JL Zijn laatste avontuur Meer vacantiedorpen gevraagd Benzinebenen Kwaliteit viel tegen NOG ALLE MATEN j HMciakcjlcvjjeM, kunnen wij U leveren V2, 3A, 1, IV2 en 2 liter Verder ringen, deksels, beugels, klemmen en ketels L. Tange, Wissekerke Coöperatieve Boerenleenbanken met afzonderlijke Stichting Spaarbank „COLIJNSPLAAT" te Colijnsplaat Tel. (K1199)-228 Postrek. 316389 .WISSENKERKE" te Kamperland Tel. (K 1107)-325 Postrek. 365567 Geld in huis, gevaar in huis, Breng het in de kluis maakt yoor een gezamenlijke stap door alle europese landen op de weg naar inwisselbaarheid en waar Brit- tannië belangrijke concessies aankon digde in haar importrestricties en een verhoging van toeristendeviezen, die de meeste westeuropese landen ten goede zou komen, is deze argwaan echter on gegrond gebleken. Deze maatregelen zijn wel onweerlegbaar het bewijs van Engeland's wens om door hechter se- menwerking tot een oplossing te ko men van de moeilijkheden, waarin West-Europa momenteel verkeert. COOMANS voot lekker reeuw* tarwelreot Herhaaldelijk was er over geschre ven. Wij hadden al een jaar hoop op het spoedige einde, maar Jan, mid den in het strijdgewoel beter op de hoogte, antwoordde telkens weer: „v.e vechten maar door, van een wapenstil stand is hier niets te bespeuren". En opeens was het dan toch voor elkaar de opperbevelhebbers tekenden het do cument en aan het front zaten de sol daten elkaar onwennig aan te kijken^ Het is moeilijk zich te verplaatsen in de gedachtengang van de militairen, die kort voor het einde nog verwik keld waren in hevige gevechten tegen de massaal opdringende vijand. Zij heb ben hun kameraden zien vallen terwijl te Pan Moen Yon de heren al zaten te keuvelen over de wapenstilstand en niet tot een besluit kwamen. Elke dag uitstel betekende opnieuw een aan tal mensenlevens. Waar dat uitstel voor diende, begreep niemand. Onze Jan zat niet bij de pakken neer, als er in zijn buurt: een Chinese of noordkoreaanse kogel doeltrof. Her haaldelijk had hij de dood van één zijner kameraden kunnen wreken. Al was het een Zuidkoreaan, die viel, een Fransman, een Griek of een Yan kee uit Cincinnati, Jan greep zijn ge weer en sloop weg om af te rekenen met de lafhartige - sluipschutter. 1 Én meestal kwam hij de volgende dag te rug met een grimmige, maar voldane uitdrukking op zijn gezicht. -o- Ook zijn laatste oorlogsavontuur ver liep ongeveer aldus, maar had Jan te voren de afloop kunnen bezien, dan zou hij zich gewacht hebben voor zoveel moeite. Op een rustige dag was de granaat komen aanfluiten. Een troepje G.I.'s stond zich juist te scheren; ze had den er nu even tijd voor na de af mattende strijd in het laatste offen sief. Baarden van 5 dagen waren geen uitzondering. Midden in de groep spat ten de scherven. Niemand had meer dekking kunnen zoeken. Toen Jan de slachtoffers zag wegdragen, laadde hij ziin Garant 1 en vertrok. Na het vallen van de nacht schoof onze wreker op zijn buik het niemands land door, op zoek naar de vijande lijke batterij. Hij had de richting en de afstand bepaald en nu ging het er maar om de Chinezen te verschalken, die aan de overzijde op de heuvels la gen. Behalve voor vijandelijke pa trouilles moest hij echter ook oppas sen voor slangen en ander gedierte* Rechtop lopen dorst hij niet. De ster ren straalden te helder en ongetwijfeld zouden er behalve de normale wacht posten ook patrouilles ronddwalen, die dan snel zijn silhouet zouden zien. Het ging hem te langzaam. Inplaats van voorover de helling af te slui- Van de honderd zondagsfietsers, die ik Zondags tegenkom, zijn er circa vijftien trappers, vijf en tachtig rijden ,,brom". Pruttepruttend, tuttepruttend brommen ze door Nederland, brom van vóren, brom van achter, of brom aan de ónderkant. Alle maten en gewichten brommen vrolijk in het rond, heden zag ik nog een bromster van zéér ruim twee honderd pond. Het was nét een dikke bromvlieg met véél vorm, maar zónder lijn; zou een ouderwetse" trapfiets voor haar niet gezonder zijn? Clinge Doorenbos (Nadruk