkachel snorde en er
hing een geur van dennen in het ka
mertje. Het was kerstavond en dat
was de rustigste en meest ingetogen
avond van het jaar, die Steven zich
denken kon. Op die avond was het
altijd net of er een ander mens in
hem huisde, een Steven die aan an
dere dingen dacht, dan waaraan hij
gewoon was te denken. Rustig zat
hij in zijn stoel, de benen gemakkelijk
gestrekt op een andere en de onaf
scheidelijke pijp, die nog van groot
vader was geweest, losjes hangend in
een hoek van de mond. Anna zat aan
de andere kant van de kachel en rus
teloos tikten haar breipennen, als
voelden zij de onrust in zich, die ook
de elementen buiten bezielde.
-o-
Door het gehuil van de wind hoor
den zij niet de haastige voetstappen
buiten. Een donkere schim, gehuld
in oliegoed, worstelde voorovergebo
gen tegen de stormwind en repte zich
kleine kring onzer dagelijkse gemeen
schap, in ons gezin, op het werk, kan
zich de louterende invloed van kerst
mis onmiddellijk doen gelden.
De geboorte van Christus: onze we
dergeboorte. Wij zullen ons reken
schap moeten geven van onze verhou
ding tot de medemens. Zijn wij altijd
rechtvaardig geweest om nog niet
eens te spreken van liefdevol, de ge
zindheid, waartoe het kerstfeest ons
oproept? Hebben wij niet iets te her
stellen? Laten wij toegeven aan de
sfeer der zachtmoedigheid, waarmee
kerstmis ons omringt. Als de lichten
worden ontstoken, dan moeten de ve
ten worden geblust. Wij moeten ons
voornemen ons in elkanders plaats te
stellen, elkanders moeilijkheden te be
grijpen.
Bij het neerschrijven van het woord
„voornemen" komen wij tot de in
vloed van kerstmis op de individuele
mens. Het kerstfeest is het feest der
goede voornemens, der nobele ge
zindheden. Maar de goede gezindheid
is waardeloos zonder de goede daad.
Laat ieder voor zich de uioed heb
ben, zichzelf te verloochenen, bereid
zijn,, zijn eigendunk en zijn eigen be
lang te offeren. Het is de voorwaarde
tot het gelukkig kerstfeest, dat wij
u toewensen.
naar het huisje van Steven Dekker!
Hijgend bleef hij staan en bonsde op
de deur.
„Steven, schip in nood, kom da
delijk naar de reddingboot 1" brulde
de man* boven het loeiend geweld uit.
Even wachtte hij totdat het ,,Ja, ik
koml" klonk en toen spoedde hij zich
verder, een voorproefje krijgend van
wat hem zo te wachten stond.
Werktuigelijk had Steveu antwoord
gegeven, maar toen drong ineens de
werkelijkheid tot hem door. Hij ont
waakte uit zijn kerstóverpeinzing,
klemde de kaken op de pijpesteel en
sprong als door een slang gebeten o-
vereind. Hij wilde vloeken, schelden
tegen het lot, dat hem nota bene op
kerstavond weghaalde uit de gezel
lige, vertrouwde sfeer van zijn huis,
waar hij juist nu meer nog dan an
ders behoefte aan had. Maar hij zag
de ogen van zijn vrouw, met die rus
tige gelatenheid, vol vertrouwen, die
hem iedere keer weer de moed gaven,
het waagstuk te ondernemen en hij
hield zijn woorden in.
Zij haalde zwijgend zijn oliegoed en
jekker en hielp hem bij het aantrek
ken. Hij keerde zich om en zij sloeg
haar armen om hem heen en drukte
een lange kus op zijn mond. „Behou
den thuiskomst jongen", fluisterde ze.
Hij gaf haar een tikje op de wang en
knikte glimlachend. Toen beende hij
weg, de deur uit, de storm in. In
zijn hoofd bolderden de gedachten 'net
zo woest dooreen als de wind over
het strand en de zee.
-o-
Bij de reddingboot trof hij de an
dere mannen, als een groepje donkere
schimmen stonden zij daar bij elkaar.
Zij sprongen in de boot, de motor
ronkte en daar begon het nietige no-
tedopje met zijn dappere bemanning
de strijd tegen de kokende golven
en de striemende natte windvlagen,
om het leven van enkele mensen te
redden die daarginder in het ondoor
dringbaar duister hulpeloos wachtten,
wachtten op hulp die, naar zij ang
stig hoopten, nog op tijd zou komen.
In de boot >vas Steven zich zelf
weer, de kille harde zeebonk, die al
leen rekende met de golven en de
wind. Geen ogenblik dacht hij meer
aan thuis of aan de kerstavond. Hij
speelde zoals reeds zovele malen het
luguber spel met de dood.
Het was een loterij met vele prij
zen. Soms haalde je de hoofdprijs,
alles gered en alles behouden bin
nen, soms was de prijs geringer en
moest er geofferd worden. Veel hing
er van de mannen in de reddingboot
af en niemand was daar meer van o-
vertuigd dan Steven. Als wij het maar
goed doen, dacht hij, dan komt alles
terecht.
-o-
In het huisje bleef Anna achter,
maar haar ogen stonden nu anders
dan toen haar man het huis verliet.
De gelatenheid en het vertrouwen
waren er uit verdwenen, haar ogen
stonden nu angstig en vol spanning.
Zij liep als een gekooide leeuwin heen
en weer en krampte de handen ineen.