verboden) pen, besloot Jan op zijn rug te gaan liggen en zich te laten glijden. Dat ging vlot. Zo vlot, dat er allerlei steentjes en stenen meerolden. Bang voor het gedruis hield hij in, maar een andere weg zag hij niet, hij waag de het er maar op. Er gleden wel eens meer stenen van de helling zonder aan wijsbare oorzaak. -o- Een half uur later lag Jan beneden aan de heuvelrug tussen de verwaar loosde tabaksplanten. Zijn hoofd bloed de. Een stuk rots was losgeraakt en had hem ingehaald. Bewusteloos lag hij onder de bladeren. Pas 's avonds kwam hij langzaam bij. Vaag herinnerde hij zich iets van zijn plannen, opstaan kon hij echter nog niet. Hij verwenste zijn eigen stommi teit en nam zich voor nimmer meer op die manier een koreaanse helling af te glijden. Gelukkig had hij pleis ters en blikjes met noodrantsoenen bij zich, zodat hij op goed geluk en op de tast iets aan z'n hoofd kon doen en in staat was de honger te verdrijven. Daarna viel hij weer in slaap. Midden in de nacht kwam hij einde lijk overeind. Zijn hoofd bonsde als een voorhamer, maar dat bracht hem tot het drieste besluit nu juist op de vijand af te trekken en ze een lesje te geven. Hij greep zijn geweer en ging. Nu weer op de buik. En hij was zo verstandig af en toe te rusten.. Voorzichtig voortsluipend in het ta baksveld ontwaarde hij bij de tegen overliggende helling al de gloeiende puntjes van brandende sigaretten. Daar stonden of zaten Chinezen. Hij zou na tuurlijk kunnen proberen rond de ke rels om te kruipen en ergens achter hen de heuvel op te klimmen, maar dan zouden ze toch de steentjes ho ren rollen en opmerkzaam worden, Dus hield hij, naderbijgekomen, in om te wachten tot de mannen zouden op stappen. Waarschijnlijk was het een patrouille, die uitrustte en dan trok ken ze zo wel verder. Maar Jan verrekende zich. De (wacht post bleef ter plaatse tot de dag aan brak. Toen kwamen de kleine gele soldaten overeind, spiedden met hun verrekijkers rond en aanvaardden de terugweg naar hun kwartier. -o- Jan kreunde. Weer een dag verloren. Het zat hem tegen deze reis. Maar wat is één dag in een strijd van drie jaar? Bovendien had hij erge last van zijn hoofd. Hij nam het er dus goed van, at flink, wies zijn hoofd in een onder de tabaksblaren stromend beekje en hield zich de verdere dag goed ver borgen. Opgeknapt kon hij de volgende nacht de helling gaan beklimmen. Hij had voorzichtigheidshalve niet het pad ge nomen van de wachtposten en dat bleek goed gezien, want al spoedig hoorde hij gerucht boven zijn hoofd en kwam een nieuw groepje chinese soldaten kwebbelend omlaag. Hij hield zich stil en ze passeerden hem op behoorlijke afstand. Daarop wist Jan de weg vrij en snel hees hij zich de helling op.j Boven vond hij de bewuste batterij.) De schildwachten passeerde hij onge zien. Dan kwam hij aan de stukken. Mitrailleurs, een paar mortieren en een stuk veldgeschutdat was 'm. Mannen in diepe rust. Verder naar ach teren een klein kampvuur en 'wat kaar tende kerels. Nog verder en goed zicht baar tegen de heldere sterrenhemel, een ruwhouten keet. De munitie-opslag- plaats? Jan besloot poolshoogte te ne men en sloop rond het kampement^ Opeens ontdekte hij de voertuigen, Vrachtwagens, een soort jeep en de kanontrekker. Ze stonden op de sterk hellende weg naar het noordkoreaanse achterland. Wat belette hem de hand remmen los te gooien? Grinnekend graaide Jan de wapens bijeen van de slapende manschappen, Geweren en revolvers schoof hij zachtjes in een vrachtwagen. Daarop zeulde hij de mitrailleurs er in. Van het kanon vernielde hij de ontsteking. Tenslotte gooide hij achterelkaar de handremmen los en verwijderde hij de stenen achter de zware wielen. -o- Zittend in een schuilhoek zag onze wreker hoe de vrachtwagens de hel ling afsuisden. Geschreeuw ging op toen het gedruis van de auto's opklonk en de Chinezen hun voertuigen be neden aan de helling te pletter zagen slaan. Ze zochten in allerijl naar hun wapens ,maar die waren verdwenen. Alle soldaten liepen nu in paniek door elkaar, vergeefs poogde een officier Het leger der vacantiegangers groeit jaarlijks. Bij de massale uittocht in de maanden Juli en Augustus is het onmogelijk dat al die duizenden in hotels en pensions verblijf houdend Dat zou veel hotelbalansen nog slui tend kunnen maken. De hoteldirecties en pensioneigenaars weten wel beter. Slechts een beperkte groep kan de financiële lasten van een verblijf in deze lustoorden dragen. Waar blijft de rest? Die rest vormt het probleem van het sociaal toerisme, waarvoor in de komende jaren alle aandacht nodig zal zijn. Men kan er niet mee vol staan de financieel-zwakken maar de raad te geven om thuis te blijven. Wie in een provincieplaats woont met een omgeving rijk aan natuurschoon hoeft niet lang te tobben. Thuisblij ven betekent dan toch buiten zijn en toch genieten van zon, lucht en bos. Bij een land als het onze, dat snel aan bevolking toeneemt, moet een steeds groter percentage noodgedwon gen in de steden wonen. Daar leeft men veelal op een bovenverdieping met een broeiende hitte in de zomer maanden, die funest is voor de ge zondheid vooral van kinderen. Deze gezinnen dienen althans in de vacantie eens wat zon en wind te vangen^ De frisse dennengeur is als noodza kelijk voedsel voor deze stadslichamen. Hoe komen deze stadsgezinnen aan hun vacantietrek, wanneer het inko men extra vacantie-uitgaven nauwe lijks toelaat? Dikwijls is er vacantie- toeslag, maar de kosten voor hotel of pension gaan daar ver boven uit. Daar moet iets anders op gevonden worden. Kamperen? Men kan gaan kamperen. In zo'n gezinskamp zijn niet alle deelnemers goede kampkrachten. Pa en ma, soms aangevuld door oudere kinderen, zijn de enige bruikbare krachten. De rest het tumult te onderdrukken. Jan mikte zorgvuldig. Op het mo ment, dat hij de haan wilde overha len om de officier te straffen, die met een enkel commando zoveel van zijn kameraden de dood had ingejaagd, voerde de zuidenwind een verwijderd trompetsignaal langs zijn oor. Zijn vin gers verstarden. Hij luisterde goed. Ook de Chinezen schenen plotseling te verstijven. Duidelijk klonk nu ten tweede male het signaal van de andere heuvel. Een juichkreet ging op. Alle Chinezen be gonnen te lachen en te praten. Ze bekommerden zich niet meer om de verdwenen wapens en vrachtauto's. Jan liet zijn Garant zakken. Tegen de volgende ochtend kwam hij terug in zijn kampement, waar ze hem al hadden afgeschreven. Uitbun dig werd hij begroet. Maar de vreem de wreker duwde al die kerels van zich af. Het bonsde hem weer in zijn hoofd. Hij kon het allemaal niet zo gauw verwerken. Waarom moest het vuren gestaakt worden juist 'op dat moment? Waarom niet drie dagen eer der, opdat z'n kameraden gespaard wa ren gebleven? Of één minuut later, opdat hij hun dood had kunnen wre ken? Maar naar huis schreef hij alleen: ,.Ik kom gauw terug. Er is niets meer te doen hier". van het gezelschap bestaat uit kin deren, dié willen ravotten en spelen: Zij sparen zichzelf niet noch hun kle ding. De vrouw, die in de tent de scepter zwaait heeft lang niet altijd kampeer-ervaring. Het dilettantisme leidt dan tot mis lukkingen, tot ontmoediging en ge prikkelde stemming. Weg is de va cantie. Een goede kampeer-uitrusting brengt ook nogal veel kosten mee, die zeer dikwijls niet kunnen worden op gebracht. Het gizinsleven stelt eisen, waaraan men met het primitieve leven in een tent niet kan voldoen. Ondernemende vacantie-experts heb ben de kwestie doorzien. Zij verze kerden zich van een flink terrein, te midden van bossen en heidevelden. Daar verrezen kleine huisjes, welis waar zonder enige luxe, maar met bedden en een kookgelegenheid. Er is een tafel om te eten, men vindl er af was- en wasgelegenheid. Hier kan een huishouding normaal voortleven en toch is men buiten. Soms kookt iedere huisvrouw haar eigen potje, soms wordt er centraal gekookt en gegeten in een ander ge bouwtje met corveediensten. Er komt een groenteman en er is dikwijls een geïmproviseerd winkeltje in het va- cantiedorp. De eigenaar van het cen trum speelt