Altijd was het zo gegaan, eerst het
vertrouwen en de gelatenheid, om
Steven moed te geven, want zij wist,
dat, als hij haar zag als nu, hij nooit
zou gaan. Maar was hij eenmaal ver
trokken en zat zij alleen, dan kon zij
zichzelf zijn. Zij deed, zoals zij zo
vele malen reeds gedaan had, zij kniel
de en bad, de handen krampachtig in
een.
En dan, dan kwam langzaam weer
het vertrouwen terug. Het vertrou
wen, dat God haar man zou bescher
men en hem veilig weer bij haar te
rug zou brengen. Nu op de kerstavond
kwam dit vertrouwen sneller dan zij
gedacht had. Hij zou terugkomen.
Tussen de woeste golven was Ste
ven weer in zijn element. Met vaste
stem gaf hij zijn orders en koel be
rekende hij de mogelijkheden. De an
dere mannen benijdden hem er om.
Steven die altijd het hoofd koel wist
te houden en alleen vertrouwde op
eigen kracht en kunnen.
Het lukte de dappere mannen bij
het schip te komen en de gehele be
manning te redden. Het had geen paar
minuten meer moeten duren of het
was te laat geweest. Steven zag het
gevaar en rustig nam hij zijn besluit.
Snel weg van het schip, dat ieder p-
genblik in de golven kon verdwijnen!
De gevaren hiervan kende hij maar
al te goed.
-o-
Het scheepje worstelde met zijn
honderd en twintig paardenkrachten
tegen de kokende golven en verwijder
de zich langzaam maar zeker van de
zinkende kustvaarder. Het gevaar ,vas
geweken. Rustig stond Steven aan
het roer, de onafscheidelijke pijp tus
sen de vierkante kaken geklemd. Zij
hadden het weer geleverd en Steven
wist maar al te goed, dat dit voor
een groot deel aan hem te danken
was. Ja, eigenlijk meende hij, ,dat
hij het alleen gedaan had, want al
leen op eigen kracht en eigen kunnen
moest je vertrouwen, dat had groot
vader ook altijd gezegd. De behouden
thuiskomst was slechts te danken aan
het zeemanschap van hem en de maats.
Plots werd Steven in zijn overpein
zing gestoord. Een woest-kokende hui
zenhoge golf met schuimende kop
6loeg met donderend geraas over de
boot. Voordat Steven wist wat er
gebeurde, lag hij in het kolkende wa
ter en werd in minder dan geen tijd
meters van de reddingboot verwij
derd. Nauwelijks haalde hij adem of
weer sloegen grauwe watermassa's o-
ver hem heen.
Hij dacht te stikken in de golven
zout water, die zich onweerstaanbaar
in zijn keel drongen. Drijvend op zijn
zwemvest probeerde hij zich, wan
hopig worstelend, in de richting van
de boot te werken. Maar hij wist het
reeds, het was tevergeefs. Hier hielp
geen kracht of zwemkunst.
Woedend sloeg Steven met de ar
men om zich heen. Hij moest en zou
de boot bereiken. Maar de elementen
wilden het anders. De golven gebruik
ten hem als speelbal, dezelfde golven,
waar hij de reddingboot zo kundig
doorheen wist te stuwen. Het duur
de niet lang, of Steven voelde zijn
krachten verdwijnen en begreep dat
hij hier machteloos was. Maar hoe
kon hij zich dan redden Niets hielp.
Hij stikte in het zeewater, dat
steeds weer over hem heensloeg. Een
doffe berusting maakte zich van hem
meester. Machteloos was hij en toen
welden de woorden fluisterend in hem
op. „God, lieve God, help mijl" Toen
was er niets meer.
-o-
De reddingboot had ook nog andere
kundige mannen aan boord en zij
rustten niet. Vol godsvertrouwen hun
schipper nog te kunnen redden, kruis
ten zij, alle gevaren trotserend, door
de branding, zoekend, om te trachten
met de hoofdprijs naar huis te komen,
zoals Steven dikwijls spottend had
opgemerkt.
Op het laatste nippertje lukte het
hun de bewusteloze schipper binnen
boord te halen.
-o-
Toen de mannen haar druipnatte,
bewusteloze echtgenoot binnen droe
gen, wist Anna niet wat er gebeurde.
Zij dacht, dat zij haar zinnen verloor.
De arme vrouw brak in een woest ge
huil uit en snikte, dat haar hele lichaam
er van schokte. Bart, de stuurman van
de reddingboot, had veel moeite haar
tot bedaren te brengen en er van te
overtuigen, dat haar man niet dood
was. Langzaam kwam Steven bij en
toen juichte zij: „Steven, lieve Ste
ven, ik wist het, God had het mij
beloofd. Je zou behouden terugkeren,
want het is kerstavond en hij wilde
jouw offer niet".
Steven keek eens om zich heen. Hij
rook de geur van dennen, hij voelde
de behagelijke warmte van de snor
rende kachel. „Lieve God ik dank U",
stamelde hij. „Zonder Uw wil was ik
nu niet meer. Alleen wanneer U het
wilt, komen wij behouden weer".
Wilt u
uw kamers
gezellig maken
met de
komende Kerstdagen?
Komt dan
één van onze
aardige
uitzoeken
Zij verhogen de sfeer
in uw huis
Wij hebben ze
reeds vanaf f 2.95
Voorstraat 43a, Kortgene
Telefoon 01108-221
Kerstverhaal van Coby Martius