voor burgemeester of be noemt een kampleider. Vele mogelijkheden. Het aantel ontspanningsmogelijkheden in zo'n vacantiedorp is groot. Er is hier sprake van een beperkt aantal mensen, die zich allen ten doel stel len zoveel mogelijk te genieten en daarvoor hun beste humeur van de zolder hebben gehaald. Men laat de kinderen samen spelen, desnoods onder leiding, waarbij men aardige verma ken kan uitdenken met de wedstrijd gedachte min of meer op de achter grond. Die kinderen snuiven het ge not samen met de frisse boslucht met volle teugen op. Zo hebben de ouders allen of bij toerbeurt ook eens een dag of mid dag voor zich alleen. Zij kunnen gaan wandelen of fietsen zonder „ballast". Speciaal de huismoeders kunnen daar soms naar snakken. Ook zij willen wel eens op hun verhaal komen zonder dat het huishoudbudget maandenlang wordt ontwricht. De vacantiedorpen, die voor al niet te groot moeten zijn, brengen hier de uitkomst, waarnaar wordt uit gezien. De prijzen voor deze gelegenheden blijken erg mee te vallen. Voor enkele tientjes per week of veertien dagen is men verzekerd van een goede woon gelegenheid temidden van vitaminen en heidepaadjes. Die last is te dragen voor een gezin, vooral wanneer er vacantietoeslag is. Sprekend en nadenkend over het massale toerisme van de toekomst voelt men dat hier de oplossing ergens ligt. Zij ligt temidden van bunga lows, vacantiedorpen en kampeerboer derijen of in een tussenvorm van deze creaties, die er nog in onvoldoende mate zijn. Geld en leiders nodig; Vanzelfsprekend zoekt men die lust hoven voor gezinnen met niet te rijk gevulde beurs, temidden van de bos sen en heidevelden in het midden en oosten van ons land. Men vindt er enkele, die goed marcheren met over het algemeen tevreden eigenaars en gasten. Maar de gedachte van deze va- cantiecentra is nog niet populair ge noeg. Hun aantal is nog te gering. Gebrek aan ondernemingsgeest? In de meeste gevallen niet, maar wel dik wijls gebrek aan organisatie-capaci teiten en die zijn noodzakelijk voor een eigenaar van het vacantiedorp. Daar naast vraagt de bouw nogal wat kapi taal. Het aantal van deze gelegenheden zal wel langzaam toenemen, maar het tempe is te langzaam. De behoefte zal snel stijgen. Het woord en de daad is thans aan deskundigen. Er zijn in het oosten, midden en zuiden van Nederland veel kleine gemeenten met een ongekende iuimte en voldoende natuurschoon. Zal men daar op initiatief van gemeente bestuur of V.V.V. niet kunnen over gaan tot het stichten van vacantie- centra? Men kan er een plaatsje in de zomermaanden mee doen opbloeien^ Men draagt een korf vol stenen bij tot de oplossing van één onzer grootste zomerproblemen: dat van het sociaal toerisme. Tenslotte kan langs deze weg een wens vervuld worden, die iedere va- cantieganger ook dit jaar weer zal uiten: heel Nederland moet met va cantie kunnen gaan! Die meneer had zijn slee voor het gerechtsgebouw geparkeerd en hij trad de zaal binnen met het air van iemand die weet, dat hij geen pakje uit de op ruiming aan heeft. Diverse verdach ten groetten hem eerbiediglijk, want ze zagen hem voor de een of andere rechter aan, en die kan men beter te vriend houden. Maar voor de groene tafel openbaarde zich zijn werkelijke hoedanigheid. Want hij was evengoed verdachte als de achterbuurtmannekes, die op een rijtje op de bank in de wachtkamer zaten, en misschien was wat hij gedaan had nog erger. Hij gaf overigens vlot toe de mis handeling te hebben gepleegd; in zo verre viel zijn gedrag nog wel mee.1 Maar de omstandigheden waren alles behalve in zijn voordeel. Hij had op plaats en tijd in de dagvaarding ver meld, opzettelijk gewelddadig zijn echt genote gestompt, met een stoel in de rug gegooid en de keel dichtgekne pen, waardoor deze pijnlijk werd aan gedaan. En dit alles omdat zij hem een overhemd klaarlegde, dat meneer Kort verhaal door Max Melisse Heel Nederland moet met vacantie kunnen gaan Wie neemt het initiatief?

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1953 | | pagina 2